Brief regering : Verslag informele Raad Buitenlandse Zaken Defensie d.d. 29-30 augustus 2023
21 501-28 Defensieraad
Nr. 258
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 september 2023
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) Defensie
van 29-30 augustus 2023 te Toledo (Spanje), waaraan ik heb deelgenomen. Graag informeer
ik u via dit verslag tevens over de laatste ontwikkelingen met betrekking tot het
Europees Defensiefonds (EDF). Tevens meld ik u hierbij graag dat de Commandant der
Strijdkrachten vandaag bij de Ukraine Defence Contact Group in Ramstein namens de Minister van Defensie een Letter of Intent heeft getekend met Denemarken en Tsjechië om de samenwerking op het gebied van militaire
steun aan Oekraïne verder uit te breiden. Als onderdeel van deze samenwerking heeft
de Deense regering aangekondigd vijftien T-72-tanks aan Oekraïne te leveren.
1. Militaire EU-steun aan Oekraïne
Tijdens de Raad bespraken de Ministers van Defensie de verschillende manieren waarop
de EU Oekraïne militair steunt, namelijk via de EU Military Assistance Mission (EUMAM) Ukraine, de Europese Vredesfaciliteit (EPF) en verschillende munitie-initiatieven.
De (toenmalige) Oekraïense Minister van Defensie Reznikov sprak middels een ingesproken
videoboodschap.
EUMAM Oekraïne – stand van zaken en weg voorwaarts
Via EUMAM Oekraïne zijn inmiddels ongeveer 25.000 Oekraïense militairen getraind.
Het gaat om grootschalige opleidingen alsook specialistische trainingen. De Hoge Vertegenwoordiger
(HV) Borrell stelde voor het doel van 30.000 militairen trainen voor het einde van
2023 naar boven bij te stellen. Tevens pleitte de HV en een aantal andere lidstaten
voor het geven van trainingen op meer geavanceerde systemen die lidstaten aan Oekraïne
zullen leveren. In dat kader heb ik voorgesteld om de komende periode te onderzoeken
om mogelijk (een deel van) de F-16 trainingen bij EUMAM onder te brengen.
Nederland draagt doorlopend met maximaal negen militairen bij aan de hoofdkwartieren
van EUMAM in Brussel, Strausberg (Duitsland) en Zagan (Polen). Verder heeft Nederland
tot half 2023 in totaal met ongeveer 400 militairen bijgedragen aan collectieve EUMAM-trainingen
in Duitsland en EUMAM-trainingsmodules in Nederland. De opleiding van infanteriecompagnieën
die gepland stond voor september, waar Nederland ongeveer 150 militairen aan zou bijdragen,
is vanwege operationele redenen door Oekraïne geannuleerd. Wel draagt Nederland in
oktober met ongeveer 70 militairen bij aan een opleiding voor een infanteriecompagnie.
Ook blijft Nederland materieel gerelateerde modules aanbieden.
Europese Vredesfaciliteit
De Oekraïense Minister van Defensie gaf aan dat de steun die EU-lidstaten via de Europese
Vredesfaciliteit (EPF) leveren essentieel is. HV Borrell benadrukte in dit kader het
belang van duurzame financiële middelen om de militaire steun aan Oekraïne ook de
komende jaren voort te kunnen zetten. Hij lichtte toe dat er naar schatting € 5 miljard
per jaar nodig is voor de periode 2024–2027. Het kabinet onderkent de noodzaak om
de steun aan Oekraïne onverminderd voort te zetten, zolang het conflict voortduurt,
en zal deze voorstellen de komende tijd beoordelen. In het najaar vindt binnen het
kabinet, conform de afspraken die zijn gemaakt bij de Voorjaarsnota 2023, besluitvorming
plaats over de inhoud van militaire en non-militaire steun. Uw Kamer zal hierover
worden geïnformeerd.
Implementatie van het drie-sporen initiatief
Naast het belang van duurzame financiële steun voor Oekraïne werd ook gesproken over
het belang van het voorzien in de munitiebehoefte van Oekraïne. In dat kader waren
lidstaten positief over de snelle aanname van het Act in Support of Ammunition Production (ASAP) instrument dat is bedoeld om de productiecapaciteit van de Europese defensie
industrie op te schroeven. Eurocommissaris Breton gaf aan dat nu snel moet worden
overgegaan tot de implementatie van ASAP. In dat kader sprak hij de hoop uit dat het
werkprogramma van ASAP eind september zal worden aangenomen. Daarnaast gaf Breton
aan bezig te zijn met het vormgeven van het nieuwe European Defence Investment Program (EDIP), dat bedoeld is als opvolger van ASAP en de European Defence Industry Reinforcement Through Common Procurement Act (EDIRPA). Ik onderschrijf het belang van het opschalen van munitieproductie en heb
mijn zorgen geuit over het huidige vermogen van de defensie-industrie om tijdig munitie
voor Oekraïne te kunnen produceren. Ik heb aangegeven dat ASAP goede maatregelen bevat
om de Europese defensie-industrie perspectief te bieden, maar dat ik daarnaast verwacht
dat ik aanvullende maatregelen nodig zijn en heb daarom gevraagd op welke termijn
de Commissie verwacht met het EDIP-voorstel te komen.
2. Mondiale en regionale gevolgen van de Russische agressie tegen Oekraïne
De Ministers van Defensie spraken, in het bijzijn van Ondersecretaris van de Verenigde
Naties Lacroix, Assistent Secretaris Generaal van de NAVO Lapsley en voorzitter van
het Security and Defence Committee van het Europees Parlement Loiseau, over de gevolgen van de Russische agressie in
verschillende delen van de wereld. Lacroix stelde dat de oorlog in Oekraïne zorgt
voor grotere tegenstellingen en spanningen in de VN en minder steun voor politieke
processen en dat de oorlog ook zijn uitwerking heeft op andere conflicten in de wereld;
zie bijvoorbeeld de stijgende voedselprijzen als gevolg van het stopzetten van de
graandeal en de invloed van de Russische paramilitaire groep Wagner in diverse landen.
Nederland maakt zich zorgen over het eenzijdige besluit van Rusland om het Black Sea Grain Initiative te beëindigen, waardoor de mondiale voedselcrises nog verder zullen verergeren. Nederland
steunt alle inspanningen van de VN en Turkije om de deal te herstellen. Daarnaast
heb ik nogmaals de Russische aanvallen op civiele infrastructuur, inclusief graansilo's,
veroordeeld. Deze aanvallen zijn een duidelijke schending van het internationaal recht.
Nederland zet zich in voor accountability van oorlogsmisdaden, straffeloosheid is geen optie.
ASG Lapsley wees op de belangrijke besluiten tijdens de NAVO-top in Vilnius, waarbij
collectieve verdediging weer centraal staat. De NAVO werkt nauw samen met de EU, de
belangrijkste strategische partner. Wat betreft het Oekraïense offensief stelde hij
dat er langzaam voortgang wordt geboekt en dat het Westen geduld moet hebben en Oekraïne
moet blijven steunen. Ook wees hij in positieve bewoordingen op de EU-NAVO samenwerking,
o.a. op gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur en op gebied van weerbaarheid,
waar de EU veel instrumenten tot haar beschikking heeft. Ik heb benadrukt dat EU-NAVO
samenwerking essentieel is in deze context en dat we daarbij uitvoering moeten geven
aan de gezamenlijke verklaring.
3. Actuele zaken
Onder het agendapunt actuele zaken is met name gesproken over de ontwikkelingen in
de Sahel en Niger in het bijzonder. Na de coup in Niger van eind juli jl. heeft de
EU de veiligheidssamenwerking met het land voorlopig opgeschort. De EU is voorstander
van een diplomatieke oplossing en een terugkeer naar de constitutionele orde in Niger
via een door ECOWAS geleid proces. De lidstaten spraken hier steun voor uit.
Veel lidstaten geven in brede zin aan dat de EU geëngageerd moet blijven in de Sahel.
Over de manier waarop de veiligheidssamenwerking moet worden vormgegeven zal de komende
periode verder gesproken moeten worden. In september worden besluiten genomen over
de toekomst van de civiele (EUCAP Sahel Mali) en militaire missie (EUTM Mali) in Mali.
Lidstaten stonden ook stil bij de militaire coup in Gabon, die die dag plaatsvond
en uitten hun zorgen hierover.
Er is kort gesproken over de ontwikkeling van de Rapid Deployment Capacity (RDC), de snel inzetbare capaciteit van de EU. De operationalisering is goed op weg.
Tegelijk zullen nog belangrijke stappen gezet moeten worden zodat de capaciteit in
2025 operationeel is, waaronder op gebied van beveiligde communicatie en personele
vulling van het Military Planning and Conduct Capability (MPCC).
Bestuursraad EU Satellietcentrum (SatCen)
Op 29 augustus jl. kwamen de Ministers van Defensie van de lidstaten onder voorzitterschap
van de HV bijeen in het gebouw van het EU SatCen in Torrejon voor de ministeriële
SatCen Boardmeeting.
De HV, de Europese Commissie en het merendeel van de lidstaten, inclusief Nederland,
onderschreven het groeiende belang van het werk van het SatCen, inclusief de in het
strategisch kompas genoemde doelstelling om het SatCen te versterken om de geospatial inlichtingencapaciteit van de EU te vergroten. De directie van het SatCen gaf een
goed beeld van de stijgende productieomvang, kwaliteit en snelheid van het SatCen
en de relevantie hiervan in het licht van de oorlog in Oekraïne. De directie van het
SatCen kondigde aan eind 2023 met een voorstel te komen over hoe het de doelstellingen
van de organisatie kan blijven realiseren.
Europees Defensiefonds (EDF)
Graag informeer ik u via dit verslag tevens over de laatste ontwikkelingen met betrekking
tot het Europees Defensiefonds (EDF). Het EDF werkt op basis van jaarlijkse werkprogramma’s.
Consortia van industrie, bedrijven en/of kennisinstellingen kunnen ieder jaar projectvoorstellen
indienen op de onderwerpen uit het werkprogramma.
EDF Werkprogramma 2022
Voor het EDF werkprogramma 2022, dat in totaal bijna € 900 miljoen omvat, konden tot
november vorig jaar voorstellen worden ingediend. De Commissie heeft de voorstellen
beoordeeld en in juli jl. bekendgemaakt welke projecten hebben gewonnen. Nederland
staat dit jaar op de vijfde plaats voor wat betreft het aantal entiteiten dat participeert
in de goedgekeurde projecten. De Nederlandse kennisinstellingen, bedrijven en industrieën
doen voor research mee aan 11 van de 20 winnende projectvoorstellen en voor development aan 11 van de 13 winnende projectvoorstellen.
Een voorbeeld is het project E-NACSOS1 dat een nieuwe samenwerkende standaard zal ontwikkelen voor anti-lucht en raketverdediging
en het project ODIN’s EYE II dat een Europees Space-Based Missile Early Warning Systeem gaat aanleveren.
EDF Werkprogramma 2023
Voor het EDF werkprogramma 2023 kunnen consortia tot 22 november 2023 projectvoorstellen
indienen, op 34 verschillende onderwerpen. Het totale werkpakket bedraagt ongeveer
€ 1.2 miljard. Nederland heeft interesse getoond in 10 onderzoeks-en 9 ontwikkelingsonderwerpen,
zoals bijvoorbeeld High Performance Materials en de ontwikkeling van een counter-drone Multi-sensor en multi-effector systeem.
Medio juni 2024 worden de uitslagen van het EDF werkprogramma 2023 verwacht.
EDF Werkprogramma 2024
Over het werkprogramma 2024 vinden op dit moment onderhandelingen plaats tussen de
Commissie en de lidstaten. De verwachting is dat deze in maart 2024 zijn afgerond,
waarna de Commissie een oproep tot voorstellen zal publiceren. Hoogachtend,
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie