Brief regering : SCoPAFF gewasbeschermingsmiddelen 8 en 9 december 2022
27 858 Gewasbeschermingsbeleid
Nr. 602
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 december 2022
Hierbij informeer ik uw Kamer over de voorgenomen Nederlandse standpunten inzake de
onderwerpen die ter stemming worden voorgelegd aan het eerstvolgende Standing Committee
on Plants, Animals, Food and Feed (SCoPAFF) over regelgeving voor gewasbescherming.
Het overleg vindt plaats op 8 en 9 december 2022. De standpunten zijn ambtelijk voorbereid
met de Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (lenW), Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(SZW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), op basis van advisering door het
College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).
De onderstaande punten staan op de agenda ter (mogelijke) stemming (de zogenaamde
B-punten).
Uitvoeringsverordening over registratieverplichtingen voor professionele gebruikers
Dit voorstel is een uitwerking van de bestaande registratieverplichting voor het gebruik
van gewasbeschermingsmiddelen zoals vastgelegd in artikel 67 van de Gewasbeschermingsverordening
(EG) 1107/2009. Het voorstel bevat een format waarin professionele gebruikers van
gewasbeschermingsmiddelen een digitale registratie moeten voeren vanaf 1 januari 2025.
De noodzaak voor een digitale registratie volgt uit het voorstel van de Europese Commissie
(EC) voor een nieuwe verordening statistieken over agrarische input en output (SAIO)
en stelt lidstaten in staat om statistische gegevens over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
aan de EC te overleggen (Kamerstuk 22 112, nr. 3080) en daarmee de doelen van de «van boer tot bord» strategie te kunnen monitoren.
Ik heb uw Kamer op 20 oktober 2022 geïnformeerd (Kamerstuk 27 858, nr. 596) dat ik momenteel onderzoek op welke wijze gegevens over geïntegreerde gewasbescherming
het beste digitaal ingewonnen kunnen worden. Hierbij zal ik rekening houden met de
voorliggende Europese verplichting voor het houden van een digitale registratie. De
Nederlandse delegatie is voornemens om in te stemmen met het voorstel van de EC.
Uitvoeringsverordening met regels voor identificatie van onacceptabele formuleringshulpstoffen
(coformulanten)
In mei 2021 is Nederland akkoord gegaan met de publicatie van een Europese lijst van
147 chemische verbindingen die vanwege intrinsieke zorgwekkende eigenschappen niet
meer als coformulant in een toegelaten gewasbeschermingsmiddel aanwezig mogen zijn.
Uw Kamer is hier over geïnformeerd (Kamerstuk 27 858, nr. 508). Het huidige voorstel van de EC bevat een procedure en criteria voor het identificeren
van onacceptabele coformulanten die aan deze lijst worden toegevoegd.
Lidstaten worden verplicht om als onderdeel van de aanvraagprocedure voor de toelating
van een gewasbeschermingsmiddel, voor coformulanten in dat middel te verifiëren of
deze voldoen aan daarvoor vastgelegde criteria. Het Ctgb adviseert positief op dit
voorstel, maar acht het wel van belang dat de EC verdere verduidelijking geeft over
de precieze implementatie van de criteria met het oog op een geharmoniseerde implementatie
in de Unie. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een geharmoniseerd richtsnoer. De
Nederlandse delegatie is voornemens om in te stemmen met het voorstel en de EC daarbij
te vragen om verdere verduidelijking in een richtsnoer.
De werkzame stof benfluralin
Deze stof wordt gebruik als herbicide. In Nederland is één middel op basis van deze
stof toegelaten in verschillende gewassen, waaronder cichorei, peulvruchten, sla en
verschillende koolgewassen. De EC stelt voor de goedkeuring van benfluralin niet te
hernieuwen vanwege risico’s voor vogels, zoogdieren en waterorganismen. Op verzoek
van verschillende lidstaten, waaronder Nederland, heeft de EC aan de rapporterende
lidstaat en de European Food Safety Authority (EFSA) gevraagd of risicoreducerende
maatregelen mogelijk zijn. Uit meerdere analyses blijkt echter dat de genoemde risico’s
onvoldoende kunnen worden ondervangen met risicoreducerende maatregelen. Het Ctgb
adviseert positief op het voorstel. De Nederlandse delegatie is voornemens in te stemmen
met het voorstel van de EC.
Benfluralin wordt momenteel toegepast in verschillende teelten en bijvoorbeeld de
cichoreiteelt is erg van afhankelijk van deze werkzame stof. Het wegvallen van deze
werkzame stof zal daarom impact hebben voor de sector. Ik kan mij voorstellen dat
de sector deze casus aandraagt binnen de werkgroep actuele vraagstukken van het Uitvoeringsprogramma
van mijn Visie gewasbescherming 2030. Hierbij zoeken partijen van overheid en sector
samen naar concrete oplossingen voor telers.
De laagrisico stof Trichoderma atroviride strain AGR2
Deze nieuw stof is een micro-organisme en is bestemd om te worden gebruikt als fungicide.
De EC stelt voor de stof als laagrisico stof goed te keuren.
Ctgb adviseert positief op dit voorstel. De Nederlandse delegatie is voornemens om
in te stemmen met het voorstel van de EC.
De laagrisico stof Trichoderma atroviride strain AT10
Deze nieuwe stof is een micro-organisme en is bestemd om te worden gebruikt als fungicide.
De EC stelt voor de stof als laagrisico stof goed te keuren.
Ctgb adviseert positief op dit voorstel.
De werkzame stof Pseudomonas chlororaphis MA 342
Deze stof is een micro-organisme en wordt gebruikt als fungicide voor de behandeling
van zaden. In Nederland zijn twee middelen toegelaten voor de zaadbehandeling van
granen, erwten en wortel. De EC stelt voor de goedkeuring van de stof te hernieuwen
en daarbij de bestaande restrictie tot enkel gebruik als zaadbehandeling te behouden.
Op basis van de beschikbare risicobeoordeling acht het Ctgb deze restrictie niet strikt
noodzakelijk. De discussie over deze werkzame stof duurt echter al jaren en de EC
probeert met dit voorstel uit de impasse te komen. Aangezien het voorstel de veiligheid
borgt en waarschijnlijk op voldoende steun van de lidstaten kan rekenen, adviseert
het Ctgb positief op dit voorstel. De Nederlandse delegatie is voornemens om in te
stemmen met het voorstel van de EC.
De basisstof Essentiele olie van Citrus limon
Dit betreft de goedkeuring van de essentiële olie van citroen als basisstof voor gebruik
tegen insecten, mijten en schimmels in de teelt van citrusvruchten. De EC stelt voor
deze stof niet goed te keuren vanwege de gevaarseigenschappen van de olie en de belangrijkste
component daarin, d-limonene. Dit component is onder andere geclassificeerd als sensibiliserend
en zeer toxisch voor waterorganismen. Het Ctgb adviseert positief op dit voorstel.
De Nederlandse delegatie is voornemens om in te stemmen met het voorstel van de EC.
De werkzame stof koolzaadolie
De stof koolzaadolie wordt gebruikt als insecticide en acaricide. In Nederland zijn
22 middelen toegelaten op basis van deze werkzame stof voor gebruik in diverse teelten,
zowel voor professioneel als niet-professioneel gebruik. De EC stelt voor om de goedkeuring
van deze werkzame stof te hernieuwen. Ctgb adviseert positief op dit voorstel. De
Nederlandse delegatie is voornemens om in te stemmen met het voorstel van de EC.
Tijdelijke verlenging van de goedkeuringsperiode van 13 werkzame stoffen
De EC stelt voor om de goedkeuring van 13 werkzame stoffen tijdelijk te verlengen
met één jaar omdat de besluitvorming buiten de schuld van de aanvrager niet tijdig
is afgerond. Deze procedure is vastgelegd in verordening EG 1107/2009 (artikel 17).
De herbeoordeling van werkzame stoffen is zeer complex en vraagt grote zorgvuldigheid
waardoor de procedure soms langer duurt dan voorzien en gewenst. Zonder tijdelijke
verlenging zouden al deze werkzame stoffen van de markt worden gehaald zonder dat
een zorgvuldig beoordelings- en besluitvormingsproces is doorlopen.
Een van de stoffen in dit voorstel is metiram. Ik heb uw Kamer op 5 oktober 2022 geïnformeerd
over de rapportage van het RIVM over gewasbeschermingsmiddelen met mogelijke neurodegeneratieve
effecten (Kamerstuk 27 858, nr. 581). In dit rapport wordt metiram aangewezen als een stof met een vergelijkbare structuur
als stoffen die in verband worden gebracht met neurodegeneratieve aandoeningen. Het
RIVM trekt geen conclusie over mogelijke risico’s van metiram op neurodegeneratieve
aandoeningen. Desalniettemin acht het Ctgb het van belang dat de herbeoordeling van
deze werkzame stof zo snel mogelijk wordt afgerond, zodat snel een besluit over de
hernieuwing kan worden genomen. Het Ctgb adviseert verder positief op het voorstel
van de EC. De Nederlandse delegatie is voornemens om in te stemmen met het voorstel
en daarbij een stemverklaring af te geven waarbij de EC wordt opgeroepen om de besluitvorming
van de werkzame stof metiram zo snel mogelijk af te ronden.
Tijdelijke verlenging van de goedkeuringsperiode van de werkzame stof dimoxystrobine
De EC stelt voor de goedkeuringsperiode van deze stof te verlengen met een half jaar
omdat de besluitvorming buiten de schuld van de aanvrager niet tijdig is afgerond.
Deze procedure is vastgelegd in verordening EG 1107/2009 (artikel 17). De herbeoordeling
van werkzame stoffen is zeer complex en vraagt grote zorgvuldigheid waardoor de procedure
soms langer duurt dan voorzien en gewenst. Zonder tijdelijke verlenging zouden al
deze werkzame stoffen van de markt worden gehaald zonder dat een zorgvuldig beoordelings-
en besluitvormingsproces is doorlopen.
De tijdelijke verlenging van deze stof betreft een half jaar omdat EFSA risico’s van
deze stof voor het milieu heeft geconstateerd. De EC geeft aan dat evenwel voldoende
tijd nodig is om de besluitvorming over de goedkeuring (en het eventueel intrekken
daarvan) voor te bereiden. Het Ctgb adviseert positief op het voorstel van de EC.
In Nederland zijn geen middelen op basis van dimoxystrobine toegelaten. De Nederlandse
delegatie is voornemens om in te stemmen met het voorstel van de EC.
Tijdelijke verlenging van de goedkeuringsperiode van de werkzame stof oxamyl
De EC stelt voor de goedkeuringsperiode van deze stof te verlengen met negen maanden
omdat de besluitvorming buiten de schuld van de aanvrager niet tijdig is afgerond.
Deze procedure is vastgelegd in verordening EG 1107/2009 (artikel 17). De herbeoordeling
van werkzame stoffen is zeer complex en vraagt grote zorgvuldigheid waardoor de procedure
soms langer duurt dan voorzien en gewenst. Zonder tijdelijke verlenging zouden al
deze werkzame stoffen van de markt worden gehaald zonder dat een zorgvuldig beoordelings-
en besluitvormingsproces is doorlopen.
De tijdelijke verlenging van deze stof betreft een negen maanden omdat EFSA risico’s
van deze stof voor toepassers, consumenten en het grondwater heeft geconstateerd.
De EC geeft aan dat evenwel voldoende tijd nodig is om de besluitvorming over de goedkeuring
(en het eventueel intrekken daarvan) voor te bereiden. Omdat in Nederland één middel
op basis van deze stof is toegelaten acht het Ctgb het van belang dat de EC zo snel
mogelijk een voorstel tot intrekking van de goedkeuring aan de lidstaten voorlegt.
Het Ctgb adviseert verder positief op het voorstel van de EC.
De Nederlandse delegatie is voornemens om in te stemmen met het voorstel van de EC
en hierbij een stemverklaring af te geven om de besluitvorming over de hernieuwing
van de goedkeuring van oxamyl zo snel mogelijk af te ronden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema
Indieners
-
Indiener
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit