Brief regering : Opzet periodieke rapportage artikel 17 Luchtvaart Hoofdstuk XII Infrastructuur en Waterstaat
32 861 Beleidsdoorlichting Infrastructuur en Waterstaat
Nr. 82
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 mei 2023
Conform de wens van de Tweede Kamer wordt u hierbij geïnformeerd, voorafgaand aan
de start van een periodieke rapportage (voorheen: beleidsdoorlichting), over de opzet
van de periodieke rapportage van begrotingsartikel 17 Luchtvaart Hoofdstuk XII van
de rijksbegroting voor de periode 2016–2022.
Het doel is om inzicht te krijgen in de (voorwaarde voor) doeltreffendheid en doelmatigheid
van het gevoerde beleid dat valt onder het huidige begrotingsartikel en om na te gaan
of de (voorwaarde voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid kan worden
vergroot.
Deze brief gaat achtereenvolgens in op:
• Doelstelling van het beleid
• Scope van de beleidsdoorlichting
• Aanpak en methodiek van de beleidsdoorlichting
• Borging kwaliteit en onafhankelijkheid
• Planning
Doelstelling van beleid
De periodieke rapportage van artikel 17 Luchtvaart vindt plaats op basis van de algemene
doelstelling die in de IenW-begroting voor de desbetreffende periode is geformuleerd:
• Van 2016 t/m 2021 was de algemene doelstelling in artikel 17: «Het versterken van
de internationale concurrentiekracht van de Nederlandse luchtvaartsector en het realiseren
van een efficiënt, veilig en duurzaam luchtvaartbestel voor goederen, passagiers en
omwonenden.»
• Vanaf 2022 is de algemene doelstelling in artikel 17: «IenW werkt aan een veilige
en duurzame luchtvaart die Nederland goed verbindt met de rest van de wereld en waarbij
de kwaliteit van de leefomgeving rond de luchthavens wordt gewaarborgd.»
De doelstelling in artikel 17 is conform de uitgangspunten van de Luchtvaartnota 2020–2050
gewijzigd vanaf 2022. Dit betekent dat het onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid
van het beleid t/m 2021 wordt getoetst aan de hand van de doelstelling t/m 2021 en
voor het jaar 2022 wordt getoetst aan de nieuwe doelstelling.
De verandering van de doelstelling maakt het geven van een overkoepelend beeld van
de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid complex. Voor het overkoepelend
beeld zal het accent liggen op de vraag wat de effecten zijn geweest van de wijziging
van de doelstelling op de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid.
Scope van de periodieke rapportage
De uit te voeren periodieke rapportage heeft betrekking op de periode 2016–2022 en
sluit zodoende aan op de beleidsdoorlichting die de jaren 2009–2015 betrof. De periodieke
rapportage beschouwt het gehele artikel 17.
In de periodieke rapportage wordt aangesloten op de rollen en verantwoordelijkheden
van het Ministerie van IenW, zoals vermeld in beleidsartikel 17 van de begroting van
IenW. In dat kader wordt o.a. een uitspraak gedaan of de huidige indicatoren en kengetallen
richtinggevend genoeg zijn voor de beoordeling of het beleid zich voldoende doeltreffend
en doelmatig ontwikkelt. De omvang van de (rijks-)uitgaven zijn hierin leidend. Dat
betekent bijvoorbeeld, dat de periodieke rapportage zich niet expliciet richt op de
doeltreffendheid en doelmatigheid van cofinanciering van rijksbeleid, of op delen
van beleid of daarmee verweven bestuurlijke afspraken en akkoorden waaraan geen beleidsuitgaven
zijn gekoppeld. Deze instrumenten worden in de periodieke rapportage wel meegenomen
om te bepalen of er gebruik wordt gemaakt van een juiste instrumentenmix.
Specifieke aandachtsgebieden
IenW heeft zich met betrekking op het luchtvaartbeleid de afgelopen jaren o.a. door
middel van een programmatische aanpak ingezet op het versterken van omgevingsmanagement.
In aanvulling op de reeds gestelde scope wordt onderzocht in hoeverre deze aanpak
past bij de gehanteerde beleidsdoelen- en instrumenten en welke impact deze versteviging
van het omgevingsmanagement heeft gehad op de doeltreffendheid van het beleid en welke
leerpunten hieruit getrokken kunnen worden.
Daar waar toezicht en handhaving raakt aan het kunnen beoordelen van de doeltreffendheid
en doelmatigheid van het luchtvaartbeleid, wordt dit meegenomen in de periodieke rapportage.
Toezicht en handhaving op de luchtvaart an sich wordt niet beoordeeld in deze periodieke
rapportage, wel wordt onderzocht in hoeverre het luchtvaartbeleid handhaafbaar is.
In de periodieke rapportage is ook specifiek aandacht voor de aanpak van crises (o.a.
coronavirus).
Daarnaast wordt gekeken op welke wijze invulling is gegeven aan de aanbevelingen uit
de beleidsdoorlichting van 2009–2015. Uit deze beleidsdoorlichting kwam als aanbeveling
naar voren om de rol van de overheid op het gebied van luchtvaart vooraf scherper
te krijgen door doelstellingen, indicatoren en beleidsinstrumenten meer SMART te formuleren
en te onderbouwen. Daarnaast werd aanbevolen om de voortgang op de doelen geregeld
te monitoren en de doeltreffendheid en doelmatigheid te evalueren.
Concreet heeft deze periodieke rapportage betrekking op:
Artikel
Begroting
2016–2022
(x € 1.000)
Doel
Instrumenten
XII: Art 17 Luchtvaart
2016: 24.985
2017: 14.049
2018: 15.162
2019: 27.329
2020: 24.443
2021: 27.081
2022: 27.366
2016–2021: Het versterken van de internationale concurrentiekracht van de Nederlandse
luchtvaartsector en het realiseren van een efficiënt, veilig en duurzaam luchtvaartbestel
voor goederen, passagiers en omwonenden.
Vanaf 2022: IenW werkt aan een veilige en duurzame luchtvaart die Nederland goed verbindt
met de rest van de wereld en waarbij de kwaliteit van de leefomgeving rond de luchthavens
wordt gewaarborgd.
Opdrachten, subsidies en bijdragen
Aanpak en methodiek
De periodieke rapportage wordt uitgevoerd op basis van de Regeling periodiek evaluatieonderzoek
2022 (RPE) van het Ministerie van Financiën. In de RPE staan de kwaliteitseisen die
van toepassing zijn op deze periodieke rapportage. Ook zijn in de RPE de onderdelen
benoemd die terug dienen te komen in de periodieke rapportage (zie bijlage 1).
De periodieke rapportage is een syntheseonderzoek en brengt daarmee de informatie
uit reeds uitgevoerde (evaluatie)onderzoeken, monitoring en andere bronnen (bijlage
2) samen, zodat er een overkoepelend beeld van de doeltreffendheid en doelmatigheid
van het beleid ontstaat. Mocht tijdens de uitvoering blijken dat er op een instrument
onvoldoende verantwoordingsinformatie beschikbaar is, dan wordt ernaar gestreefd om
additioneel onderzoek te laten uitvoeren. Daarnaast zijn interviews onderdeel van
het onderzoek.
Borging kwaliteit en onafhankelijkheid
Er worden maatregelen genomen om de kwaliteit en onafhankelijkheid van de periodieke
rapportage en evaluatie te garanderen. Allereerst wordt deze uitgevoerd door een gespecialiseerd,
onafhankelijk onderzoeksbureau. De selectie vindt plaats via een aanbestedingsprocedure
waarbij de offertes beoordeeld worden aan de hand van objectieve criteria.
Daarnaast wordt er een begeleidingscommissie samengesteld bestaande uit vertegenwoordigers
van verschillende afdelingen binnen het Ministerie van IenW en een vertegenwoordiger
van het Ministerie van Financiën. De begeleidingscommissie ziet toe op de voortgang
en inhoud van het onderzoek en stuurt het externe onderzoeksbureau aan.
Tot slot wordt een onafhankelijk deskundige gevraagd een oordeel te geven over het
uitgevoerde onderzoek. Deze zal in een vroeg stadium van de uitvoering worden betrokken.
De opdracht aan de onafhankelijk deskundige richt zich op het geven van een oordeel
over de wijze waarop de periodieke rapportage wordt opgezet en is uitgevoerd, waarbij
getoetst wordt aan de in de RPE gestelde kwaliteitseisen. De bevindingen van de deskundige
worden samen met het eindrapport aan de Tweede Kamer gezonden.
Planning
Het resultaat van de periodieke rapportage en de bevindingen van de onafhankelijk
deskundige zullen naar verwachting in de tweede helft van 2024 aan de Tweede Kamer
worden aangeboden, voorzien van een beleidsreactie.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Bijlage 1 De kwaliteitseisen en de op te nemen onderdelen voor de periodieke rapportage
Artikel 3 «Evaluatieonderzoek voldoet aan de volgende kwaliteitseisen:
a) het is passend bij de fase en context waarin het beleid zich bevindt en sluit aan
op de kenmerken en de inzichtbehoefte van het beleid dat wordt onderzocht;
b) het maakt duidelijk welk beleid wordt onderzocht over welke periode, wat de doelen
en de beleidstheorie zijn en welke financiële gevolgen het beleid heeft voor de rijksbegroting;
c) het maakt duidelijk welke evaluatievragen centraal staan om inzicht te geven in de
(voorwaarden voor) doeltreffendheid en de doelmatigheid van het beleid. Departementen
worden aangemoedigd om bij het evalueren rekening te houden met publieke waarde(n)
in den brede;
d) de in het evaluatieonderzoek gebruikte methoden sluiten aan op de evaluatievragen;
e) de conclusies en aanbevelingen worden onderbouwd door onderliggende bevindingen;
f) het evaluatieonderzoek verantwoordt de gebruikte evaluatiemethoden, als wel de validiteit
en betrouwbaarheid van de gegenereerde resultaten;
g) waar relevant geeft het inzicht in de mogelijkheden en plannen voor nader onderzoek
naar de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid;
h) het rapport beschrijft de wijze waarop de onafhankelijkheid van het evaluatieonderzoek
is gewaarborgd.»
Artikel 4 lid 4 «De eisen gesteld onder artikel 3 zijn onverminderd op de periodieke
rapportage van toepassing.»
Artikel 4 lid 5 «Een periodieke rapportage over een (beleids)thema bevat in ieder
geval de volgende onderdelen:
a) een omschrijving van de bij aanvang van de looptijd van het (beleids)thema op de SEA
vastgestelde inzichtbehoefte en een samenvatting van de reeds bestaande inzichten;
b) een overzicht van het uitgevoerde evaluatieonderzoek naar (voorwaarden voor) doeltreffendheid
en doelmatigheid waarmee invulling is gegeven aan de inzichtbehoefte;
c) een meerjarig overzicht van de relevante uitgaven op de rijksbegroting en, indien
van toepassing, een indicatie van de financiële gevolgen van het beleid voor de maatschappij;
d) een meerjarige beschrijving van de ontwikkeling van de gehanteerde beleidstheorie,
het ingezette beleidsinstrumentarium en de uitvoering van het beleid;
e) een overzicht van de uit individuele evaluaties verkregen inzichten in de (voorwaarden
voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van de ingezette beleidsinstrumenten en daarmee
samenhangende uitgaven;
f) een onderbouwde beoordeling van de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid
van de samenhangende beleidsinstrumenten en daarmee samenhangende uitgaven;
g) inzicht in oorzaken voor de mate van gerealiseerde doeltreffendheid en doelmatigheid
van de samenhangende beleidsinstrumenten van het beleid;
h) lessen voor het vergroten van de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid
van het beleid. Daarbij worden mogelijkheden beschreven voor het vergroten van doeltreffendheid
en doelmatigheid van het beleid bij een gelijkblijvende inzet van financiële middelen.
Ook wordt ten minste één doelmatige optie geschetst waarmee een besparing van 20%
op de budgettaire grondslag van het (beleids)thema kan worden gerealiseerd. Wanneer
20% onmogelijk wordt geacht, kan op voorwaarde van een goede inhoudelijke argumentatie,
gekozen worden voor een alternatief percentage dat recht doet aan een voor het beleidsterrein
significante besparing;
i) de belangrijkste resterende kennis- en inzichtlacunes met het oog op verdere verbetering
in het inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het (beleids)thema;
j) een beschrijving van de wijze waarop de onafhankelijkheid van de periodieke rapportage
is geborgd.»
Bron: Regeling van de Minister van Financiën van 11 juli 2022, houdende regels voor
periodiek evaluatieonderzoek 2022 (Regeling periodiek evaluatieonderzoek 2022)
Bijlage 2 Overzicht Beleidsdocumenten en Evaluaties/onderzoeken
Beleidsdocumenten
− Begrotingen en jaarverslagen XII Infrastructuur en Waterstaat (2016–2022)
− Luchtvaartnota 2020–2050: Verantwoord vliegen naar 2050 (2020)
− Luchtvaartnota: Concurrerende en duurzame luchtvaart voor een sterke economie (2009)
− Uitvoeringsagenda Luchtvaartnota (2020)
− Actieagenda Schiphol (2016)
− Luchthavenbesluiten
− Wet luchtvaart
Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid
− MIRT-Projectenboek (jaarlijks)
− Toekomstverkenning welvaart en leefomgeving cahier mobiliteit (2016)
− Kansrijk mobiliteitsbeleid (2016)
− Toets op de planning luchtverkeersdienstverlening Lelystad (2017)
− Verkennende MKBA beleidsalternatieven luchtvaart (2018)
− Vogelaanvaringen: Evaluatie Convenant Reduceren risico vogelaanvaringen Schiphol 2016–2018
(2019)
− RLi advies luchtvaartbeleid een nieuwe aanvliegroute (2019)
− Rapport Cie MER over evaluatie stikstofberekeningen Lelystad Airport (2020)
− Passende beoordeling Wnb Lelystad Airport (2021)
− Verkennen mogelijkheden ruimtelijke ontwikkelingen rond luchthavens (2022)
− Innovatiekrachtanalyse voor schonere en stillere vliegtuigen, vliegtuigmotoren en
brandstoffen (2022)
− Reductie nachtvluchten Schiphol (2022)
Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid
− Monitoring: Netwerkkwaliteit en staatsgaranties (jaarlijks)
− Benchmark luchthavengelden en overheidsheffingen (jaarlijks)
− Evaluatie Schipholbeleid (jaarlijks)
− Systeemmonitor Luchtvaart (Schiphol) (jaarlijks)
− Evaluatie Knowledge and development center Mainport Schiphol (jaarlijks)
− Beleidsdoorlichting van beleidsartikel 17: Luchtvaart 2009–2015 (2016)
− Evaluatie regeling versneld onderwerken graanresten (2016)
− Jaarverslagen Alderstafel en evaluatie (2017)
− Verslag uit over de in de Wet luchtvaart en het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol
vastgelegde veiligheids- en milieuaspecten over de periode 1 november 2015 tot en
met 31 oktober 2016 (2017)
− Evaluatie gebruiksprognose Schiphol en safety (2018)
− Actualisatie economische betekenis Schiphol (2019)
− Het maatschappelijk belang van het Schipholnetwerk (2019)
− Evaluatie Regeling commissies regionaal overleg burgerluchthavens van nationale betekenis
(2019)
− Evaluatie Omgevingsraad Schiphol (ORS) (2019)
− Evaluatie laagvliegroutes Lelystad (2019)
− Onderzoek opstellen en uitvoeren monitoring- en evaluatieprogramma Lelystad Airport
(2019)
− Evaluatie vrijstelling paramotors (2021)
− Evaluatie motiveringsplicht in het LIB (2021)
− Evaluatie implementatie aanbevelingen OVV-onderzoek Veiligheid vliegverkeer Schiphol
(2020, 2022)
− Evaluatie beleidskeuze opleidingen- en examinering drones (2022)
− Luchthavencapaciteit SPL ivt andere Europese luchthaven (2022)
− Onderzoek beveiliging luchtvaart (2022)
Overig onderzoek
− Monitoring: Evaluatie Schipholbeleid (jaarlijks)
− Beleidsagenda luchtvaartveiligheid (2016)
− Een luchtvaartstrategie voor Europa (2016)
− Gatewayreview Lelystad (2017)
− Evaluatiesubsidie Knowledge & Development Center (KDC) (2017)
− Luchthavencapaciteit en vliegtarieven (2017)
− Veiligheid vliegverkeer Schiphol (2017)
− Externe veiligheid (2018)
− Programmaplan luchtruimherziening (2018)
− Quick scan veiligheid banenstelsel Schiphol (2019)
− Connectiviteit in het Caribische deel van het Koninkrijk – Ontwikkelingen, publieke
belangen en opties voor borging van connectiviteit (2019)
− Economische betekenis Luchtvracht Schiphol (2019)
− Luchtvaart in Nederland (2019)
− Welvaartsbijdrage van vrachtvluchten op Schiphol (2019)
− Publieksonderzoek NRD voor Luchtvaartnota 2020–2050 (2019)
− Quick Scan Luchthaven in zee (2019)
− Schone en stille luchtvaart, Longread verkenning technologische innovatie duurzaam
vliegen (2019)
− Actualisatie economisch betekenis Schiphol (2019)
− Het maatschappelijk belang van het Schipholnetwerk (2019)
− Rapport Vliegtuiggeluid: meten, rekenen en beleven van het RIVM (2019)
− Review Risk analysis of runway combination changes 4th runway rule (2019)
− Stappenplan LIB 5 voor externe veiligheid (2019)
− Onderzoek Adecs groepsrisico (2019)
− Improving slotcompliance (2019)
− Evaluation Coordination Committee Netherlands Final report (2019)
− Notitie Toelichting AERIUS resultaatbestand berekening Lelystad Airport (2019)
− Gatewayreview Luchtruimherziening (2019)
− Actualisatie Integrale Veiligheidsanalyse Schiphol (2020)
− Aanpak Evaluatie OVV-aanbevelingen Schiphol (2020)
− Evaluatie en onderzoek ORS (2020)
− Impact COVID19 op NL-luchtvaart (2020)
− Evaluatie convenant Veiligheidsverbetering (2020)
− Toets op rapport verkenning banenstelsel Schiphol (2020)
− Monitoring Luchthavenindelingsbesluit (2020)
− Onderzoek vogelmonitoringsprogramma Lelystad Airport (2020)
− Vogelradar regionale luchthavens en monitoring Lelystad Airport (2020)
− Onderzoek bagageafhandeling Schiphol (2021)
− Monitoring ganzen Schiphol (2021)
− Beleidsevaluatie naar de staatsdeelneming in de luchtvaartmaatschappij Winair (2021)
− Bereikbaarheid Caribisch Nederland waarborgen (2022)
Bron: jaarverslagen van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 2016 t/m 2022
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat