Brief regering : Reactie op verzoek commissie over ondersteuning aan Caribische landen bij de totstandkoming van internationale verdragen
23 530 Verdragen in voorbereiding
Nr. 141
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 mei 2023
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties
en Digitalisering, de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
om een stand van zaken van de toegezegde ondersteuning aan Aruba, Curaçao en Sint
Maarten bij de totstandkoming van verdragen, met name in relatie tot de institutionele
capaciteit van de Landen en de bredere ondersteuning die zij krijgen voor ontwikkeling
van die capaciteit. In deze reactie doe ik om te beginnen verslag van het project
dat ik, zoals aangegeven in mijn brief van 23 december jl. (Kamerstuk 23 530, nr. 137), ben gestart om de achterstanden in de medegelding van verdragen voor de Landen
in te lopen. Daarnaast bericht ik u over een traject dat onder regie van de Staatssecretaris
van Koninkrijksrelaties en Digitalisering loopt met betrekking tot de uitvoering van
mensenrechtenverdragen in het Caribisch deel van het Koninkrijk.
Het BZ-project loopt inmiddels enkele maanden. Eén van de acties, zoals aangegeven
in mijn brief van 23 december jl., betreft het oppakken van een aantal specifieke
verdragen. Met de Landen is een start gemaakt met het selecteren van de op te pakken
verdragen. Deze selectie is nog gaande en houdt zo veel mogelijk rekening met de wensen
van de Landen. Er is primair contact met de Directies Buitenlandse Betrekkingen (DBB’s)
van de Landen, maar ook is op ambtelijk niveau met enkele beleidsdirecties gesproken
over mogelijk op te pakken verdragen; het contact is uitstekend en verloopt in goede
sfeer. Zodra de selectie van de op te pakken verdragen is afgerond, zal per verdrag
worden gekeken op welke wijze de samenwerking kan worden geïntensiveerd en zal in
samenspraak met de Landen per verdrag een strategie worden bepaald. Het BZ-project
beoogt niet de institutionele capaciteit van de Landen structureel te vergroten. Grofweg
wordt er ingezet op twee sporen bij het oppakken van de geselecteerde verdragen: enerzijds
het delen van kennis en expertise en anderzijds het realiseren van ondersteuning.
Bij het delen van kennis en expertise gaat het om het volgende: het delen van de stukken
die zijn opgesteld in het kader van de ratificatie voor Europees en/of Caribisch Nederland;
het delen van ontwikkeld beleid van Nederland of van één van de Landen; het delen
van conceptwetgeving, reeds door één van de Landen opgesteld; het delen van eventuele
implementatieplannen voor Caribisch Nederland.
Het tweede spoor is het realiseren van ondersteuning. Ondersteuning vanuit Nederland
kan worden geboden op verschillende manieren. Te denken valt aan het beschikbaar stellen
van Nederlandse ambtenaren, maar ook aan de financiering van ondersteuning door externen
uit de Landen zelf of uit Nederland. Concrete ondersteuning onder het BZ-project,
zal de vorm krijgen van een meewerkprogramma, waarbij verdragsjuristen van de Afdeling
Verdragen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken ondersteuning gaan bieden aan
de DBB’s. Drie verdragsjuristen (één per DBB) zullen zich gedurende een maand inzetten
voor de lokale verdragspraktijk in brede zin en waar mogelijk ook specifiek voor de
dan geselecteerde verdragen.
Tot slot zal worden bekeken in hoeverre ondersteuning voor het schrijven van beleid
en/of implementatiewet- en regelgeving kan worden gerealiseerd voor de geselecteerde
verdragen door de vakdepartementen actief te betrekken. Dit is een cruciaal onderdeel
van de ambitie om achterstanden in de medegelding van verdragen in te lopen. Zonder
dit beleid en deze maatregelen kunnen de geselecteerde verdragen namelijk in beginsel
niet voor de Landen worden geratificeerd.
In het traject onder de verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties
en Digitalisering werken de vier landen van het Koninkrijk sinds 2021 samen zodat
de medegelding van een zevental mensenrechtenverdragen in een of meer Caribische landen
kan worden gerealiseerd. Uw Kamer is hierover eerder, tijdens de begrotingsbehandeling
Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 36 200 IV, nr. 6), geïnformeerd. Meer concreet wordt door de vier landen op dit moment toegewerkt
naar de uitvoering van twee mensenrechtenverdragen: het op 11 mei 2011 te Istanboel
tot stand gekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden
van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (het Verdrag van Istanbul) en het op
25 oktober 1980 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag betreffende de burgerrechtelijke
aspecten van internationale ontvoering van kinderen (het Haags Kinderontvoeringsverdrag).
Tijdens het Ambtelijk Wetgevingsoverleg Koninkrijksrelaties, op 18 en 19 april jl.
in Aruba, is besproken op welke manier Nederland kan helpen bij de uitvoering van
deze twee verdragen.
De modaliteiten voor ondersteuning die worden overwogen ten aanzien van het BZ-project
kunnen ook in aanmerking komen voor de uitvoering van de mensenrechtenverdragen in
het traject onder verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties
en Digitalisering. In beide gevallen gaat het erom dat Nederland, samen met de Caribische
landen en met inachtneming van de autonomie van deze landen, zich inspant om gestalte
te geven aan de eenheid van het buitenlandse beleid van het Koninkrijk en het welzijn
van de inwoners hiervan. Dit betreft een inspanningsverplichting die sinds de staatkundige
hervorming van 10 oktober 2010 expliciet ligt verankerd in het Statuut voor het Koninkrijk.1
Vanwege de overlap tussen beide initiatieven wat betreft het oppakken van enkele prioritaire
verdragen, zal ik op korte termijn met de Staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties
en Digitalisering in overleg treden of en op welke punten de twee initiatieven zouden
kunnen worden geïntegreerd.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.