Brief regering : Reactie op de motie van het lid Raemakers over actualisering van het advies van de commissie-Dannenberg (Kamerstuk 29325-142)
29 325 Maatschappelijke Opvang
Nr. 154
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 februari 2023
In de motie van het Kamerlid Raemakers (Kamerstuk 29 325, nr. 142) wordt gevraagd uiterlijk 1 februari 2023 te komen met een overzicht van de onderzoeken
en adviezen die na het verschijnen van het advies van de Commissie Dannenberg zijn
uitgebracht. Tevens verzoekt de motie aan te geven in hoeverre het advies van de Commissie
Dannenberg actueel is en wordt verzocht het advies per aanbeveling te actualiseren.
In de motie wordt geconstateerd dat de doordecentralisatie beschermd wonen een aantal
risico's kent die door waarborgen moeten worden ondervangen en dat in de argumentatie
nog vaak wordt gewezen op het advies van de Commissie Dannenberg uit 2015, dat inmiddels
gedateerd is. Met deze brief geef ik invulling aan het gevraagde in deze motie.
In de bijlage treft u een lijst van alle onderzoeken en adviezen aan die sinds de
publicatie van het advies van de Commissie Dannenberg in 2015, getiteld «Van beschermd
wonen naar een beschermd thuis», zijn uitgebracht. Tevens treft u een nadere toelichting
op deze onderzoeken en adviezen aan. Daarin is beschreven dat in die diverse onderzoeken
en adviezen, waarvan de meeste van relatief recente datum, allerlei aspecten en risico’s
rond de implementatie van het advies «Van beschermd wonen naar een beschermd thuis»
nader zijn bezien en is op hoofdlijnen aangegeven welke maatregelen en waarborgen
inmiddels zijn genomen.
Hoewel het rapport Dannenberg dateert uit 2015, is het door middel van de diverse
onderzoeken en bestuurlijke maatregelen op alle relevante punten geactualiseerd, laatstelijk
eerste helft 2022. Ook recente ontwikkelingen zoals de toenemende krapte op de woningmarkt
en de openstelling van de Wlz voor de doelgroep zijn hierin meegenomen.
In het Commissiedebat van 7 december 2022 (Kamerstuk 29 325, nr. 153) werd door meerdere leden gevraagd of de transitie van beschermd wonen naar beschermd
thuis nog wel nodig is. De doelstelling van een transitie van beschermd wonen naar
een beschermd thuis, zodat mensen zoveel mogelijk in de eigen vertrouwde omgeving
ondersteund kunnen worden en kunnen herstellen, wordt door alle partijen onderschreven.
Ofschoon gemeenten met hun samenwerkingspartners volop bezig zijn met de voorbereiding
van de transitie en er al mooie voorbeelden zijn, is het aantal cliënten dat in totaal
gebruik maakt van beschermd wonen (zowel in de Wmo 2015 als de Wlz) sinds 2015 niet
afgenomen. Niet alleen bleken eenmalig meer cliënten te zijn ingestroomd in de Wlz
dan verwacht, ook in 2021 en 2022 blijkt sprake te zijn van een hogere instroom in
de Wlz dan verwacht. Het betreft voor het grootste deel cliënten afkomstig uit beschermd
wonen. Indien deze instroom in de Wlz van cliënten beschermd wonen zich komende jaren
zou doorzetten, zou deze feitelijk tegengesteld zijn aan de door de Commissie Dannenberg
beoogde ontwikkeling, naar een beschermd thuis. Gelet op het huidige aantal cliënten
dat gebruik maakt van beschermd wonen is de beoogde transitie naar een beschermd thuis
onverminderd actueel. Over de mogelijke trend naar verdere intramuralisering in het
kader van de Wlz komen de Minister voor Langdurige Zorg en Sport en ik binnenkort
in een separate brief terug.
Uit de onderzoeken blijkt ook dat het scenario van voortzetting van de status quo
slecht scoort op de doelstelling van transitie naar een beschermd thuis, met ondersteuning
nabij de inwoner. De beste methode om die doelstelling te bereiken is volgens deze
onderzoeken enerzijds – conform de bedoeling van de Wmo 2015 – te zorgen dat alle
gemeenten middelen voor deze doelgroep krijgen, anderzijds door middel van het woonplaatsbeginsel
duidelijk te regelen voor welke cliënten een gemeente verantwoordelijk is, namelijk
de eigen inwoners. Onder partijen bestaat consensus dat hoognodig een nieuw en objectief
verdeelmodel voor beschermd wonen moet worden ingevoerd; dat vereist evenwel gelijktijdige
invoering van het woonplaatsbeginsel.
De Commissie Dannenberg wilde al in 2017 starten met de transitie. Gekozen is voor
een zorgvuldige voorbereiding door Rijk, gemeenten en andere betrokken partijen en
een geleidelijke invoering in een periode van tien jaar. De randvoorwaarden om te
starten met de geleidelijke implementatie «van beschermd wonen naar een beschermd
thuis» zijn voldoende vervuld en er zijn voldoende waarborgen gecreëerd voor de continuïteit
van de ondersteuning, in het bijzonder de schaarse, meer specialistische vormen van
beschermd wonen. In het wetsvoorstel dat op 16 januari 2023 is ingediend bij de Tweede
Kamer (Kamerstuk 36 288), is dat verder uitgewerkt. Ik heb begrepen dat de commissie VWS voornemens is een
technische briefing te organiseren ter voorbereiding op de behandeling van dit wetsvoorstel.
Deze mogelijkheid bied ik u graag aan en de ambtenaren van het Ministerie van VWS
zijn van harte bereid deze technische briefing voor u te verzorgen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen
Indieners
-
Indiener
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport