Brief regering : Verslag van de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 9 en 10 maart 2023
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2627
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 maart 2023
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel
van 9 en 10 maart 2023.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
VERSLAG INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN HANDEL VAN 9 EN 10 MAART 2023
Introductie
Op donderdag 9 en vrijdag 10 maart jl. vond de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel
plaats onder Zweeds voorzitterschap in Stockholm. Tijdens het diner op donderdag 9 maart
werd gesproken met de voorzitter van het Comité Internationale Handel (INTA) van het
Europees Parlement, Bernd Lange. Tijdens de plenaire vergadering van de Raad op 10 maart
werd achtereenvolgens gesproken over de bijdrage van het EU-handelsbeleid van de Europese
Unie (EU) aan het Europese concurrentievermogen en over de handelsrelaties tussen
de EU en de Verenigde Staten (VS). Tijdens de lunch is handelsgerelateerde steun aan
Oekraïne besproken.
Tijdens de Raad heeft Nederland een korte toelichting gegeven over de aankondiging
in de Kamerbrief van 8 maart jl. inzake aankomende exportcontrolemaatregelen voor
geavanceerde productieapparatuur voor halfgeleiders1. Aangezien dit onderwerp niet op de agenda stond, is er geen discussie over gevoerd.
Zoals verwoord in de Kamerbrief heeft Nederland intensief contact met de Europese
Commissie en EU-lidstaten over dit onderwerp, en zal dit blijven onderhouden.
Dinerbijeenkomst met de voorzitter van het Comité Internationale Handel (INTA)
Tijdens het diner op donderdag 9 maart wisselde de Raad informeel van gedachten over
lopende handelsdossiers met de voorzitter van het INTA-Comité van het Europees Parlement
(EP), de heer Bernd Lange. Zo lichtte de heer Lange de prioriteiten van het EP toe
voor het laatste jaar tot aan de EP-verkiezingen in 2024, waaronder de noodzaak om
snelheid te maken bij het afsluiten en ratificeren van akkoorden met partners waarmee
onderhandeld wordt. Ook ging de heer Lange in op de lopende trilogen over wetgevende
voorstellen zoals het Algemeen Preferentieel Stelsel en het anti-dwanginstrument,
waarbij de positie en inzet van het EP in deze onderhandelingen nader werd toegelicht.
Bijdrage van EU-handelsbeleid aan het Europese concurrentievermogen
In de plenaire bespreking van de Raad onderstreepte Handelscommissaris Dombrovskis
tijdens zijn interventie het belang van een actieve EU-handelsagenda. Diversificatie
van handelspartners en handelsstromen zal de EU weerbaarder maken. Ook benadrukte
de Commissie het belang van blijvende inzet op hervorming van de WTO. Verder stelde
Dombrovskis dat het belangrijk is dat de EU kijkt naar ander vormen van partnerschappen,
waaronder in het kader van de Critical Raw Materials Act en samenwerking met handelspartners op het gebied van digitale handel.
Onder lidstaten was er brede steun voor een actieve EU-handelsagenda en werd opgeroepen
tot het boeken van voortgang in lopende onderhandelingen. Meerdere lidstaten benadrukten
hierbij het belang van toegang tot grondstoffen en diversificatie onder andere in
het kader van de Open Strategische Autonomie van de EU. Ook brachten verschillende
lidstaten afspraken over handel en duurzame ontwikkeling in bilaterale handelsakkoorden
op. Verschillende lidstaten benadrukten in hun interventie het belang van partnerschappen
naast bilaterale handelsakkoorden, zoals afspraken over digitale handel en grondstoffen.
Nederland heeft tijdens de discussie aangegeven dat het versterken van het concurrentievermogen
van de EU begint bij een sterk economisch fundament. Handelsakkoorden en strategische
partnerschappen kunnen helpen bij diversificatie van handelspartners door bedrijven
meer opties te bieden voor de invoer van grondstoffen en halffabricaten, wat ook bijdraagt
aan de groene en digitale transities. Nederland sprak daarbij ook steun uit voor verdieping
van de samenwerking met landen via andere instrumenten dan bilaterale handelsakkoorden,
zoals het Trade and Technology Council-format, of afspraken over grondstoffen. Ook
benadrukte Nederland dat de EU gericht moet kijken naar sectoren die van strategisch
belang zijn bij het verlenen van staatssteun, waaronder die voor de groene en digitale
transitie, en niet verwikkeld moet raken in een internationale subsidierace. Dat is
immers ook van belang voor de geloofwaardigheid van de EU als voorvechter van het
op regels gebaseerde multilaterale handelssysteem.
Handelsrelatie EU – VS
Onder het agendapunt handelsrelatie EU-VS werd een aantal aspecten van deze handelsrelatie
besproken, te weten de Inflation Reduction Act (IRA), het Global Arrangement on Sustainable Steel and Aluminium (GSA) en de Trade and Technology Council (TTC). Ten aanzien van de IRA verwelkomde Handelscommissaris Dombrovskis de groene ambities
van de VS, maar sprak zijn zorgen uit over de marktverstorende elementen van de IRA.
Er wordt nog onderhandeld over mogelijke oplossingen, maar als dit uiteindelijk onvoldoende
effect sorteert, dan liggen alle opties op tafel om de interne markt te beschermen.
Lidstaten, inclusief Nederland, gaven aan de inzet van de Commissie, gericht op het
vinden van oplossingen met de VS via onderhandelingen, te steunen. In lijn met bovengenoemde
discussie, benadrukten lidstaten bovendien het belang van transparantie in subsidies.
Vervolgens lichtte Handelscommissaris Dombrovskis de voortgang in het GSA toe. De
EU en de VS hebben beide voorstellen gedaan over de nadere vormgeving van dit platform,
dat tot doel heeft om de koolstofuitstoot in de staal- en aluminiumsectoren te reduceren.
De inzet daarbij is dat de zogenaamde «sectie-232 tarieven» van de VS op staal en
aluminium uit de EU definitief van tafel gaan, evenals de rebalancerende maatregelen
op VS producten die hier door de EU tegenover zijn gezet. Veel lidstaten, waaronder
Nederland, benadrukten het belang van vergroening in deze sector en het belang dat
de GSA in lijn moet zijn met de WTO afspraken.
De Trade and Technology Council (TTC) werd door de Commissie genoemd als het primaire
platform voor trans-Atlantische samenwerking, hetgeen veel lidstaten – inclusief Nederland
– onderschrijven. In lijn met de lopende onderhandelingen over de IRA, benadrukte
de Commissie vooral de mogelijkheden voor samenwerking op het gebied van groene economie
en technologie. Het nieuwe Transatlantic Initiative on Sustainable Trade (TIST), onder de TTC, moet nadere uitwerking hieraan geven. Zowel de EU als de VS zijn positief
over de mogelijkheden.
Tot slot sprak Handelscommissaris Dombrovskis over het belang van EU-VS-samenwerking
voor hervorming van de WTO. De kans op betekenisvolle hervorming van de WTO is immers
beduidend groter als de VS hierbij goed betrokken is.
Lunch – Handelsgerelateerde steun aan Oekraïne
Gedurende de lunch sprak de Raad over steun aan Oekraïne middels handelsmaatregelen
in aanwezigheid van de Oekraïense Eerste Vice-Minister-President en Minister van Economische
Zaken Yulia Svryrydenko.
Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, benadrukte het belang van implementatie
van het EU-Oekraïne Deep and
Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) en de voortgang op het recent aangenomen Priority Action Plan dat prioriteiten identificeert ten behoeve van deze implementatie van het DCFTA.
Onder het DCFTA heeft Oekraïne zich gecommitteerd aan het overnemen van het EU acquis
onder andere op handelsgerelateerde terreinen zoals dierenwelzijn.
Naast de implementatie van de afspraken in het DCFTA, werd stilgestaan bij de voorgestelde
verlenging van de tijdelijke opschorting van importheffingen op Oekraïense producten.
Onder de lidstaten bestond brede steun voor de verlenging van deze autonome maatregelen.
Ook Nederland gaf aan de verlenging in beginsel te steunen, gelet op het blijvend
belang van economische steun aan Oekraïne in het licht van de voortdurende Russische
agressie tegen Oekraïne. Het kabinet is zich er tegelijkertijd van bewust dat Nederlandse
en Europese marktpartijen, met name in de landbouwsector, als gevolg van de tijdelijke
tariefliberalisatie meer concurrentie ervaren door toegenomen Oekraïense uitvoer naar
de EU. Uw Kamer zal spoedig nader geïnformeerd worden over de kabinetspositie ten
aanzien van de voorgestelde verlenging.
Bovendien vroeg Oekraïne in hoeverre de lidstaten bedrijfsactiviteiten in Oekraïne
faciliteren. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, merkte op dat het naar mogelijkheden
kijkt om de financiële risico’s voor bedrijven af te dekken om te exporteren naar
Oekraïne via een garantie of verzekeringsinstrument. Handelscommissaris Dombrovskis
gaf aan hier gezamenlijk met de lidstaten naar te willen kijken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking