Brief regering : NZa-advies structurele bekostiging meer tijd voor de patiënt
33 578 Eerstelijnszorg
31 765
Kwaliteit van zorg
Nr. 97
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 juni 2023
Op 14 juni heb ik het advies van de NZa ontvangen over de structurele bekostiging
van Meer Tijd Voor de Patiënt (MTVP) bij de huisarts. Dit advies heb ik vandaag besproken
met de NZa, de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV), InEen en Zorgverzekeraars Nederland.
Met deze brief stuur ik u dit advies. In deze brief licht ik de aanleiding voor het
advies toe, benoem ik de hoofdlijnen van het advies, geef ik mijn reactie hierop en
ga ik in op het vervolgproces.
Aanleiding: afspraken over MTVP in het Integraal Zorgakkoord (IZA)
Als huisartsen voldoende tijd voor hun patiënten hebben, dan wordt de kwaliteit van
zorg beter, vermindert het aantal doorverwijzingen en hebben huisartsen meer werkplezier.
Daarom vind ik het belangrijk dat alle huisartsen structureel genoeg tijd hebben voor
hun patiënt. Om die reden heb ik in het IZA stevige afspraken met partijen gemaakt
over de landelijke implementatie van MTVP en daar zijn ook structureel financiële
middelen voor beschikbaar.
De afspraken beslaan twee onderdelen: ten eerste een snelle opschaling van MTVP naar
alle huisartsenpraktijken in Nederland die dit willen. In eerste instantie hebben
partijen afgesproken om 25% van de huisartsenpraktijken per jaar in te laten stromen.
Uiteindelijk hebben partijen zelfs afgesproken om vanaf het tweede kwartaal van 2023
per kwartaal 25% van de praktijken in te laten stromen, waardoor per Q1 2024 alle
huisartsenpraktijken van MTVP gebruik kunnen maken.
Ten tweede heb ik met partijen afgesproken MTVP structureel te faciliteren via de
bekostiging van de huisartsenzorg. Voor de uitvoering van deze afspraken zijn structurele
middelen beschikbaar in het budgettair kader huisartsenzorg.
Stap 1: opschaling MTVP volgens leidraad
Voor de snelle opschaling van MTVP hebben LHV, InEen en ZN een leidraad MTVP opgesteld. Deze leidraad is richtinggevend voor alle betrokken partijen. Uitgangspunt
in de leidraad is dat voor het realiseren van MTVP een combinatie van interventies
nodig is. De leidraad beschrijft werkzame elementen die bijdragen aan het implementeren
van MTVP. Partijen hebben afgesproken dat in een periode van twee jaar verschillende
van deze werkzame elementen per huisartsenpraktijk worden ingevoerd, waarbij ruimte
is voor maatwerk. Zo leiden de extra middelen die zorgverzekeraars ter beschikking
stellen voor MTPV ook daadwerkelijk tot meer tijd in de spreekkamer. Uitgangspunt
is dat administratieve lasten en verantwoordingseisen zo veel mogelijk worden beperkt.
Vanaf het tweede kwartaal van 2023 zijn zorgverzekeraars gestart met de contractering
van MTVP zoals afgesproken in de leidraad. De contractering, implementatie en opschaling
van MTVP verloopt volgens afspraak. Dit beeld wordt bevestigd door de voorlopige cijfers
van de Zvw-uitgaven over het eerste kwartaal van 2023, waarin te zien is dat het budgettair
kader huisartsenzorg maximaal benut wordt. Deze ontwikkeling stemt mij positief.
Stap 2: structurele borging via bekostiging
Voor de snelle opschaling en implementatie van MTVP zoals beschreven in de leidraad
biedt de huidige bekostigingsstructuur van de huisartsenzorg voldoende ruimte. Maar
ik vind het belangrijk dat de bekostiging ook de structurele inbedding van MTVP maximaal
faciliteert. Daarom hebben we in het IZA afgesproken dat VWS de NZa om advies vraagt
hoe dit het beste kan worden vormgegeven. Dit heb ik in november 2022 gedaan. De NZa
stelt in haar beleidsregels de prestatietitels en tarieven voor de huisartsenzorg
vast en bepaalt op die manier binnen welke kaders huisartsenzorg door zorgverzekeraars
kan worden ingekocht. Ik heb de NZa gevraagd in het advies aan te sluiten bij de afspraken
die in het IZA zijn gemaakt en de uitwerking van MTVP die partijen in de leidraad MTVP hebben gemaakt.
Advies NZa
De NZa heeft op basis van verschillende, soms zeer recent opgeleverde, rapportages
de uitgangspunten gedestilleerd die nodig zijn voor het faciliteren van MTVP via de
bekostiging. De hoofdboodschap van de NZa is dat de combinatie van interventies die
nodig is om MTVP te realiseren, ook vraagt om een combinatie van bekostigingsvormen.
De intentie van de NZa is om structurele kosten die MTVP met zich meebrengt ook structureel
te bekostigen. Hiervoor is wel inzicht nodig in de daadwerkelijke kosten van MTVP.
Het bekostigingsmodel van de huisartsenzorg bestaat uit drie segmenten. Segment 1
vormt de «basisvoorziening huisartsenzorg». Hierin zijn onder meer prestaties voor
inschrijving van de patiënt bij de huisartsenpraktijk en voor consulten opgenomen.
Segment 2 bevat prestaties voor multidisciplinaire zorg, waaronder prestaties voor
«organisatie & infrastructuur». Segment 3 bevat prestaties voor resultaatbeloning
en zorgvernieuwing en geeft zorgverzekeraars en -aanbieders ruimte om naast de contractering
via segment 1 en 2 ook maatwerkafspraken te maken.
Om MTVP structureel te bekostigen zijn volgens de NZa alle drie de segmenten belangrijk.
De NZa adviseert om:
1. Structurele wijzigingen in de bekostiging niet per 2024 maar per 2025 door te voeren.
De NZa adviseert dit omdat een wijziging per 2024 onrust geeft in de huidige contractering
van MTVP. Deze wordt nu opgestart en zal naar verwachting een looptijd van twee jaar
zal kennen. Een tweede reden voor het advies van de NZa is dat zij het niet mogelijk
acht om voor 1 juli 2023 al wijzigingen door te voeren omdat zij meer tijd nodig heeft
om de genoemde opties samen met partijen zorgvuldig uit te werken.
2. Vanaf 2025 wijzigingen door te voeren in alle drie de segmenten van de bekostiging:
a. In segment 1 (basisvoorziening huisartsenzorg), waarbij met partijen nog uitgewerkt
wordt wat hiervoor de beste methodiek is, zoals bijvoorbeeld via de prestatiestructuur
voor consulten of via een aparte prestatie.
b. In segment 2 (multidisciplinaire zorg) om huisartsen te ondersteunen en voor regionale
samenwerking.
c. In segment 3 (resultaatbeloning en zorgvernieuwing) om ruimte te houden voor additionele
maatwerkafspraken en tegelijkertijd te werken aan uniformering van de contractering
via dit segment. De NZa adviseert hiertoe een concrete segment 3-prestatie Zorgvernieuwing
MTVP in de beleidsregel op te nemen.
3. Voor de lange termijn onderzoek te doen naar een verdere doorontwikkeling van de bekostiging,
waaronder naar een combinatie van populatie- en uitkomstbekostiging en de doorontwikkeling
van de bekostiging van ketenzorg.
Reactie en vervolg
Ik heb met partijen afgesproken dat MTVP structureel en dus blijvend wordt ondergebracht
in de bekostiging van de huisartsenzorg. Het advies van de NZa is hiervoor cruciaal
en geeft wat mij betreft goede aanknopingspunten om structurele bekostiging per 2025
te realiseren. Ik snap dat alle drie de segmenten van de bekostiging hiertoe moeten
worden aangepast.
In segment 1 kunnen de structurele kosten van MTVP die te scharen zijn onder de «basisvoorziening
huisartsenzorg» worden ondergebracht. Dit vind ik belangrijk, omdat voldoende tijd
voor de patiënt de basis zou moeten zijn in de huisartsenzorg. Op basis van de denkrichtingen
van de NZa verwacht ik dat een substantieel deel van de structurele kosten van MTVP
in de toekomst via segment 1 kan worden bekostigd. Daarbij schetst de NZa wel belangrijke
randvoorwaarden, zoals inzicht dat nodig is om onderscheid te kunnen maken tussen
incidentele en structurele kosten. Hiervoor is medewerking van veldpartijen de komende
periode onontbeerlijk.
Bekostiging via segment 2 is nodig om kosten in rekening te kunnen brengen voor regionale
samenwerking en ontzorging van de huisarts. Dit zijn belangrijke elementen uit de
leidraad om daadwerkelijk meer tijd vrij te kunnen spelen voor de patiënt.
De bekostiging via segment 3 is ten slotte nodig om incidentele bekostiging en additionele
maatwerkafspraken te kunnen faciliteren. Op die manier houden huisartsenpraktijken
en zorgverzekeraars enige flexibiliteit in de wijze waarop ingezet wordt op MTVP,
omdat de situatie niet in iedere praktijk of regio hetzelfde is. Dit sluit goed aan
bij de leidraad van partijen, waarin benadrukt wordt dat ruimte voor maatwerk nodig
is om in te kunnen spelen op de lokale en regionale context. Ik realiseer me evenwel
dat bekostiging in segment 3 vragen kan oproepen omdat de contractering via dit segment
over het algemeen meer vraagt van huisartsen dan in segment 1 of 2. Daarom vind ik
het wenselijk dat de NZa aan de slag gaat met een nieuwe prestatie in dit segment
om zo de contractering van MTVP-elementen via segment 3 te kunnen uniformeren. Dit
schept meer duidelijkheid en zekerheid voor huisartsen over wat zij kunnen verwachten
in de contractering en is in lijn met de huidige leidraad. Daarbij vind ik het cruciaal
dat bij de uitwerking van dit segment de NZa en de verzekeraars zich maximaal inspannen
om ook echt alleen die verantwoording te vragen die strikt noodzakelijk is en een
werkwijze te hanteren die de inzet van de nieuwe prestatie in segment 3 zo laagdrempelig
mogelijk maakt.
Ik snap goed dat het niet haalbaar of wenselijk is om de wijziging in de bekostiging
per 2024 door te voeren. De implementatiefase zoals beschreven in de leidraad loopt
immers twee jaar door en een tussentijdse wijziging in de bekostiging zou de afspraken
die nu in de contractering zijn en worden gemaakt kunnen doorkruisen. Dat veroorzaakt
onrust en onduidelijkheid in het veld, terwijl we – zoals ik al beschreef – zien dat
deze afspraken nu goed lopen. Dit mag evenwel niet leiden tot vertraging in de implementatie
van MTVP. Daarom ben ik zeer verheugd dat de landelijke opschaling van MTVP nu zo
voorspoedig en conform leidraad verloopt en ben ik alle betrokken partijen erkentelijk
voor het harde werk dat hiervoor is verzet. Ik heb afgesproken met partijen deze lijn
ook in 2024 door te zetten en verzekeraars hebben zich daar ook expliciet aan gecommitteerd.
Ik zal dat ook de komende tijd nauwgezet blijven monitoren en partijen bij elkaar
roepen mochten zich alsnog tegenvallende ontwikkelingen voordoen.
Ik heb het advies van de NZa vandaag ook met betrokken partijen (NZa, LHV, InEen en
ZN) besproken. Hieruit blijkt dat de NZa met het advies recht doet aan de afspraken
zoals we die in het IZA hebben gemaakt, de lessen die in de pilots MTVP zijn geleerd
en aan de ontwikkelingen binnen de contractering van MTVP. De NZa heeft daarbij nog
eens benadrukt dat zij aandacht zal hebben voor het beperken van de administratieve
lasten bij de verdere uitwerking van haar advies.
Vervolgproces
De NZa zal – conform het advies en de afspraken in het IZA – verder gaan met het proces
om MTVP structureel op te nemen in de bekostiging waarbij de inzet is om dit per 2025
te realiseren. Hiervoor is actieve medewerking van betrokken partijen noodzakelijk.
Partijen hebben deze in bestuurlijk overleg toegezegd.
In de loop van 2024 zal de NZa haar beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire
zorg aanpassen zodat per 2025 de nieuwe bekostiging van MTVP in kan gaan. Hierover
zal ik u te zijner tijd informeren. Ondertussen monitor ik – zoals hiervoor aangegeven
– met partijen nauwgezet de voortgang van de landelijke implementatie van MTVP conform
de leidraad die partijen zelf hebben opgesteld. Zodra blijkt dat dit niet volgens
afspraak verloopt, zal ik hierover met partijen in overleg treden.
Tot slot
Ik ben verheugd dat met de huidige contractering en conform de leidraad, door zorgverzekeraars,
regionale huisartsenorganisaties en huisartsenpraktijken al grote stappen worden gezet
in de opschaling van MTVP. Hiermee wordt de afspraak over landelijke opschaling van
MTVP uit het IZA nu al voortvarend uitgevoerd. De volgende stap is dat MTVP structureel
wordt ondergebracht in de bekostiging van de huisartsenzorg. Het advies van de NZa
is hiervoor cruciaal en geeft goede aanknopingspunten om structurele bekostiging per
2025 te realiseren.
Ik kijk uit naar de aangepaste beleidsregel van de NZa zodat bekostiging van MTVP
per 2025 structureel is geborgd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Indieners
-
Indiener
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.