Brief regering : Beleidsadvies Landsadvocaat over handhaving PAS-meldingen en instellen onafhankelijke commissie
35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS
Nr. 218
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 december 2022
Het kabinet voelt de verantwoordelijkheid zwaar om alle 2488 PAS-melders die gegevens
hebben aangeleverd zo snel mogelijk van een oplossing te voorzien. Het kabinet heeft
daarom afgelopen zomer € 250 miljoen versneld beschikbaar gesteld om het legalisatieprogramma
voor de PAS-melders te versnellen en maatwerk te leveren. Zeven PAS-melders hebben
inmiddels een definitieve vergunning en 28 melders zijn legaal op basis van intern
salderen. Dat gaat niet snel genoeg. Daarom ben ik blij dat de landsadvocaat advies
heeft gegeven ter uitvoering van de motie van het lid Van Campen c.s. (Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 26). Met deze brief deel ik dit advies met u en hiermee doe ik deze motie af. Daarnaast
informeer ik u over ontwikkelingen op het gebied van een schadevergoeding voor PAS-melders.
Ter uitvoering van de motie heb ik in afstemming met de provincie Overijssel de volgende
vragen conform de motie aan de landsadvocaat gesteld:
1. Op welke gronden kunnen bevoegde gezagen afzien van handhaving jegens PAS-melders
die in overtreding zijn, rekening houdend met de algemene beginselen van behoorlijk
bestuur?
2. Is een landelijk of provinciaal handhavingsmoratorium ten aanzien van PAS-melders
mogelijk, en zo ja, onder welke voorwaarden?
3. Is er een mogelijkheid voor bevoegde gezagen om zelf stikstofruimte te verwerven teneinde
PAS-melders te legaliseren, en zo ja, onder welke voorwaarden?
4. Is er de mogelijkheid voor bevoegde gezagen om bij de bank een garantstelling af te
geven, zodat PAS-melders kunnen beschikken over de financiële middelen om zelf stikstofruimte
te verwerven om legalisatie via een natuurvergunning zeker te stellen?
Samenvatting en appreciatie advies
1. Ten aanzien van de eerste vraag geeft de landsadvocaat twee opties waarmee in bepaalde
gevallen van handhaving zou kunnen worden afgezien. Dit betreffen het opstellen van
een ecologische onderbouwing of het inzichtelijk maken welke andere maatregelen worden
getroffen waardoor in het concrete geval van handhaving af zou kunnen zien. Dat betekent
dus dat dit een motivering op individueel dossierniveau vergt.
2. Op de vraag of een handhavingsmoratorium mogelijk is, wordt in het advies geconcludeerd
dat het niet mogelijk is om handhaving categorisch uit te sluiten. Dat volgt uit jurisprudentie.
3. Ten aanzien van de verwerving van stikstofruimte door provincies blijkt dat het van
de concrete maatregel of regeling afhangt of er sprake is van staatssteun. Een regeling
die voorziet in een vergoeding voor de sluiting van productiecapaciteit wordt door
de Commissie als staatssteun aangemerkt. Ook moet aan de reguliere regels van extern
salderen worden voldaan.
4. Het afgeven van een garantstelling zodat PAS-melders financiering kunnen krijgen om
stikstofruimte aan te kopen is in beginsel mogelijk. Dit moet wel binnen het provinciale
beleid passen en aansluiten bij de casuïstiek. Ook bij het afgeven van een garantstelling
kan sprake zijn van staatssteun.
Uit de beantwoording van de vragen blijkt dat het oplossen van het meldingenproblematiek
complex is. Ik zie de beantwoording als een ondersteuning van de huidige uitvoeringspraktijk
van Rijk en provincies. Recentelijk heb ik vernomen dat de financiële sector mogelijk
ruimte ziet om op basis van garantstellingen daadwerkelijk financiering te verstrekken.
Dat vind ik een hoopvol signaal. Ik ga met de sector in gesprek om te bezien welke
mogelijkheden dat biedt.
Instellen onafhankelijk commissie
In de kamerbrief van 25 november jl. (Kamerstukken 34 682 en 35 334, nr. 108) heb ik uw Kamer geïnformeerd dat het kabinet een schadeloket heeft ingesteld voor
PAS-melders. Via het schadeloket kunnen claims van PAS-melders die schade ondervinden
op het moment dat er wordt gehandhaafd, worden afgehandeld.
Ik vind het van belang dat het vaststellen van de kaders van de schadevergoeding in
deze gevallen alsmede de beoordeling van schadeclaims zo transparant en onafhankelijk
mogelijk plaatsvindt. Ook is er voor de afhandeling specifieke deskundigheid nodig.
Om die reden wil het kabinet een onafhankelijke commissie instellen die de kaders
zal vaststellen, gebaseerd op de uitgangspunten van het aansprakelijkheidsrecht en
de Europese staatssteunkaders. Daarnaast willen wij de commissie vragen de individuele
verzoeken te beoordelen en daarover aan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
te adviseren. Het kabinet streeft ernaar het instellingsbesluit voor de commissie
in het begin van 2023 vast te stellen.
Tot slot
Met het advies van de landsadvocaat en het instellen van de onafhankelijke commissie
wordt het mogelijk om belangrijke stappen vooruit te zetten om de problematiek zo
snel mogelijk op te lossen. Hier zet ik me vol voor in.
De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink
Indieners
-
Indiener
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.