Brief regering : Toekenning middelen ESF+ voor voedselhulp (2021-2027)
26 642 Europees Sociaal Fonds (ESF)
Nr. 147
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 maart 2023
Het kabinet ondersteunt mensen die in problemen komen, bijvoorbeeld door de hoge inflatie,
langs verschillende wegen, onder meer via het uitzonderlijke koopkrachtpakket en het
energieplafond voor de energierekening. In aanvulling op deze maatregelen zet het
kabinet ook in op het ondersteunen van initiatieven rond voedselhulp.
In dit licht heeft het kabinet er bij de inzet van het Europees Sociaal Fonds Plus
(hierna: ESF+), mede naar aanleiding van de initiatiefnota Slootweg en Bruins1, voor het eerst voor gekozen om ESF+ middelen in te zetten om voedselhulp te verstrekken
aan de meest behoeftigen. Deze inzet van Europese middelen past bij de huidige situatie,
waarin steeds meer mensen een beroep doen op organisaties en private initiatieven
die mensen van voedsel en materiële ondersteuning voorzien.
De hulp vanuit het ESF+ bestaat uit drie onderdelen.
• Voedselhulp: het gratis beschikbaar stellen van voedsel aan meest behoeftige personen, met aandacht
voor de behoeften van kinderen.
• Materiële basishulp: het gratis beschikbaar stellen van goederen om te voldoen aan de basisbehoeften
voor een waardig leven, zoals kleding, toiletartikelen, met inbegrip van producten
voor vrouwelijke hygiëne, en schoolbenodigdheden.
• Begeleidende maatregelen: activiteiten ter aanvulling van de verdeling van voedselhulp of materiële basishulp
die tot doel hebben sociale uitsluiting tegen te gaan en bij te dragen tot de uitbanning
van armoede.
Het budget voor deze prioriteit bedraagt € 15,8 miljoen. Hierbij is het van belang
dat ook specifiek aandacht wordt besteed aan de ondersteuning van kinderen. De activiteiten
worden voor 90 procent vergoed vanuit het ESF+.
Gedurende de openstelling van het aanvraagtijdvak in oktober-november 2022, konden
partijen een aanvraag indienen voor dit onderdeel van het ESF+. De binnengekomen aanvragen
zijn beoordeeld aan de hand van selectiecriteria die zijn opgenomen in de regeling.
Op basis van deze beoordeling is één aanvraag geselecteerd die de activiteiten gaat
uitvoeren en de subsidie verleend krijgt. Dat betreft de aanvraag van Stichting Voedselvangnet.
De Stichting Voedselvangnet zal voor het ESF+-project onder andere samenwerken met
de Vereniging van Nederlandse Voedselbanken. Met de ESF+-subsidie is zij in staat
om zowel extra voedselhulp, als extra materiële basishulp aan te bieden. Hiermee zal
een belangrijke bijdrage geleverd worden aan de bestrijding van armoede en sociale
uitsluiting en de bevordering van sociale integratie van de meest behoeftigen in Nederland.
Ook draagt het plan bij aan gezondheid omdat de extra voedselhulp zich richt op gezonde,
veelal lang houdbare producten.2 In het projectplan is aandacht voor het bereiken van kinderen en voor het tegengaan
van menstruatiearmoede.
De duidelijkheid over de toekenning van de ESF+ middelen biedt mij ook gelegenheid
om invulling te geven aan het amendement Palland/Ceder3 om in 2023 een impuls te bieden aan het aanbod van voedselhulp en persoonlijk verzorging.
Ik ben voornemens om een deel van de middelen die via dit amendement beschikbaar zijn
gekomen (in totaal € 5 miljoen euro) als cofinanciering in te brengen ten behoeve
van het ESF+-project van Stichting Voedselvangnet. Daarmee financier ik dan de 10
procent van de projectkosten dat niet vanuit het ESF+ wordt gesubsidieerd. Dit komt
neer op een bedrag van maximaal € 1,76 miljoen euro. Daarnaast wil ik de middelen
deels inzetten voor het ondersteunen van de activiteiten van het Nederlandse Rode
Kruis op het terrein van voedselhulp (of materiële hulp). Het Nederlandse Rode Kruis
biedt waardevolle ondersteuning aan mensen die tussen wal en schip vallen. Bijvoorbeeld
voor mensen die niet in aanmerking komen voor ondersteuning van de voedselbanken of
de route naar hulp onvoldoende kennen. Ik ga met het Nederlandse Rode Kruis in gesprek
over hoe deze tijdelijke financiële ondersteuning een impuls aan deze inzet kan geven.
De toekenning van de ESF+ middelen draagt ook bij aan de invulling van de motie van
het lid Kat c.s.4 over de verstrekking van menstruatieproducten aan mensen met een laag inkomen. Met
de ESF+ subsidie zullen ook extra materiële basisproducten voor de klanten van de
voedselbank kunnen worden ingekocht. Het gaat dan om producten voor persoonlijke hygiëne,
zoals menstruatieproducten, tandpasta en shampoo. In aanvulling hierop ben ik, om
nader invulling te geven aan de motie Kat c.s., voornemens om ook het Armoedefonds
een tijdelijke financiële impuls te geven om het aantal uitgiftepunten voor menstruatieproducten
uit te breiden. Recent is het 1.500e uitgiftepunt geopend en het Armoedefonds streeft naar 2.500 punten. Het Armoedefonds
heeft een subsidieaanvraag van 2 miljoen euro bij mij ingediend met het oog op een
snelle realisatie van deze voorziene uitbreiding. Ik ben voornemens om het Armoedefonds
in staat te stellen dit jaar nog aan de slag te kunnen.
Ik stel vanzelfsprekend ook extra gelden beschikbaar om de inwoners op Bonaire, Sint
Eustatius en Saba op een gelijke wijze op dit onderwerp te kunnen ondersteunen. De
ESF+ middelen zijn niet beschikbaar voor Caribisch Nederland, maar ik geef Caribisch
Nederland minimaal een vergelijkbaar aandeel voor voedselhulp en voedselzekerheid.
Daartoe ga ik dit voorjaar in gesprek met de nieuwe bestuurscolleges van de openbare
lichamen over wat de eilanden aanvullend nodig hebben voor de aanpak van armoede en
schulden. Ik pak daarbij met urgentie dit onderwerp op en stuur erop dit onderwerp
structureel in te bedden in de genoemde aanpak armoede en schulden op Bonaire, Saba
en Sint Eustatius. Bij de voortgangsrapportage ijkpunt sociaal minimum Caribisch Nederland
2023 informeer ik uw kamer voor het zomerreces over uitkomst van de gesprekken met
de openbare lichamen van Bonaire, St. Eustatius en Saba.
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen