Brief regering : Verslagen financieel toezicht 2023
36 410 B Vaststelling van de begrotingsstaat van het Gemeentefonds voor het jaar 2024
36 410
C
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Provinciefonds voor het jaar 2024
Nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 oktober 2023
Hierbij bied ik u het toezichtverslag 2023 aan (bijlage 1). Dit verslag geeft een
overzicht van de bevindingen van het door mijn ministerie uitgeoefende financiële
toezicht op de provincies en de gemeenschappelijke regelingen, waaraan provincies
deelnemen uit hoofde van artikel 207 van de Provinciewet. Daarnaast ontvangt u een
overzicht van de financiële kengetallen van provincies (bijlage 2).
Ook zend ik u ter kennisneming het gezamenlijk door de provincies opgestelde verslag
over het door hen uitgeoefende financieel toezicht op de gemeenten en de gemeenschappelijke
regelingen, waar gemeenten aan deelnemen (bijlage 3) (artikel 203 Gemeentewet), en
een overzicht van het aantal gemeenten en gemeenschappelijke regelingen dat onder
preventief toezicht staat in 2023 (bijlage 4). Deze verslagen hebben betrekking op
het toezicht op de begrotingen 2023 en de meerjarenramingen 2024–2026.
De provinciale toezichthouders geven in hun verslag aan dat gemeenten in de meeste
gevallen een structureel en reëel sluitende begroting voor 2023 hebben gepresenteerd.
Daarentegen was een structureel en reëel sluitende meerjarenraming voor 2026 door
een aantal onzekerheden niet voor alle gemeenten mogelijk. Zo ervaren gemeenten de
teruggang van ontvangsten uit het Gemeentefonds in 2026 ten opzichte van 2025 als
probleem, meer nog dan de onduidelijkheid over – op het moment van schrijven – de
nieuwe financieringssystematiek. Voorts geven zij het handhaven van de opschalingskorting,
waarmee wordt bedoeld dat de oploop van de opschalingskorting vanaf 2026 niet langer
geschrapt is, en de onzekerheid over de middelen voor jeugdzorg als oorzaken aan.
Ook de onzekerheden over de prijsontwikkelingen en stijgende energielasten worden
genoemd. Ten slotte wordt in het verslag over het provinciaal toezicht op gemeenten
gemeld dat de jaarrekeningen van gemeenten in 2022 hogere positieve resultaten hebben
laten zien. Dit komt hoofdzakelijk door de tekorten op de arbeidsmarkt, maar ook doordat
er in de jaren met corona-lockdowns minder kon worden uitgevoerd, en waren er overige
incidentele resultaten.
Het kabinet heeft oog voor de financiële positie van gemeenten. Ik heb dan ook samen
met de medefondsbeheerder, de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst,
de afgelopen periode diverse overleggen gevoerd met gemeenten en provincies over dit
onderwerp. Inmiddels heeft er besluitvorming plaatsgevonden op een aantal van deze
onderwerpen en is uw Kamer daar ook over geïnformeerd. Zo beschrijft de Voorjaarsnota
20231 de hoofdlijnen van de nieuwe financieringssystematiek voor medeoverheden. Ook is
de Hervormingsagenda Jeugd2 definitief vastgesteld, ondertekend en aan uw kamer aangeboden. Daarmee is een deel
van de onzekerheid die in het verslag van de provinciale toezichthouders wordt benoemd,
weggenomen.
De Voorjaarsnota 2023 gaat in op de financieringssystematiek. Gemeenten en provincies
ervaren onzekerheid over de structurele financiële situatie vanaf 2026 door de aankondiging
van de nieuwe financieringssystematiek voor medeoverheden in het Coalitieakkoord.
Het kabinet heeft bij Miljoenennota 2023 aanvullend eenmalig € 1 miljard voor gemeenten
en € 0,1 miljard voor provincies voor het jaar 2026 beschikbaar gesteld. In de Voorjaarsnota
2023 heeft het kabinet aangegeven dat dit bedrag, opgeteld € 1,1 miljard, vanaf 2027
structureel beschikbaar komt. Daarnaast heeft het kabinet besloten om het Gemeente-
en Provinciefonds vanaf 2027 te indexeren op basis van de ontwikkeling van het bruto
binnenlands product. De Afdeling advisering van de Raad van State3 acht de overstap naar deze nieuwe meerjarensystematiek voor de financiën van medeoverheden
in haar Voorjaarsrapportage begrotingstoezicht 2023 positief. Haar verwachting is
dat de nieuwe systematiek stabiliteit, rust en duidelijkheid geeft voor provincies
en gemeenten.
Aanvullend is er duidelijkheid over de Hervormingsagenda Jeugd. Gemeenten (VNG) en
het Rijk hebben hiertoe afspraken gemaakt over het financiële kader tot 2028. Het
kabinet heeft € 1,45 miljard in 2024 en € 954 miljoen in 2025 voor jeugdzorg extra
beschikbaar gesteld en aan het Gemeentefonds toegevoegd. De toevoeging van de gereserveerde
structurele middelen bij het Rijk voor de jaren 2026 en verder vindt plaats na het
advies van een deskundigencommissie in het voorjaar van 2025 en de besluitvorming
daarover.
Ten slotte is het kabinet momenteel in gesprek met de koepelorganisaties van gemeenten,
provincies en waterschappen over het realiseren van evenwicht in de ambities en taken
waar het Rijk en de medeoverheden voor staan en de middelen van, en uitvoeringskracht
bij de medeoverheden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties