Brief regering : Stand van zaken asfaltcentrales
28 089 Gezondheid en milieu
Nr. 247
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 januari 2023
Met deze brief informeer ik uw Kamer, zoals toegezegd tijdens de commissievergadering
van 12 oktober 2022 (Kamerstuk 32 861, nr. 77) en het tweeminutendebat van 8 december 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 33, Tweeminutendebat Circulaire Economie) over de stand van zaken in het dossier asfaltcentrales.
In deze brief ga ik in op de opvolging van de motie van de leden Beckerman, Van Esch
en Bouchallikh1 van 8 december 2022 over het borgen van de handhaving, uniform meten en communicatie
naar omwonenden. Ook bericht ik over de stand van zaken over de uitvoering van de
motie van het lid Grinwis2 van 7 oktober 2021, die oproept om meer te meten aan de pijp. Hieronder licht ik
allereerst toe hoe de verantwoordelijkheden rondom de asfaltcentrales geregeld zijn
en de relatie met circulaire economie. Daarna ga ik in op de stand van zaken van wet-
en regelgeving en vervolgens geef ik een overzicht van de inzet vanuit de bevoegde
gezagen richting de asfaltcentrales.
Verantwoordelijkheden rondom de asfaltcentrales
In Nederland bevinden zich 28 asfaltcentrales. De bevoegde gezagen zijn vanuit het
stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) verantwoordelijk voor
de naleving van de wettelijke regels. De bevoegde gezagen hebben deze taken gemandateerd
aan de betreffende omgevingsdiensten in hun regio. De asfaltcentrales zijn in eerste
instantie primair verantwoordelijk om te zorgen dat de productieprocessen voldoen
aan de geldende wet- en regelgeving. Zoals ik in het tweeminutendebat op 8 december
2022 heb aangegeven is het bevoegde gezag aan zet voor de vergunningverlening en handhaving
bij de asfaltcentrales.
Relatie met circulaire economie
Als uitgangspunt voor het te voeren beleid vind ik het belangrijk dat circulaire activiteiten,
zoals het recyclen van asfalt, niet belastend zijn voor milieu of gezondheid. Ook
als het gaat om het recyclen van asfalt, moeten asfaltcentrales voldoen aan de geldende
wet- en regelgeving.
Stand van zaken wet- en regelgeving
In 2004 is de benzeen emissie-eis in de Nederlandse emissie Richtlijn aangescherpt
naar 1 mg/Nm3. Er was overgangsrecht tot 1 januari 2015. De emissie-eis van 1 mg/Nm3 staat sinds 1 januari 2016 in het Activiteitenbesluit en geldt ook voor asfaltcentrales3. Meerdere asfaltcentrales in Nederland blijken nog steeds niet aan de norm voor de
uitstoot van benzeen te voldoen. Deze situatie leidt tot veel media-aandacht en politieke
druk om strenger te gaan handhaven. Dit vraagt om inzet van de betrokken partijen
om de emissies bij de asfaltcentrales aan de norm te laten voldoen. In de onderstaande
alinea over handhaving ga ik hier verder op in.
Intrekken erkende maatregel PAK’s
Naast de hierboven beschreven benzeen-problematiek hebben de omgevingsdiensten en
bevoegde gezagen in 2021 aangegeven dat de erkende maatregel niet werkte. De erkende
maatregel hield in dat, als asfaltcentrales een inname-certificaat konden overleggen
waaruit bleek dat het PAK-gehalte van het te recyclen materiaal aan de norm voldeed,
aangenomen werd dat aan de emissie-eis van PAK’s werd voldaan. Echter, uit metingen
bleek dat dit niet altijd het geval was. Tegelijk konden vergunningverleners vanwege
de erkende maatregel bijvoorbeeld geen meet- en/of monitoringsverplichting opleggen
voor PAK’s en kon evenmin worden gehandhaafd op overschrijdingen van de emissienorm.
Via de Kamerbrief van 8 november 20214 is aan uw Kamer toegezegd om de erkende maatregel in te trekken, als deze niet voldoet.
Dit bleek inderdaad het geval en het voornemen was om de erkende maatregel tegelijkertijd
met de inwerkingtreding van de Omgevingswet te laten vervallen.
Vanwege het uitstel van de inwerkingtreding van de Omgevingswet is het intrekken van
de erkende maatregel meegenomen in een wijziging van de huidige regelgeving, als onderdeel
van een verzamelwijziging van de Activiteitenregeling. Deze gewijzigde regeling is
op 4 november 2022 gepubliceerd5 en per direct in werking getreden. Ook de Omgevingswet wordt op dit punt aangepast.
De bovengenoemde Activiteitenregeling vervalt namelijk bij de inwerkingtreding van
de Omgevingswet en de inhoud van deze regeling wordt opgenomen in het Besluit Activiteiten
Leefomgeving (BAL).
Daarnaast is een aanvullende wijziging voor de regels voor asfaltcentrales in het
Besluit Activiteiten Leefomgeving in voorbereiding. Deze wijziging voorziet in het
verplichten van de asfaltcentrales om jaarlijks meetresultaten te overleggen.
Dit is in lijn met het uitgangspunt in de Nederlandse wet- en regelgeving dat de bedrijven
verplicht zelf metingen en monitoringsonderzoeken te verrichten. Deze aanscherping
om jaarlijkse meetresultaten te moeten overleggen, sluit ook aan op de motie van het
lid Grinwis6 van 7 oktober 2021, die oproept om meer te meten aan de pijp. De asfaltcentrales
moeten voor het uitvoeren van de metingen gebruik maken van een onafhankelijk geaccrediteerde
meetinstantie.
Handhaving, uniforme metingen en communicatie
In reactie op de motie van de leden Beckerman, Van Esch en Bouchallikh7 van 8 december 2022 over het borgen van de handhaving, uniform meten en communicatie
naar omwonenden wil ik allereerst aangeven dat de afgelopen maanden door de bevoegde
gezagen en de omgevingsdiensten actief het toezicht- en handhavingsinstrumentarium
is ingezet om bij geconstateerde overschrijdingen, de asfaltcentrales te verplichtenaan
de normstelling te voldoen. Het gaat hierbij onder meer om: het opleggen van dwangsommen,
de eis tot het opstellen van een Plan van Aanpak, verplichten tot her-metingen.
Uniform meten
Meten kan op twee manieren geïnitieerd worden: door het bedrijf zelf of in opdracht
van bevoegd gezag. De metingen worden uitgevoerd door gecertificeerde instanties.
Er zijn in Nederland twee omgevingsdiensten die zelf emissiemetingen uitvoeren. De
andere omgevingsdiensten maken gebruik van deze expertise of schakelen hiervoor externe
bureaus in. Als een bedrijf de meting uit laat voeren, dan zijn hier in sommige gevallen
luchtspecialisten vanuit de omgevingsdienst bij aanwezig om toezicht te houden op
een correcte uitvoering van de meting. Om vervolgens de meetrapporten te kunnen beoordelen,
hebben de omgevingsdiensten specialisten in dienst. Mocht er aanleiding voor zijn,
dan kan de omgevingsdienst een second opinion/ een nieuwe meting laten uitvoeren.
Worden de emissienormen uit het activiteitenbesluit overschreden, dan worden er toezicht-
en handhavingsinstrumenten ingezet.
(Uniforme) handhaving
Omgevingsdienst NL heeft in de zomer van 2021 een projectgroep geformeerd waaraan
de asfaltdeskundigen vanuit de verschillende omgevingsdiensten deelnemen. Deze projectgroep
heeft in de eerste helft van 2022 gezamenlijk een advies voorbereid met afspraken
om meer uniform te handhaven richting de asfaltcentrales. Omgevingsdienst NL heeft
dit advies op 29 juli 2022 gepubliceerd8 met de oproep om over te gaan tot een uniforme uitvoering van de metingen door de
voorgestelde richtlijnen uit het adviesdocument te hanteren.
Communicatie omwonenden
Het bevoegde gezag is samen met de omgevingsdiensten verantwoordelijk voor de communicatie
richting de omwonenden over de uitvoering van de taken op het gebied van vergunningverlening,
toezicht en handhaving. Bij verschillende omgevingsdiensten is een intensief traject
met omwonenden gestart. In dit traject worden de omwonenden via bewonersbijeenkomsten,
webinars en contacten met omgevingsmanagers in de gelegenheid gesteld bezwaren te
uiten, vragen te stellen en worden de omwonenden geïnformeerd over de acties die de
omgevingsdiensten hebben ingezet.
Versterking VTH
In het kader van het interbestuurlijk programma versterking VTH-stelsel wordt invulling
gegeven aan de opvolging van de adviezen van de commissie Van Aartsen. Binnen dit
programma wordt langs verschillende programmadoelen gewerkt aan een verdere professionalisering
van de uitvoering van de VTH-taken door de omgevingsdiensten. De resultaten van dit
programma zullen ook de uitvoering van de VTH-taken van de omgevingsdiensten richting
de asfaltcentrales versterken.
Actualisatie overzicht meetresultaten en handhavingsacties
In mijn brief aan uw Kamer van 7 juli 20229 zijn de in gang gezette acties van de bevoegde gezagen en de omgevingsdiensten aangegeven.
Op 15 november 202210 heb ik uw Kamer een update van dit overzicht gezonden, waarbij ik ben ingegaan op
de openstaande meetonderzoeken van het eerdere overzicht van 7 juli 2022.
Ik heb de Omgevingsdienst NL gevraagd om dit overzicht te actualiseren. Voor het zomerreces
zal ik uw Kamer informeren over de stand van zaken van de meetresultaten en voorziene
maatregelen per asfaltcentrale voor benzeen en PAK’s. Naar verwachting zijn dan nieuwe
meetgegevens over de PAK’s emissies bekend, ook bij de asfaltcentrales waar op dit
moment nog niet gemeten is.
Het verminderen van de negatieve effecten op de leefomgeving van omwonenden acht ik
noodzakelijk en ik ben en blijf in gesprek met de betrokken partijen om dit te realiseren.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat