Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de mogelijke impact van de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over het UBO-register op de Wet centraal aandeelhoudersregister (CAHR)
34 661 Voorstel van wet van de leden Nijboer en Alkaya tot wijziging van de Registratiewet 1970 in verband met de instelling van een centraal aandeelhoudersregister (Wet centraal aandeelhoudersregister)
31 477 Bestrijden witwassen en terrorismefinanciering
Nr. 15 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 februari 2023
Op 28 november 2022 heeft de vaste commissie voor Financiën verzocht om een brief
over de mogelijke impact van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie
(hierna: het Hof) over het UBO-register1 op het voorstel van wet van de leden Nijboer en Alkaya tot wijziging van de Registratiewet
1970 in verband met de instelling van een centraal aandeelhoudersregister, Wet centraal
aandeelhoudersregister (Kamerstuk 34 661) (hierna: het initiatiefwetsvoorstel).2 Hoewel het in de eerste plaats aan de initiatiefnemers is om aan te geven wat de
mogelijke impact is van het arrest van het Hof op het initiatiefwetsvoorstel, geef
ik hierbij mijn duiding op basis van hetgeen mij blijkens de memorie van toelichting
bekend is over het voorgestelde centraal aandeelhoudersregister.
Uitspraak Hof van Justitie van de Europese Unie
Op 22 november 2022 heeft het Hof uitspraak gedaan in een prejudiciële zaak over het
Luxemburgse UBO-register. Deze uitspraak heeft ook gevolgen voor Nederland. Het Hof
stelt vast dat de Europese wetgever met de anti-witwasrichtlijn een doelstelling van
algemeen belang nastreeft die zelfs een ernstige inmenging in de artikelen 7 en 8
van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna «Handvest») erkende
grondrechten, namelijk eerbiediging van het privé leven en bescherming van persoonsgegevens,
kan rechtvaardigen, en dat de toegang van het brede publiek tot informatie over uiteindelijk
begunstigden kan bijdragen tot de verwezenlijking van die doelstelling. Echter, het
Hof concludeert kort gezegd dat de bepaling in de anti-witwasrichtlijn die regelt
dat lidstaten moeten zorgen dat eenieder toegang moet krijgen tot UBO-informatie,
onvoldoende onderbouwd is en daarmee ongeldig is. Vervolgens heeft het Hof op 5 december
jl. een «review» gepubliceerd met verdere verduidelijking op de uitspraak. De consequentie
hiervan is dat lidstaten zorg moeten dragen dat informatie over uiteindelijk belanghebbenden
toegankelijk is voor personen en organisaties die een legitiem belang kunnen aantonen,
in plaats van elk lid van de bevolking.
Naar aanleiding van het arrest is door de Minister van Financiën aangekondigd dat,
in afwachting van een zorgvuldige analyse van deze uitspraak, tijdelijk geen informatieverstrekkingen
worden gedaan uit het UBO-register.3 Voor deze analyse en opvolging van de uitspraak verwijs ik graag naar de Kamerbrief
over dit onderwerp van 20 januari 2023.4 Het beeld is in ieder geval dat bevoegde autoriteiten en de meldingsplichtige instellingen
toegang kunnen blijven houden, evenals andere personen en organisaties met een legitiem
belang. Er wordt in dat kader bezien hoe deze toegang dient te worden vormgegeven.
Daarbij blijft de plicht gelden voor juridische entiteiten om UBO’s te registeren.
Mogelijke impact op het initiatiefwetsvoorstel
Het initiatiefwetsvoorstel bevat de verplichting voor notarissen om akten inzake aandelenoverdrachten
in te schrijven in een in te stellen centraal aandeelhoudersregister. Voorts bevat
het initiatiefwetsvoorstel delegatiebepalingen over de inhoud van de uit die akten
op te nemen informatie in het centraal aandeelhoudersregister, de afnemers die toegang
krijgen tot de informatie in dat register en de verdeling van de kosten voor de instandhouding
van dat register.
Een centraal aandeelhoudersregister zoals voorgesteld in het initiatiefwetsvoorstel,
is niet publiek toegankelijk. Het UBO-register was dit voor de uitspraak van het Hof
op 22 november wel. Toegang tot informatie over de aandeelhouders is in het CAHR alleen
bedoeld voor specifieke partijen met een belang, zoals de betrokken vennootschap en
bevoegde autoriteiten. Het artikel in de anti-witwasrichtlijn dat door het Hof ongeldig
is verklaard, bood aan elk lid van de bevolking in alle gevallen toegang tot informatie
over de aandeelhouders van binnen hun grondgebied opgerichte vennootschappen en andere
juridische entiteiten. De inmenging in de grondrechten op eerbiediging van het privéleven
en bescherming van persoonsgegevens is daarom van een andere orde. Zo kan, in tegenstelling
tot het UBO-register van voor 22 november 2022, geen sprake zijn van misbruik van
persoonsgegevens zoals omschreven in het arrest doordat de persoonsgegevens niet openlijk
kunnen worden geraadpleegd, opgeslagen en verspreid.
De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij
Indieners
-
Indiener
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën