Brief regering : Informatie Digitale Dienstverlening
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
29 362
Modernisering van de overheid
Nr. 1019
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 mei 2023
In het commissiedebat Digitale Overheid van 22 maart 2022 heb ik uw Kamer de toezegging
gedaan om inzicht te geven waar identificeren en dienstverlening, anders dan digitaal,
niet mogelijk is bij de overheid.1 Ik vind het belangrijk dat iedereen mee kan doen in het digitale tijdperk.2 In de Voortgangsrapportage Domein Toegang heb ik een eerste reactie gegeven op de
toegankelijkheid bij verschillende dienstverleners.3 De afgelopen periode heb ik verder gewerkt aan een zo representatief mogelijk beeld
door een uitvraag te doen bij de grote dienstverleners, zoals DUO, UWV, VNG en de
Belastingdienst.4 Met deze brief informeer ik uw Kamer hierover. Mijn excuses dat dit zo lang op zich
heeft laten wachten.
Het wetsvoorstel Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Wmebv) (Kamerstuk
35 261), dat nu in de Eerste Kamer ligt, biedt mensen het recht om digitaal zaken te doen
met de overheid. De digitale weg kan echter niet zomaar verplicht worden. Er moet
altijd een ander kanaal openstaan voor mensen die niet digitaal willen of kunnen.
Via een zorgplicht in de Wmebv worden bestuursorganen verplicht om ondersteuning te
bieden aan mensen die niet aan het digitale verkeer mee kunnen doen. Burgers en bedrijven
houden de keuze tussen de digitale of de niet-digitale weg. De Wmebv zorgt ervoor
dat burgers en bedrijven een betere rechtspositie hebben in het digitale contact dat
zij met de overheid hebben.
Het is belangrijk dat er alternatieven voor digitale overheidscommunicatie zijn.5 Voor mensen die hun overheidszaken niet digitaal kunnen of willen doen moet een niet-digitaal
kanaal blijven bestaan. Mensen hebben het recht om digitaal zaken te doen, maar niet
de verplichting hiertoe. Het beeld dat ik heb gekregen bij een inventarisatie bij
diverse dienstverleners blijkt met dit uitgangspunt grotendeels overeen te komen.
Het Tijdelijk Noodfonds Energie vormde een uitzondering bij het aanbieden van een
niet-digitaal kanaal. Op dit moment ontbreekt een route bij het Noodfonds voor een
papieren aanvraag of baliecontact. Zoals ik u heb toegezegd zal ik met de Minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in gesprek gaan.6 Of een regeling nu tijdelijk of permanent is, er moet altijd een mogelijkheid zijn
voor mensen om niet alleen digitaal, maar ook op een andere manier van een regeling
gebruik te maken.
De dienstverleners bieden hun diensten via verschillende kanalen aan, variërend van
een fysiek contactcenter tot digitale machtigingen. Burgers hebben hierbij zowel digitale
als niet-digitale mogelijkheden. Digitaal identificeren en digitale toegang hebben
bij enkele dienstverleners wel de voorkeur, maar dit gaat niet ten koste van mogelijkheden
rondom papieren processen of telefonisch en baliecontact. De burger heeft hierin keuzevrijheid.
De beleving van de niet-digitale route kan wel anders zijn dan de digitale route aangezien
door een andere inrichting van het proces. Burgers kunnen indien nodig hulp zoeken
bij de Informatiepunten Digitale Overheid.
Door stelsel- of wettelijke afspraken kunnen er uitzonderingen zijn. Een voorbeeld
hierbij is Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (SUWI), waarbij er
een «digitaal, tenzij» verplichting geldt. De beleidsregels bepalen in welke gevallen
de hoofdregel niet geldt. Denk dan aan gevallen waarin een betrokkene geen DigiD kan
aanvragen of waarin elektronisch verkeer naar het oordeel van UWV onmogelijk of onredelijk
bezwarend is voor de burger. UWV zorgt ervoor dat er altijd via andere kanalen, zoals
telefoon, post, fysiek en via machtiging, contact mogelijk is.
In 2023 zal ik in het kader van de werkagenda Waardengedreven Digitaliseren aan de
slag gaan met een register met huidige standaarden en kaders rond dienstverleners.
Hierbij zullen ook nieuwe standaarden worden opgesteld waarmee ik meer uniformiteit
en eenduidigheid in de dienstverlening van de overheid wil bewerkstelligen.7
Motie lid Bouchallikh
Daarnaast wil ik in deze brief ingaan op de motie van het lid Bouchallikh, waarbij
de regering verzocht wordt om er zorg voor te dragen dat er altijd een mogelijkheid
zal bestaan tot niet-digitale identificatie.8 De ontwikkeling van digitale identiteitsmiddelen betekent niet dat paspoorten of
ID- kaarten afgeschaft worden.
De traditionele identiteitsmiddelen zullen naast digitale identiteitsmiddelen blijven
bestaan. Daarnaast hebben zij ook een functie als terugvaloptie in het geval dat digitale
communicatie niet mogelijk is of voor gebruik in het buitenland.
Verkeerd uitgevoerde betaalbatch RVO
Tevens wil ik uw Kamer informeren over een verkeerd uitgevoerde betaalbatch bij de
RVO op 21 november 2022. Door een menselijke fout is een betaalbatch verkeerd ingelezen
voor de compensatieregeling eHerkenning belastingdienst. In totaal hebben 676 aanvragers
het compensatiebedrag dubbel ontvangen. Ik heb ervoor gekozen dat de klanten het dubbel
ontvangen bedrag van € 24,20 mogen houden. De uitvoeringskosten om de terugbetalingen
handmatig te verwerken zijn aanzienlijk hoger dan de dubbel ontvangen bedragen.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties