Brief regering : Fiche: Mededeling over het EU-actieplan tegen de illegale handel in cultuurgoederen
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3610 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 februari 2023
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 5 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: API verordening grensbewaking (Kamerstuk 22 112, nr. 3608)
Fiche: API verordening rechtshandhaving (Kamerstuk 22 112, nr. 3609)
Fiche: Mededeling over het EU-actieplan tegen de illegale handel in cultuurgoederen
Fiche: Wijziging Statuut Hof van Justitie (Kamerstuk 22 112, nr. 3611)
Fiche: Verordening ter herziening van het EMA-vergoedingenstelsel (Kamerstuk 22 112, nr. 3612
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
Fiche: Mededeling over het EU-actieplan tegen de illegale handel in cultuurgoederen
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch
en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, over het EU-actieplan tegen de illegale
handel in cultuurgoederen.
b) Datum ontvangst Commissiedocument
16 december 2022
c) Nr. Commissiedocument
COM(2022) 800
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52022DC08…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie
N.v.t.
f) Behandelingstraject Raad
Raad Justitie en Binnenlandse Zaken
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid, in nauwe samenwerking met het Ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2. Essentie voorstel
In het kader van de toegenomen aandacht voor de bestrijding van de illegale handel
in cultuurgoederen presenteert de Europese Commissie (hierna: Commissie) een EU-actieplan
om deze vorm van criminaliteit van een passende respons te voorzien. In de mededeling
stelt de Commissie dat de georganiseerde misdaad, conflictpartijen en terroristen
veel geld verdienen met de illegale handel in cultuurgoederen. Deze illegale handel
wordt gekenmerkt door zijn grensoverschrijdende karakter en het feit dat deze is verbonden
met andere criminaliteitsfenomenen, zoals onder andere diefstal, fraude, witwassen,
plundering en oorlogsmisdrijven.
Het EU-actieplan voorziet in vier doelstellingen. Allereerst beschrijft het actieplan
voorstellen om marktdeelnemers en instellingen voor cultureel erfgoed in staat te
stellen om bij te dragen aan de preventie en opsporing van strafbare feiten, het bevorderen
van gericht toezicht en het bevorderen van kennis over het fenomeen en de daarmee
samenhangende criminaliteit. De Commissie zal bijvoorbeeld de United Nations Educational, Scientific, and Cultural Organization (UNESCO) ondersteunen bij de (al gestarte) dialoog met de kunsthandel en door de
ethische code voor musea van de International Council of Museums (ICOM) te bevorderen, naast kennisuitwisseling en samenwerking tussen veldpartijen
en autoriteiten. Ten tweede het versterken van de rechtshandhavings- en justitiële
capaciteiten. Het betreft niet de mogelijkheden om op tactisch niveau politieel of
justitieel samen te werken, maar de mogelijkheden om op strategisch niveau samenwerking
te bevorderen, door uitwisselen van kennis en deskundigheid. Ten derde worden voorstellen
gedaan om internationale samenwerking te verbeteren. Kenmerk van de illegale handel
in cultuurgoederen is het grensoverschrijdend aspect. Deze handel vindt zowel plaats
binnen de EU als daarbuiten. Zo zal de Commissie in samenwerking met de Europese Dienst
voor Extern Optreden (EDEO) zich inzetten voor de bescherming van Oekraïense cultuurgoederen
tegen vernietiging en onderzoek naar witwassen uitbreiden naar Azië en Latijns-Amerika.
Tenslotte, richt het EU-actieplan zich op het verwerven van steun van andere belangrijke
actoren om cultuurgoederen tegen criminaliteit te beschermen. Een belangrijk aspect
daarbij is de publieke bewustwording van de bestrijding van de illegale handel in
cultuurgoederen. Ondersteuning van derde partijen om het publiek te informeren, met
een nadruk op jongeren, is daarbij belangrijk. Voorbeelden daarvan zijn het opstellen
van een handboek voor journalisten door UNESCO, het steunen van jongereninitiatieven
vanuit Creative Europe en Erasmus+ en activiteiten vanuit de ICOM.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Nederland draagt actief bij om de internationale samenwerking in de aanpak van de
illegale handel in cultuurgoederen te bevorderen, ook vanuit de verplichtingen die
voortvloeien uit EU- en UNESCO-regelgeving. Zo heeft Nederland het voortouw bij de
uitvoering van de zogenaamde Pandora-acties1 en is Nederland actief in Cultnet2. Daarnaast is het kabinet voorstander van de versterking van de aanpak gericht op
preventie en internationale samenwerking, door middel van informatie en kennisuitwisseling,
evidence based onderzoek en deskundigheidsbevordering.
Sinds 2012 zet Nederland in de vierhoek Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed,
Douane, Politie en Openbaar Ministerie al in op de verbetering van de werking van
de toezichts- en handhavingsketen, waardoor samenwerking, kennisoverdracht en deskundigheidsbevordering
efficiënter en effectiever kan plaatsvinden. Binnen het Landelijk Parket van het OM
is een officier van justitie aangewezen die de aanpak van kunstcriminaliteit, waaronder
de bestrijding van de illegale handel in cultuurgoederen wordt begrepen, als aandachtspunt
heeft. Naast de expertise en intelligence functie beheert de politie (bij de groep
Kunst- en Antiekcriminaliteit bij de Dienst Landelijke Informatie Organisatie), een
nationale database van in Nederland gestolen voorwerpen. De gegevens worden aangeleverd
aan de database van Interpol, waar deze informatie publiekstoegankelijk is. Voorts
worden thans stappen gezet om het Digitaal Opkopersregister ook voor kunst- en cultureel
erfgoed voorwerpen te verplichten. De Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed en
Douane werken al geruime tijd samen bij de invoer en uitvoer van cultuurgoederen.
Zij houden toezicht op basis van hun bevoegdheden uit EU- en UNESCO-regelgeving op
dit onderwerp. Daarnaast richt hun samenwerking zich op informatie-uitwisseling training
en opleiding. Binnen de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed zijn vijf inspecteurs
aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar met algemene opsporingsbevoegdheid.
Ook zijn in 2012 de Nederlandse uitgangspunten3 voor de inrichting van toezicht, handhaving en opsporing en vervolging van kunstcriminaliteit,
waaronder de bestrijding van de illegale handel in cultuurgoederen vastgelegd. Verder
werken de Ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Financiën en Justitie
en Veiligheid en de gelieerde toezicht, handhavings- en opsporingsorganisaties politie,
Openbaar Ministerie (hierna: OM), Douane en de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed
samen, onder andere via een coördinatiegroep bestrijding illegale handel en kunstcriminaliteit.
Ook werken zij samen op specifieke acties en wordt beleidsondersteunend onderzoek
uitgevoerd.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet steunt de doelstelling van de mededeling, maar deelt tegelijkertijd in
mindere mate het uitgangspunt van de mededeling.4 Het kabinet acht het van belang bestaande wet- en regelgeving ten aanzien van de
handel in cultuurgoederen effectief gehandhaafd wordt, zeker gezien het veelal cultureel,
artistiek, historisch en/of wetenschappelijk belang van deze voorwerpen. Het onderwerp
van tegengaan van illegale handel in cultuurgoederen is tevens internationaal, met
landen buiten de EU, actueel. Het raakt aan discussies over herkomst, de relatie tussen
cultuurgoederen en de identiteit, geschiedenis en cultureel bewustzijn van inwoners
van landen en (voormalig) conflictgebieden. Het kabinet waardeert daarom in het actieplan
de samenwerking die met internationale organisaties als UNESCO wordt gezocht, om die
internationale dialoog te versterken. Relaties zijn ook te leggen met het terrorisme
en netwerken binnen de georganiseerde criminaliteit. Het kabinet staat dan ook in
beginsel positief tegenover de voorstellen uit het actieplan om in te zetten op preventie,
informatie-uitwisseling, kennis- en deskundigheidsbevordering. Het is ook positief
dat diverse Directoraten-Generaal binnen de Commissie door dit actieplan verdere samenwerking
op dit onderwerp nastreven en activiteiten bundelen of op elkaar afstemmen. Evenwel
voor wat betreft toezichthouders, politiële en justitiële informatie-uitwisseling
en samenwerking met relevante handhavende partners wordt opgemerkt dat de reeds bestaande
Nederlandse kanalen en instrumenten wat het kabinet betreft voldoen. Gelet op de overige
aspecten van het actieplan ziet het kabinet, vanwege het internationale en grensoverschrijdende
karakter van de illegale handel in cultuurgoederen een duidelijke meerwaarde om dit
op EU-niveau aan te pakken. Daarnaast raakt het actieplan aan geopolitieke aspecten
als het gaat om de relatie tussen bron-, doorvoer- en bestemmingslanden van cultureel
erfgoed. Een intensieve dialoog tussen EU-lidstaten en -instellingen is daarom op
zijn plaats.
Verder staat er in het voorgestelde actieplan beschreven dat marktpartijen en erfgoedinstellingen
betrokken worden bij de preventie en opsporing van kunstcriminaliteit en illegale
handel in cultuurgoederen. Het kabinet geeft aan dat er in Nederland ervaring is met
het betrekken van experts bij het beoordelen van cultuurgoederen en hun illegale of
legale herkomst. Met koepelorganisaties vanuit de kunsthandel is regelmatig overleg
om hen te informeren over de internationale ontwikkelingen ten aanzien van de risico’s
en kwetsbaarheden met betrekking tot de internationale handel in cultuurgoederen en
om met hen te werken aan verantwoord ondernemerschap en schone kunsthandel.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
De verwachting is dat een groot deel van de lidstaten zich zal kunnen vinden in het
actieplan. Bij de presentatie van deze voorstellen en een eerste bespreking daarvan
op expertniveau, hebben enkele lidstaten uitgesproken dat zij het plan niet ambitieus
genoeg vinden. Zij hebben daarbij een voorkeur uitgesproken voor meer concrete maatregelen,
waaronder bijvoorbeeld een verplichting tot een nationaal opkopersregister, de financiering
door de Commissie van een EU-CultNeT-contactpunt bij Europol, een bezinning over de
bewijslast en de invoering van een permanent strafbaar feit op Europees niveau en
het opzetten van een netwerk van gespecialiseerde onderzoekers en kunstdeskundigen.
Evenwel vindt het kabinet het actieplan als eerste stap ambitieus genoeg. Het Europees
Parlement heeft geen rol in deze mededeling.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
a) Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid van de Commissie is
positief. De mededeling heeft betrekking op de ruimte van vrijheid, veiligheid en
recht en de interne markt. Op deze terreinen is sprake van een gedeelde bevoegdheid
tussen de EU en de lidstaten (Artikel 4, lid 2, onder a en j, VWEU). Ook heeft de
mededeling betrekking op het gebied van cultuur. Op het gebied van cultuur is sprake
van aanvullende EU-bevoegdheid om het optreden van de lidstaten te ondersteunen, coördineren
of aan te vullen (art. 6 onder c, VWEU). De Commissie is zodoende bevoegd om op deze
onderwerpen een mededeling te doen.
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteit is positief. De
mededeling heeft tot doel om de illegale handel in cultuurgoederen te bestrijden.
Gezien het grensoverschrijdende karakter van deze illegale handel, heeft het optreden
op EU-niveau ter bevordering van de samenwerking tussen de lidstaten ter zake een
duidelijke toegevoegde waarde. De zeer uiteenlopende aspecten van de bestrijding van
de illegale handel in cultuurgoederen, zoals de verscheidenheid aan criminaliteitsfenomenen
(waaronder oorlogsmisdrijven, plundering, diefstal, witwassen), de betrokkenheid van
de internationaal georganiseerde criminaliteit en terrorisme, vereiste deskundigheid,
zijn zo divers en complex dat lidstaten dit niet of niet voldoende zelf of bilateraal
kunnen oplossen.
c) Proportionaliteit
De grondhouding ten aanzien van de proportionaliteit is positief. De mededeling heeft
tot doel om de illegale handel in cultuurgoederen te bestrijden. De in de mededeling
vervatte voornemens bouwen in de eerste plaats voort op bestaande initiatieven en
ontwikkelingen. De acties en initiatieven gericht aan de lidstaten of de EU als geheel,
zijn, voor zover concreet, vrijblijvend geformuleerd. Daarom laat het voorgestelde
optreden uit de mededeling voldoende handelingsvrijheid voor de lidstaten en gaat
het niet verder dan noodzakelijk. Daarnaast acht het kabinet het voorgestelde optreden
geschikt om de doelstellingen te bereiken. Zo ziet een van de doelstellingen op de
uitwisseling van kennis en deskundigheid. De voorstellen uit het actieplan om in te
zetten op preventie, informatie-uitwisseling, kennis- en deskundigheidsbevordering
dragen bij aan het gestelde doel.
d) Financiële gevolgen
Nederland is van mening dat de benodigde middelen gevonden dienen te worden binnen
de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze
moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Er worden geen consequenties
voorzien voor de nationale begroting, gezien het niet-bindende karakter van de voorstellen
van dit actieplan aan de lidstaten. Voor zover de uitwerking van de voorstellen uit
dit plan tot additionele kosten leiden, zullen deze budgettaire gevolgen worden ingepast
op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels van
de budgetdiscipline.
e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
De illegale handel in cultuurgoederen kan voor het cultureel erfgoed binnen en buiten
de EU onherstelbare gevolgen hebben. Deze praktijken vernietigen delen van onze collectieve
herinnering en berooft de mensheid van sporen van haar geschiedenis. Daarmee raakt
het actieplan ook aan de internationale discussie over herkomst, culturele identiteit,
geschiedenis en cultureel bewustzijn van inwoners van landen en (voormalig) conflictgebieden.
Deze mededeling heeft geen gevolgen voor de regeldruk.
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken