Brief regering : Voortgang ontwikkelingen HSL-Zuid
22 026 Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam–Brussel–Parijs en Utrecht–Arnhem–Duitse grens
Nr. 522
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2023
Zoals uw Kamer heeft verzocht, informeer ik u jaarlijks over het vervoer over de HSL-Zuid
en over de belangrijkste restpunten met betrekking tot de aanleg van de HSL-Zuid.1 Graag breng ik uw Kamer met deze brief op de hoogte van de actualiteiten en ontwikkelingen
op het gebied van het vervoer over en de infrastructuur van de HSL-Zuid. Over de voortgang
van de introductie van de Intercity Nieuwe Generatie op de HSL-Zuid heb ik uw Kamer
18 april jl. geïnformeerd.2
Vervoer en prestaties over de HSL-Zuid
De prestaties op de HSL-Zuid zijn in 2022 gedaald ten opzichte van 2021. De KPI «Reizigerspunctualiteit
5 minuten op de HSL» ligt met 82,0% in 2022 net onder de bodemwaarde van 82,1%. Als
een bodemwaarde uit de concessie niet wordt gehaald, moeten NS en ProRail een geldsom
voldoen, tenzij er voor het niet halen van een bodemwaarde een rechtvaardigingsgrond
bestaat. Uit een analyse van NS en ProRail blijkt dat voor het niet halen van deze
bodemwaarde op de genoemde KPI een rechtvaardigingsgrond van toepassing is. Een tijdelijke
snelheidsbeperking ter hoogte van het viaduct Zuidweg in Rijpwetering heeft geleid
tot een score onder de bodemwaarde. Dit heb ik ook in de Kamerbrief over de jaarverantwoording
ProRail en NS nader toegelicht.3 Vanwege de rechtvaardigheidsgrond heb ik besloten NS en ProRail geen boete op te
leggen voor het niet halen van de KPI.
Daarnaast heeft NS de dienstregeling op de HSL aangepast vanwege personeelstekorten.
Over de aanpak van het personeelstekort heb ik uw Kamer op diverse momenten op de
hoogte gebracht.4 Voor de dienstregeling op de HSL betekent dit concreet dat tussen Breda en Rotterdam
de frequentie is verlaagd van vijf naar drie treinen per uur (de 900-serie rijdt niet
tussen Rotterdam en Breda). Tussen Amsterdam en Rotterdam is de frequentie in de avond
en in het weekend verlaagd (dan rijdt de 900-serie helemaal niet). NS spant zich in
om de frequenties op de HSL vanaf begin komend jaar weer te verhogen en onderzoekt
de mogelijkheden om dit najaar enkele treinen op de drukke momenten toe te voegen
om de vervoerscapaciteit tussen Breda en Rotterdam te verhogen.
Ontwikkelingen infrastructuur
Verbetermaatregelen HSL
Er is € 60 mln. beschikbaar gesteld voor maatregelen die op korte en middellange termijn
de complexiteit van de HSL verminderen en de prestaties moeten verbeteren. Ten opzichte
van mijn Kamerbrief over de voortgang van de HSL- projecten uit 20225 zijn er drie aanvullende projecten in de realisatiefase gestart, te weten windschermen
bij Bleiswijk, de SIG-bundel (de standaard voor treinbeveiliging in Europa) waarbij
aanpassingen aan het ERTMS6-systeem worden gedaan, en de fasescheiding. Deze projecten zorgen voor betere prestaties
op de HSL, leiden tot minder uitval en leveren rijtijdwinst op voor treinen tussen
Rotterdam en Breda. Daarnaast is er ook budget gereserveerd voor onderzoek naar additionele
aanpassingen aan het ERTMS-systeem op de HSL. Hiermee is alle budget belegd.
Geluidmaatregelen
Begin 2023 zijn de laatste werkzaamheden uitgevoerd uit het in 2015 vastgestelde geluidmaatregelenpakket
ten behoeve van het verminderen van geluidshinder door de HSL. Het project is daarmee
afgerond met uitzondering van de aanpassingen van de geluidsschermen bij Rijpwetering.
Deze werkzaamheden kunnen pas worden uitgevoerd nadat de zettingsproblematiek bij
Rijpwetering is opgelost. Dit licht ik in de paragraaf hieronder nader toe. Ook loopt
er nog een proces ten aanzien van nieuwe klachten van omwonenden bij Bergschenhoek
met als oorzaak de nieuw geplaatste geluidsschermen op die locatie. Er is een nader
onderzoek ingesteld naar deze klachten.
Zettingsproblematiek HSL-Zuid
Op de HSL-Zuid resteert nog een aantal restpunten met betrekking tot de aanleg. Eén
van deze restpunten betreft de zettingsproblematiek op de HSL-Zuid. Het gaat hier
om de locaties Rijpwetering, Schuilingervliet, Westrik en Oude Terp.
Hiervoor is in 2022 extra budget uitgetrokken.7 In de afgelopen periode is er onder andere bij Schuilingervliet verder gewerkt aan
bodeminjecties en deze zullen de rest van 2023 en 2024 worden vervolgd. Ook daarna
zullen (zoals voorzien) nog vele jaren bodeminjecties en aanvullende maatregelen nodig
zijn. Inmiddels is een verkenning gestart om te zoeken naar oplossingen die kunnen
zorgen voor stabilisering van de baan bij Schuilingervliet. Bij Westrik zijn in 2022
spoorstaafbevestigingen vervangen door een ander type spoorstaafbevestiging met grotere
mogelijkheden om de ligging van de spoorstaaf aan te passen.
Bij Rijpwetering worden voorbereidingen getroffen om een verankerde dam- of palenwand
aan te brengen om de horizontale verplaatsing te verminderen. Sinds de tweede helft
van 2022 zijn daarbij ook andere, op de aanlegfase terug te voeren, specifieke problemen
aan het viaduct Zuidweg in het gebied Rijpwetering geconstateerd. Dit heeft ertoe
geleid dat de snelheid die gereden mag worden op deze locatie tijdelijk is teruggebracht
naar 80 km/u. Dit heeft zoals eerder in deze brief aangegeven gevolgen voor de prestaties
ten aanzien van de Reizigerspunctualiteit 5 minuten op de HSL en voor het internationale
treinverkeer over de HSL. Dit is voor het grootste deel te wijten aan de snelheidsbeperking.8 Op dit moment werkt ProRail nog aan de veiligheidsonderbouwing om de snelheid in
dit gebied te kunnen ophogen naar 160 km/u. Om de snelheid weer te kunnen verhogen
naar 300 km/h moeten ingrijpende herstelmaatregelen aan het viaduct worden uitgevoerd.
Daarnaast loopt er een onderzoek naar de staat en eventuele herstelmaatregelen van
soortgelijke kunstwerken in dit gebied.
Overige HSL-gerelateerde onderwerpen
Spoorstaafschade
Over de uitspraak van het Nederlands Arbitrage Instituut inzake spoorstaafschade HSL-Zuid
is uw Kamer eerder geïnformeerd.9 In het vonnis is bepaald dat de Staat 90% van de spoorstaafschade moet vergoeden
aan Infraprovider Infraspeed. Mijn voorganger heeft destijds ook gemeld in gesprek
te gaan met NS over de gevolgen van het vonnis. In de afgelopen periode is er een
aantal gesprekken geweest en heeft uitwisseling van relevante documentatie plaatsgevonden.
Ik zet deze gesprekken de komende periode verder voort. Uiteraard houd ik uw Kamer
op de hoogte van de ontwikkelingen hieromtrent.
GSM-R
Ook is uw Kamer eerder gemeld dat de Staat en Infraprovider Infraspeed van mening
verschillen over de dienstverlening GSM-R op de HSL-Zuid en specifiek de kosten die
Infraspeed hiervoor moet betalen aan ProRail.10 Deze dienstverlening is een onderdeel van het contract tussen Infraspeed en de Staat.
Er bestaat al sinds het begin van het sluiten van het contract onduidelijkheid over
wat er wel en niet binnen deze dienstverlening valt en welke kosten ProRail hiervoor
kan doorbelasten aan Infraspeed. In overleg met Infraspeed en ProRail en op basis
van een onafhankelijk advies is in gezamenlijkheid besloten om het verschil in kosten
voor de periode 2015 – 2031 te delen. Dit betekent dat zowel Infraspeed als de Staat
een extra € 7 mln. inclusief btw en inclusief indexatie uittrekken (tot maart 2031,
einde contract) voor de dienstverlening GSM-R. Dit bedrag is binnen het bestaande
budget opgevangen. Hiermee is een langlopend dispuut afgerond.
Onderzoek integrale safety case HSL (inclusief het rapport «Onderzoek spoorveiligheid
HSL-Zuid»)
Bij de aanleg van de HSL is het integrale veiligheidskader opgesteld (safety case
HSL). In het verleden is uw Kamer hierover op de hoogte gebracht.11 Daarbij is aangegeven dat het van groot belang is om de veiligheid van het gehele
vervoerssysteem op de HSL-Zuid integraal en in samenhang te waarborgen.
Sindsdien zijn er verschillende ontwikkelingen geweest die aanleiding gaven om het
integrale veiligheidskader opnieuw te toetsen. In de eerste plaats zijn de treinintensiteiten
en materieelsoorten waarmee de treindienst op de HSL-Zuid wordt uitgevoerd gewijzigd.
Er zijn, naast NS Internationaal, ook andere spoorwegondernemingen bijgekomen die
gebruikmaken van de HSL-Zuid of die dit graag binnen afzienbare termijn willen doen.
Ten slotte is het Europese regelgevingskader met betrekking tot de spoorveiligheid
verder ontwikkeld.
Al deze ontwikkelingen tezamen waren voor mij aanleiding om aan het onderzoeksbureau
Horvat opdracht te verlenen om mij te adviseren hoe de organisatie voor de integrale
spoorveiligheid op de HSL-Zuid beheersbaar in te richten. Horvat concludeert in haar
eindrapport, mede op basis van overleg met ProRail, de betrokken spoorwegondernemingen
en ILT, dat er twee mogelijkheden zijn voor de organisatie van de spoorveiligheid
op de HSL:
1. Een «hybride» combinatie van het oorspronkelijke veiligheidskader, zoals geformuleerd
in de Integrale Safety Case HSL-Zuid uit 2008 (Revisie 4, 11 november 2008) en het
Europese regelgevingskader met betrekking tot de spoorveiligheid.
2. Migreren naar het huidige Europese regelgevingskader.
Benadrukt moet worden dat bij beide mogelijkheden het feitelijke, huidige veiligheidsniveau
gehandhaafd blijft en zelfs verbeterd kan worden, waarbij het vigerende veiligheidsdossier
inclusief de safety case van het Infraspeed Consortium in stand gehouden wordt. Het
verschil betreft uitsluitend de wijze waarop dit in procedures en afspraken georganiseerd
wordt.
Om dit op een toekomstvaste wijze te organiseren, heb ik gekozen voor een migratie
naar het Europese regelgevingskader op dit vlak. Dit borgt de samenhang met de rest
van het Nederlandse en het Europese spoorwegnet en is in lijn met de veiligheidsbeheerssystemen
van Europese spoorwegondernemingen. Het geeft ook toezichthouder ILT de juiste verantwoordelijkheid.
Ik zal dit in goed overleg met de betrokken medeoverheden en de stakeholders in de
spoorsector verder vorm gaan geven, zoals ook wordt aanbevolen in het onderzoeksrapport
dat als bijlage bij deze brief is toegevoegd.
Ter afsluiting
Met deze brief heb ik u de actualiteiten en aanstaande ontwikkelingen op de verschillende
HSL-gerelateerde onderwerpen toegelicht. In lijn met uw verzoek wordt uw Kamer jaarlijks
geïnformeerd over de HSL-Zuid en indien van toepassing ook tussentijds.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat