Brief regering : Kabinetsreactie op de geactualiseerde Corporate Governance Code en Monitoring Rapport boekjaar 2021
31 083 Corporate governance
Nr. 64
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 maart 2023
Via deze brief geef ik, mede namens de Minister van Financiën en de Minister voor
Rechtsbescherming, een reactie op de geactualiseerde Nederlandse Corporate Governance
Code (hierna: de Code), het monitoringsrapport van de Monitoring Commissie Corporate
Governance Code (hierna: de Commissie) over boekjaar 2021 en het slotdocument. Daarbij
ga ik kort in op de stand van zaken van de vorig jaar gestarte verkenning naar hoe
de Code toekomstbestendig kan worden ingericht.
Op 20 december 2022 heb ik uw Kamer op de hoogte gesteld van de publicatie van de
geactualiseerde Code, het Monitoring Rapport over boekjaar 2021 en het slotdocument.1 De gepubliceerde Code is een geactualiseerde versie van de Code uit 2016. Het Monitoring
Rapport bevat de resultaten van de monitoring van de naleving van de Code door beursvennootschappen
over het boekjaar 2021. In het slotdocument geeft de Commissie, ter afronding van
haar zittingstermijn, een korte terug- en vooruitblik op de ontwikkelingen en de rol
van de Code.
De Code, de Commissie en haar taak
In de Code zijn principes en best practice-bepalingen opgenomen die zich richten op het stimuleren van goede governance bij beursgenoteerde vennootschappen.2 De Code regelt de verhoudingen tussen het bestuur, de raad van commissarissen en
de (algemene vergadering van) aandeelhouders. Beursgenoteerde vennootschappen gebruiken
de Code als handvat voor de inrichting van hun governance. Daarnaast is de Code voor vele andere ondernemingen en instellingen een inspiratiebron
en kiezen zij ervoor de Code vrijwillig toe te passen. De Code is een product van
zelfregulering van marktpartijen, de zogenoemde schragende partijen.3
De Code is wettelijk verankerd, wat betekent dat beursvennootschappen verantwoording
dienen af te leggen over de naleving van de Code in het bestuursverslag.4 Volgens het «pas toe of leg uit»-principe worden de bepalingen in de Code nageleefd
door deze toe te passen of in het bestuursverslag uit te leggen waarom van de betreffende
bepalingen wordt afgeweken.
De Commissie, ingesteld door de overheid, heeft tot taak de actualiteit en bruikbaarheid
van de Code te bevorderen en voert deze taak onder andere uit door jaarlijks de naleving
van de Code door de Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen te monitoren en leemtes
of onduidelijkheden in de Code te signaleren. De Commissie doet ten minste één keer
per jaar verslag van haar bevindingen aan de ministers van Economische Zaken en Klimaat,
van Financiën en voor Rechtsbescherming.
Actualisatie van de Code
Proces totstandkoming
De Commissie beschrijft in haar verantwoordingsdocument5 de aanleiding voor de actualisatie: een aantal belangrijke ontwikkelingen (zoals
de grotere nadruk op duurzaamheid, digitalisering, en diversiteit en inclusie) en
gewijzigde wet en regelgeving. Verder heeft de Commissie op verzoek van de Minister
van Financiën beoordeeld of en in hoeverre de aanbevelingen in het onderzoeksrapport
«Versterking Verantwoordingsketen» van de Universiteit Leiden konden worden meegenomen
in de actualisering en nadere duiding van de Code. De voorstellen voor actualisatie
van de Code heeft de Commissie gepresenteerd in een consultatiedocument dat van 21 februari
2022 tot en met 17 april 2022 ter consultatie lag. Hierop zijn 47 uiteenlopende reacties
ontvangen. Gedurende het proces van actualisatie heeft de Commissie daarnaast gesproken
met belanghebbenden, in het bijzonder met de schragende partijen.
Inhoudelijke wijzigingen
De actualisatie van de Code ziet met name op het terrein van 1. langetermijn-waardecreatie,
2. diversiteit, 3. de rol van aandeelhouders en 4. technologische ontwikkelingen.
Onderstaand licht ik deze wijzigingen kort toe.
1. Het bestuur is verantwoordelijk voor duurzame langetermijn-waardecreatie. Dit houdt
in dat bestuurders van vennootschappen bij het bepalen van de strategie en het nemen
van beslissingen de houdbaarheid en duurzaamheid op de lange termijn centraal moeten
stellen. Het bestuur dient hierbij verslag te doen over de geformuleerde doelstellingen,
effecten op mens en milieu, de betrokkenheid van stakeholders en de mate waarin de
doelstellingen zijn gehaald. Nieuw in de Code is verder dat het bestuur een beleid
dient op te stellen voor een dialoog met de relevante stakeholders over in ieder geval
de duurzaamheidsaspecten van de strategie. Het is aan de vennootschap om deze dialoog
te faciliteren.
2. Vennootschappen dienen een beleid inzake diversiteit en inclusie (D&I) op te stellen
voor de gehele onderneming. Onderdeel van dit D&I-beleid zijn in ieder geval concrete,
passende en ambitieuze doelen om een goede balans te bereiken in voor de vennootschap
relevante aspecten van D&I voor de samenstelling van het bestuur, de raad van commissarissen,
het executive committee (indien aanwezig), en de subtop. Van het bestuur en de raad
van commissarissen wordt verwacht dat ze zich de vraag stellen wat de maatschappelijke
rol van de vennootschap is op het gebied van D&I, wat de relevantie daarvan is voor
de cultuur van de onderneming en hoe daaraan invulling kan worden gegeven in de leiderschapsontwikkeling.
3. Het belang van effectieve en duurzame aandeelhoudersbetrokkenheid wordt onderstreept
en de rol van aandeelhouders wordt nader geduid. Ook is opgenomen dat aandeelhouders
het belang van een strategie gericht op duurzame langetermijn-waardecreatie van de
vennootschap onderkennen.
4. Tevens wordt in de geactualiseerde Code meer aandacht geschonken aan technologische
ontwikkelingen, als kans en als risico. Zo dient er in het vormgeven van de strategie
voor duurzame langetermijn-waardecreatie in ieder geval aandacht te worden besteed
aan de impact van nieuwe technologieën en veranderende businessmodellen. Hierbij is
het van belang dat er bewustzijn is en geanticipeerd wordt op de daaraan verbonden
risico’s, waaronder cybersecurity. Ook zijn deskundigheid en ervaring over digitalisering
bij het bestuur en de raad van commissarissen cruciaal om de digitaliseringstransitie
in goede banen te leiden, zodat zij deze dimensies in de onderneming kunnen opbouwen
en toezien op de kwaliteit ervan.
Verder hebben de aanbevelingen in het rapport «Versterking Verantwoordingsketen» geleid
tot het actualiseren van bepalingen over de interne auditdienst en de periodieke evaluatie
van bestuur en raad van commissarissen. De aanbeveling over de verklaring omtrent
de risicobeheersing (VOR) behoeft nadere discussie en is niet meegenomen in de actualisatie.
Zoals de Minister van Financiën in haar brief van 22 februari 2023 aangeeft, gaat
zij in op de uitnodiging voor de bijeenkomst van VNO-NCW in maart 2023 om met alle
schragende partijen, de NBA, de AFM en de betrokken ministeries te spreken over de
VOR.6.
Reactie kabinet
Het kabinet is de Commissie Van der Meer Mohr zeer erkentelijk voor de actualisering
van de Code. Het kabinet ziet dat de Commissie en de schragende partijen met de geactualiseerde
Code belangrijke stappen voorwaarts hebben gezet die aansluiten bij ontwikkelingen
in de samenleving en bijdragen aan goede governance. In de versie van de Code uit 2016 stond langetermijn-waardecreatie al centraal en
met de laatste wijzigingen (onder meer focus op duurzame langetermijn-waardecreatie en beleid voor stakeholdersdialoog) wordt deze lijn verder
doorgezet. Dit sluit aan bij de Europese regelgeving die grote bedrijven gaat verplichten
nauwkeurig te rapporteren over hun duurzaamheidsinspanningen en negatieve gevolgen
voor mens en milieu te identificeren, mitigeren, stoppen en te voorkomen.7 Het kabinet omarmt deze lijn en acht het waardevol dat bedrijven maatschappelijke
langetermijnwaarde creëren en hun stakeholders zorgvuldig raadplegen. Hierbij is het
goed dat er ook aandacht is voor de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders.
Dit is belangrijk voor beursvennootschappen om een maatschappelijke bijdrage te kunnen
leveren.
Verder kijkt het kabinet positief naar de wijzigingen omtrent D&I. Deze wijzigingen
sluiten goed aan op de in 2022 inwerking getreden Wet evenwichtigere man/vrouw verhouding.8 De geactualiseerde Code verwacht bovendien van beursvennootschappen dat zij een D&I-beleid
opstellen dat breder is dan man-vrouwverhoudingen en dat zij hierover rapporteren.
Het kabinet is van mening dat diversiteit in het werknemersbestand bijdraagt aan een
goede governance en bedrijven betere besluiten en bedrijfsresultaten kan opleveren. Daarnaast moet
iedereen in Nederland gelijke kansen hebben om talenten te ontwikkelen en in de praktijk
te brengen, ongeacht leeftijd, geslacht, genderidentiteit, beperking, huidskleur,
religie, culturele identiteit etc.
Ook vindt het kabinet het goed dat er in de geactualiseerde Code meer aandacht is
voor technologische ontwikkelingen, als kans en als risico. Dit draagt bij aan verantwoording
over digitale veiligheidsrisico’s en sluit aan bij de aanbeveling van de Onderzoeksraad
voor Veiligheid (OVV) om organisaties op eenduidige wijze verantwoording af te laten
leggen over de wijze waarop zij digitale veiligheidsrisico’s beheersen.9
De kracht van de Code zit hem in het feit dat de schragende partijen zelf afspraken
maken en verantwoordelijkheid nemen voor goed ondernemerschapsbestuur. De Code komt
tot stond door de inbreng van alle schragende partijen mee te nemen, waarbij bepaalde
partijen wellicht verder hadden willen gaan en anderen juist minder ver. Uiteindelijk
is er tot een consensus gekomen met een breed gedragen mandaat. Het kabinet is dan
ook van mening dat met de wijzigingen de geactualiseerde Code actueel en relevant
blijft. Zodoende draagt de Code bij aan het vertrouwen in, en de maatschappelijke
waardering van, het bedrijfsleven.
Wettelijke verankering
Op dit moment is de versie van de Code uit 2016 wettelijk verankerd. Het kabinet is
voornemens om in plaats daarvan de geactualiseerde Code wettelijk te verankeren. Dit
betekent dat beursvennootschappen verantwoording dienen af te leggen over de naleving
van de Code in het bestuursverslag conform het «pas-toe-of-leg-uit»-principe.10 De benodigde algemene maatregel van bestuur voor de wettelijke verankering kent een
voorhangprocedure waardoor uw Kamer en de Eerste Kamer zich over dit voornemen kunnen
uitspreken. Het conceptbesluit zal daartoe voor het zomerreces naar uw Kamer en de
Eerste Kamer worden gestuurd.
Monitoringsrapport van de Commissie
Het monitoringsrapport bevat de resultaten van de monitoring van de naleving van de
Code door beursvennootschappen over het boekjaar 2021. De Commissie heeft, in lijn
met het voorgaande jaar, SEO Economisch Onderzoek (hierna: SEO) opdracht gegeven om
onderzoek te doen naar de kwaliteit van rapportage van een selectie van bepalingen
uit de Code over de onderwerpen langetermijn-waardecreatie, diversiteit en cultuur.
Hierbij heeft SEO eerst de naleving van de geselecteerde rapportagebepalingen uit
de Code in kaart gebracht en vervolgens een grondige toets gedaan op de kwaliteit
van de toelichting. De belangrijkste conclusies in het monitoringsrapport van de Commissie
worden hieronder puntsgewijs toegelicht waarna het kabinet zijn reactie geeft.
− Uit het onderzoek volgen in eerste instantie hoge nalevingspercentages van ruim boven
de 90% op de gemonitorde best practice-bepalingen.
− Uit het onderzoek naar de kwaliteit van toelichtingen blijkt echter dat vennootschappen
betekenisvoller kunnen rapporteren. Betekenisvolle verslaggeving beschrijft niet alleen
intenties en beleid ter implementatie van de best practices, maar geeft ook inzicht in de genomen acties, dilemma’s die zich daarbij voordoen,
de afwegingen die daarbij worden gemaakt, de uitkomsten en de impact op de onderneming.
− Te weinig vennootschappen (46%) gaan gedegen in op ESG (Environmental, Social en Governance)-aspecten in de verantwoording over langetermijn-waardecreatie.
− De visie van de raad van commissarissen op langetermijn-waardecreatie en de strategie
ter realisatie ervan wordt veelal procesmatig beschreven.
− Veel profielschetsen voor een functie als bestuurder of commissaris zijn betrekkelijk
oud: 40% is ouder dan vijf jaar.
− Vennootschappen lichten vaak niet toe waarom de diversiteitsdoelen specifiek passend
zijn voor de vennootschap en maken vaak geen koppeling tussen de doelen, de uitvoering
en de geboekte resultaten.
− De naleving van de best practice-bepaling over cultuur is ten opzichte van vorig jaar gedaald. Veelal noemen vennootschappen
waarden die belangrijk zijn voor hun cultuur, maar lichten zij niet toe wat zij hiermee
bedoelen en waarom juist deze specifiek belangrijk zijn.
De Commissie heeft in het monitoringsrapport aanbevelingen opgenomen die vennootschappen
kunnen helpen om een meer verdiepende, kwalitatieve rapportage te leveren. Hierbij
licht de Commissie toe dat goede rapportages duidelijk, beknopt, en toegespitst zijn
op de vennootschap. Daarnaast geeft de Commissie in het rapport voorbeelden van betekenisvolle
verslaggeving op de diverse bepalingen. Ook heeft de Commissie in 2022 aan zestien
vennootschappen een brief gestuurd met aandachtspunten om hun verslaggeving over boekjaar
2022 te verbeteren.
Het kabinet vindt het positief dat vennootschappen de letterlijke tekst van de Code
goed naleven. Dit laat zien dat zij de Code serieus nemen en een belangrijke plek
in hun governance geven. Het kabinet ziet echter aan de andere kant dat er ruimte voor verbetering
is ten aanzien van de verantwoording over de naleving van de Code. Hier ligt een kans
voor het bedrijfsleven. Daarom waardeert het kabinet de inzet van de Commissie om
bedrijven te stimuleren om meer betekenisvol te rapporteren. Door transparant te zijn,
kan het bedrijfsleven ook laten zien wat hun maatschappelijke bijdrage is, wat weer
kan bijdragen aan het vertrouwen in het bedrijfsleven.
Slotdocument en verkenning toekomst Code
In het slotdocument geeft de Commissie, ter afronding van haar zittingstermijn, een
korte terug- en vooruitblik op de ontwikkelingen en de rol van de Code. De belangrijke
constateringen van de Commissie zijn:
− Met de jaren is de Code verbreed van best practices alleen gericht op de drie organen (bestuurders, Raad van Commissarissen en de algemene
vergadering van aandeelhouders) van de vennootschap naar een Code waarin, mede door
de vraag vanuit de politiek, overheid en maatschappij, ook steeds meer maatschappelijke
thema’s een plaats krijgen. Hierdoor is in toenemende mate sprake van overlap tussen
de Code en (nieuwe) wet- en regelgeving.
− Door de juridisering van de maatschappij komt er meer spanning te staan op het principle based11 uitgangspunt van de Code. Dit draagt er volgens de Commissie aan bij dat schragende
partijen en stakeholders van de vennootschap elkaar minder makkelijk vinden dan voorheen.
− Als gevolg van alle maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van corporate governance zal de geactualiseerde Code binnen afzienbare termijn weer aan herziening toe zijn.
De Commissie geeft in dat kader enkele aanbevelingen mee aan een volgende Commissie
die van belang zijn om de Code relevant en toekomstbestendig te houden.
Zoals reeds aangekondigd in mijn brief van 20 december 2022 heb ik op basis van deze
signalen besloten om te verkennen hoe de Code toekomstbestendig kan worden ingericht.
Hoewel de actualisatie van de Code ervoor gezorgd heeft dat de Code de komende paar
jaar relevant blijft, zal er met deze verkenning onderzocht worden hoe de Code ook
de komende tien jaar actueel en betekenisvol kan blijven. Op dit moment worden diverse
gesprekken gevoerd met de bij de Code betrokken partijen, belanghebbenden en betrokken
departementen. Ik verwacht uw Kamer voor het zomerreces te kunnen berichten over de
opbrengsten en wat die eventueel betekenen voor de huidige opzet, werkwijze en inhoud
van de Code (en de Commissie).
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat