Brief regering : Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad van 30 januari 2023
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1503
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 januari 2023
Op 30 januari vindt de Landbouw- en Visserijraad plaats in Brussel. Met deze brief
informeer ik de Kamer over de agenda van de Raad.
I. Agenda Landbouw- en Visserijraad
Werkprogramma Zweeds voorzitterschap
Tijdens de Landbouw- en Visserijraad van 30 januari zal het recent aangetreden Zweeds
voorzitterschap haar werkprogramma en prioriteiten voor het komende halfjaar presenteren.
Dit document is op het moment van schrijven nog niet beschikbaar. Een appreciatie
van deze prioriteiten zal worden meegestuurd met het verslag van de Landbouw- en Visserijraad
van 30 januari.
Gedachtenwisseling over de ontwikkelingen op de landbouwmarkten
Ook onder het Zweeds voorzitterschap zal de situatie op de landbouwmarkten regelmatig
op de Landbouw- en Visserijraad worden geagendeerd. De landbouwmarkten zijn de afgelopen
periode gestabiliseerd, maar de verwachting is wel dat als gevolg van de oorlogssituatie
in Oekraïne hoge input- en voedselprijzen voorlopig zullen aanhouden. Ook dierziektes,
zoals de vogelgriep en de Afrikaanse varkenspest, blijven impact houden op de markten.
De marktanalyses van de Commissie lieten de afgelopen maanden een vrij constant beeld
zien. Naar verwachting zal de Commissie tijdens de komende Landbouw- en Visserijraad
een update van de marktsituatie geven. Ook wordt naar verwachting de discussie van
de afgelopen Landbouw- en Visserijraad voortgezet over de eventuele inzet van de landbouwcrisisreserve
2023.
Ik ondersteun de lijn dat op EU-niveau de marktsituatie en prijsontwikkelingen regelmatig
besproken moeten worden, maar acht dit vooral zinvol als zich nieuwe ontwikkelingen
voordoen. Ik blijf terughoudend op de inzet van de landbouwcrisisreserve 2023, omdat
het beschikbare budget beperkt is en gericht ingezet zou moeten worden op marktverstoringen
in specifieke sectoren.
Kansen voor de bio-economie bezien in het licht van huidige uitdagingen
De Commissie is voornemens om bij dit agendapunt een discussie te faciliteren over
de rol die de bio-economie kan spelen in het bieden van oplossingen voor diverse huidige
maatschappelijke uitdagingen, waaronder het behoud van een vitaal platteland. De discussie
is een vervolg op een high-level conferentie met als titel «The bio-economy – Enabling
the European Green Deal in Challenging Times», die begin oktober jl. in Brussel plaatsvond.
Tijdens de conferentie presenteerde de Commissie het EU bio-economy Strategy Progress
Report waarin wordt aangegeven hoe de bio-economie kan bijdragen aan o.a. de Europese
Green Deal. Onder het huidige Zweedse EU-voorzitterschap vindt er eind februari a.s.
ook een conferentie over dit thema plaats. Hieraan zal Nederland ook deelnemen.
In het algemeen geldt dat Nederland de Commissie steunt in haar Green Deal ambities.
Nederland heeft sinds 2016 een nationale bio-economie strategie. Bij dit thema zijn
diverse departementen betrokken, waaronder LNV, EZK en I&W.
Gedachtenwisseling over de landbouwaspecten van de herziening van de Richtlijn Industriële
Emissies
De Commissie heeft op 5 april 2022 een voorstel uitgebracht voor herziening van de
Richtlijn Industriële Emissies (RIE). De richtlijn heeft als doel om schadelijke emissies
naar lucht, water en bodem van industriële installaties en veehouderijen terug te
dringen. In dit voorstel wordt de reikwijdte vergroot voor de veehouderij. De drempelwaarde
voor varkens- en pluimveehouderijen wordt verlaagd naar 150 Livestock Units (LSU),
wat neerkomt op 300 fokzeugen, 500 vleesvarkens of andere varkens, 10.714 legkippen
en 5.000 vleeskuikens of andere kippen. Daarnaast wordt de rundveehouderij vanaf 150
dieren toegevoegd en wordt ook het broeikasgas methaan aan de richtlijn toegevoegd.
Zoals eerder aan de Kamer gecommuniceerd staat het kabinet in beginsel positief tegenover
het voorstel voor verbreding van de reikwijdte voor veehouderijen in de RIE, vanwege
de bijdrage die het kan leveren aan het Nationale Klimaatbeleid, de emissiereductieopgave
en het creëren van een gelijk speelveld voor Nederlandse veehouders ten opzichte van
andere lidstaten. Wel heeft Nederland ingebracht om eerst een impact assessment uit
te voeren op de voorstellen van de RIE, en op basis daarvan pas een definitieve inbreng
leveren op de voorstellen. De resultaten van deze impact assessment zullen ook met
de Kamer worden gedeeld.
Diversenpunt: Herziening van de regelgeving voor diertransport
Portugal heeft een informatiepunt op de agenda laten zetten over de herziening van
de EU-regelgeving voor diertransport. Portugal (gesteund door Frankrijk, Griekenland,
Ierland, Letland, Litouwen, Roemenië en Spanje) steunt de noodzaak om de wetgeving
te herzien, maar zal daar een aantal kanttekeningen bij plaatsen.
Deze lidstaten willen onder meer benadrukken dat het primaire doel van de herziening
van de wetgeving continuering van facilitering van de intracommunautaire handel en
export van levende dieren – met een hoog welzijn – moet zijn. Ook wil men vanwege
de seizoensgebonden concentratie van het aanbod aan runderen en schapen in bepaalde
periodes het vervoer van deze dieren binnen de EU en/of naar nabijgelegen derde landen
verzekeren.
Ik heb eerder al in Europees verband aangegeven dat Nederland voorstander is van het
beëindigen van lange afstandstransporten van levende dieren over zee en land naar
derde landen. Daarnaast ben ik voorstander van een verschuiving van het verplaatsen
en exporteren van levende dieren over lange afstanden naar het verplaatsen en exporteren
van dierlijke producten (vlees) en genetisch materiaal.
Diversenpunt: Herziening van de honing richtlijn
Slovenië zal een diversenpunt over etikettering van gemengde honing voor de herziening
van de honing richtlijn inbrengen tijdens de Raad. Mogelijk zal de Europese Commissie
deze herziening dit voorjaar publiceren. Slovenië ziet hierbij graag ambitieuze wetgeving
voor etikettering die duidelijke informatie verschaft over de verhoudingen van menging
en precieze herkomst (op landenniveau) van de honing. Het achtergronddocument bij
dit diversenpunt is echter nog niet gedeeld, waardoor de exacte inhoud en mogelijke
oproep van Slovenië nog niet bekend is. Daarom kan ik op dit moment alleen aangegeven
dat Nederland de Sloveense verklaring afwacht. Maar algemeen is Nederland van mening
dat fraude in het voedselproces voorkomen moet worden en herkomstetikettering consumenten
kan helpen bij een bewuste aankoop. Tegelijkertijd moeten de uitvoeringskosten voor
de Nederlandse imkerij en importeurs wel proportioneel blijven.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema
Indieners
-
Indiener
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.