Brief regering : Fiche: Mededeling EU mondiale gezondheidsstrategie
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3623
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 januari 2023
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 6 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Verordening certificeringskader voor koolstofverwijdering (Kamerstuk 22 112, nr. 3618)
Fiche: Mededeling beleidskader bioplastics (Kamerstuk 22 112, nr. 3619)
Fiche: Verordening inzake Verpakkingen en Verpakkingsafval (Kamerstuk 22 112, nr. 3620)
Fiche: Mededeling EU dronestrategie 2.0 (Kamerstuk 22 112, nr. 3621)
Fiche: Wijziging Gemeenschapsmodellenverordening en Herschikking Modellenrichtlijn
(Kamerstuk 22 112, nr. 3622)
Fiche: Mededeling EU mondiale gezondheidsstrategie
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
Fiche: Mededeling EU mondiale gezondheidsstrategie
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH
EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S: Mondiale gezondheidsstrategie van
de EU – Betere gezondheid voor iedereen in een veranderende wereld
b) Datum ontvangst Commissiedocument
30 november 2022
c) Nr. Commissiedocument
COM(2022) 675
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52022DC06…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
n.v.t.
f) Behandelingstraject Raad
Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (EPSCO)
(Gezondheidsraad)
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in nauwe samenwerking met het Ministerie
van Buitenlandse Zaken
2. Essentie voorstel
Op 30 november 2022 heeft de Europese Commissie (hierna: Commissie) de European Union Global Health Strategy: Better Health for All in a Changing World gepubliceerd. Dit is een mondiale gezondheidsstrategie om te zorgen voor nieuw, samenhangend,
doeltreffend en gericht beleid. Middels deze strategie zet de Commissie in op versterkte
beleidscoherentie binnen de EU. Deze strategie vervangt de laatste mededeling van
de Commissie uit 2010 over de rol van de Europese Unie (EU) op het gebied van mondiale
gezondheid, The EU Role in Global Health.1 De nieuwe mondiale gezondheidsstrategie van de EU biedt een agenda richting 2030.
Met deze strategie ambieert de EU haar leiderschap en bijdrage aan mondiale gezondheid
te versterken. De strategie omvat zowel de externe dimensie van de Europese Gezondheidsunie,
die het welzijn van de Europeanen en de veerkracht van hun gezondheidsstelsels beschermt,
als een belangrijk onderdeel van de Global Gateway – het Europese initiatief van duurzame investeringen in infrastructuur, inclusief
gezondheid en andere vormen van connectiviteit2, die partnerschappen opbouwt met derde landen op basis van gezamenlijke verantwoordelijkheid
en eigenaarschap. Mondiale gezondheid wordt neergezet als hoeksteen van het externe
EU-beleid, als cruciale sector in geopolitiek opzicht en als essentieel onderdeel
van de open strategische autonomie van de EU.
De strategie omvat drie onderling samenhangende prioriteiten: 1) betere gezondheid
en welzijn van mensen tijdens hun hele leven; 2) versterking van gezondheidssystemen
en bevordering van universele gezondheidszorg; en 3) preventie en bestrijding van
gezondheidsbedreigingen, met inbegrip van pandemieën, vanuit een One Health-benadering3.
In de strategie ligt de focus op het bereiken van universele dekking van de gezondheidszorg,
het versterken van primaire gezondheidszorg inclusief het verbeteren van toegang tot
seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en het aanpakken van de onderliggende
oorzaken van gezondheidsproblemen, zoals armoede en sociale ongelijkheid. Ook moeten
belangrijke gezondheidsdeterminanten worden aangepakt, zoals klimaatverandering en
milieudegradatie, voedselonzekerheid, conflicten en andere humanitaire crises. Om
dat te bereiken zet de Commissie sterk in op Health in All Policies.4 De Commissie streeft naar het maximaliseren van nieuwe kansen voor een betere gezondheid
voor iedereen die worden geboden door sleutelfactoren als onderzoek en digitalisering.
De strategie heeft ook een verbetering van mondiale gezondheidsveiligheid tot doel,
om burgers te beschermen tegen gezondheidsbedreigingen door meer preventie, paraatheid
en respons, en vroegtijdige opsporing. Deze bedreigingen kunnen chemisch, biologisch
of nucleair van aard zijn, of het kan gaan om pandemieën, inclusief antimicrobiële
resistentie (AMR). In de strategie wordt een breed scala aan maatregelen voorgesteld
om deze bedreigingen aan te pakken. Er wordt ingezet op meer gelijkheid bij de toegang
tot vaccins en andere tegenmaatregelen, o.a. door middel van versterking van lokale
productiecapaciteit; een One Health-benadering; een effectievere ziektesurveillance wereldwijd; en sterkere internationale
regels en samenwerkingsmechanismen op het gebied van gezondheid, waaronder door middel
van het onderhandelen over een effectieve juridisch bindende pandemische overeenkomst
met een One Health-benadering en versterkte internationale gezondheidsregelgeving.
De Commissie beoogt dat de EU daar op de volgende manieren aan bijdraagt: 1) ondersteuning
van een nieuwe vorm van sterke mondiale governance die de wereld nodig heeft in een complexe geopolitieke omgeving. Dit vereist een
sterkere Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als basis van het multilaterale systeem,
met intensievere samenwerking via de G7 en de G20 en met andere mondiale, regionale
en bilaterale partners; 2) uitbreiding van de internationale partnerschappen van de
EU op het gebied van gezondheid, in het kader van de Global Gateway, op basis van medeverantwoordelijkheid van partners; 3) versterking van de Team Europe aanpak, waarbij met één krachtige stem wordt gesproken en wordt gezorgd voor nauwe
coördinatie met de lidstaten, zodat het politieke optreden en de financiële middelen
nauw aansluiten bij de nieuwe prioriteiten; 4) efficiëntere financiering door het
bevorderen van innovatieve financiering, het bundelen van middelen op internationaal
niveau en mede-investeringen door partnerlanden en andere actoren, zoals de particuliere
sector. De EU en haar lidstaten behoren tot ‘s werelds grootste financiers van de
mondiale gezondheidsmaatregelen. De strategie heeft als doel deze financiële bijdrage
doeltreffender te maken door de effecten beter in kaart te brengen en te monitoren.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Gezondheidsuitdagingen zijn in toenemende mate grensoverschrijdend, veelzijdig en
complex. Tegelijkertijd is er sprake van grote ongelijkheid. De COVID-19 pandemie
toonde de onlosmakelijke verbondenheid tussen de volksgezondheidssituatie in Nederland
en wereldwijde ontwikkelingen en uitdagingen. In het licht van toenemende afhankelijkheid
en ongelijkheid acht het kabinet het noodzakelijk om haar inzet op mondiale gezondheid
op te schalen en nog meer de krachten te bundelen op zowel nationaal als internationaal
niveau. Dit betekent een geïntegreerde inzet, zowel binnen Nederland, als de EU en
wereldwijd. Met de recent gepubliceerde Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie
2023–20305 heeft het kabinet zich als doel gesteld om meer gecoördineerd en doelgericht bij
te dragen aan het verbeteren van de volksgezondheid wereldwijd, en daarmee ook in
Nederland. De Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) vormen hierbij het uitgangspunt.
Hiertoe heeft het kabinet de volgende drie prioriteiten geformuleerd: 1) het versterken
van de mondiale gezondheidsarchitectuur en nationale gezondheidssystemen; 2) het verbeteren
van internationale pandemische paraatheid en het minimaliseren van grensoverschrijdende
gezondheidsdreigingen; 3) en het adresseren van de impact van klimaatverandering op
volksgezondheid en vice versa.
Hierbij bouwt het kabinet voort op samenwerking met nationale en internationale partners,
het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen. Via samenwerking
met andere landen, multilaterale instellingen zoals de WHO en internationale financiële
instellingen zet het kabinet in op het bevorderen van internationale coherentie op
het gebied van mondiale gezondheid. Hierbij wordt ook gekeken hoe de samenwerking,
afstemming van prioriteiten en rolverdeling met en binnen de EU kan worden versterkt
en de middelen en slagkracht van de EU beter kunnen worden benut.
Nederland zet zich in als voorvechter van multilateralisme en voor versterking van
de rol van de EU als krachtige speler op het gebied van mondiale gezondheid – voortbouwend
op internationale gezondheidssamenwerking binnen de EU (EU-Gezondheidsunie, European Health Emergency preparedness and Response Authority (HERA)), een belangrijke rol binnen de Verenigde Naties (VN) en de WHO, en actieve
deelname aan mondiale gezondheidsdiscussies binnen internationale fora en instellingen
zoals de G7, de G20 en de Wereldbank.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet steunt het initiatief van de Commissie voor een EU mondiale gezondheidsstrategie.
In 2010 legde de Commissie met haar mededeling «The EU Role in Global Health»6 de basis voor het EU-optreden op dit gebied. Sindsdien hebben zich belangrijke veranderingen
voorgedaan met betrekking tot mondiale gezondheid en geopolitiek. Het kabinet verwelkomt
de actualisering en verhoogde ambitie van de rol van de EU op het gebied van mondiale
gezondheid met deze strategie.
Het kabinet kan de drie prioriteiten van de Commissie in grote lijnen steunen, en
verwelkomt specifiek de aandacht voor pandemische preventie, paraatheid en respons
(PPR), het versterken van de WHO, en het verbeteren van toegang tot seksuele en reproductieve
gezondheid en rechten (SRGR), inzet op bestrijden van infectieziekten zoals hiv, aids
en tuberculose evenals de nadruk op verbeterde coördinatie en samenwerking – zowel
binnen de EU als op internationaal niveau.
Om op een meer effectieve en duurzame wijze gezondheidsuitdagingen te voorkomen en
te adresseren is het essentieel om wereldwijde pandemische paraatheid te verbeteren,
net zoals in de Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie wordt onderstreept. De EU
mondiale gezondheidsstrategie zet volgens het kabinet terecht in op een effectief
juridisch bindende pandemie-overeenkomst en aangescherpte internationale gezondheidsregelgeving
om de hiaten te adresseren in de internationale afspraken voor PPR. Nederland speelt
zelf een belangrijke rol bij de totstandkoming van een nieuw wereldwijd pandemie-instrument
als covoorzitter van de onderhandelingen.
De huidige mondiale gezondheidsarchitectuur is gefragmenteerd en ontoereikend. Een
centrale, coördinerende rol voor de WHO is hierbij noodzakelijk. De strategie stelt
terecht dat het essentieel zal zijn de WHO te voorzien van duurzame financiering,
en eveneens in te zetten op innovatieve manieren om financiële lacunes binnen de mondiale
gezondheidsarchitectuur op te vullen, zoals met het Pandemic Fund7, waar ook Nederland aan bijdraagt.
Het kabinet maakt zich zorgen over de toenemende regressieve druk op SRGR en de rechten
van vrouwen, meisjes en LHBTIQ+-personen8, wereldwijd maar ook binnen de EU. Als donor met durf9 zet Nederland zich juist ook in voor thema’s die vaak onder druk staan, en waar l
andere donoren minder in investeren zoals SRGR, seksuele voorlichting en veilige abortus.
Nederland streeft zo naar keuzevrijheid voor vrouwen en jongeren. Het kabinet zal
bij de uitwerking van de strategie dan ook toezien op een sterke rol van de EU op
dit terrein. Nederland neemt deel aan het EU Team Europe Initiative op het terrein van SRGR.
Het kabinet verwelkomt de herbevestigde inzet op de SDG’s, en steunt de nadruk op
het aanpakken van grondoorzaken, zoals klimaatverandering, biodiversiteitsverlies
en degradatie van het milieu, voedselzekerheid, conflicten en humanitaire crises.
De komende jaren is het van groot belang om een overstap te maken richting voorkomen.
Het kabinet zou echter graag een nog beter uitgewerkte inzet op de internationale
klimaat-gezondheid agenda zien. Klimaatverandering wordt door de WHO als grootste
bedreiging voor de mondiale gezondheid beschouwd, en zal naar verwachting in de toekomst
alleen nog maar urgenter worden. Ook andere vormen van vervuiling (zoals luchtverontreiniging)
en biodiversiteitsverlies hebben een negatieve impact op gezondheid. Het kabinet constateert
dat er met de Europese Green Deal en de daaraan verbonden voorstellen intra-EU al een sterke agenda ligt om deze problemen
aan te pakken, en ziet de daarin uitgezette lijnen dan ook als belangrijke leidraden
voor EU-extern optreden.
Het kabinet verwelkomt dat de EU ook zal bijdragen aan verbeterde wereldwijde toegang
tot vaccins en geneesmiddelen door in te zetten op het opschalen van lokale productiecapaciteit
in ontwikkelingslanden. In lijn met zowel de Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie
als het actieplan beleidscoherentie voor ontwikkeling10 maakt het kabinet zich hier sterk voor en zal het toezien op een ambitieuze rol van
de EU op dit terrein.
Aangezien mondiale gezondheid steeds meer een veelzijdig vraagstuk is, legt de strategie
terecht nadruk op One Health en Health in all policies. Bij het vertalen naar concrete acties is het volgens het kabinet van belang aandacht
te hebben voor een «whole-of-government»- en «whole-of-EU»-aanpak11 in het kader van het versterken van bredere beleidscoherentie binnen de EU. Bovendien
dient te worden geanticipeerd op mogelijk negatieve effecten van de strategie op de
bredere omgeving («do-no-harm» principe12) en van andere beleidsterreinen op de strategie (zoals de impact van het EU-landbouwbeleid).
Voor wat betreft het voorstel om bij de WHO een formele EU-waarnemersstatus met volledige
participatierechten te zoeken als eerste stap richting volledig WHO-lidmaatschap van
de EU, zou het kabinet willen pleiten voor voorzichtigheid. Er dient een weloverwogen
afweging te worden gemaakt met betrekking tot de baten en politieke risico’s (inclusief
verwachte kans van slagen) van het nemen van deze stap. Het kabinet steunt een meer
gezamenlijke, krachtige stem van de EU en de lidstaten binnen multilaterale instellingen13 op het gebied van mondiale gezondheid, maar acht het nog te vroeg om te bepalen of
WHO-lidmaatschap hiertoe het geëigende middel is. Eerst zal nader moeten worden beoordeeld
wat een dergelijk lidmaatschap zal inhouden, en wat de gevolgen hiervan voor lidstaten
zullen zijn.
Verder verwelkomt het kabinet de inzet van de strategie op het stimuleren van publiek-private
samenwerking, het bevorderen van innovatieve manieren van financiering en het opschalen
van circulaire, innovatieve en digitale oplossingen. Met betrekking tot de inzet van
digitalisering, onderzoek en geschoolde arbeidskrachten14, zouden de onderzoeks- en innovatieprogramma’s zoals Horizon Europe15, 16 en de Important Project of Common European Interest Health17, 18, 19, waar Nederland ook aan deelneemt, kansen kunnen bieden.
Het kabinet verwelkomt dat de algehele focus van de EU global health grotendeels overeenkomt met die van de Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie.
Bij de uitvoering hiervan zal het kabinet inzetten op het optimaal benutten van de
verschillende instrumenten en politieke slagkracht van de EU en het bevorderen van
synergie tussen internationale inspanningen. De strategie biedt daarvoor een goed
kader.
Wat voor het kabinet met name extra inspanningen behoeft door de EU, en waar het kabinet
tijdens het onderhandelen van de geplande Raadsconclusies over deze strategie door
het Zweedse EU-voorzitterschap op zal inzetten, is uitwerking van de actieagenda’s
van de EU mondiale gezondheidsstrategie, met inachtneming van de hierboven aangestipte
punten op klimaat en coherentie. Hoewel de ambities te verwelkomen zijn, valt of staat
de strategie met de uitvoering. Hierbij acht het kabinet het van belang dat er met
de EU mondiale gezondheidsstrategie wordt ingezet op een echt geïntegreerde aanpak
(niet alleen gezondheid of ontwikkeling – maar ook bijvoorbeeld op het gebied van
klimaat, milieu, diplomatie, handel, landbouw en humanitaire hulp), effectief gebruik
van het brede scala aan EU-instrumenten (waaronder diplomatie), en gecoördineerd optreden,
zowel binnen de Commissie als met EU-lidstaten – inclusief synergie met de Nederlandse
mondiale gezondheidsstrategie en andere Europese initiatieven. Het kabinet zal hierop
proberen aan te sturen in samenwerking met andere EU-lidstaten.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Verschillende belanghebbenden – waaronder de regeringen van de EU-lidstaten, het Europees
Parlement, de academische wereld en het maatschappelijk middenveld – hebben aangedrongen
op een nieuwe strategie voor de EU op het gebied van de volksgezondheid in de wereld.
In de strategie is inzet van de EU op het terrein van SRGR stevig verankerd. Wereldwijd
maar ook binnen de EU neemt regressieve druk op deze rechten toe. Sommige lidstaten
proberen bestaande langstaande afspraken op dit terrein te ondermijnen. Mogelijk vormt
SRGR ook een knelpunt in de totstandkoming van raadsconclusies.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
a) Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid is positief. De mededeling
heeft betrekking op de wereldwijde bescherming van de gezondheid en biedt een kader
voor het gezondheidsbeleid van de EU tot 2030. Op het terrein van de bescherming en
verbetering van de menselijke gezondheid is sprake van een aanvullende bevoegdheid
van de EU zoals bepaald in artikel 6, sub a, van het Verdrag betreffende de Werking
van de Europese Unie (VWEU). Het voorstel ziet ook op buitenlandse beleid van de Unie
voor wat betreft het agenderen van het gezondheidsbeleid bij internationale organisaties
en stakeholders en de stappen om lid te worden van de WHO. Op grond van artikel 2,
lid 4, VWEU is de EU bevoegd een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid
(GBVB) te bepalen en te voeren. De Commissie is zodoende bevoegd deze mededeling uit
te vaardigen. -Voor het GBVB geldt dat de lidstaten bevoegd zijn om extern naast de
Unie op te treden. Voor zover de EU een positie heeft ingenomen, dienen de lidstaten
deze te respecteren.
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteit is positief. De
strategie heeft tot doel bij te dragen aan een betere gezondheid voor iedereen in
een veranderende wereld. Aangezien gezondheidsuitdagingen in toenemende mate grensoverschrijdend
zijn, is het van belang op EU-niveau krachten te bundelen. Verbeterde coördinatie
en samenwerking op EU-niveau m.b.t. mondiale gezondheidsvraagstukken, stelt Nederland
in staat op meer coherente en doelgerichte wijze bij te dragen aan het verbeteren
van de volksgezondheid wereldwijd. De EU heeft een centrale rol waar het gaat om het
versterken van internationale samenwerking op gezondheidsvlak binnen de EU (EU-Gezondheidsunie,
HERA) en ontwikkelt zich tot een steeds grotere speler op het gebied van mondiale
gezondheid. Zo speelt de EU een belangrijke rol binnen de VN en de WHO, en neemt het
deel aan discussies en onderhandelingen binnen fora als de G7, de G20 en de Wereldbank.
Nederland kan als EU-lidstaat meer bereiken op het gebied van mondiale gezondheid
door in te zetten op nauwe samenwerking ook binnen de EU, beleid te stroomlijnen en
het geopolitieke gewicht van de EU te benutten. Een groot deel van de Nederlandse
inzet op het gebied van mondiale gezondheid vindt daarom plaats in EU-verband. Om
die redenen is optreden op het niveau van de Unie gerechtvaardigd.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit is positief.
De strategie is gericht op het realiseren van een betere gezondheid voor iedereen
in een veranderende wereld, met de volgende drie prioriteiten: 1) investeren in het
welzijn van iedereen; 2) het bereiken van universele gezondheidsdekking; 3) het bestrijden
van huidige en toekomstige gezondheidsbedreigingen. Het voorgestelde optreden is geschikt
om deze doelstellingen te bereiken, omdat meer internationale samenwerking en coördinatie
het kabinet in staat stelt om beter de huidige en toekomstige mondiale gezondheidsuitdagingen
te adresseren, en dus een meer effectieve bijdrage te leveren aan mondiale gezondheid.
Op hoofdlijnen lijkt het voorgestelde optreden niet verder te gaan dan noodzakelijk.
Het kabinet acht het niet verder gaan dan noodzakelijk wanneer de Europese Commissie
zich inzet voor de in de strategie genoemde thema’s, waaronder pandemische preventie,
paraatheid en respons (PPR), het versterken van de WHO, en het verbeteren van toegang
tot seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR). Wel is het van belang
dat de strategie wordt gezien als een beleidsaanzet.
d) Financiële gevolgen
Eventuele budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke
departementen, conform de regels van de budgetdiscipline. De ambities van deze strategie
vereisen wereldwijd belangrijke politieke en financiële toezeggingen. Effectieve financiering
is daarom een belangrijk onderdeel van de strategie. De financiële bijdrage van de
EU zal voornamelijk afkomstig zijn van de Neighbourhood, Development and International Cooperation instrument (NDICI) – Global Europe20 en EU4Health21-begrotingen. De verhoogde Nederlandse financiële bijdrage aan de WHO wordt gedekt
door de extra middelen toegekend uit het coalitieakkoord.22 Het kabinet zal de Commissie vragen aan te geven wat het financieel beslag van de
toekomstige voorstellen zal zijn.
e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
Het kabinet verwacht slechts beperkte gevolgen voor regeldruk.
In de strategie vormt mondiale gezondheid een essentiële pijler van het externe beleid
van de EU, een kritieke sector in geopolitiek opzicht en centraal in de open strategische
autonomie van de EU. Mede met behulp van deze aanpak probeert de Commissie ervoor
te zorgen dat open strategische autonomie werkelijkheid wordt. Dit kan het kabinet
mede helpen om de risico’s van strategische afhankelijkheden te verminderen en onze
publieke belangen beter te borgen, ook op het terrein van gezondheid.
Sinds de mededeling van 2010 is er een nieuwe mondiale gezondheidsorde in opkomst:
een zich steeds verder ontwikkelend systeem met een veelheid aan nieuwe belanghebbenden
en initiatieven die de wereldwijde gezondheidsrelaties hervormen tegen een complexe
geopolitieke achtergrond. Met de nieuwe strategie wordt ingezet op versterking van
de rol van de EU als sterke en effectieve speler, om de impact van de EU-bijdrage
aan wereldwijde gezondheid te vergroten en om een nieuwe wereldwijde gezondheidsorde
vorm te geven op basis van onze fundamentele waarden. De strategie biedt de kans aan
de Unie om op een belangrijk thema als mondiale gezondheidszorg de relaties met de
Global South verder aan te halen en te versterken op basis van gelijkwaardigheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken