Brief regering : Voortgang Informatiegestuurd Optreden
36 124 Defensienota 2022 – sterker Nederland, veiliger Europa
Nr. 35 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2023
Hierbij informeren wij u over de voortgang van Informatiegestuurd Optreden (IGO).
Tevens geven wij uitvoering aan de toezegging in de brief van 13 januari 2023 met
onze beleidsreactie op het rapport van de Commissie Brouwer over het Land Information
Manoeuvre Centre (LIMC) (Kamerstukken 30 821 en 32 761, nr. 258) om de beleidsvisie IGO met uw Kamer te delen. De beleidsvisie IGO is een intern
beleidsdocument en vormt samen met de recent verstuurde Defensie Strategie Data Science en AI 2023–2027 (Kamerstuk 31 125, nr. 125) een fundament voor de ondersteuning en operationalisering van informatiegestuurd
optreden. Hierdoor kan Defensie verder bouwen aan een moderne, technologisch hoogwaardige
krijgsmacht, die op basis van tijdige en betrouwbare informatie binnen het geldende
juridische kader kan worden ingezet.
Informatiegestuurd Optreden
Effectieve inzet van de krijgsmacht hangt meer en meer af van digitale data en informatie.
Defensie streeft ernaar wereldwijd militaire operaties slimmer, sneller en sterker
uit te kunnen voeren door informatiegestuurd te opereren. Informatiegestuurd optreden
is de manier van denken, organiseren en opereren die de krijgsmacht in staat stelt
om in complexe en dynamische omgevingen effectief te zijn. Zoals in de Defensienota
2022 wordt gesteld, moet Defensie in staat zijn om informatie sneller en slimmer te
verkrijgen, verwerken en verspreiden om gericht te sturen en zo succesvol te kunnen
opereren in conflicten en crises in alle domeinen (inclusief het cyberdomein). Op
deze manier kunnen commandanten sneller en beter onderbouwde besluiten nemen om met
de beschikbare middelen de gewenste effecten te bereiken.
De voorliggende beleidsvisie IGO is een intern beleidsdocument dat dient als referentiekader
voor huidige en toekomstige beleidsproducten van Defensie. Zo geeft de beleidsvisie
richting aan de realisatie en verdere ontwikkeling van Informatiegestuurd Werken en
Optreden (Actielijn 6) uit de Defensienota 2022 (Kamerstuk 36 124, nr. 1).
De beleidsvisie IGO bevat drie bouwstenen: Informatie als doel, middel en effector.
1. Informatie als doel: informatie als bron voor het inlichtingenproces, ten behoeve
van forecasting (voorspellend vermogen), insight (voor beeldvorming), en foresight (voor oordeelsvorming), die samen het benodigde begrip van de operatieomgeving opleveren.
2. Informatie als middel: informatie ter ondersteuning van de commandovoering, voor effectieve
besluitvorming en bevelvoering, zowel voor de gereedstelling als de inzet van de krijgsmacht.
3. Informatie als effector: informatie waarmee effecten in de fysieke, cognitieve en
virtuele dimensie kunnen worden bereikt, in combinatie met kinetische middelen.
Defensie in de informatie omgeving
Defensie sluit aan bij de wijze waarop bondgenoten de operationele omgeving benaderen.
De ordening in domeinen en dimensies stelt Defensie in staat te blijven aansluiten
bij ontwikkelingen in een internationale context voor zowel de gereedstelling en inzet
als de ontwikkeling van capaciteiten binnen de geldende juridische en ethische kaders.
Defensie onderscheidt vijf domeinen. Dit zijn het land-, lucht-, maritiem, cyber-
en spacedomein. Door het toenemende belang en de mogelijkheden van de informatieomgeving,
raken de domeinen elkaar steeds meer. Het uitschakelen of beschadigen van een zendmast
kan bijvoorbeeld communicatieproblemen veroorzaken voor alle domeinen. Door geïntegreerd
en/of gesynchroniseerd op te treden in meerdere domeinen kunnen doelstellingen op
een effectieve en efficiëntere manier worden bereikt dan via een enkel domein. Het
is daarom van belang een multi-domein benadering van de gereedstelling en inzet te
hanteren. Binnen de NAVO wordt dit Multi Domain Operations (MDO) genoemd.
Defensie maakt gebruik van een conceptueel kader voor informatiegestuurd optreden
dat internationaal gebruikt wordt en dat gemeengoed is binnen het westerse militaire
denken. Het conceptueel kader in de beleidsvisie onderscheidt drie onderling samenhangende
dimensies, wat militaire professionals helpt om het doel en consequenties van militaire
activiteiten te kunnen doorgronden, onafhankelijk van de domeinen. In ieder van de
dimensies beschermen we onze eigen handelingsvrijheid en ontzeggen we de tegenstander
zo veel mogelijk om effectief te zijn in deze dimensies.
1. De cognitieve dimensie gaat over o.a. emoties, overtuigingen, waarden, percepties
en omvat alle vormen van onderlinge interactie. Deze dimensie is cruciaal voor het
begrijpen en voorkomen of duurzaam oplossen van conflicten.
2. De virtuele dimensie gaat over niet-tastbare communicatie van data, informatie, inlichtingen
en kennis, zoals tekst, beelden, protocollen en stuurgegevens.
3. De fysieke dimensie gaat over alle tastbare elementen die informatie communiceren
en/of dragen, zoals satellieten en routers.
Doorontwikkeling
De beleidsvisie IGO geeft met de beschrijving van zes actielijnen richting aan zowel
de Defensienota 2022 als de verdere uitwerking in een operational design voor Multi-Domein Optreden en IGO.
• Actielijn 1: Commandovoeringsprocessen en -structuren.
Een belangrijke stap die wordt gezet, is het inrichten van een Permanent Gezamenlijk
Hoofdkwartier (PGHK), dat verantwoordelijk is voor multidomein commandovoering op
het operationele niveau.
• Actielijn 2: Het (fysieke en sociale) netwerk dat sensoren, verwerkings- en analysecapaciteit,
commandovoeringselementen en effectbrengers met elkaar verbindt en de effectoren aanpast
aan de veranderingen in de informatieomgeving.
Naast de infrastructurele IT vernieuwingen met onder meer de programma’s GrIT en FOXTROT
zal Defensie toepassingen implementeren die de besluitvorming en bevelvoering ondersteunen
door actuele situaties en handelingsopties inzichtelijk te maken. Het gaat hier om
het samenbrengen van alle relevante gegevens zodat commandanten op alle niveaus beschikken
over een accuraat en gedeeld beeld van operaties en plannen, eigen en bondgenootschappelijke
troepen, tegenstanders, nabije neutrale partijen, geografie, weersomstandigheden,
personele en materiele logistiek, en andere relevante informatie. Om dit te kunnen
realiseren, zijn moderne data science- en kunstmatige intelligentietechnieken nodig
met personeel dat kennis heeft van de toepassing ervan in een militaire context. De
«Defensie Strategie Data Science en AI 2023–2027» is hiervoor richtinggevend en creëert samenhang met een overkoepelende
visie en strategische ambities.
• Actielijn 3: De mindset en de manier van werken van het personeel
IGO is een manier van denken en werken die tot in de haarvaten van de organisatie
door moet dringen. De conceptuele benadering van informatie als effector gaat integraal
onderdeel uitmaken van onze operationele processen. Dit maakt een verandering van
de mindset van Defensiemedewerkers noodzakelijk. Dit vraagt om interventies in verschillende
aandachtsgebieden, zoals werving, opleiding en training maar ook leiderschap. Daarom
wordt IGO in de curricula van initiële en loopbaanopleidingen opgenomen. Deze opleidingen
dienen aandacht te besteden aan competenties die de werknemers in staat stellen effectief
te opereren in de veranderende context, binnen juridische en ethische kaders.
• Actielijn 4: Een robuuste en veilige IT-infratructuur als fundament voor IGO
Hoewel IGO veel meer omvat dan de technische component, is een robuuste en veilige
IT-infrastructuur inclusief IT-organisatie een noodzakelijke voorwaarde voor het slagen
van de IGO-transformatie. Deze actielijn hangt nauw samen met actielijn 2. Defensie
investeert binnen deze actielijn bijvoorbeeld in de bouw van uitwijklocaties voor
onze datacentra om de robuustheid te bevorderen.
• Actielijn 5: Onze connectiviteit en interoperabiliteit met bondgenoten en partners
In veruit de meeste gevallen opereert Nederland niet alleen, maar in bondgenootschappelijk
verband, gelegenheidsverbanden (coalitions of the willing), of met nationale partners in het veiligheidsdomein. De connectiviteit – oftewel
het technisch kunnen koppelen met anderen – en de interoperabiliteit – het werken
volgens gelijke standaarden en afspraken – moet daarom in al onze wapensystemen, netwerken
en processen aanwezig zijn. Zo neemt Defensie onder andere deel aan het Federated Mission Network van de NAVO om de interoperabiliteit te bevorderen.
• Actielijn 6: Informatiegestuurd gereedstellen, ondersteunen en besturen
Informatiegestuurd optreden is alleen effectief als ook de overige hoofdprocessen
uit de waardeketen van Defensie (gereedstellen, ondersteunen en besturen) optimaal
gebruik maken van inzichten uit data en informatie. Een toename in het gebruik van
data en informatie zorgt voor een betere informatiepositie. Bestuurders op alle niveaus
krijgen beter inzicht en zijn daardoor beter in staat om te anticiperen op veranderende
omstandigheden. Zo investeert Defensie onder meer in de vernieuwing van Human Resources
IT-systemen.
Defensie zal uw Kamer via de reguliere rapportages informeren over de uitvoering van
de activiteiten en maatregelen uit deze beleidsvisie. Daarnaast zullen wij over de
voortgang van IGO rapporteren in de Stand van Defensie vanaf 2024.
Financiën
De in deze beleidsvisie genoemde actielijnen en maatregelen vormen een nadere invulling
van de actielijn 6 uit de Defensienota 2022 en zijn financieel gedekt in de begroting
en de aanvullende middelen uit de Defensienota 2022 (Kamerstuk 36 124, nr. 1). In de Defensienota 2022 is het CW 3.1 kader opgenomen voor Actielijn 6: Informatiegestuurd
werken en optreden.
IGO en gegevensbescherming
Het toegenomen aanbod van data en informatie opent nieuwe mogelijkheden, maar kent
ook risico’s: niet alles wat technisch kan, is ook wenselijk. Defensie dient te allen
tijde binnen de vigerende juridische en ethische kaders te opereren met volle aandacht
voor de bescherming van persoonsgegevens en andere data. De capaciteit die nodig is
om dit zeker te stellen, maakt deel uit van de beoogde investeringen. Sinds de beleidsreactie
op het rapport van de commissie Brouwer heeft Defensie ten aanzien van diverse adviezen
over IGO en gegevensbescherming stappen gezet. Hierover willen wij u nader informeren.
Data Protection Impact Assessment
Defensie heeft in de brief van 7 mei 2021 (Kamerstuk 32 761, nr. 182) toegezegd om bij de beleidsvisie IGO een gegevensbeschermingseffectbeoordeling (Data Protection Impact Assessment, DPIA) te laten opstellen. Het is voor Defensie en de Functionaris Gegevensbescherming
Defensie de eerste keer dat een DPIA is opgesteld voor een beleidsvisie, die niet
direct tot de verwerking van persoonsgegevens leidt. De DPIA is op 9 juni voorgelegd
aan de Functionaris voor Gegevensbescherming (FG). Op 28 juni jl. ontvingen wij haar
advies. Dit heeft niet geleid tot aanpassingen van de beleidsvisie. De FG heeft geadviseerd
de DPIA op onderdelen aan te vullen. Over de verdere uitwerking daarvan zal zij op
de hoogte worden gehouden.
Operationeel gereedstellen binnen huidige kaders
Defensie beziet voortdurend de mogelijkheden en beperkingen van gereedstellen in de
informatie-omgeving en hoe Defensie de ruimte binnen de bestaande juridische kaders
zo goed mogelijk kan gebruiken. Defensie werkt daartoe momenteel aan de intensivering
van de samenwerking tussen de krijgsmacht en de MIVD waarbij individuen of delen van
de krijgsmacht werken onder het gezag en bevoegdheid van de MIVD (Wiv2017).
Daarnaast voert Defensie een haalbaarheidsstudie uit die zich richt op de vraag welke
oefendoelen bij IGO ook in een gesimuleerde omgeving kunnen worden gehaald. Dit onderzoek
beslaat een periode van vier jaar en levert naar verwachting tussentijds concrete
voorstellen op, die input vormen op mogelijke behoeftestellingen. In opdracht van
Defensie heeft TNO ter voorbereiding van deze haalbaarheidsstudie een eerste inventarisatie
gemaakt naar de mogelijkheden voor opleiden en trainen in de informatieomgeving. Gesimuleerd
oefenen maakt nadrukkelijk deel uit van deze mogelijkheden.
Beleidsmatige en juridische kaderstelling
De commissie Brouwer geeft tot slot twee adviezen over de beleidsmatige en juridische
kaderstelling: «Werk aan wetgeving voor het zo nodig kunnen verwerken van persoonsgegevens
bij IGO» en «Organiseer herbezinning op enerzijds de drie hoofdtaken en anderzijds
op het onderscheid tussen gereedstellen en inzet». Zoals in het commissiedebat van
26 januari jl. (Kamerstuk 27 830, nr. 386) is besproken, berichten wij u hierbij over de opvolging van deze adviezen. Defensie
voert gelijktijdig drie activiteiten uit. Ten eerste is casuïstiek verzameld om inzicht
te krijgen in knelpunten bij de verzameling, verwerking en verspreiding van informatie
waaronder persoonsgegevens, tijdens de gereedstelling van eenheden. Ten tweede heeft
Defensie de NLDA verzocht een onderzoek uit te voeren naar de vraag of dit strikte
onderscheid tussen de drie hoofdtaken en het verschil tussen gereedstelling en inzet
nog voldoet en of de hoofdtaken in het informatiedomein zodanig samenvloeien dat een
andere beleidsmatige uitwerking nodig is van de in de Grondwet verankerde doelomschrijving
van de krijgsmacht. Ten derde is overleg gestart met partners in het brede veiligheidsdomein
om op basis van de casuïstiek wederzijdse afhankelijkheden te onderzoeken.
Op basis van deze drie activiteiten beziet Defensie of en hoe de eerste verzamelde
casuïstiek binnen de huidige kaders kan worden opgelost en dus effectief kan worden
uitgevoerd. Inmiddels zijn voor de eerste casussen oplossingen gevonden binnen bestaande
kaders. Wanneer dit niet tot een adequate oplossing leidt, zal bepaald worden of er
nut en noodzaak is voor het aanpassen van bestaande dan wel realiseren van nieuwe
wet- en regelgeving. Aanvullende casuïstiek wordt op dezelfde wijze behandeld. Daarbij
neemt Defensie de herziening van de crisiswetgeving (Kamerstukken 26 956 en 29 668, nr. 48) en de aanpak ondermijning (Kamerstuk 29 911, nr. 417) mee in de overweging, omdat het verzamelen, verwerken en delen van informatie hier
eveneens een belangrijk onderwerp vormt.
Uw Kamer zal nader worden geïnformeerd over de uitkomsten van dit complexe traject
dat nauwkeurig moet worden doorlopen.
De Minister van Defensie, K.H. Ollongren
De Staatssecretaris van Defensie,
C.A. van der Maat
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie