Brief regering : Fiche: Mededeling 30 jaar interne markt
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3662 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 april 2023
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 6 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC). Met Kamerstuk 22 112, nr. 3663 voldoet het kabinet aan het verzoek van de vaste Kamercommissie voor Justitie en
Veiligheid om een kabinetsreactie op de betreffende mededeling.
Fiche: Mededeling hernieuwde Maritieme Veiligheidsstrategie EU (Kamerstuk 22 112, nr. 3660)
Fiche: Verordening tegen marktmanipulatie op de groothandelsmarkt voor energie (Kamerstuk
22 112, nr. 3661)
Fiche: Mededeling 30 jaar interne markt
Fiche: Mededeling meerjarig strategisch beleid Europees geïntegreerd grensbeheer (Kamerstuk
22 112, nr. 3663)
Fiche: Mededeling over EU Space Strategy for Security and Defence (EUSSSD) (Kamerstuk
22 112, nr. 3664)
Fiche: Verordening ter verbetering van het EU elektriciteitsmarktontwerp (Kamerstuk
22 112, nr. 3665)
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
Fiche: Mededeling 30 jaar interne markt
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch
en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: 30 jaar interne markt
b) Datum ontvangst Commissiedocument
16 maart 2023
c) Nr. Commissiedocument
COM (2023) 162
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52023DC0162…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie
Niet van toepassing
f) Behandelingstraject Raad
Raad voor Concurrentievermogen
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Economische Zaken en Klimaat
2. Essentie voorstel
Dit jaar viert de Europese interne markt zijn 30-jarig bestaan. De interne markt is
één van de grootste verworvenheden van de EU. Sinds 1993 hebben burgers en ondernemers
de voordelen kunnen benutten van het vrij verkeer van personen, diensten, goederen
en kapitaal. In haar mededeling ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan van de interne
markt kijkt de Europese Commissie (hierna: Commissie) terug op de vele verworvenheden
op het terrein van de interne markt die in het dagelijks leven vanzelfsprekend lijken
maar dat niet zijn. Daarnaast kijkt zij vooruit en komt zij met enkele voorstellen.
De mededeling sluit aan bij de tegelijk gepresenteerde Commissiemededeling over het
lange termijn concurrentievermogen1 waar de Europese Raad eerder om verzocht.
De Commissie benadrukt de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Commissie en de
lidstaten voor implementatie en toepassing van interne marktregels. De Commissie is
bereid om daarin met lidstaten en stakeholders samen te werken en hen te ondersteunen
en streeft daarbij naar maatwerk. Zij zet haar huidige handhavingsbeleid voort en
kiest daarbij een strategische benadering. Ook benadrukt zij het belang van wetgeving
die bijdraagt aan concurrentiekracht op de lange termijn.
De Commissie blijft verder inzetten op het wegnemen van ongerechtvaardigde belemmeringen
en het verminderen van regeldruk. Oplossingen zitten daarbij niet alleen in nationale
regelgeving, een verantwoordelijkheid van lidstaten zelf, maar juist ook in betere
informatievoorziening en toegankelijker administratieve procedures. Diensten zijn
van belang vanwege hun grote aandeel in het BNP, maar de dienstensector is divers.
Versterkte samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten is nodig, specifiek bij
het agenderen van belemmeringen en het verzamelen van stakeholders, ondernemers en
burgers. Het werk van de Europese Taskforce interne markthandhaving (SMET) in dit
kader berust volgens de Commissie op goede samenwerking en gezamenlijke inspanningen
van de Commissie en de lidstaten om concrete resultaten te bereiken. Structurele betrokkenheid
van stakeholders is van belang. De huidige instrumenten moeten volop worden benut.
De Commissie roept lidstaten bijvoorbeeld op om voor voldoende middelen voor SOLVIT-centra
te zorgen.
De Commissie doet een aantal concrete nieuwe voorstellen. Zo doet zij een voorstel
om de huidige notificatieverplichtingen voor lidstaten te vereenvoudigen door één
toegangspunt voor notificaties te ontwikkelen. Het gaat hierbij om melding door lidstaten
van nieuwe nationale regels die aan het vrij verkeer van goederen en diensten kunnen
raken. Verder wil de Commissie samenwerken met lidstaten om belemmeringen voor het
dienstenverkeer in vier ecosystemen weg te nemen. Het gaat om de ecosystemen bouw,
retail, toerisme en zakelijke dienstverlening waarbinnen volgens de Commissie een grote
dienstencomponent zit.2 Ook doet ze een voorstel om in elke lidstaat een specifiek interne-marktbureau op
te richten om interne-marktbelemmeringen aan te pakken. Zo’n bureau zou op hoog niveau
geleid moeten worden en voldoende capaciteit moeten hebben, evenals de taak om vraagstukken
te agenderen en oplossingen voor te stellen inzake genoemde belemmeringen binnen nationale
besluitvormingsprocessen. Het bureau zou complementair zijn aan SOLVIT en de SMET.
Daarnaast is hernieuwd politiek commitment op alle niveaus nodig ten behoeve van betere
toepassing en handhaving van interne-marktregels en het nakomen van afspraken. De
Commissie stelt vast dat hernieuwde politieke betrokkenheid nodig is om toepassing
en handhaving van interne-marktregels te verbeteren. Zij is daarom voornemens om regelmatig
resultaten van het interne-marktscorebord onder de aandacht te brengen van nationale
autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de interne markt, met name in de Raad
voor Concurrentievermogen.
De Commissie wil samen met lidstaten verkennen hoe breder gebruik kan worden gemaakt
van de huidige Proportionaliteitstoets richtlijn3 die ziet op het toetsen van nieuwe eisen voor gereglementeerde beroepen. Dit zou
moeten geschieden via aanpassing van het notificatie-instrument onder de Dienstenrichtlijn4 en via richtsnoeren voor lidstaten voor de toepassing van de proportionaliteitscriteria.
Tot slot stelt de Commissie concrete doelen vast voor handhaving met als doel om de
achterstand in de omzetting bij richtlijnen terug te brengen tot 0,5% en een benchmark
voor SOLVIT om 90% van de zaken binnen 12 maanden op te lossen.
Ten behoeve van het versterken van de groene en digitale dimensies van de interne
markt noemt de Commissie naast een aantal lopende wetstrajecten een aantal voorstellen
die zij eerder aankondigde in het Commissiewerkprogramma voor 2023. Dit betreft onder
meer voorstellen voor digitalisering van sociale-zekerheidscoördinatie, hervorming
van de Douane-unie en een voorstel om erkenning van kwalificaties van burgers uit
derde landen te vergemakkelijken.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het kabinet zet zich in voor een sterke, duurzame en eerlijke interne markt. De interne
markt is van groot belang voor onze mondiale concurrentiepositie en voor een aantrekkelijk
vestigings- en ondernemingsklimaat in Nederland, en draagt bij aan welvaart en bestaanszekerheid.
Daarnaast levert de interne markt een belangrijke bijdrage aan het bereiken van open
strategische autonomie. Een groot aantal Nederlandse ondernemers doet zaken over de
grens en benut de kansen en voordelen die de interne markt biedt. Op 17 juni 2022
heeft het kabinet een Kamerbrief gestuurd met zijn inzet op het terrein van de interne
markt en specifiek een interne markt actieagenda.5 Het borgen van een goed functionerende interne markt is gezien de breedte van het
dossier de verantwoordelijkheid van alle departementen en vergt een kabinetsbrede
inspanning. Bij het wegnemen van belemmeringen heeft het kabinet de volgende prioriteiten:
arbeidsmobiliteit, digitalisering en vergroening. Verder werkt het aan randvoorwaarden
gericht op versterking van de interne markt.
Onderdeel van deze inzet is het wegnemen van ongerechtvaardigde belemmeringen van
het vrij verkeer en verbeteren van de toepassing en naleving van interne-marktregels
maar ook het werken aan een meer weerbare interne markt. Het kabinet zet zich in om
de interne markt gereed te maken voor toekomstige crises in de breedste zin van het
woord. Dit houdt in dat het vrij verkeer ook in tijden van crises niet ongerechtvaardigd
mag worden belemmerd.
Een sterke, duurzame en eerlijke interne markt vereist dat zowel in de EU als in Nederland
op alle relevante beleidsterreinen het interne-marktperspectief sterker wordt meegenomen.
In algemene zin zet het kabinet daartoe in EU-verband in op een sterkere politieke
sturing op versterking van de interne markt, waarbij feiten, knelpunten en behoeften
uit de praktijk steeds het uitgangspunt vormen voor concrete te nemen acties.
Voor het dossier Europese Betere Regelgeving werkt het kabinet onder meer aan verbetering
van regelgeving en vermindering van regeldruk door onder andere het schrappen van
overbodige regels en vereisten. Net als op interne-marktterrein werkt het onder meer
aan betere informatievoorziening, eenvoudiger en toegankelijker procedures en betere
implementatie en handhaving van interne-marktregels.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Hoewel de mededeling enkele nieuwe voorstellen bevat, ziet het kabinet graag meer
ambitie en een nog meer concrete agenda op het terrein van de interne markt, waarbij
evenwel voldoende oog moet blijven voor het waarborgen van de bescherming van veiligheid,
volksgezondheid, milieu, consumenten en werknemers. Het is wenselijk dat binnen de
Europese Unie op alle niveaus en binnen alle relevante gremia, oftewel binnen de gehele
Commissie en niet alleen binnen het directoraat-generaal Interne Markt, Industrie,
Ondernemerschap en Midden- en Kleinbedrijf (GROW)6 en in alle Raadsformaties politiek eigenaarschap wordt verankerd. Dat moet ervoor
zorgen dat er op politiek niveau commitment bestaat voor concrete acties om ongerechtvaardigde
belemmeringen weg te nemen en de toepassing en naleving van interne-marktregels te
verbeteren. De Commissie stipt dit wel aan, maar werkt niet concreet uit hoe zij hiertoe
wil komen.
De mededeling bevat op een aantal punten wel een aanzet voor acties die op zich positief
zijn, maar die nog ambitieuzer en breder kunnen worden opgepakt. Allereerst is het
kabinet positief over het commitment dat de Commissie uitspreekt voor de Europese
Taskforce interne-markthandhaving. Verder heeft de Commissie een aantal Nederlandse
suggesties, soms deels, overgenomen. Dit betreft bijvoorbeeld het voorstel van één
toegangspunt voor notificaties en de suggestie om nader te kijken naar belemmeringen
binnen ecosystemen. Daarover is het kabinet zeer positief.
Waar de Commissie bij het wegnemen van belemmeringen voor het dienstenverkeer voornemens
is naar vier ecosystemen te kijken, ziet het kabinet graag dat naar belemmeringen
in alle veertien door de Commissie aangeduide ecosystemen wordt gekeken. Daarbij zou
bovendien niet alleen naar belemmeringen gekeken moeten worden die worden ervaren
voor het dienstenverkeer. Er zou ook naar belemmeringen op andere terreinen zoals
het goederen- en personenverkeer moeten worden gekeken, zonder afbreuk te doen aan
de bescherming van veiligheid, volksgezondheid, milieu, consumenten en werknemers.
Het voornemen om een interne-marktbureau in elke lidstaat op te richten roept veel
vragen op en behoeft verduidelijking. Zo blijkt uit de mededeling niet over welke
precieze bevoegdheden en middelen dit bureau zou moeten beschikken en hoe dit zich
verhoudt tot reeds bestaande faciliteiten. Ook het voornemen van bredere toepassing
van de Proportionaliteitstoets richtlijn dan op gereglementeerde beroepen roept vragen
op evenals de wijze waarop de Commissie deze zou willen toepassen. Zo is het onder
meer niet duidelijk hoe zij het notificatie-instrument onder de Dienstenrichtlijn
zou willen aanpassen en welke richtsnoeren de Commissie beoogt.
Het kabinet is over het algemeen positief over de vaststelling van concrete doelen
voor handhaving maar deze moeten wel haalbaar zijn, in het bijzonder voor het omzettingstekort.
Wat betreft de doelstelling voor SOLVIT geldt dat deze geen afbreuk moet doen aan
het geven van opvolging aan structurele en terugkerende problemen die het netwerk
behandelt. Het kabinet is positief over de hernieuwde oproep aan lidstaten om voor
voldoende middelen voor SOLVIT te zorgen. Binnen de Commissie moeten er ook voldoende
middelen voor SOLVIT beschikbaar zijn.
De Commissie bekritiseert voorts lidstaten die naar de mening van de Commissie bij
het implementatieproces nog steeds te vaak regels toevoegen die niet nodig zijn voor
het correct en volledig implementeren van de EU-regelgeving. Dat leidt tot ongerechtvaardigde
belemmeringen, aldus de Commissie en het zorgt voor onnodige regeldruk. Het kabinet
onderschrijft het belang van lastenluwe implementatie van EU-regelgeving en brengt
dit uitgangspunt ook in de praktijk. Er kunnen evenwel in bepaalde gevallen goede
beleidsmatige redenen zijn voor het kabinet om bij de implementatie van regelgeving
ons niet te beperken tot de minimale implementatie van EU-regelgeving. Bijvoorbeeld
als het gaat om het handhaven van al in Nederland bestaande normen voor de veiligheid
van burgers of de bescherming van consumenten. Anders dan de Commissie suggereert
in haar formulering, is het in geval van minimumharmonisatie niet verboden voor lidstaten
om bij de implementatie dergelijke keuzes te maken.
Voor een eerste appreciatie van de in het Commissiewerkprogramma voor 2023 aangekondigde
voorstellen, zoals voor digitalisering van sociale-zekerheidscoördinatie, hervorming
van de Douane-Unie en erkenning van kwalificaties van burgers uit derde landen, wordt
verwezen naar de kabinetsreactie op het Commissiewerkprogramma.7
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Lidstaten zullen naar verwachting positief zijn over diverse van de aangekondigde
voorstellen. Wel zullen zij ook de nodige vragen hebben, met name over het voorstel
om per lidstaat een interne-marktbureau op te richten en zullen zij daarover pas na
het verkrijgen van meer informatie van de Europese Commissie een meer definitief standpunt
kunnen innemen. Het Europees Parlement zal naar verwachting positief zijn over de
mededeling, maar deze mogelijk ook te weinig ambitieus vinden.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
a) Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet over de bevoegdheid is positief. De mededeling ziet
op een continu behoud en verbetering van de interne markt. Op grond van artikel 4,
tweede lid, onderdeel a, van het EU-Werkingsverdrag is de interne markt een gedeelde
bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten.
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteit is positief. De
mededeling heeft tot doel om de voordelen van de interne markt te behouden en verder
te versterken. Alleen op EU-niveau kan er effectief en structureel worden gewerkt
aan het wegnemen van belemmeringen ten behoeve van een vrij verkeer van goederen,
diensten, personen en kapitaal op de interne markt. Om die reden is optreden op het
niveau van de EU gerechtvaardigd.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit is positief.
De aangekondigde acties in de mededeling dragen bij aan een goed functionerende interne
markt als ruimte zonder binnengrenzen. Dat doen zij door belemmeringen weg te nemen
en bij te dragen aan een betere toepassing en naleving van interne-marktregels, bijvoorbeeld
door één toegangspunt voor notificaties op te richten. De maatregelen zijn daarmee
geschikt om het doel van de mededeling te bereiken, hoewel het kabinet graag meer
ambitie had gezien bij de voorgestelde acties ter versterking van de interne markt
(waarbij o.a. naar belemmeringen in alle veertien in plaats van slechts vier ecosystemen
wordt gekeken). Overwegend gaat het optreden gelet de vormgeving van de acties niet
verder dan noodzakelijk om genoemd doel te bereiken. Minder ingrijpende maatregelen
zullen naar verwachting niet in eenzelfde mate aan het bereiken van het doel bijdragen.
Wel heeft het kabinet vragen bij het voorstel voor een interne-marktbureau in elke
lidstaat, mede vanuit de eigen verantwoordelijkheid van lidstaten voor de inrichting
van hun eigen administratieve organisatie.
d) Financiële gevolgen
De mededeling heeft naar verwachting geen gevolgen voor de EU-begroting. Het kabinet
is van mening dat eventueel benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen
de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze
moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.
De oprichting van een interne-marktbureau heeft mogelijk wel gevolgen voor de nationale
begroting, maar gelet op de onduidelijkheid over de precieze taken van genoemd bureau
zijn de exacte gevolgen nog niet duidelijk. Eventuele budgettaire gevolgen voor de
nationale begroting worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke
departementen, conform de regels van de budgetdiscipline.
e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
De mededeling heeft naar verwachting een positieve invloed op regeldruk. Het wegnemen
van belemmeringen in het vrij verkeer vermindert de regeldruk voor ondernemers en
burgers. Dat draagt bij aan het vestigings- en ondernemingsklimaat in Nederland en
andere EU-landen en daarmee aan het Europese concurrentievermogen. Een sterke, duurzame
en eerlijke interne markt is essentieel om te werken aan open strategische open autonomie
en aan een sterke economische positie van de EU in de wereld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken