Brief regering : Update controle uitwonendenbeurs
24 724 Studiefinanciering
Nr. 212 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juli 2023
In mijn brief van 5 juli1 berichtte ik uw Kamer over het externe onderzoek dat ik laat uitvoeren naar de wijze
waarop de uitwonendencontrole door DUO tot voor kort plaatsvond. In deze brief geef
ik uw Kamer een update over een aantal zaken.
Allereerst ben ik aan de slag met de precieze opdrachtformulering voor het externe
onderzoek. Dat wordt een breed onderzoek waarbij voor alle schakels van het selectie-
en controleproces uitwonendenbeurs wordt bezien of ze goed zijn onderbouwd en vormgegeven,
maar dat ook ziet op de vraag of dit direct of indirect leidt c.q. zou kunnen leiden
tot discriminatie. Ik wil daarbij apart laten onderzoeken hoe er in dit controleproces
met gegevens wordt omgegaan. Aanvullend wil ik laten nagaan hoe ontvankelijk DUO is
geweest voor signalen en klachten en in hoeverre het proces rond de afhandeling van
klachten en bezwaar inzake de uitwonendenbeurs voor verbetering vatbaar is. Ook wil
ik stilstaan bij de vraag of het mogelijk is te bepalen wat de eventuele schade is
geweest van de mogelijk discriminerende werking (direct of indirect) op groepen betrokkenen.
Met dit onderzoek wordt uitvoering gegeven aan de motie van de leden Van Baarle en
Van der Laan (Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 238).
Daarnaast is DUO reeds gestart met een grondige doorlichting van het eigen selectie-
en controleproces uitwonendenbeurs, alsmede het signaal- en kwaliteitsproces. Deze
interne doorlichting loopt vooruit op het externe onderzoek. De bevindingen worden
tevens aan de externe onderzoekers ter beschikking gesteld. Uiteraard hebben de externe
onderzoekers alle ruimte zelf nader onderzoek te doen. Ook licht DUO de eigen archieven
door op of er eerder klachten en/of signalen zijn geweest over het selectie- of controleproces
en hoe daarmee is omgegaan.
De afgelopen week zijn naar aanleiding van de berichtgeving van de NOS en Investico
nieuwe signalen onder de aandacht gebracht van OCW en DUO, waarin enkele betrokkenen
het controleproces van DUO als discriminerend hebben ervaren. DUO is daar direct mee
aan de slag gegaan, en heeft een van de betrokkenen al excuses aangeboden voor de
manier waarop met het signaal is omgegaan. Deze signalen onderstrepen voor mij het
belang van het externe onderzoek dat ik laat uitvoeren.
In mijn brief van 5 juli heb ik ook gemeld de controle van de uitwonendenbeurs voorlopig
uitsluitend via een willekeurige steekproef onder uitwonende studenten te laten uitvoeren.
In verband hiermee is ook tijdelijk de afhandeling van lopende zaken gepauzeerd. Het
gaat hier over de afhandeling van circa 120 lopende zaken waarin ofwel nog een besluit
genomen moet worden op basis van een rapportage van het huisbezoek, ofwel een bezwaar
is ingediend, ofwel opnieuw een uitwonendenbeurs is aangevraagd nadat deze als gevolg
van een controle is stopgezet.
Ik wil uw Kamer hierbij informeren dat de afhandeling van deze lopende zaken weer
wordt opgestart (NB: dit geldt nadrukkelijk niet voor het selectieproces dat zoals
eerder gemeld voortaan via een willekeurige steekproef loopt). Daar is een aantal
redenen voor. Het niet afhandelen van bezwaren kan ongunstige gevolgen hebben voor
een groep studenten waarvan de toekenning van de uitwonendenbeurs is stopgezet. Deze
groep studenten krijgt zolang het bezwaar niet is afgehandeld een beurs toegekend
op basis van het normbedrag voor een thuiswonende. In gevallen waarin het bezwaar
gegrond wordt verklaard wordt dit met terugwerkende kracht hersteld. Het is van belang
om deze studenten de duidelijkheid te geven waar ze recht op hebben, te weten een
beslissing. Dit geeft hun de mogelijkheid bezwaar aan te tekenen en vervolgens ook
de mogelijkheid de zaak door te rechter te laten toetsen. Ook vanuit het oogpunt van
rechtszekerheid en rechtsbescherming van studenten acht ik het daarom nodig lopende
zaken te hervatten. Bestuursorganen zijn daarnaast verplicht binnen de wettelijke
beslistermijn een besluit te nemen. Bij niet tijdig beslissen kan DUO in gebreke gesteld
worden wat kan resulteren in het opleggen van een dwangsom.
Bij de hervatting van de 120 lopende zaken worden de bestaande processen niet structureel
veranderd vanwege het gelijkheidsbeginsel. Wel wil ik dit moment benutten om de dienstverlening
te intensiveren. Dit past in de ontwikkeling die DUO al heeft ingezet naar een meer
persoonsgerichte dienstverlening. U bent hier met de laatste Stand van DUO ook over
geïnformeerd.2 Deze intensivering betekent het volgende:
• voor gevallen waar nog een besluit genomen moet worden op basis van een rapportage
huisbezoek zal DUO, anders dan voorheen gebeurde, voordat het besluit genomen wordt
in contact treden met de student. Pas daarna, en met inachtneming van hetgeen door
de student naar voren is gebracht, wordt het besluit genomen;
• voor gevallen waar bezwaar is ingediend zal DUO de student nu ook informeel (telefonisch)
horen. Voorts worden besluiten die enkel gebaseerd zijn op buurtonderzoek extra zorgvuldig
bezien in lijn met recente jurisprudentie op dit vlak;
• voor gevallen waarin opnieuw een uitwonendenbeurs is aangevraagd nadat deze als gevolg
van een controle is stopgezet, geldt dat de student bewijsstukken aan moet leveren.
In het geval een reactie uitblijft, wordt hier nu extra op gerappelleerd en wordt
tevens telefonisch contact gezocht met de student;
• bij besluiten over het opleggen van boetes wordt ook bij lichte overtredingen (zaken
met een boete die kleiner is dan € 340,–) eerst een voornemen gestuurd met het verzoek
aan de student om een zienswijze in te dienen alvorens de boete opgelegd wordt. In
de huidige situatie wordt bij lichte overtredingen direct een boete opgelegd.
Met de herinvoering van de basisbeurs in het hoger onderwijs per september aanstaande
neemt de totale populatie van uitwonende studenten en daarmee het aantal controles
toe. Deze controles zullen eveneens op basis van een willekeurige steekproef plaatsvinden
zoals verzocht in de motie van het lid Van der Laan (Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 235). Ik vind het belangrijk te vermelden dat de verbeteringen in de dienstverlening
ook voor deze nieuwe doelgroep gaan gelden en daarmee structureel van aard worden.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap