Brief regering : Stand van zaken moties en toezeggingen media
32 827 Toekomst mediabeleid
31 777 Persbeleid
Nr. 286 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2023
In het vergaderjaar 2022–2023 heeft uw Kamer diverse moties aangenomen op het gebied
van media. Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken van de aangenomen
moties en de gedane toezeggingen in het afgelopen jaar aan uw Kamer.
1. Moties
Over het in kaart brengen en opnemen van regionale zenders in de app van de NPO.
Motie van het lid Werner1; verzoekt de regering in kaart te brengen of regionale zenders opgenomen kunnen worden
in de app van NPO. Ik onderschrijf het belang om de toegankelijkheid van de regionale
omroepen te vergroten en te versterken. Daartoe wordt er al sinds het vorige Kabinet
door een kern- en werkgroep namens NPO, RPO, regionale en landelijke omroepen gezamenlijk
gewerkt aan de verdere ontwikkeling van relevant, kwalitatief en onderscheidend media-aanbod
met een regionaal karakter binnen de programmering van de NPO.
In de motie wordt verzocht in kaart te brengen of regionale zenders opgenomen kunnen
worden in de app van NPO. Eerder is er ook gesproken over welke mogelijkheden er zijn
om regionale programmering te plaatsen op NPO Start.
De NPO heeft bij mij aangegeven dat hiervoor plannen gemaakt kunnen worden nadat de
herziening van NPO Start in gegaan is. De lancering van de nieuwe omgeving is voorzien
in het najaar van 2023. NPO heeft aangegeven in het nieuwe NPO Start graag de ruimte
te bieden voor regionale programmering. De nieuwe omgeving van NPO Start is dan ook
zo ontworpen dat regionale programmering (mits met voldoende gebruiksrechten en conform
technische specificaties) kan worden geplaatst op NPO Start. Ik zal uw Kamer voor
het zomerreces van 2024 op de hoogte brengen van de vorderingen van de NPO, RPO en
regionale omroepen op dit punt.
Over het in kaart brengen van ondertiteling bij de Regionale omroepen en welk percentage
hiervoor moet gaan gelden.
Met motie van de leden Westerveld en Werner2, verzocht u mij om de stand van zaken aangaande ondertiteling van programma’s bij
regionale omroepen in kaart te brengen en welk percentage hiervoor moet gaan gelden.
Ik onderschrijf het belang van deze motie en grijp deze aan om te komen tot een gedegen
aanpak in goed overleg met de Regionale Publieke Omroep (RPO). Zoals opgenomen in
het coalitieakkoord «Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst» (Bijlage
bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) hecht het kabinet aan een inclusieve samenleving waarin iedereen in kan participeren.
Het kabinet heeft zich voorgenomen om programma’s van de Nederlandse Publieke Omroep
zoveel mogelijk toegankelijk te maken voor mensen met een audiovisuele beperking.
In het verlengde hiervan vind ik het logisch om ook naar de toegankelijkheid van de
programmering van de regionale omroepen te kijken. Ik heb opdracht gegeven voor een
verkenning naar de actuele mate van ondertiteling van programma’s bij de 13 regionale
omroepen. De resultaten verwacht ik deze zomer te ontvangen. Op basis van de verkenningsopdracht
zal ik mij beraden wat er nodig is om de toegankelijkheid van het Nederlandstalige
media-aanbod via ondertiteling ook voor burgers met een auditieve beperking te intensiveren.
Uw Kamer zal voor het Wetgevingsoverleg Media van dit jaar hier nader schriftelijk
over worden geïnformeerd.
Over het openstellen van NPO Luister voor aanbieders van journalistieke kwaliteitspodcasts.
Het lid Westerveld3heeft de regering verzocht om NPO Luister alsnog open te stellen voor aanbieders van
journalistieke kwaliteitspodcasts. Zoals ik in reactie op deze motie heb aangegeven
tijdens het tweeminutendebat over mijn hoofdlijnenbrief Media (Kamerstuk 32 827, nr. 246) van 6 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 9, item 4)), ben ik met de NPO in gesprek geweest over hoe de NPO samenwerkt met aanbieders
van journalistieke kwaliteitspodcasts rond NPO Luister. In bijlage 3 van de begroting
20224 heeft de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) een aanvraag ingediend voor ministeriële
instemming met NPO Luister. Met NPO Luister wil de NPO het on demand-audioaanbod samenbrengen
en toegankelijk maken onder een noemer, NPO Luister, gratis, vrij en zonder reclame.
In het goedkeuringsbesluit5 voor NPO Luister roep ik de NPO op om met andere partijen samen te werken met derden
ter versterking van de sector, bijvoorbeeld het opzetten van een gezamenlijk Nederlands
luisterplatform. Naar ik begrepen heb van de NPO, lopen deze gesprekken nog. Reguliere
audio-producties die gemaakt worden voor NPO Luister volgen het reguliere proces binnen
de landelijke publieke omroep. Dit betekent dat er, conform de systematiek van de
Mediawet6, altijd een omroep verbonden moet zijn aan een audioproductie dat op een goedgekeurd
aanbodkanaal zoals NPO Luister geplaatst wordt. Het is mediawettelijk niet mogelijk
voor een commerciële partij om uit te zenden op een aanbodkanaal van de publieke omroep
en dus om een podcast geplaatst te krijgen op NPO Luister. Dit staat natuurlijk los
van de mogelijkheid voor makers om met omroepen in gesprek te gaan en gezamenlijk
met programmavoorstellen te komen. De audioproducties van de NPO, waaronder journalistieke
kwaliteitspodcasts, zijn zelf wel beschikbaar in podcast-apps van commerciële bedrijven
als Podimo, Spotify of in de NRC Audio app. Een pitchmodule7 zoals de NPO voor professionele makers van videocontent heeft ingericht, bestaat
(nog) niet voor professionele makers van audiocontent. Wel nodigt de publieke omroep
later dit jaar niet-professionele audiomakers uit om deel te nemen aan een publiekspitch.
Wie een goed en origineel idee heeft voor een podcast(serie) kan dan meedoen aan de
Publiekspitch Audio. Het winnende idee wordt samen met één van de omroepen doorontwikkeld
tot een audioproductie voor NPO Luister. Met deze publiekspitch wil de publieke omroep
de luisteraars nog meer betrekken bij de publieke omroep en ruimte bieden aan nieuwe,
originele ideeën die iets toevoegen aan het huidige aanbod.
Over de financiering van de NPO-Ombudsman.
De motie van de leden Mohandis en Van Strien8, aangaande de financiering van de NPO-ombudsman verzoekt de regering te onderzoeken
of de huidige financiering van de NPO-ombudsman volstaat, en indien dit niet het geval
is te komen tot een voorstel. Ik kan u mededelen dat de financiering van de NPO-ombudsman
per februari 2023 is opgehoogd. Dit kan binnen de bestaande begroting en middelen
voor de NPO organisatie worden gedekt. De NPO-Ombudsman kan vanuit deze bekostiging
de werkzaamheden uitvoeren. Wel blijft de NPO voortdurend in gesprek met de NPO-ombudsman
en houdt een vinger aan de pols om te kijken of de formatie voldoende is om alle vraagstukken
die er liggen adequaat te behandelen.
Over knelpunten bij de NPO of publieke omroepen bij het waarborgen van de pluriformiteit
en op welke wijze mogelijke knelpunten kunnen worden weggenomen.
De uitvoering van de motie9 van het lid Werner aangaande het verzoek om te onderzoeken of er aan de kant van
de NPO of publieke omroepen knelpunten worden ervaren bij het waarborgen van de pluriformiteit
en op welke wijze deze mogelijke knelpunten kunnen worden weggenomen, deel ik uw Kamer
mee dat dit wordt meegenomen in de Mediabegrotingsbrief 2024 die medio november 2023
aan uw Kamer wordt gestuurd.
Over het verzoek uit het ordedebat van 16 mei 2023 van het lid Bosma (PVV) over de
wijze van brengen en verspreiden van nieuws door de NPO in relatie tot de wijze van
het brengen van nieuws door Ongehoord Nederland.
Tijdens het ordedebat van 16 mei 2023 vroeg het lid Bosma (PVV) naar een reactie over
de wijze van verspreiding van nieuws door de NPO in vergelijking met Ongehoord Nederland.
Het Commissariaat voor de Media is belast met het toezicht op de naleving van de Mediawet
2008. Het Commissariaat kan, indien hij van mening is dat de Mediawet 2008 wordt overtreden,
handhavend optreden. De NPO Ombudsman is bevoegd om te toetsen of de journalistieke
code van de NPO, die door alle omroepen is onderschreven, wordt toegepast. Als Staatssecretaris
voor media laat ik mij in verband met de redactionele onafhankelijkheid van de omroepen
niet uit over programmatische keuzes.
2. Toezeggingen
Over de extra steun aan het project PersVeilig.
Zoals toegezegd aan het lid Sjoerdsma in het debat over persvrijheid en persveiligheid
van 1 juni jl. (Handelingen II 2022/23, nr. 88, item 11) is er met PersVeilig gesproken over de kwetsbaarheid van het project dat feitelijk
op één persoon draait. PersVeilig heeft daarom de wens om het project te versterken
met een projectlid. Met deze aanvulling wordt de organisatie en uitvoering stabieler
en wordt de slagkracht vergroot. Ik financier deze versterking van het project samen
met het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Voor OCW vanuit de reeds gereserveerde
coalitieakkoordmiddelen persvrijheid 2023. Ik onderschrijf het belang van PersVeilig
dat zich vanaf de start van het project in 2019 heeft ontwikkeld tot een onmisbaar
onderdeel in de bescherming van journalisten. Met de versterking van het project overbruggen
we de periode naar de omzetting van het project in een organisatie in 2025. In de
tussentijd wordt PersVeilig geëvalueerd. De evaluatie zorgt ervoor dat wij de juiste
informatie hebben om een sterke organisatie met een passende financieringsstructuur
neer te zetten. Hier trek ik samen met andere partijen, waaronder het Ministerie van
Justitie en Veiligheid, in op.
Over de wijziging van de Mediawet 2008 ten behoeve van Nederlands cultureel audiovisueel
product.
In verband met het invoeren van een investeringsverplichting ten behoeve van Nederlands
cultureel audiovisueel product ontvangt uw Kamer een evaluatieplan, waarin wordt uitgewerkt
welke aspecten bij de evaluatie worden betrokken. Over de uitwerking van deze toezegging
informeer ik uw Kamer in het eerste kwartaal van 2024.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Uslu
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap