Brief regering : Geannoteerde agenda Europese Raad en EU-ASEAN Top van 14, 15 en 16 december 2022
21 501-20 Europese Raad
Nr. 1898
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2022
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, de geannoteerde agenda voor
de Europese Raad van 15 december en de EU-ASEAN Top van 14 december a.s. aan.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE EUROPESE RAAD VAN 15 DECEMBER 2022 EN DE EU-ASEAN TOP VAN
14 DECEMBER 2022
Op donderdag 15 december a.s. vindt een Europese Raad (ER) plaats in Brussel. Op de
agenda staan de Russische agressie tegen Oekraïne, opvolging van de discussie over
energie en economie, veiligheid en defensie en het Zuidelijk Nabuurschap. Onder overige
buitenlandpolitieke onderwerpen zal gesproken worden over de Trans-Atlantische relatie
en mogelijk de Westelijke Balkan. Voorafgaand aan de ER vindt op woensdag 14 december
a.s. de eerste gezamenlijke Top van staatshoofden en regeringsleiders van de EU en
de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties (ASEAN) plaats in Brussel. De Minister-President
is voornemens deel te nemen aan beide bijeenkomsten.
Europese Raad
Russische agressie tegen Oekraïne
Actualia
De ER zal stilstaan bij de laatste ontwikkelingen van de Russische oorlog tegen Oekraïne.
De inzet van het kabinet blijft ongewijzigd. Dit betekent dat het kabinet zich enerzijds
onverminderd blijft inzetten om de druk op Rusland verder te vergroten en om de agressie
te beëindigen, inclusief verdere aanscherping van de sancties tegen Rusland. Anderzijds
blijft het kabinet zich inzetten voor zoveel mogelijk steun aan Oekraïne, zowel bilateraal
als vanuit de EU en in nauwe samenwerking met internationale partners en organisaties.
Wederopbouw en brede steun aan Oekraïne
De ER zal spreken over de financiële en humanitaire steun die Oekraïne urgent nodig
heeft om de winter door te komen, met het oog op de aanhoudende Russische aanvallen
op water- en energie-infrastructuur. Mogelijk zal daarnaast worden stilgestaan bij
de liquiditeitssteun voor Oekraïne in 2023 en de wederopbouw op de middellange termijn.
Op 13 december a.s. organiseert Frankrijk een conferentie in Parijs waar onder andere
zal worden gesproken over een mogelijk internationaal coördinatiemechanisme voor de
steun aan Oekraïne deze winter.
Het kabinet zet zich er op de korte termijn zowel bilateraal als multilateraal en
via de EU voor in om Oekraïne te helpen de winter door te komen. Hiervoor heeft het
kabinet 180 miljoen euro aan financiële steun aangekondigd.1 Het grootste deel van dit Nederlandse steunpakket loopt via de Wereldbank en de Europese
Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD). Deze ontwikkelingsbanken hebben de ervaring
en het netwerk om te zorgen dat aan de belangrijkste noden in Oekraïne kan worden
voldaan. Zo komen de middelen terecht bij projecten die bijvoorbeeld bijdragen aan
het herstel van essentiële water- en energie-infrastructuur en aan het behoud van
de voedselzekerheid (de hoogste prioriteiten om de komende winter door te komen).
Een ander deel zal direct ten goede komen aan herstel van energie-infrastructuur.
Het kabinet bereidt momenteel ook leveringen van reserveonderdelen voor waar Oekraïne
om heeft gevraagd, zoals bekabeling en stroomonderbrekers, die niet meer voorradig
zijn vanwege de vele aanvallen die plaatsgevonden hebben. Ten slotte heeft de Europese
Commissie een optiepaper geschreven omtrent het gebruik van bevroren Russische tegoeden
ten behoeve van de wederopbouw van Oekraïne. Hierbij is duidelijk dat eventueel gebruik
van bevroren tegoeden veel juridische haken en ogen heeft. Het kabinet steunt verdere
uitwerking van deze ideeën en blijft hier nauw bij betrokken.
Accountability
Het kabinet blijft zich onverminderd inzetten voor gerechtigheid voor oorlogsmisdrijven
in Oekraïne. Het kabinet verkent actief, op basis van het verzoek van Oekraïne en
motie van het lid Sjoerdsma c.s.2, de mogelijkheden voor het oprichten van een agressietribunaal om de leiders die
verantwoordelijk zijn voor de Russische agressie in Oekraïne te berechten. De uiteindelijke
oprichting van dit tribunaal zal afhangen van internationale steun en financiële garanties
van de internationale gemeenschap en duidelijkheid over de gevolgen voor de relatie
met het Internationaal Strafhof.
Het kabinet werkt ook actief aan de opvolging van de AVVN-resolutie die oproept tot
de oprichting van een internationaal register voor oorlogsschade.3 Het kabinet steunt het idee van een register en is in gesprek met Oekraïne over mogelijke
vestiging van een dergelijk register in Den Haag.
Opvolging van de discussie over energie en economie
De ER zal spreken over de situatie op de Europese energiemarkt aansluitend op de discussie
tijdens de ER van 20 en 21 oktober jl.4, de Energieraad van 24 november jl.5 en de Energieraad van 13 december a.s.6
De Europese Commissie heeft op 22 november jl. een voorstel7 gepubliceerd voor een marktcorrectiemechanisme in de vorm van een tijdelijk prijsplafond
op de in Nederland gevestigde Title Transfer Facility-beurs (TTF). Dit plafond zou moeten dienen als vermeend laatste redmiddel tegen extreme
prijzen en volatiliteit op de groothandelsmarkt. Inhoudelijke bespreking van het Commissievoorstel
is voorzien tijdens de Energieraad van 13 december a.s. De Minister voor Klimaat en
Energie heeft de Kamer in de geannoteerde agenda van de extra Energieraad geïnformeerd
over de kabinetsinzet. De kabinetsappreciatie van het voorstel van de Europese Commissie
voor een marktcorrectiemechanisme is de Kamer tevens op 2 december jl. toegegaan.8
Wat betreft de economische ontwikkelingen is de verwachting dat de regeringsleiders
tijdens de ER zullen spreken over de implementatie van de conclusies van de ER van
20 en 21 oktober jl.9 en dat zij vooruit zullen blikken naar de economische situatie op de middellange
termijn. Het kabinet vindt het belangrijk dat de maatregelen die lidstaten nemen tijdelijk
en gericht zijn, het gelijk speelveld op de interne markt niet verstoren en niet leiden
tot een verdere verhoging van de inflatie. Daarnaast blijft voor het kabinet de houdbaarheid
van de overheidsfinanciën van belang. Nederland zal tijdens de ER benadrukken dat
het noodzakelijk is om terug te keren naar begrotingsdiscipline om de houdbaarheid
van de overheidsfinanciën te waarborgen.
Mogelijk bespreekt de ER ook de gevolgen van de hoge energieprijzen voor de Europese
industrie. De ER zal daarbij naar verwachting stil staan bij het belang van het versterken
van de Europese concurrentiekracht en de weerbaarheid van de Europese economie en
oproepen tot een gecoördineerde Europese aanpak. Een meer gedetailleerde insteek voor
de discussie is op moment van schrijven nog niet bekend. Het kabinet deelt de zorgen
over de-industrialisatie als gevolg van hoge energieprijzen. Het kabinet zal de Kamer
hier voor het einde van het jaar separaat over informeren.
Veiligheid en defensie
Regeringsleiders zullen tijdens de ER verder spreken over Europese veiligheid en defensie.
De ER zal stilstaan bij de uitvoering van eerdere conclusies over dit onderwerp alsook
de richtlijnen geformuleerd tijdens de Versailles Top van 10 en 11 maart jl.10 en het Strategisch Kompas. In het Kompas, dat op 21 maart jl. werd aangenomen, heeft
de EU voor de komende vijf tot tien jaar duidelijke ambities en actiepunten geformuleerd
op het gebied van veiligheid en defensie. De komende tijd wordt gewerkt aan de implementatie
van het Kompas.
Verder zal de ER spreken over het veiligstellen van de financiële duurzaamheid van
de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Door de 3 miljard euro steun aan Oekraïne is de
begroting (2021–2027) voor een groot deel uitgeput. Om steun aan Oekraïne en andere
partners vanuit de EPF voort te kunnen blijven zetten, is de ophoging van het meerjarig
totaalbudget van het instrument noodzakelijk. Het kabinet zal de Kamer voor de Europese
Raad separaat informeren over de kabinetsinzet.
Zuidelijk Nabuurschap
De ER zal een strategische discussie voeren over het EU Zuidelijk Nabuurschap. EDEO
heeft in navolging van de ministeriële bijeenkomst in Barcelona die op 24 november
jl. plaatsvond tussen de EU en de landen van het Zuidelijk Nabuurschap een discussiepaper
opgesteld voor deze bespreking. Net als de ministeriële bijeenkomst zal de strategische
discussie zich richten op de sociaaleconomische gevolgen van de Russische agressie
tegen Oekraïne voor de EU en de Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA)-regio, waaronder
op energiezekerheid en voedselzekerheid. Ook zal worden besproken hoe de EU de banden
met het Zuidelijk Nabuurschap kan aanhalen in het licht van deze en andere gezamenlijke
uitdagingen waar de EU en de MENA-regio voor staan. Nederland heeft in Barcelona steun
uitgesproken voor intensievere samenwerking met de regio, waaronder het gebied van
migratie. Het kabinet vindt het belangrijk dat de dialoog met de landen van het Zuidelijk
Nabuurschap in brede zin wordt versterkt.
Buitenlandpolitieke onderwerpen
Trans-Atlantische relatie
De ER zal spreken over de trans-Atlantische betrekkingen. Er zullen naar verwachting
geen conclusies op dit punt worden aangenomen. De Verenigde Staten (VS) is Europa’s
belangrijkste bondgenoot en onmisbaar voor onze veiligheid. De omvangrijke, niet-aflatende
steun van de VS zorgt er bovendien voor dat Oekraïne zich tegen de Russische agressie
kan verdedigen en terrein terug heeft kunnen winnen. Deze agendering biedt de gelegenheid
om te spreken over de vraag hoe het trans-Atlantisch partnerschap niet alleen in Europa
maar ook elders onze veiligheidsbelangen kan dienen.
Verder zal naar verwachting gesproken worden over de Amerikaanse Inflation Reduction Act (IRA) en de bredere economische en handelsrelatie tussen de EU en de VS, onze belangrijkste
handels- en investeringspartner. De IRA is een belangrijke stap voor de VS in de concretisering
van de Amerikaanse klimaatambities. Tegelijkertijd deelt het kabinet Europese zorgen
over protectionistische elementen van de IRA en de nadelige gevolgen daarvan voor
de Europese economie. Een eensgezinde EU-opstelling is van belang om deze zorgen in
eerste instantie via dialoog aan de orde te stellen. In dit licht verwelkomt het kabinet
de EU-VS IRA Task Force, die eind oktober 2022 is opgericht. Verder moet de EU de
mogelijkheid openhouden om gebruik te maken van het eigen handelspolitieke instrumentarium.
Naast het belang dat de VS stappen zet om aan de Europese zorgen tegemoet te komen,
zoals ook door president Macron onder de aandacht gebracht tijdens het staatsbezoek
aan de VS, wordt door de IRA de urgentie onderstreept van het structureel verbeteren
van het Europese investeringsklimaat, ook met het oog op de gevolgen van de hoge energieprijzen
voor de Europese industrie.
Westelijke Balkan
Daarnaast zal de ER mogelijk spreken over EU-uitbreiding afhankelijk van de uitkomst
van de discussie hierover in de Raad Algemene Zaken van 13 december a.s. De inzet
van het kabinet is met uw Kamer gedeeld in de Kabinetsappreciatie Uitbreidingspakket
2022 van 11 november jl.11 Daarnaast zal er mogelijk over de uitkomsten van de EU-Westelijke Balkantop worden
gesproken, waar veel aandacht was voor het intensiveren van samenwerking op het gebied
van migratie en het door de EU aangekondigde energiepakket.
EU-ASEAN Top
Op 14 december a.s. vindt in Brussel de eerste gezamenlijke EU-ASEAN Top plaats. De
ASEAN-gemeenschap is op weg om de vierde grootste economie ter wereld te worden en
met zijn bijna 700 miljoen inwoners één van de belangrijkste economische groeicentra
van de wereld. De vijf grootste economieën in de ASEAN – Singapore, Vietnam, Indonesië,
Maleisië en Thailand – vormen dan ook een prioritaire regionale markt binnen het Nederlandse
handelsbeleid. Daarnaast is ASEAN ook op andere terreinen een belangrijke strategische
partner voor Nederland en de EU in de Indo-Pacific. Net als de EU staat ASEAN voor
de uitdaging hoe om te gaan met de gevolgen van klimaatverandering en het snel veranderende
geopolitieke krachtenveld en de gevolgen daarvan op het gebied van bijvoorbeeld handel
en veiligheid. ASEAN hecht bovendien net als de EU aan effectief multilateralisme
en internationale rechtsorde. Deze gezamenlijke Top past dan ook bij de Nederlandse
en Europese ambitie om samenwerking met strategische partners in de wereld te versterken
en verdiepen.
Op de agenda van de Top staan naar verwachting vrede en veiligheid, economie, connectiviteit
en de duurzame transitie. De inzet van het kabinet is om over deze thema’s samenwerkingsafspraken
te maken met ASEAN, om gezamenlijke uitdagingen aan te pakken op basis van gedeelde
waarden en internationaal afgesproken normen en standaarden. Als onderdeel van de
versterking van dit partnerschap zal Nederland aandacht vragen voor de diversificatie
van handelsstromen, het concreet invullen van de EU Indo-Pacific strategie en investeringen
in duurzame infrastructuur. Tijdens de Top vindt ook een ondertekeningsceremonie plaats
voor een aantal overeenkomsten, waaronder het EU-ASEAN Comprehensive Air Transport Agreement (CATA).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken