Brief regering : Aanpak voltijds- en meerurenbonus in het po
31 293 Primair Onderwijs
27 923
Werken in het onderwijs
Nr. 671
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 mei 2023
Leraren, ouders, leerlingen en bestuurders merken allemaal de gevolgen van het lerarentekort.
Als leerling kan het zijn dat je ineens naar huis moet, omdat er die dag geen leraar
is; je mist dan een schooldag of lesuur. Ook voor ouders geldt dan dat je dat moet
zien te bolwerken en soms zorgen voor opvang of zelf je kinderen thuis helpen met
hun huiswerk. Als leraar, schoolleider en bestuurder ligt er al veel op je bord en
heb je te weinig collega’s om werk te laten overnemen. Het is belangrijk dat we het
lerarentekort aanpakken, en daarom trekken we alle registers open. Gaan we door met
wat werkt, breiden we uit waar nodig en passen we aan waar we nu vastlopen.
Eind vorig jaar heb ik uw Kamer met de Minister van OCW geïnformeerd over alle maatregelen
die we nemen om de tekorten nog steviger aan te pakken. Dat doen we samen met alle
betrokken partijen.1 Met deze brief informeer ik u over de aanpak voltijds- en meerurenbonus in het po,
dat doe ik mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Bij de aanpak
daarvan is het belangrijk dat we alle opties benutten. De gemiddelde contractgrootte
in het primair onderwijs is 0,7 fte. Circa driekwart van de leraren in het primair
onderwijs werkt een deel van een voltijdcontract. Dat is voor velen een bewuste keuze,
omdat ze een gezonde balans willen tussen werk en privé. Begrijpelijk als we kijken
naar de werkdruk in het onderwijs. Tegelijkertijd maakt dat er mogelijk ook leraren
zijn voor wie het wel past en loont om hun contract uit te breiden als de school het
grotere contract aanbiedt. Dit sluit aan bij het streven van het kabinet om een hogere
economische zelfstandigheid en grotere arbeidsparticipatie te stimuleren.2 En in het bijzonder bij onze opdracht om alles in het werk te stellen leraren te
helpen hun wensen en potentieel zo optimaal mogelijk in te vullen.
Uitvoering van uw moties en mijn ambitie
Uw Kamer verzocht met de motie van de leden Paternotte en Hermans (Kamerstuk 36 200, nr. 24) om te komen met concrete acties om een groter contract te stimuleren door middel
van een voltijdsbonus. In deze brief staan de acties die ik heb uitgevoerd voor het
primair onderwijs. Daarbij heb ik expliciet ook de toekenning van een bonus bij een
extra dagdeel uitbreiding, ook bekend als een meerurenbonus, meegenomen conform de
motie van het lid Gündoğan c.s. (Kamerstuk 29 544, nr. 1135). Sociale partners informeer ik over deze resultaten. Ik zal hen als verzocht in
de motie van de leden Van Meenen en Paul (Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 90) oproepen om met de opgehaalde informatie ook tot een uitwerking in de cao te komen.
Met het onderzoek van ResearchNed is duidelijker geworden wat een bonus oplevert,
waar de motie van de leden Beertema en Kops (Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 33) om verzoekt. De kosten van het geven van een bonus hangen nauw samen met de wijze
van uitvoering. Als dit zich de komende tijd verder uitkristalliseert, ontstaat er
ook meer duidelijkheid over de daarmee samenhangende kosten en opbrengsten voor het
onderwijs. In mijn volgende brief na de zomer volgt de door de motie verzochte vertaalslag
naar wat dat exact kost.
Hoe geven we hier vorm aan?
Belangrijk startpunt is het besef dat bij het uitoefenen van het leraarsvak vele aspecten
van belang zijn. Dat zijn nadrukkelijk niet alleen financiële, zoals een voltijdbonus,
maar bijvoorbeeld ook de ontwikkelmogelijkheden, het werkpakket of de mate van flexibiliteit
in het rooster. Of het verlof dat een werkgever een leraar kan aanbieden. Aantrekkelijkheid
van het vak is een gelaagd, niet eendimensionaal vraagstuk. Onze inspanningen daarop
kunnen dus ook niet eendimensionaal zijn. Daarom kiezen we voor een brede aanpak.
We zijn als volgt te werk gegaan. In november 2022 heb ik schoolbesturen opgeroepen
om zich te melden voor een kopgroep, groep van scholen die met de bonus aan de slag
wilde. Na gesprekken en selectie zijn we in januari 2023 met de geformeerde kopgroep
verdergegaan. De besturen in de kopgroep kregen hulp bij het zetten van de benodigde
stappen om contractuitbreiding te stimuleren. Parallel aan de kopgroep heb ik antwoorden
op relevante knelpunten uitgezocht: Waarmee bereik je leraren om meer te werken en
wat is de meest effectieve invulling? Hoe onderbouw je het juridisch? Ook is verhelderd
wat een groter arbeidscontract financieel voor een leraar betekent. Deze parallelle
acties versterkten elkaar; er was sprake van wisselwerking. Besturen in de kopgroep
hebben onderling ervaringen uitgewisseld en elkaar geïnspireerd. En op grond van hun
ervaringen is door ons informatie opgehaald, gebundeld en bruikbaar gemaakt voor andere
bestuurders. Dit ondersteunend pakket vindt u in bijlagen i t/m iv.
Schoolbesturen aan de slag
Een kopgroep van elf schoolbesturen met circa 200 aangesloten scholen doet ieder –
zoals gezegd sinds januari 2023 – praktijkervaring op met het aanbieden van specifieke
maatregelen aan leraren voor het invullen van een groter contract. Deze groep van
elf schoolbesturen representeert ruim drie procent van alle leraren. Als leraar wordt
je dan ruimte geboden met hulp of inkomsten. Dat gebeurt onder meer met behulp van
een «keuzemenu» (zie bijlage i), waar een voltijds- of meerurenbonus onderdeel van
uit maakt. Deze aanpak sluit aan bij de conclusie van Stichting Het Potentieel Pakken
(HPP) begin februari3. Daaruit blijkt dat in een succesvolle aanpak het goede gesprek tussen schoolleiders
en leraren centraal staat. Zo kan iedere leraar een bewuste afweging maken om wel
of niet meer te gaan werken en wordt er rekening gehouden met de persoonlijke situatie.
Vijf extra snipperdagen
Een vaak gehoord argument om bijvoorbeeld niet van vier naar vijf dagen in de week
te gaan, is dat een leraar dan geen flexibele vrije dagen meer heeft buiten de schoolvakanties.
Om daaraan tegemoet te komen kun je leraren, die hun werkweek willen uitbreiden met
een dag, als «bonus» een vijftal snipperdagen geven. Zo’n snipperdag is vrij in te
zetten gedurende het hele jaar. Zo ontstaat er voor hen de mogelijkheid voor een lang
weekendje weg of een andere vrije dag op een moment naar keuze. Als leraar geef je
met een dag extra werken die vrije dag niet volledig op, want circa 5 van de circa
40 extra werkdagen houd je flexibel. Dat vergt voor het schoolbestuur een roosteruitdaging,
maar geeft er extra capaciteit voor terug tegen relatief lage investering en een beperktere
vervangingsbehoefte.
De huidige kopgroep van schoolbesturen krijgen bij de aanpak persoonlijke begeleiding
van ons. De begeleiding is onder meer coaching op het traject, beantwoorden van hulpvragen
en waar nodig meedenken en -schrijven aan bijvoorbeeld het plan van aanpak. Schoolbesturen
financieren zelf de maatregelen.
Kinderopvang binnen het eigen bestuur aanbieden
Wat leraren met jonge kinderen vaak aangeven is dat ze wel bereid zijn om meer te
werken, maar dat dit praktisch gezien niet kan, doordat er geen plek op de kinderopvang
beschikbaar is. Een bestuur denkt er over na om kinderopvang binnen het eigen bestuur
te faciliteren, zodat leraren een vertrouwde plek hebben, dichtbij hun werk, waar
ze hun kinderen kunnen wegbrengen als ze meer uren gaan werken. De gedachte om kinderopvang
binnen het eigen bestuur aan te bieden wordt in de kopgroep verder uitgewerkt.
De kopgroep deelt ervaringen om van elkaar te leren. Wij hebben de opgehaalde maatregelen
verzameld in een keuzemenu. Bestuurders kunnen kiezen welke maatregel het beste bij
hun school(en) past. We delen resultaten uit beschikbare onderzoeken om opties te
onderbouwen en geven we aan wat effectieve invullingen kunnen zijn. Ook is er een
juridische handreiking beschikbaar die duidelijk maakt binnen welke kaders scholen
ruimte hebben om maatwerk te leveren en hoe zij dit moeten kunnen onderbouwen. Bovendien
maken we duidelijk wat een extra dag(deel) werken oplevert voor leraren in het primair
onderwijs. Al deze informatie verzamelen we in een ondersteunend pakket, aangevuld
met inzichten, tips en goede voorbeelden.
Enkele bestuurders in de kopgroep zijn geïnspireerd geraakt door het idee om het beschikbaar
zijn voor de vervangingspool aantrekkelijker te maken.
Beschikbaarheidstoeslag
Een bestuur heeft te weinig leraren in de vervangingspool, waardoor het lastig en
soms onmogelijk is om onverwachte uitval op te vangen. De schoolleider staat dan telkens
voor de uitdaging dit op te lossen. Dat geeft veel last bij scholen, bij ouders en
bij de leerlingen. Het schoolbestuur wil de leraar belonen die op voorhand helpt met
het oplossen. Dat werkt als volgt: Leraren die bereid zijn een aantal dagen per maand
in te vallen op hun vrije dag, krijgen een opslag op het salaris. Zij houden de afgesproken
dagen of dagdelen vrij om beschikbaar te zijn voor het eventueel invallen. De opslag
wordt vooraf aan hen uitgekeerd ongeacht of de vervanging zich ook echt voordoet.
Deze beschikbaarheidsbonus is gericht op het vergroten van de inzet in een andere
vorm dan een vast uur of dag(deel). Het maakt de stap kleiner naar toekomstig structureel
meer werken en zorgt voor beschikbare vervangers. Voor de schoolleiding is dit van
grote waarde. Het vergroot de flexibiliteit bij de inroostering, waardoor er minder
kans bestaat op het niet kunnen invullen van plotselinge vervanging in geval van bijvoorbeeld
ziekte. Zo kan een schoolleider bouwen op meer vertrouwde gezichten en wordt het bestuur
minder afhankelijk van externen bij vervanging. Dit draagt bij aan de wens van de
Kamer om externe inhuur te verminderen.
Weten wat werkt en uitbreiding scholen
Als sluitstuk van deze kopgroep evalueert onderzoeksbureau Centerdata de ervaringen
van de eerste lichting schoolbesturen. Mijn hoop en verwachting is dat de kopgroep
van schoolbesturen verder zal uitbreiden en dat steeds meer besturen aan de slag gaan.
Wat zijn beweegredenen om meer te werken?
Onderzoeksbureau ResearchNed heeft in opdracht van OCW bij 11.000 leraren onderzocht
welke (financiële) hulp of ondersteuning vanuit de school het beste aansluit bij de
behoefte van leraren om meer uren te gaan werken (bijlage iii). Het onderzoek bevestigt
dat het gesprek (blijven) voeren over iemands arbeidsduur belangrijk is.
De voltijds- en meerurenbonus
Een bestuur denkt aan een bonus van € 1.000 en € 2.000 per jaar voor de vierde respectievelijk
vijfde werkdag. Hierbij overwegen ze de bonus niet alleen te geven aan leraren die
een vierde of vijfde dag gaan werken – maar ook aan medewerkers die dat al doen. Gedachte hierbij is dat de bonus
voor iedereen die meer werkt moet gelden, dus niet alleen voor degene die een extra
dag werkt. Het is dus ook een «behoudbonus». De bonus wordt in één keer uitbetaald.
Daarnaast geeft het inzicht in welke extra’s we aan leraren kunnen bieden om een groter
contract aantrekkelijker te maken. Een deel van de leraren is bereid om in een groter
contract te werken voor (netto) meer geld. Die financiële prikkel moet wel hoog genoeg
zijn. Voor een bonus van 150 euro netto per maand voor de duur van een jaar wil circa
10 procent van de deeltijd leraren waarschijnlijk hun contract met een dag uitbreiden,
bij een bonus 400 euro netto voor een jaar gaat dat om circa 40 procent.
Een schoolbestuur experimenteert met een financiële bonus. Het bestuur geeft een financiële
bonus aan leraren die zich tijdelijk willen inzetten op de eigen of een andere school
die binnen hetzelfde bestuur valt om tekorten op te vangen. Dit kan op een van de
volgende manieren:
• Tijdelijk, door het mogelijk te maken (minimaal) 1 jaar over te stappen naar een andere
school om tekorten op te vangen.
• Tijdelijk, door het uitbreiden van het aantal uren werktijdfactor om meer te kunnen
werken op de eigen en/of andere school.
• Tijdelijk, door professionals binnen het schoolbestuur met een onderwijsbevoegdheid
die hun eigen werkzaamheden tijdelijk opschorten en (deels) weer voor de groep gaan
staan.
De bonus is voor een jaar € 2.310,- netto naar rato van de uitbreiding in werktijdfactor
of volledig bij overstap naar andere school met dezelfde werktijdfactor. Van deze
bonus is tot op heden beperkt gebruik gemaakt.
Uit het onderzoek blijkt meer. Zo spreekt het één op de drie parttimers aan als ze
hun werkuren kunnen afstemmen op hun privésituatie. Een voorbeeld daarvan uit de kopgroep
is om een leraar bijvoorbeeld later aan de werkdag te laten beginnen. We zien dat
dit vaker wordt ingezet op scholen met tekorten.
Zelf kinderen naar school brengen
Een bestuur heeft meerdere leraren met jonge kinderen in dienst die in deeltijd werken.
De zorg voor de eigen, nog jonge kinderen, is een belangrijke reden om niet snel geneigd
te zijn de eigen deeltijdfactor te vergroten. Dit gaat dan ten koste van de zorg voor
de eigen kinderen. Het bestuur heeft verschillende mogelijkheden besproken waaronder
meer flexibiliteit in het rooster. In dit voorbeeld is afgesproken dat de leraar later
op school kan beginnen en daardoor eerst de eigen kinderen naar school kan brengen.
Door flexibiliteit aan beide kanten is zowel voor de school als de betreffende leraar
een werkbare oplossing gevonden.
Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat het echt om maatwerk gaat. Dat laat het onderzoek
ook zien: Meer werken is niet voor iedereen een optie en geld speelt niet bij iedereen
een even grote rol.
Welke juridische mogelijkheden zijn er?
Schoolbesturen moeten de keuze voor het geven van een bonus bij meer uren werken goed
onderbouwen. Dat is een randvoorwaarde om een bonus aan te kunnen bieden. Om scholen
hierbij te ondersteunen, heb ik een juridische handreiking opgesteld (zie bijlage
ii). Daarbij is rekening gehouden met de wettelijke bepalingen over onderscheid naar
arbeidsduur en geslacht en met de adviezen van het College voor de Rechten van de
Mens en de Raad van State.4 Het overzicht wordt continu aangevuld met de ervaringen van de kopgroep en met de
uitkomsten van het inzetten van een bonus. Daarmee kan nader worden onderbouwd hoe
de bonus als geschikt en passend middel tegen het lerarentekort benut kan worden.
Wat levert meer werken financieel op?
De aantrekkelijkheid van het leraarsvak bestaat uit vele ingrediënten. De financiële
situatie en de effecten bij meer uren werken zijn voor elke leraar anders. Het hangt
ook samen met de thuissituatie. Ik heb met hulp van het CBS en het Ministerie van
SZW voor het primair onderwijs de meest voorkomende privésituaties op een rij gezet
(zie bijlage iv).
Stel: je hebt als leraar geen jonge kinderen en wilt meer uren werken. Dan houd je
in de voorbeelden aan een dag extra werken zo’n 440 tot 510 euro per maand over. Dat
is zo’n 41% tot 47% wat je van iedere euro overhoudt aan een dag meer werken. Dat
is vergelijkbaar met wat de meeste werkende Nederlanders overhouden als zij besluiten
om meer uren te werken5.
Ben je leraar en heb je jonge kinderen, dan houd je aan een extra dag werken 330 tot
460 euro per maand over. Dat is zo’n 31% tot 43%. Echter, als jouw kinderen dan ook
een extra dag naar de dagopvang of de buitenschoolse opvang (BSO) gaan, blijft er
per maand netto zo’n 90 tot 300 euro (9% tot 28%) over. Het aantal gezinnen met jonge
kinderen is in het po bijna twee keer zo groot in vergelijking met de rest van Nederland:
35% in het po ten opzichte van 17% in Nederland.
Wanneer de kinderen ouder zijn of geen opvang meer nodig hebben, wordt het financiële
plaatje anders. Dan is het extra zinvol om het gesprek over meer werken te voeren.
Het overzicht hieronder laat dit zien. Dit kabinet werkt aan het op termijn bijna
gratis maken van de kinderopvang. Dat maakt het te zijner tijd aantrekkelijker om
meer te gaan werken.
Voorbeeldhuishoudens1
Percentage dat van iedere extra euro overblijft
Bedrag dat netto overblijft per maand
Leraren zonder kinderen jonger dan 12 jaar
41 tot 47%
440 tot 510 euro
Leraren met jonge kinderen onder de 12 jaar
31 tot 43%
330 tot 460 euro
Leraren met jonge kinderen die een extra dag naar de opvang gaan
9 tot 28%
90 tot 300 euro
X Noot
1
Bron: CBS en SZW, bewerking OCW. De percentages en bedragen die benoemd worden in
de tabel zijn gebaseerd op representatieve voorbeeldhuishoudens binnen het po.
Stimuleren gebruik keuzemenu bij contractuitbreiding
De voorbeelden, praktische informatie, juridische mogelijkheden en resultaten van
de onderzoeken die ik in deze brief heb geschetst kunnen schoolbesturen en leraren
ondersteuning bieden bij het uitbreiden van hun contract. Ze vormen een ondersteunend
pakket dat ook schoolleiders en leraren kunnen gebruiken. Het doel is om de eerste
ervaringen breed te delen en schoolbesturen verder te ondersteunen die hiermee aan
de slag gaan. Ik wil hen daarbij helpen. Ik roep schoolbesturen dan ook per brief
op hiermee aan de slag te gaan en zich bij mij te melden.
We moeten in actie blijven, want het lerarentekort gaat ons allemaal aan. Hoe kunnen
we ervoor zorgen dat leraren goed voor de klas staan, het gevoel hebben dat ze werk
en privé makkelijk kunnen combineren en – als ze dat willen – ook de ruimte hebben
om hun contract uit te breiden. En hoe kunnen we schoolbesturen ondersteunen in het
vinden van de beste, passende oplossingen. Zoals ik al zei: geen enkele leraar is
hetzelfde, dus dat vraagt ook om maatwerk en persoonlijke aandacht.
De acties op het stimuleren van meer uren werken zet ik onverminderd voort. We werken
met de kopgroep verder toe naar een uitgebreid keuzemenu met maatregelen, inclusief
de meerurenbonus. Het ondersteunende pakket in bijlage i tot en met iv wordt aangevuld
met verdere praktische, economische, juridische en financiële bevindingen. Ik informeer
uw Kamer kort na de zomer over dit vervolg.
Mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs