Brief regering : Rapport ‘De Nederlandse agrarische sector in internationaal verband – editie 2023’
30 252 Toekomstvisie agrarische sector
Nr. 80
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 januari 2023
Hierbij bied ik de Kamer het rapport «De Nederlandse agrarische sector in internationaal
verband – editie 2023» aan. Hierin publiceert Wageningen Economic Research (WEcR)
in samenwerking met het CBS, in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit, over de ontwikkeling van de Nederlandse handel in landbouwproducten
in 2022. In deze brief ga ik kort in op de belangrijkste conclusies uit het rapport.
Nederlandse handel in agrarische producten
Volgens de ramingen van de WEcR en het CBS exporteerde Nederland in 2022 voor 122,3 miljard
euro aan landbouwgoederen, dat is 17,2% meer dan in 2021 (104,4 miljard euro). Deze
export is onder te verdelen in 79,8 miljard goederen export van Nederlandse makelij
en 42,5 miljard wederuitvoer. De stijging van de waarde van de Nederlandse export
van landbouwgoederen in 2022 is volledig het gevolg van prijsstijgingen, aangezien
er een kleine krimp in het volume wordt geraamd. Voor 2022 worden de totale verdiensten
aan de export van landbouwgoederen (datgene wat de Nederlandse economie overhoudt
aan de export van landbouwgoederen, na aftrek van de daarvoor gemaakte kosten) geraamd
op 49,6 miljard euro (+12,5%), waarvan 44,9 miljard dankzij de export van Nederlandse
makelij en 4,7 miljard euro door wederuitvoer.
Met een aandeel van 69,7% (hetzelfde als 2021) gaat het merendeel van de export naar
de EU – exclusief het VK. Het meeste exporteert Nederland naar zijn directe buurlanden
Duitsland (24%), België (12%), Frankrijk (8,5%) en het Verenigd Koninkrijk (7,8%).
Zuivel en eieren (11,9 miljard euro), sierteeltproducten (11,5 miljard euro), vlees
(11 miljard euro), dranken (8,1 miljard euro) en natuurlijke olie en vetten (8,1 miljard
euro) zijn bij de export de belangrijkste goederengroepen.
De import van landbouwgoederen is in 2022 ook gestegen tot 88,2 miljard (23,5% groei
t.o.v. 2021). Ook deze groei is volledig te danken aan de prijsstijgingen. De belangrijkste
leverancier van landbouwgoederen voor Nederland is traditioneel Duitsland (aandeel
van 18% in het totaal), gevolgd door België (13%) en Frankrijk (7%). De belangrijkste
productgroepen voor de Nederlandse import zijn natuurlijke vetten en oliën (10,3 miljard
euro), fruit (7,6 miljard euro), overige landbouwgoederen (6,8 miljard euro) zuivel
en eieren (5,9 miljard euro) vlees (5,5 miljard euro).
Ook de exportwaarde van landbouwgerelateerde goederen, zoals landbouwmachines, machines
voor de voedingsmiddelenindustrie, kasmaterialen, kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen,
steeg in 2022, naar 13,4 miljard euro (23% groei t.o.v. 2021).
Helaas heeft 2022 nadrukkelijk in het teken gestaan van de oorlog in Oekraïne. Dit
heeft ook gevolgen gehad op de handel in landbouwgoederen, welke in een van de verdiepende
katernen van dit rapport worden besproken. Hieruit blijkt dat naast andere oorzaken
de oorlog in Oekraïne heeft bijgedragen aan de hoge productiekosten voor de Nederlandse
agrarische sector. De import van landbouwgoederen uit Oekraïne nam vanaf maart 2022
af en bereikte in april een absoluut dieptepunt. In de import vanuit Rusland zien
we in 2022 geen grote verstoringen. Op de export van landbouwgoederen naar Oekraïne
en Rusland heeft de oorlog relatief weinig invloed gehad. Dat de handel met Rusland,
wat landbouwproducten betreft vrij stabiel is gebleven, is gerelateerd aan het feit
dat de sancties tegen Rusland tot dusver niet zijn gericht op handel in landbouwproducten
en kunstmest – dit in verband met de effecten op wereldwijde voedselzekerheid.
Naast de oorlog, en hier deels ook mee samenhangend, zijn de ongekend hoge prijzen
voor landbouwgoederen kenmerkend voor 2022. De hoge prijzen waren voor de hele keten
en zeker ook voor de consumenten voelbaar dit jaar. Deze prijsstijgingen verklaren
in 2022 dan ook de gehele groei van de landbouwexport en -import. Ook hier wordt in
het rapport verder op ingezoomd door de prijsveranderingen van enkele belangrijke
import en export producten onder de loop te nemen.
Het rapport besteedt dit jaar verder extra aandacht aan de handel met onze nabije
markten. Nederland is wereldspeler wat betreft internationale landbouwgoederenhandel,
maar veruit het meeste van deze handel is met relatief nabije markten. Zo gaat meer
dan driekwart van de Nederlandse export van landbouwgoederen naar de EU plus het VK.
De belangrijkste bestemmingen zijn de meest nabije markten (allen in een straal van
750km) Duitsland, België, Frankrijk, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk zijn samen
goed voor 54% van de exportwaarde. Daarmee zijn op wereldschaal bezien de afstanden
van de Nederlandse export vooral regionaal gericht. De handel met deze nabije markten
wordt verder uitgediept in dit rapport.
Tot slot
Deze editie van het rapport laat zien dat de Nederlandse agrofood-sector sterk verweven
is met Europese en internationale markten, waardoor de effecten van de schokken op
de internationale markten ook nadrukkelijk effect hebben op de Nederlandse sector.
De exportcijfers uit dit rapport laten wederom zien dat de Nederlandse agrofood-sector
innovatief ondernemerschap, expertise en een unieke logistieke positie bezit. Een
groot deel van de export zijn producten van Nederlandse makelij. Dat verdient onze
trots.
Natuurlijk is de context waarin deze cijfers verschijnen een context van verandering
en onzekerheid. We bevinden ons in een uitdagende transitie naar een duurzamere landbouw
– een transitie die veel van onze sector vraagt. Die transitie zal gevolgen hebben
voor de aard van onze sector en dus ook voor de aard van onze internationale handel.
Maar de transitie zal ons ook juist helpen onze internationale positie te behouden:
met duurzamere producten en innovatieve landbouwtechnieken spelen we in op een veranderende
wereldmarkt en winnen we nieuw economisch terrein, samen met een betere verhouding
tot natuur en klimaat. Dat kan ons agroleiderschap sterken. Mijn uitgangspunt is dan
ook dat we een wereldwijde koploper blijven – niet alleen op het gebied van productie,
maar ook juist als het aankomt op duurzaamheid, kennis, innovatie en ons geroemde
ondernemerschap.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit