Brief regering : Voortgang van het Programma Omgeving Luchthaven Schiphol
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 450
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2022
Conform de toezegging in de brief van 18 februari jl.1 wordt de Kamer periodiek geïnformeerd over de voortgang van het Programma Omgeving
Luchthaven Schiphol. De tweede voortgangsbrief heeft de Kamer op 7 september jl. ontvangen.2 Hierbij ontvangt u de derde voortgangsbrief.
In deze brief wordt de Kamer allereerst geïnformeerd over de effectuering van het
kabinetsbesluit van 24 juni jl., zoals verwoord in de Hoofdlijnenbrief Schiphol3. Daarna zal worden ingegaan op de stand van zaken van de overige onderwerpen binnen
het Programma Omgeving Luchthaven Schiphol.
Effectuering kabinetsbesluit 24 juni jl.
Zoals aangegeven in de beantwoording van het schriftelijk overleg Hoofdlijnenbrief
Schiphol4 en toegelicht tijdens het Commissiedebat Luchtvaart op 6 oktober jl. (Kamerstuk 29 665, nr. 444), worden voor de effectuering van het kabinetsbesluit van 24 juni jl. een drietal
sporen gevolgd. Binnen deze sporen zijn de afgelopen periode verschillende stappen
gezet.
Spoor 1: beëindigen anticiperend handhaven met daarbinnen strikt preferentieel baangebruik.
Het anticiperend handhaven wordt beëindigd vanaf het winterseizoen 2023/24. Hierdoor
wordt teruggevallen op het stelsel uit het vigerende Luchthavenverkeerbesluit (LVB)
2008. In dit LVB wordt uitgegaan van grenswaarden in de handhavingspunten voor de
geluidbelasting. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) kan hierop handhaven.
Hiermee wordt een belangrijke stap gezet in het herstellen van de rechtspositie van
de omwonenden van Schiphol. Zoals in de Hoofdlijnenbrief Schiphol van 24 juni jl.
is aangegeven, is de inschatting dat het maximaal aantal vliegtuigbewegingen hiermee
uitkomt in de orde 450.000–465.000. Het daadwerkelijke aantal vluchten dat mogelijk
is binnen de handhavingspunten en het strikt preferentieel baangebruik is afhankelijk
van hoe en met welke vliegtuigen in de praktijk gevlogen gaat worden. Het is daarom
vooraf niet met zekerheid aan te geven waar het maximum aantal vliegtuigbewegingen
op dat moment precies op uitkomt. In het kader van de experimenteerregeling wordt
dit nader geanalyseerd.
Om de regels voor strikt preferentieel baangebruik te laten gelden wordt een ministeriële
regeling opgesteld die ook vanaf het winterseizoen 2023/2024 in zal gaan. Met strikt
preferentieel baangebruik worden de start- en landingsbanen ingezet met zo min mogelijk
hinder voor de omgeving. Inmiddels wordt de laatste hand gelegd aan de concept-regeling.
Op korte termijn wordt deze openbaar geconsulteerd. Ook worden LVNL en ILT gevraagd
de consequenties in kaart te brengen door respectievelijk het opstellen van een uitvoerings-
en HUF-toets en wordt de Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS) om advies gevraagd.
De resultaten hiervan worden betrokken bij het opstellen van de definitieve regeling.
De verwachting is dat de definitieve regeling in het voorjaar van 2023 kan worden
gepubliceerd.
Spoor 2: verankeren maximaal aantal vliegtuigbewegingen in het Luchthavenverkeerbesluit
(LVB)
Het maximum aantal vliegtuigbewegingen moet worden vastgelegd in een gewijzigd Luchthavenverkeerbesluit
(LVB). Hiervoor moet eerst de balanced approach-procedure worden doorlopen conform
Verordening 598/2014.5 Naar huidig inzicht kan de balanced approach-procedure in het vierde kwartaal van
volgend jaar worden afgerond. Het streven is de verankering in de loop van 2024 te
effectueren middels een wijziging van het LVB. Hiervoor is mogelijk een aanvulling
van de milieueffectrapportage (MER) noodzakelijk. Aan Schiphol is gevraagd daarvoor
een inventarisatie op te stellen. Vanuit mijn rol als bevoegd gezag voor de MER zal
ik op basis van deze inventarisatie een besluit nemen over een nader verzoek tot aanvulling
van de MER. De verwachting is dat dit besluit begin 2023 kan worden genomen. Na de
aanvulling van de MER zal de ontwerp-LVB verder in procedure worden gebracht.
Voortgang balanced approach-procedure
De afgelopen periode is hard gewerkt aan de voorbereidingen voor het doorlopen van
de balanced approach-procedure. Het geluidsdoel vormt onderdeel van het goed doorlopen
van deze procedure. Er dient te worden getoetst welke maatregelen op het gebied van
vermindering van het geluid aan de bron, ruimtelijke ordening/ontwikkeling, geluidarme
procedures en/of operationele beperkingen benodigd zijn om dit geluidsdoel te halen.
Ook dient er te worden getoetst op kosteneffectiviteit.
Inmiddels hebben er meerdere overleggen met de Europese Commissie plaatsgevonden.
Dit moet uiteindelijk resulteren in de formele start van de balanced approach-procedure
in december 2022. Voorafgaand aan deze formele start vindt er ook nog een informatiesessie
plaats. Deze Engelstalige informatiesessie is formeel geen onderdeel van de balanced
approach-procedure, maar wordt georganiseerd om de sector en andere (internationale)
belanghebbenden te informeren over het kabinetsbesluit, het beëindigen van het anticiperend
handhaven en de balanced approach-procedure.
De eerste formele stap van de balanced approach-procedure is het technisch overleg
met de sectorpartijen. Dit vindt plaats in december 2022. Begin 2023 krijgt dit technisch
overleg nog één of meerdere opvolgende overleggen. Tijdens deze overleggen wordt de
sector de mogelijkheid geboden om input te leveren en vragen te stellen. Daarna wordt
gestart met de consultatietermijn van 3 maanden en zal notificatie plaatsvinden bij
de Europese Commissie en de lidstaten. Deze notificatie zal naar verwachting plaatsvinden
voor de zomer van 2023 en beslaat een periode van 6 maanden.
Verzoek om reactie op artikelen in de Telegraaf
Tijdens de procedurevergadering van de vaste commissie voor IenW van 9 november jl.
is het kabinet gevraagd om een reactie op het bericht op de website van De Telegraaf
«Brussel neemt besluit over krimp Schiphol, niet Nederland zelf».6 Hierbij ontvangt de Kamer de gevraagde reactie. Ook ontvangt de Kamer hierbij een
reactie op het bericht op de website van De Telegraaf «Air France KLM roept hulp president
Macron in tegen krimp Schiphol», zoals verzocht in de procedurevergadering van 23 november
jl.7
In het eerstgenoemde artikel spreekt de Directeur-Generaal Mobiliteit en Transport
van de Europese Commissie, dhr. Hololei, (hierna: DG) over diverse aandachtspunten
in relatie tot de verankering van het kabinetsbesluit in regelgeving. Er wordt onder
andere ingegaan op de procedure, de impact op KLM en de rol van de Europese Commissie
en Nederland.
Het vrije verkeer van goederen en diensten is een hoeksteen van Europese regelgeving.
Het kabinetsbesluit van 24 juni jl. doet hier geen afbreuk aan.
Bij de verankering van dit besluit worden de principes, zoals in het artikel verwoord
door de DG, vanzelfsprekend nageleefd. Zo zijn non-discriminatie, proportionaliteit
en transparantie belangrijke uitgangspunten bij de effectuering van het kabinetsbesluit
over Schiphol. Hierover is, ter voorbereiding op de balanced approach-procedure, ook
meermaals overleg gevoerd met de Europese Commissie. Naast deze uitgangspunten hecht
het kabinet waarde aan zorgvuldigheid bij het effectueren van het besluit. De balanced
approach-procedure borgt dat het proces zorgvuldig wordt doorlopen. Overigens staat
het Nederland als lidstaat vrij om een actief beleid inzake luchthavenplanning te
voeren. Dit is inclusief het geven van aandacht aan de impact van de luchthaven op
de omgeving. Dit gebeurt altijd in overeenstemming met de algemene beginselen van
het EU-recht.
Voor wat betreft de impact van het besluit op de vliegtuigmaatschappijen onderzoekt
de onafhankelijke slotcoördinator momenteel de wijze hoe gehandeld moet worden bij
het niet kunnen honoreren van alle historische aanspraken op slots. Dit advies wordt
in januari 2023 verwacht. De Kamer zal hier nader over worden geïnformeerd.
Afspraken KLM en Air France
In een artikel in de Telegraaf getiteld: «Air France KLM roept hulp president Macron
in tegen krimp Schiphol» wordt ingegaan op het kabinetsbesluit over Schiphol in relatie
tot de afspraken tussen KLM en Air France bij de overname. Daarbij wordt aangegeven
dat het kabinetsbesluit in zou gaan tegen de afspraken die bij de overname van luchtvaartmaatschappij
KLM door Air France in 2003 zijn genomen. In die afspraken wordt gesteld dat de ontwikkeling
van het aantal passagiers van de luchtvaartcombinatie gelijkwaardig op zowel Schiphol
als luchthaven Charles de Gaulle moet plaatsvinden, het zogenoemde «multihub-systeem».
Het doel van de afspraken was het verkrijgen van een aantal waarborgen door de Nederlandse
Staat van de fusiepartners Air France en KLM en de gefuseerde onderneming Air France-KLM.
Het gaat hierbij dus om toezeggingen van de ondernemingen aan de Staat. Met het kabinetsbesluit
over Schiphol kunnen Air France-KLM en KLM blijven voldoen aan de toezeggingen: «de
ondernemingen kunnen door middel van hun netwerkontwikkeling en strategie blijven
sturen op een gelijkwaardige hubontwikkeling van Schiphol en Parijs». Het besluit
gaat dan ook niet in tegen de afspraken gemaakt tussen KLM en Air France bij de overname.
Spoor 3: ontwikkeling nieuw normenstelsel voor de milieugebruiksruimte
Zoals aangegeven in de Hoofdlijnenbrief Schiphol wil het kabinet sturen op vermindering
van de negatieve externe effecten van de luchtvaart, waaronder geluid(hinder). Een
stelsel voor geluid dat hierin voorziet, geldt voor Schiphol en de regionale luchthavens
van nationale betekenis. De voorkeur gaat uit naar een uniform stelsel en tegelijkertijd
moet het voorzien in de verschillen die er zijn per regio. Het ontwikkelen van het
stelsel is volop gaande maar zal nog de nodige tijd vergen. Dit najaar is gestart
met een eerste ronde langs overlegorganen rondom luchthavens (ORS en CRO’s) om de
aanleiding en uitgangspunten van het stelsel te bespreken met omwonenden, de luchtvaartsector
en andere betrokkenen. Het stelsel wordt ontwikkeld rekening houdende met inzichten
verkregen uit de «Programmatisch aanpak meten (en berekenen) vliegtuiggeluid» en de
bepalingsmethoden voor vliegtuiggeluid en helikoptergeluid. Begin 2023 wordt u over
de voortgang op deze geluiddossiers geïnformeerd en wat dit betekent voor een nieuw
stelsel.
Participatie, omgeving en communicatie
Een betere leefomgeving rond Schiphol is een opgave waar veel partijen een rol in
hebben. De Rijksoverheid streeft ernaar om provincies, gemeenten en andere betrokken
partijen te betrekken bij de opgaven die voorliggen. Daarom wordt doorlopend gesproken
met bewoners en andere belanghebbenden, bijvoorbeeld tijdens bijeenkomsten, werkbezoeken
en regiofora. Een speerpunt van het Programma Omgeving Luchthaven Schiphol is om vindbaar,
aanspreekbaar en toegankelijk te zijn.
Informatiesessie
Op 15 november jl. vond een informatiesessie over het kabinetsbesluit van 24 juni
jl. en de vervolgstappen plaats. Hier waren circa 170 aanwezigen, waaronder omwonenden,
luchtvaartmaatschappijen en medeoverheden. De sessie bestond uit een plenair deel
gevolgd door een informatiemarkt. Daarbij gaven de medewerkers van het Ministerie
van IenW uitleg over de uitwerking van het kabinetsbesluit van 24 juni jl. Zoals ook
in de hoofdlijnenbrief Schiphol aangegeven is het van groot belang alle stakeholders
te betrekken bij de verdere uitwerking van het kabinetsbesluit.
Adviezen commissie Te Rijdt inzake verzoeken om nadeelcompensatie grenswaarden geluid
In de voorgaande voortgangsbrief is aangekondigd dat de Kamer nader wordt geïnformeerd
over de besluitvorming omtrent de ingediende schadeverzoeken. De afhandeling van de
schadeverzoeken heeft prioriteit, echter voor een zorgvuldig besluit is meer tijd
nodig. Zodra er meer bekend is wordt de Kamer hierover geïnformeerd.
Transitie ORS naar MRS: werving nieuwe voorzitter MRS
Op 17 oktober is de Kamer geïnformeerd over de omvorming van de Omgevingsraad Schiphol
(ORS) naar de Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS).8 Hierna is de procedure gestart om een nieuwe voorzitter, als opvolger van dhr. Van
Geel, te werven. In november jl. zijn meerdere kandidaten gedurende twee gespreksrondes
beoordeeld aan de hand van de in het functieprofiel vastgelegde competenties, ervaringen,
vaardigheden en casuïstiek. Het doorlopen proces heeft geleid tot de unanieme voordracht
van dhr. Van Hijum als voorzitter van de MRS. Deze voordracht is op 16 december in
het Regioforum van de ORS bevestigd. Het benoemingsbesluit wordt gepubliceerd in de
Staatscourant.
Ministeriële regeling groot baanonderhoud 2023
Jaarlijks vindt baanonderhoud plaats op Schiphol. In 2023 is groot onderhoud aan de
Zwanenburgbaan voorzien. Als gevolg hiervan treedt gedurende de onderhoudsperiode
een wijziging van het baangebruik op waardoor het verkeer in het gebruiksjaar 2023
anders zal worden afgewikkeld. Op grond van de Wet luchtvaart kan de Minister van
Infrastructuur en Waterstaat vrijstelling van regels voor baan- en routegebruik verlenen
en vervangende grenswaarden voor de geluidbelasting in de handhavingspunten vaststellen
indien ten gevolge van groot onderhoud van een baan het normale gebruik van een luchthaven
naar zijn oordeel ernstig wordt belemmerd. Het betreft gevallen waarin als gevolg
van groot onderhoud een baan enige tijd niet gebruikt kan worden, waardoor het luchtverkeer
op een andere wijze moet worden afgehandeld. Voor gebruiksjaar 2023 zal een dergelijke
ministeriële regeling op korte termijn worden vastgesteld met vervangende grenswaarden
voor de geluidbelasting in het LVB. Ook bevat de regeling voor het gebruiksjaar 2023
vrijstellingen van de regels in het LVB met betrekking tot de inzet van banen- en
routes en zijn tabellen opgenomen met de te volgen preferente baancombinaties tijdens
groot onderhoud aan het banenstelsel op Schiphol.
De concept-regeling is via internet geconsulteerd en besproken met leden van de ORS.
De internetconsultatie heeft in totaal 2233 reacties opgeleverd, waarvan 1801 openbare
reacties. Omwonenden maken zich zorgen over de extra hinder die het baanonderhoud
voor met name omwonenden van de Aalsmeerbaan en Buitenveldertbaan oplevert. De zorgen
zijn begrijpelijk en herkenbaar. Daarom is bij het opstellen van de concept-regeling
beperking van de extra overlast nadrukkelijk meegewogen. Mede naar aanleiding van
de consultatie zijn de regels voor nachtelijke inzet van banen verduidelijkt en is
de toelichting aangevuld. Veel van de inbreng ziet evenwel op de systematiek en die
volgt uit de wet en het LVB. In het vigerende stelsel wordt middels het opstellen
van een specifieke ministeriële regeling rekening gehouden met het groot baanonderhoud.
Daarbij wordt opgemerkt dat onderhavige regeling ook complex is, omdat een belangrijk
element van het nieuwe normen en handhavingsstelsel Schiphol NNHS, te weten tabellen
met preferente baancombinaties, dat (nog) geen deel uitmaakt van het vigerende LVB,
is meegenomen. De inbreng uit de internetconsultatie is – los van de aanpassingen
in de regeling – daarom vooral aanleiding naar het systeem voor baanonderhoud te kijken.
Dit zal langs twee sporen gebeuren: het herijken van de baanonderhoudstrategie van
Schiphol en herziening van de systematiek waarbij het streven is dat jaarlijks groot
baanonderhoud kan worden uitgevoerd zo veel mogelijk binnen vooraf vastgestelde kaders.
Herijking van de baanonderhoudstrategie is aan Schiphol en het is van belang dat dit
in overleg met de omgeving plaatsvindt. Schiphol heeft aangegeven hiertoe bereid te
zijn, waarbij Schiphol er op wijst dat het de verantwoordelijkheid van Schiphol is
en blijft om invulling te geven aan een actuele baanonderhoudstrategie gelet op de
internationale verplichtingen ten aanzien van veiligheid en certificering waar Schiphol
aan moet voldoen. Herziening van de systematiek zal door het ministerie worden opgepakt
in overleg met omwonenden en de sector. Dit kan in ieder geval bezien worden in het
licht van uitwerking van het normenstelsel voor de milieugebruiksruimte conform de
Hoofdlijnenbrief Schiphol van 24 juni jl.
Ten aanzien van de ministeriële regeling groot baanonderhoud 2023 zijn ook Kamervragen
gesteld door de leden Van Raan en Vestering (beiden PvdD) en door het lid Boucke (D66).
De vragen van de leden Van Raan en Vestering zijn beantwoord op 5 december 2022.9 De beantwoording van de vragen van het lid Boucke volgt spoedig.
Geluid
Naast de hierboven genoemde vorderingen rondom de ontwikkeling van een nieuw systeemconcept
geluid, wordt er op meer vlakken aan het thema geluid gewerkt.
Isolatieregeling
De Kamer is in de vorige voortgangsbrief geïnformeerd over de uitwerking van de isolatieregeling.
Deze regeling heeft als doel om woningen te voorzien van geluidwerende maatregelen.
Woningen kunnen onder voorwaarden hiervoor in aanmerking komen. De belangrijkste voorwaarde
is dat de geluidbelasting als gevolg van vliegverkeer ter plaatse van de woning 60
dB Lden of hoger bedraagt. Die geluidcontour is bepaald bij een volume van maximaal
440.000 vliegtuigbewegingen. De isolatieopgave voor de regeling bevat op basis van
dit scenario circa 1.500 woningen. Op dit moment onderzoekt Rijkswaterstaat welke
woningen precies onder de eerder genoemde voorwaarden vallen. Het uiteindelijke aantal
woningen dat voor de regeling in aanmerking komt, kan daardoor nog veranderen.
De regeling wordt voor de jaarwisseling ter consultatie aangeboden. Na verwerking
van de consultatiereacties kan de regeling definitief worden vastgesteld. Rijkswaterstaat
zal de regeling vervolgens uitvoeren. Na vaststelling van de regeling wordt deze met
een separate brief inclusief ondersteunende rapporten aan de Kamer aangeboden, waarin
wordt ingegaan op de verdere planning.
Innovatie
Eerder is aangekondigd dat het kabinet als onderdeel van het terugdringen van geluidshinder
gaat kijken naar innovatiegerichte maatregelen zoals geluidadaptief bouwen. Het ministerie
inventariseert momenteel welke lopende innovatie initiatieven relevant zijn en potentieel
hebben. Een innovatieaanpak geluidhinderbeperking luchtvaart voor dit programma volgt
in de loop van volgend jaar.
Onderzoek nachtsluiting
Zoals aangekondigd in de Luchtvaartnota 2020–2050 is het van belang om inzicht te
krijgen in de meerwaarde en de implicaties van een (gedeeltelijke) nachtsluiting van
Schiphol. Hiernaar zal in opdracht van het Ministerie van IenW onderzoek worden gedaan.
Dit onderzoek bestaat uit grofweg twee componenten: de operationele effecten van een
aantal scenario’s van (gedeeltelijke) nachtsluiting en de effecten op de geluidsbelasting
en hinder. Bij het formuleren van de vraagspecificatie is het ministerie bijgestaan
door het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Het onderzoek start begin 2023.
De Kamer zal op de hoogte worden gehouden van de resultaten.
Quickscan Zuidoosthoek
In de vorige voortgangsbrief is de Kamer geïnformeerd over de quickscan die is uitgevoerd
naar de effecten van het Nieuwe Normen- en Handhavingstelsel (NNHS) in de Zuidoosthoek
van Schiphol. Deze quickscan heeft plaatsgevonden voordat het kabinetsbesluit van
24 juni jl. is genomen. Het rapport van de quickscan is bijgevoegd als bijlage bij
deze Kamerbrief.
Oplossingsrichtingen
In het onderzoeksrapport worden een drietal oplossingsrichtingen aangedragen om de
hinder in de Zuidoosthoek te kunnen verminderen. Daarnaast is in het gesprek met de
klankbordgroep een vierde oplossingsrichting aangedragen. Deze oplossingsrichtingen
betreffen:
1. Benutting capaciteit van de Kaagbaan;
2. De verdeling van verkeer over de Aalsmeerbaan en de Kaagbaan;
3. Grondmaatregelen (o.a. isolatie aan woningen);
4. Operationeel: beperken van intersectiestarts.
Vervolg
Het ministerie zal de verschillende oplossingsrichtingen bestuderen op haalbaarheid,
toepasbaarheid en uitvoerbaarheid. Hiervoor zal een tweetal onderzoeken plaatsvinden.
Het eerste onderzoek richt zich op het benutten van capaciteit en de verdeling van
verkeer en zal in samenspraak met LVNL en Schipholgroup worden verricht. Het tweede
onderzoek, met betrekking tot de operatie van de luchthaven, wordt op dit moment uitgevoerd
door de ILT. De resultaten hiervan worden begin 2023 verwacht.
Met betrekking tot maatregelen op de grond wordt er, zoals eerder in deze voortgangsbrief
toegelicht, reeds gewerkt aan een isolatieregeling. Naar verwachting is deze regeling
ook toepasbaar op de Zuidoosthoek. Bij het bestuderen van de verschillende oplossingsrichtingen
zal expliciet het kabinetsbesluit van 24 juni jl. en de daaruit voortvloeiende effectuering
worden meegewogen.
De Kamer zal middels de periodieke voortgangsbrief Programma Omgeving Luchthaven Schiphol
worden geïnformeerd over de opvolging van bovenstaande oplossingsrichtingen, naar
aanleiding van de uitkomsten van de verschillende onderzoeken. Ook worden de resultaten
van de quickscan besproken met de Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS) en met een
toelichting geplaatst op de website
luchtvaartindetoekomst.nl.
Natuurvergunning
Stand van zaken
Op 29 augustus jl. heeft Schiphol de vergunningaanvraag aangevuld. Schiphol is gevraagd
de vergunningaanvraag nog verder aan te vullen op basis van het kabinetsbesluit van
24 juni jl. inzake het reduceren van het aantal vliegtuigbewegingen tot 440.000. Een
besluit op de vergunningaanvraag kan pas worden genomen als alle daartoe benodigde
informatie is aangeleverd. Het is van belang dat Schiphol zo spoedig mogelijk over
de vereiste natuurvergunning beschikt. Echter, het bevoegd gezag (de Minister voor
Natuur en Stikstof) hecht ook aan een zorgvuldig proces om tot vergunningverlening
te komen.
De Kamer heeft diverse Kamervragen gesteld over de natuurvergunning en het treffen
van mitigerende maatregelen door Schiphol. Deze vragen zullen zo spoedig mogelijk
beantwoord worden. Ook zal er -conform het verzoek van de Kamer d.d. 6 december jl.-
door het Kabinet ingegaan worden op de betrokken moties.
Reactie verzoek lid Van der Plas inzake vacature
Op 15 november jl. is er tijdens het mondeling vragenuur een vraag gesteld door lid
Van der Plas (BBB), inzake de opkoop van boerenbedrijven ten behoeve van stikstofruimte
voor Schiphol (Handelingen II 2022/23, nr. 22, item 3). Tijdens de beantwoording is door Minister voor Natuur en Stikstof een reactie op
de vacature beleidsmedewerker stikstof bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
toegezegd. Hierbij ontvangt u deze reactie.
De vacature behelst de werving van een beleidsmedewerker die onderdeel wordt van het
Programma Omgeving Luchthaven Schiphol. Hierbinnen richt men zich op de verschillende
vraagstukken, waaronder stikstof, geluid en ruimte, in de Schipholregio om zo deze
vraagstukken in samenhang te bezien. Binnen het Programma Omgeving Luchthaven Schiphol
zal de beleidsmedewerker zich onder andere bezig houden met het aspect stikstof. Een
onderdeel hiervan is het volgen van het proces rondom de natuurvergunning voor Schiphol.
Uiteraard is de beleidsmedewerker niet verantwoordelijk voor het «fixen» van deze
natuurvergunning. Schiphol is immers als initiatiefnemer zelf verantwoordelijk voor
het aanvragen van de natuurvergunning en het treffen van eventueel benodigde mitigerende
maatregelen. Hierbij is de Minister voor Natuur en Stikstof bevoegd gezag.
Emissies, grondafhandeling en parallelle Kaagbaan
Emissies
In de Kamer is de afgelopen jaren in toenemende mate aandacht besteed aan de emissies
van de luchtvaart en de gevolgen daarvan voor de lokale luchtkwaliteit, onder meer
door de emissies van ultrafijn stof en zeer zorgwekkende stoffen (ZZS), ook in de
omgeving rondom Schiphol. Binnen het Programma Omgeving Luchthaven Schiphol wordt
toegewerkt naar normstelling voor de negatieve externe effecten van de luchtvaart,
waaronder emissies, zoals ook in de Hoofdlijnenbrief Schiphol is aangekondigd. Binnenkort
wordt de Kamer separaat per brief geïnformeerd over de diverse acties die momenteel
lopen op dit gebied.
Voortgang beperking aantal afhandelaren
In de vierde update over zomerdrukte op Schiphol is de Kamer geïnformeerd dat gestart
wordt met het traject om het aantal afhandelingsbedrijven op Schiphol te beperken10. Met betrokken partijen is afgesproken dat het ministerie en Schiphol samen het voortouw
nemen. Het beperken van het aantal afhandelingsbedrijven is een besluit dat een grote
impact kan hebben op bedrijven en werknemers op Schiphol. Daarom dient dit besluit
zo goed mogelijk onderbouwd te worden. Om te zorgen voor een goede en onafhankelijke
onderbouwing van de noodzaak van deze stap en het wenselijke aantal afhandelingsbedrijven
op Schiphol, zet het ministerie een extern onderzoek uit. De periode tot het einde
van het jaar wordt benut voor een ronde langs de betrokken partijen en het opstellen
van een plan van aanpak voor de uitvoering van deze onderbouwing. Vervolgens is het
streven om voor de zomer een conceptbesluit tot het beperken van het aantal afhandelingsbedrijven
op te stellen dat aansluit bij de onderbouwing.
Verder heeft Schiphol op 31 oktober 2022 een zogeheten License to Operate vastgesteld voor alle op Schiphol in de bagageafhandeling actieve bedrijven. Het
document bevat afspraken over onder meer gezondheid, veiligheid en gebruik van materieel.
Deze set aan regels en afspraken is in samenspraak met de betrokken bedrijven opgesteld
en zal per 1 januari 2023 van kracht zijn. Doel van Schiphol is om de werking van
de License to operate nauwgezet te monitoren en jaarlijks aan te scherpen.
Naast bovenstaande ontwikkelingen zal op 1 januari ook de afgelopen zomer afgesloten
sector-CAO voor de grondafhandeling van kracht worden. Daarmee wordt concurrentie
op arbeidsvoorwaarden tussen de afhandelingsbedrijven beperkt. Met deze sector-CAO,
de License to operate en het in gang gezette traject voor het beperken van het aantal afhandelingsbedrijven
beschouw ik de motie Alkaya (SP) en Van der Molen (CDA) op dit punt afgedaan11.
Parallelle Kaagbaan
Conform de toezegging aan het lid Boucke (D66) tijdens het Commissiedebat Vliegveiligheid
van 15 september jl. (Kamerstuk 24 804, nr. 194), wordt de Kamer geïnformeerd over het proces met betrekking tot de parallelle Kaagbaan.
Zoals al eerder aangegeven moet een besluit over de ruimtereservering voor de parallelle
Kaagbaan integraal worden genomen. Dit onderwerp wordt hierom ook besproken in het
kader van NOVEX Schipholregio. Momenteel worden er gesprekken gepland en gevoerd met
partijen die betrokken zijn bij de parallelle Kaagbaan. Wanneer met de betrokkenen
gesproken is worden de standpunten van deze partijen meegenomen in de overweging op
basis waarvan het definitieve besluit genomen wordt.
Zoals toegezegd wordt het besluit over het continueren of schrappen van de ruimtereservering
voor de parallelle Kaagbaan uiterlijk voor de zomer van 2023 genomen.
Gebiedsagenda NOVEX Schipholregio
In de vorige voortgangsbrief is de Kamer geïnformeerd over de uitwerking van een gebiedsagenda
waarmee Rijk en regio samen invulling gaan geven aan maatregelen om de leefomgevingskwaliteit
in de Schipholregio te verbeteren; de NOVEX-aanpak.
In de afgelopen periode is intensief gewerkt aan het maken van samenwerkingsafspraken
tussen Rijk en regio. Deze afspraken zijn vastgelegd in een bestuursovereenkomst «intenties
samenwerking NOVEX Schipholregio», die op 10 oktober jl. officieel is vastgesteld
door middel van ondertekening door de betrokken partijen. In deze bestuursovereenkomst
hebben Rijk en regio zich gecommitteerd aan het gezamenlijk uitwerken van verschillende
nationale en regionale opgaven in het gebied. Bij deze gezamenlijke uitwerking staat
centraal dat de partijen tot een integrale afweging van de verschillende opgaven komen,
ten behoeve van het verbeteren van de leefomgevingskwaliteit.
Op dit moment is de concretiseringsfase gestart, waarin de afspraken uit de bestuursovereenkomst
in samenspraak met de stakeholders nader worden uitgewerkt. Dit moet ertoe leiden
dat inzichtelijk is welke concrete keuzes en prioriteringen noodzakelijk zijn om gezamenlijk
de leefomgevingskwaliteit te verbeteren. Het streven is om de concretiseringsfase
eind tweede kwartaal 2023 te hebben afgerond, conform de NOVEX-aanpak.
Ontwikkeling ruimtelijk beleid
Eerder is de Kamer geïnformeerd dat de Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat
en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties samen met de Bestuurlijke Regiegroep
Schiphol (BRS) een traject zijn gestart naar de herziening van het ruimtelijk beleid
rond Schiphol. Met vaststellen van het Bestuursovereenkomst Intenties Samenwerking
NOVEX Schipholregio is dit traject onderdeel gemaakt van de NOVEX Schiphol. De eerste
stap in de herziening van het ruimtelijke beleid is het wijzigen van het Luchthavenindelingbesluit
(LIB). In het eerste kwartaal van 2023 wordt u nader geïnformeerd over welke aanpassingen
van het LIB wenselijk zijn. Daarna zal het proces worden gestart om de aanpassingen
vast te leggen in wet- en regelgeving.
Besluitvorming
Binnen het Programma Omgeving Luchthaven Schiphol wordt blijvend gewerkt aan een goed
evenwicht tussen de verschillende publieke belangen in de omgeving van luchthaven
Schiphol. Over de verdere vorderingen en het verdere tijdspad van het Programma wordt
de Kamer nader geïnformeerd in de eerstvolgende voortgangsbrief, voorzien in het voorjaar
van 2023.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Indieners
-
Indiener
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat