Brief regering : Najaarsbrief georganiseerde, ondermijnende criminaliteit
29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Nr. 379 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2022
Soms lijkt het alsof we in Nederland nog het idee hebben dat we naïef kunnen zijn.
«Dat gebeurt hier niet, dat zijn on-Nederlandse toestanden», «Dat ene pilletje maakt
toch niet uit», «Het is hier echt niet zo erg als in Italië». Maar niets is minder
waar. Alleen al de moordaanslagen op onschuldige mensen laten ons dat zien.
Om zo effectief mogelijk tegenwicht te kunnen bieden aan de georganiseerde criminaliteit,
moeten álle onderdelen ervan worden aangepakt. Het kabinet slaat de handen ineen en
geeft aan de hand van 10 speerpunten nadere invulling aan de ambities uit het coalitieakkoord.
Het kabinet verstevigt de aanpak door aan de slag te gaan met onderdelen binnen deze
speerpunten die een extra besluit, duiding of richting nodig hebben, omdat zij een
effectief beleid tegen ondermijnende criminaliteit kunnen belemmeren. Dit wordt verder
toegelicht in bijlage 1.
De aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit is de afgelopen jaren fors
verbreed: van een regionale versterkingsbeweging waarbij per regio projecten werden
opgezet in combinatie met een wetgevingsagenda, naar een gezamenlijke samenhangende
aanpak die ervoor moet zorgen dat de georganiseerde criminaliteit van alle kanten
wordt ingesloten. Voorkomen, verstoren van het verdienmodel en het doorbreken van
criminele machtsstructuren, bestraffen en beschermen zijn de hoofdlijnen van deze
aanpak, die weliswaar door mijn ministerie wordt gecoördineerd maar bij de verschillende
partner-organisaties echt vorm krijgt.
Waar de aanpak nu staat
In de ontwikkeling naar een samenhangende aanpak is er goed geluisterd naar de partners
die dit belangrijke werk doen, naar de kansen en de hindernissen die zij in hun dagelijks
werk voorbij zien komen. We zijn beland in een fase waar het laaghangend fruit grotendeels
is geplukt. Er zijn weinig quick wins meer bij iets wat zo’n lange adem vergt. De verwoestende effecten van de georganiseerde
misdaad op de samenleving laten zich op veel verschillende manieren en plekken zien.
Van havens tot coffeeshops, van «een oogje dichtknijpen» tot vergismoorden: het probleem
kent veel gezichten. Het bestrijden vergt dan ook een aanpak waarin de overheid als
één optreedt en samen met alle betrokken (private) partijen schouder aan schouder
staan. Dat heeft de afgelopen periode vorm gekregen, en daarom zijn we nu goed op
stoom.
In deze brief licht ik eerst de stand van zaken in de aanpak op basis van de hoofdlijnen
toe. Daarna ga ik in op de financiering, resultaten en het zicht op maatschappelijk
effect. Deze brief wordt vergezeld door 6 bijlagen, een overzicht daarvan vindt u
onderaan deze brief.
Voorkomen
Preventie
In kwetsbare wijken, waar jongeren opgroeien in gezinnen met armoede, schulden en
werkloosheid, is de verleiding voor jongeren om snel geld te verdienen groot. Er kunnen
vele redenen zijn om de stap naar het criminele circuit te zetten. De één wil snel
bijverdienen om de huur te betalen, de ander wil designerkleding kopen om erbij te
horen, weer een ander wordt er onbewust ingezogen door «vrienden». En wanneer je eenmaal
in de criminaliteit zit, kom je er niet gemakkelijk weer uit.
Het is dus in deze meest kwetsbare wijken waar ik, samen met de Minister voor Rechtsbescherming,
fors investeer om te voorkomen dat kleine boeven grote criminelen worden. Deze aanpak
hebben wij eerder toegelicht in onze brief van 1 juli jl.1 Inmiddels hebben de eerste geselecteerde 15 gemeenten2 hun plannen voor een wijkgerichte aanpak ingediend. Deze plannen worden nu beoordeeld.
Het streven is om voor het einde van het jaar de bedragen per gemeente vast te stellen
en te financieren. Dit betekent dat de vijftien gemeenten bij de start van het nieuwe
jaar voortvarend aan de slag kunnen om daadwerkelijk het verschil te maken voor de
kinderen en jongeren in hun wijken.
Deze brede integrale preventieve aanpak is een groeiende en lerende aanpak. Een aanpak
die enerzijds kansen biedt aan jongeren, en anderzijds heldere grenzen stelt en zo
de vrijblijvendheid die eerdere aanpakken kenmerkten, reduceert. Zodat jongeren een
perspectief geboden wordt op een bestaan buiten de georganiseerde criminaliteit, bijvoorbeeld
door hen toe te leiden naar een baan passend bij hun talenten. Maar justitie en burgemeester
tegelijkertijd ook daadwerkelijk ingrijpen wanneer je toch over de schreef gaat. De
insteek hierbij is dat Rijk, gemeenten en betrokken partners in samenhang en samenwerking
jaarlijks de voortgang meten en laten zien. Ervaringen (positief en negatief) kunnen
leiden tot bijstelling of aanscherping van de aanpak. De uitvoering en toepassing
van wetenschappelijk onderzoek, monitoring en leren van elkaar in de vorm van learning communities, maken onderdeel uit van deze lerende aanpak. Dit heeft als doel de lokale aanpakken
zoveel mogelijk impact te geven en de effectiviteit van de investeringen en interventies
te vergroten, te meten en zichtbaar te maken.
We bouwen hiermee voort op de incidentele preventieve aanpak die in 2020 is gestart
in acht gemeenten.3 Zoals op 10 oktober met uw Kamer gedeeld, heeft Bureau Beke in opdracht van het WODC
onderzoek gedaan bij deze acht gemeenten. De doelstelling van het onderzoek was om
meer inzicht te krijgen in de wetenschappelijke basis van de aanpakken en vervolgens
de opgedane inzichten te vertalen naar een kenniskaart. Deze kenniskaart kunnen gemeenten
gebruiken bij het opstellen en nader uitwerken van een samenhangend programma met
de juiste interventies.4 Beke concludeert dat de interventies die de acht gemeenten plegen grotendeels zijn
gebaseerd op wetenschappelijk bewezen risicofactoren.5 Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft door Regioplan ook
onderzoek laten doen in de acht gemeenten hoe «werk» als beschermingsfactor beter
gebruikt kan worden in de lokale aanpakken. Een tweede onderzoek van SZW (uitgevoerd
door Significant in drie kwetsbare wijken) laat zien dat een laag inkomen en het niet
hebben van betaald werk bijdragen, in combinatie met andere factoren, aan de kans
om betrokken te raken bij (ondermijnende) criminaliteit. Beke concludeert dat de interventies
die de acht gemeenten plegen grotendeels zijn gebaseerd op wetenschappelijk bewezen
risicofactoren.6 Door met interventies de invloed van deze risicofactoren te verminderen, kan voorkomen
worden dat jongeren in de criminaliteit terechtkomen of hier verder in doorgroeien.
De opmerkingen en aanbevelingen uit de genoemde rapporten worden meegenomen in de
nadere uitwerking van de (lerende) aanpak.7
Bevoegdheden van burgemeesters
Om wijken veilig te houden, is het belangrijk dat een burgemeester de openbare orde
kan bewaren of herstellen in verstoorde situaties. Daartoe kan de burgemeester verschillende
bevoegdheden inzetten. De bevoegdheid van burgemeesters om een woning te sluiten bij
verstoring van de openbare orde door gedragingen in die woning, blijkt niet in alle
gevallen toereikend. Bij ernstig geweld zoals we dat zien bij georganiseerde, ondermijnende
criminaliteit en bij een wapenvondst moeten burgemeesters ook de bevoegdheid hebben
om een woning te sluiten als de openbare orde rond het pand is of dreigt te worden
verstoord. Het wetsvoorstel dat deze sluitingsbevoegdheid in de Gemeentewet – en voor
Caribisch Nederlandse gezaghebbers in de Wet openbare lichamen BES – moet regelen,
is onlangs aan uw Kamer gezonden.8
Terugdringen van drugsgebruik
Gebruik van drugs draagt bij aan de instandhouding van een criminele industrie; zonder
vraag immers geen aanbod. Een criminele industrie waarin criminelen goud geld verdienen,
ten koste van wat ons dierbaar is. Drugsgebruik is daarbij ook nooit zonder risico
voor de (volks)gezondheid. Daarom is het terugdringen van drugsgebruik één van de
speerpunten van de kabinetsbrede aanpak (zie bijlage 1). De Staatssecretaris van VWS
heeft, mede in dit licht, uw Kamer op 7 juli jl. een brief gestuurd waarin hij zijn
inzet op het voorkomen en verminderen van drugsgebruik uiteenzet (Kamerstuk 24 077, nr. 498). De Staatssecretaris ontvouwt daarin een aanpak gericht op drugspreventie in verschillende
settings. Het gezin is één van deze settings. Ouders hebben meer invloed op het middelengebruik
van hun kinderen dan vaak gedacht, en daarom wordt het Trimbos-instituut gefinancierd
om ouders te ondersteunen in hun ontmoedigende rol. Verder is er specifieke aandacht
voor het terugdringen van het gebruik van drugs onder studenten en op het werk. Hier
geeft de Staatssecretaris van VWS komend jaar nadere invulling aan. Binnen de preventieaanpak
is er ook aandacht voor de lokale setting. Zo zal het Trimbos-instituut in 2023 het
Modelplan Lokaal Drugsbeleid verder ontwikkelen, met aandacht voor de overlap tussen
de domeinen zorg en veiligheid. Om zo op lokaal niveau een meer integraal drugsbeleid
te kunnen voeren. Bij de ontwikkeling van dit plan zal ook aandacht zijn voor het
feit dat drugs geen onderdeel zouden moeten zijn van een normale, gezonde leefstijl.
Zo faciliteren wij gemeentes om op lokaal niveau hier gerichte en evidence based interventies
op in te zetten. Daarbij is er oog voor de resultaten van bestaande (lokale) initiatieven,
zoals bijvoorbeeld de campagne gericht op gebruikers in Rotterdam of SKIP in Oost-Brabant,
zodat geleerd kan worden van elkaars ervaringen.
Daarnaast zijn er initiatieven ontplooid op het gebied van de wetgeving. Om de productie
van en de handel in nieuwe psychoactieve stoffen tegen te gaan, is een wetsvoorstel
opgesteld, dat onlangs bij uw Kamer is ingediend.9 Om het gebruik van lachgas als recreatief roesmiddel tegen te gaan, is een conceptbesluit
in procedure gebracht dat lachgas op lijst II bij de Opiumwet plaatst. De Raad van
State heeft inmiddels advies uitgebracht over het conceptbesluit en op dit moment
is het nader rapport in voorbereiding. Ten slotte is een wetsvoorstel voor advies
verzonden aan de Afdeling advisering van de Raad van State om de gezaghebbers van
Bonaire, Sint Eustatius en Saba de eerder aan hen toegezegde bevoegdheid te geven
om drugspanden te sluiten.
Verstoren van netwerken en verdienmodellen
Internationaal offensief
Internationale criminele netwerken handelen in binnen- en buitenland. Dit vereist
een internationale oplossing. Daarom hebben de Minister van Buitenlandse Zaken en
ik een internationaal offensief ingezet. Dit samen met de Nederlandse diensten die
al volop werken met buitenlandse partners, zoals het Openbaar Ministerie, de politie,
de Douane, de Koninklijke marechaussee en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst
(FIOD).10 Het uitgangspunt is om als één overheid de onderlinge samenwerking en die met buitenlandse
partners te versterken en bij te dragen aan de doelen van de nationale aanpak. Vanuit
de coalitieakkoordgelden is hier structureel € 20 mln. voor beschikbaar.11
Het verstevigen van internationale samenwerkingsverbanden is één van mijn prioriteiten.
Georganiseerde drugscriminaliteit raakt immers al onze landen en trekt zich niets
aan van landsgrenzen. Niet alleen Nederland heeft andere (Europese) landen nodig om
de aanpak te laten slagen, dit geldt over en weer. Samen met België, Frankrijk, Spanje,
Duitsland en Italië hebben we een coalitie gesloten om samen op te trekken in de strijd
tegen georganiseerde drugscriminaliteit. We hebben een actieplan vastgesteld en gaan
nu aan de slag met de uitvoering.
Binnen deze aanpak heeft de Latijns-Amerikaanse en Caribische (LAC) regio mijn bijzondere
aandacht. Daarom werk ik met onze partners, zowel binnen als buiten het Koninkrijk,
aan een programmaplan gericht op georganiseerde criminaliteit in de LAC-regio. Daarom
ben ik blij dat ook in het Justitieel Vierpartijenoverleg in het Koninkrijk de aanpak
van de georganiseerde criminaliteit is geprioriteerd. Ik werk daarnaast verder aan
versteviging van de samenwerking met andere strategische partners, waaronder met andere
EU-lidstaten, de Noord-Amerikaanse landen en het Verenigd Koninkrijk.
De afgelopen maanden is nogmaals duidelijk geworden dat drugscriminaliteit letterlijk
en figuurlijk grenzeloos is. In Antwerpen vonden rond de zomer meerdere heftige incidenten
plaats, zoals schietpartijen, die door de Belgische collega’s gelinkt worden aan drugscriminaliteit.
Hierbij kwamen ook, veelal jonge, verdachten uit Nederland in beeld. Eind september
werd de Belgische Minister van Justitie onder verhoogde beveiliging geplaatst vanwege
ernstige bedreigingen. Snel gezamenlijk optreden van de Nederlandse en Belgische politie
resulteerde in de vlotte aanhouding van een viertal verdachten. Ik volg de zorgelijke
situatie in Antwerpen op de voet en heb hierover nauw contact met de Belgische Ministers
van Binnenlandse Zaken, Justitie en Noordzee. De recente gebeurtenissen laten zien
dat onze landen, havens en daarmee criminele netwerken met elkaar verweven zijn. Het
laat ook zien dat criminelen zich roeren als zij zich in het nauw gedreven voelen.
België en Nederland staan zij aan zij in de strijd tegen ondermijning, en ik zal mij
ervoor blijven inzetten dat onze samenwerking goed verloopt.
Aanpak logistieke knooppunten
Een belangrijk deel van de Nederlandse illegale drugsindustrie hangt samen met de
import van drugs uit het buitenland. Om Nederland onaantrekkelijk te maken als in-
en doorvoerland van drugs, maken we het criminelen steeds lastiger om onze logistieke
knooppunten te misbruiken. Ik investeer daarom in een aanpak voor de vijf logistieke
knooppunten waar de smokkelproblematiek het grootst is, of waar op basis van wetenschappelijk
onderzoek aanzienlijke risico’s bestaan op grootschalige drugssmokkel. Deze aanpak
heb ik beschreven in mijn brief over het Plan van Aanpak drugssmokkel via mainports.12
Als opmaat naar dit plan van aanpak is in 2022 eenmalig € 13 mln. beschikbaar gesteld
voor deze logistieke knooppunten: de haven van Rotterdam (€ 5 mln.), de havens van
Zeeland/West-Brabant (€ 3 mln.), luchthaven Schiphol (€ 3 mln.), de havens in het
Noordzeekanaalgebied (€ 2 mln.) en de bloemenveilingen (€ 0,5 mln.).
Met deze middelen zijn (incidentele) maatregelen getroffen, zoals extra camera’s,
fysieke barrières en verdere invoering van biometrische toegangscontrole.
Bovendien worden al eerder gestarte programma’s voortgezet. Een concreet voorbeeld
van een maatregel die met de incidentele middelen is bekostigd, is de weerbaarheidscampagne
van Schiphol. In de publiek-private samenwerking tegen ondermijning op luchthaven
Schiphol wordt onder de naam Sterke Luchthaven geïnvesteerd in het weerbaar maken van luchthavenpersoneel tegen criminele inmenging.
Dit heeft ertoe geleid dat kennis en bewustzijn van de gevaren van ondermijning en
het bieden van meldroutes steeds verder verankerd raken bij de bedrijven op Schiphol.
Deze inzet heeft geresulteerd in meer meldingen en signalen, het weren van niet-integer
luchthavenpersoneel en aanpassingen van regelgeving.
Publiek-private samenwerking
Daarnaast is in de publiek-private samenwerking tegen georganiseerde criminaliteit
ingezet op de transportsector. Onder meer door extra investeringen in het programma
Transport Facilitated Organized Crime ten behoeve van de weerbaarheid van de branche.
Met de vastgoedsector zijn «checklists screening verhuur woonruimte en winkel-/kantoorruimte»
ontwikkeld en is een webdossier tot stand gebracht met publicaties en praktijkvoorbeelden
op de website van het CCV. Een campagne van Meld Misdaad Anoniem is dit jaar op verhuurders
en makelaars gericht, ruim 50 gemeenten zijn hierbij aangesloten.
Er is bovendien een structurele basis onder de Platforms Veilig Ondernemen gelegd.
Het vergroten van de slagkracht en effectiviteit van de tien regionale platforms stond
voorop. Met als doel de weerbaarheid van ondernemers tegen criminaliteit te versterken.
Ieder regionaal platform beschikt inmiddels over een fulltime manager en een aantal
adviseurs. Deze adviseurs zijn dagelijks in hun regio actief om ondernemers weerbaar
te houden tegen criminaliteit. Er is een landelijk expertisecentrum ingericht bij
het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid dat de regionale platforms
ondersteunt en waar landelijke brancheorganisaties bij aanhaken.
Dit voorjaar heb ik samen met de Minister voor Rechtsbescherming met private partners,
politie, OM en enkele burgemeesters gesproken over hoe wij gezamenlijk een front tegen
(georganiseerde) criminaliteit kunnen vormen via het verstevigen van de publiek-private
samenwerking. De opbrengst daarvan krijgt zijn beslag in het Actieprogramma Veilig
Ondernemen 2023–2026 dat ik uw Kamer voor het kerstreces doe toekomen. Via dit programma
worden onder meer goede praktijkvoorbeelden uitgewerkt en breed toegepast. Een voorbeeld
hiervan is de aanstelling van vertrouwenspersonen in meerdere branches. Sinds dit
jaar is een vertrouwenspersoon voor ondernemers in het agrarische gebied actief. Deze
helpt agrariërs en tuinders wanneer zij een vermoeden hebben van criminaliteit of
onveiligheid ervaren. Ook vervult de vertrouwenspersoon een brugfunctie tussen de
ondernemer en de overheid. Iedereen die actief is in het buitengebied kan meldingen,
zorgen of vragen bij deze vertrouwenspersoon kwijt met als doel de ervaren veiligheid
te verhogen, vertrouwen te vergroten en meldingsbereidheid te doen toenemen. Uit de
eerste bevindingen blijkt dat deze ondernemers eerder openstaan voor hulp en advies,
doordat zij contact hebben met iemand uit hun eigen branche of sector. De vertrouwenspersoon
heeft ook een goed netwerk binnen de overheid en kan op deze wijze een brug slaan
om (verdere) criminaliteit te voorkomen dan wel te bestrijden.
Aanpak criminele geldstromen
Het criminele verdienmodel is een essentieel aanknopingspunt voor de aanpak van georganiseerde
criminaliteit. Met crimineel geld worden (nieuwe) drugs, wapens en handlangers gekocht
en wordt geïnvesteerd in onze samenleving. Door criminele geldstromen te verstoren
en terug te dringen en de jacht op crimineel geld te intensiveren, nemen de ondermijnende
effecten van al dat geld, namelijk macht en invloed in de onder- en bovenwereld, af.
In april 2022 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het plan van aanpak criminele geldstromen
langs drie lijnen: voorkomen dat criminelen zoveel crimineel geld kunnen verdienen,
voorkomen dat illegaal verdiend geld zijn weg vindt in onze legale wereld en het opsporen
van criminele netwerken; en het afpakken van crimineel vermogen.13
Met de aanpak van witwassen wordt voorkomen dat crimineel vermogen in onze legale
financieel-economische structuren terecht komt, wordt de macht en invloed van criminelen
op onze samenleving en rechtsstaat beperkt en de integriteit en veiligheid van het
financiële stelsel geborgd. Op 23 september jl. hebben de Minister van Financiën en
ik de beleidsagenda aanpak witwassen gedeeld met uw Kamer.14 Daarin staat dat in meerdere (inter)nationale onderzoeken is geconstateerd dat de
aanpak van witwassen in Nederland een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt en
de basis goed op orde is. Wel ziet het kabinet op een aantal terreinen mogelijkheden
voor verdere verbeteringen. In het voorjaar van 2023 zal uw Kamer worden geïnformeerd
over de voortgang van de prioriteiten en vervolgacties uit deze beleidsagenda.
In juni 2022 heeft de Algemene Rekenkamer een rapport uitgebracht over strafrechtelijk
afpakken.15 Met de aanbevelingen uit het rapport gaat de afpakketen16 de komende jaren verder aan de slag om de samenwerking tussen de partners in de opsporing
en in de afpakketen beter te organiseren, te faciliteren en te monitoren.17 Hiertoe lopen al verschillende trajecten, zoals het ontwikkelen van het vermogensdossier
en van het beslag informatiesysteem. In de volgende Veiligheidsagenda (2023 t/m 2026)
worden opnieuw doelstellingen opgenomen voor de aanpak van criminele geldstromen,
waaronder een beslagdoelstelling.18 Ook zetten we in op het beter inzichtelijk maken van resultaten en ontwikkelingen
op het terrein van criminele geldstromen door monitoring voor criminele geldstromen
in te richten. Voor relevante statistieken op het terrein van witwassen is dit proces
al in gang gezet in het kader van de eerdergenoemde beleidsagenda aanpak witwassen.
In november ga ik in gesprek met verschillende experts, uit zowel praktijk als wetenschap,
om gezamenlijk knelpunten in de huidige aanpak en samenwerking te benoemen en tot
oplossingsrichtingen te komen.
De jacht op crimineel geld wordt geïntensiveerd, onder meer met de mogelijkheid om
crimineel vermogen te confisqueren wanneer veroordeling van een verdachte niet mogelijk
is. In voorbereiding is een wettelijke regeling voor «non conviction based confiscation»
(wetsvoorstel confiscatie criminele goederen). Dit betreft een civielrechtelijke procedure
voor de confiscatie van waardevolle goederen met een criminele herkomst. Het doel
is deze goederen uit de maatschappij te halen, zodat deze niet kunnen worden ingezet
voor het plegen van nieuwe strafbare feiten en misdaad, ook als er geen verdachte
voor een specifiek strafbaar feit wordt veroordeeld. Daarnaast voorziet het conceptwetsvoorstel
versterking aanpak ondermijnende criminaliteit II in de bevoegdheid voor de FIU Nederland
om de uitvoering van een financiële transactie door een bank aan te laten houden.
Hiermee kan worden voorkomen dat – tijdens een analyse van de FIU-Nederland – geld
dat mogelijk afkomstig is van of bestemd is voor criminaliteit, wordt weggesluisd
voordat er beslag op kan worden gelegd in het kader van de strafvordering. Beide wetsvoorstellen
zullen binnenkort voor advies worden voorgelegd aan de Afdeling advisering van de
Raad van State.
Crimineel handelen en criminele geldstromen beperken zich niet tot Nederlands grondgebied.
Om de criminele geldstromen effectief te verstoren, is versterking van onze internationale
samenwerking van groot belang. We bevorderen de samenwerking met landen die extra
aandacht verdienen, bijvoorbeeld door het sluiten van verdragen en een uitbreiding
van het netwerk van Nederlandse liaisons.
We onderzoeken ten slotte de mogelijkheden van publiek herbestemmen van afgepakte
eigendommen, met name in wijken die de effecten van georganiseerde criminaliteit het
hardst voelen. De pilot maatschappelijk herbestemmen bevindt zich in de laatste fase
van het lokale besluitvormingsproces en wordt binnen afzienbare tijd gestart. Volgend
jaar wil ik meer pilots opzetten om ervaringen op te doen met het publiek herbestemmen
van afgepakt vermogen, om uiteindelijk een structurele regeling hiertoe op te zetten.
Vanaf 2023 is daar structurele financiering voor vrijgemaakt.
Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit (NSOC)
In de brief van 25 mei 2022 heb ik aangekondigd dat het samenwerkingsverband tussen
de Belastingdienst, de Douane, de FIOD, de Koninklijke Marechaussee, het Openbaar
Ministerie en de politie versneld operationeel zal worden met een scherpere focus
en een effectieve inzet van capaciteit en verder gaat onder de naam NSOC. In deze
brief heb ik uw Kamer toegezegd u nader te informeren over de financiële consequenties
hiervan. Hiermee kom ik ook tegemoet aan het verzoek van de Vaste Kamercommissie19 om een reactie te geven op het artikel van Follow The Money door inzicht te geven
in hoe de middelen ten behoeve van het Multidisciplinair Interventieteam (MIT) waren
verdeeld en hoe ze zullen worden besteed op basis van de aangebrachte operationele
versnelling.
Na mijn gesprekken met de betrokken partijen rondom het MIT bleek er consensus te
bestaan over de noodzaak van multidisciplinaire samenwerking voor een effectievere
aanpak van ondermijning. Er bleken ook kritische geluiden te zijn over resultaten
die waren geboekt. Om te komen tot een effectieve inzet van de capaciteit, heb ik
de samenwerkende organisaties en hun gezagen gevraagd om een actieplan op te stellen
met een scherpe operationele focus. In het actieplan staat beschreven wat vanaf 1 september
jl. de focus is voor de komende achttien maanden, op welke onderwerpen wordt ingezet
en wat de beoogde resultaten zijn. Dit plan loopt tot maart 2024 en wordt uitgevoerd
onder leiding van de directeur NSOC die onlangs is aangesteld.
Het actieplan richt zich op het ontvlechten van de (financiële) verwevenheid van onder-
en bovenwereld door met gerichte interventies te belemmeren dat de maatschappelijke
infrastructuur wordt misbruikt voor criminele doeleinden. Daarbinnen richt het actieplan
zich op het bestrijden van misbruik van Nederland als handelsland voor criminele waarde-verplaatsingen
en het verstoren van criminele bedrijfsprocessen. Hierbij wordt gefocust op vier onderwerpen:
Trade Based Money Laundering (TBML), financiële dienstverleners, logistieke dienstverleners
rondom de Nederlandse knooppunten en de aanpak van corruptie en geweld.
De inhoud van het actieplan dient als basis voor de verdeling van de financiële middelen
over de deelnemende organisaties ten behoeve van de samenwerking in NSOC. De aangescherpte
operationele focus resulteert daarbij in een verschil van circa € 35 mln. tussen enerzijds
de oorspronkelijk beschikbaar gestelde middelen voor het MIT en anderzijds de reeds
vastgestelde middelen voor de uitvoering van het Actieplan. Op dit moment ben ik bezig
afspraken te maken met de zes deelnemende organisaties hoe met het resterende bedrag
elk van de betreffende organisaties zal worden versterkt, zodat de ondermijningsgelden
optimaal en doelmatig worden besteed aan de brede aanpak van de georganiseerde en
ondermijnende criminaliteit. In bijlage 2 vindt u een gedetailleerd financieel overzicht
met daarin het verschil tussen de oorspronkelijk geplande fte en middelen voor het
MIT, ten opzichte van het aantal fte en benodigde middelen voor de uitvoering van
het actieplan van NSOC.
Bestraffen
Door de inzet op voorkomen, verstoren van het verdienmodel en doorbreken van criminele
netwerken zorgen we dat georganiseerde criminaliteit en de verwoestende effecten daarvan
op de samenleving, beperkt worden. Als strafbare feiten toch gepleegd worden, moet
daar een sterk strafrechtelijk antwoord op zijn. Betrokken organisaties in de strafrechtketen
moeten daarvoor genoeg capaciteit, handvatten en mogelijkheden hebben. Met Prinsjesdag
2021 is € 159 mln. beschikbaar gekomen voor de versterking van integrale handhaving,
opsporing, vervolging en berechting.20 Deze gelden zijn voor o.a. politie, Openbaar Ministerie, rechtspraak en reclassering.21
De strafrechtelijke aanpak gaan we (nog) verder versterken. Hier wordt vanuit de coalitieakkoordgelden
€ 25 mln. voor beschikbaar gesteld (zie ook bijlage 2), voor extra capaciteit, nieuwe
wetgeving en uitbreiding van het bestaande instrumentarium. Dat varieert van verschillende
kleine aanpassingen in bestaande wet- en regelgeving om knelpunten in de uitvoering
weg te nemen, zoals de uitbreiding van de mogelijkheden omtrent ontzetting uit rechten,
tot grotere trajecten zoals het onderzoeken van mogelijkheden om bepaalde type verdachten
en veroordeelden in de gehele keten anders te behandelen. Hierbij kijken we specifiek
wat we kunnen leren van de maffia-aanpak in Italië en de wettelijke kaders die daar
ontwikkeld zijn.
Verder wordt bezien hoe de samenwerking tussen opsporingsdiensten onderling en tussen
de opsporingsdiensten en het Openbaar Ministerie verder kan worden versterkt, operationeel,
maar vooral ook tactisch en strategisch. We moeten ervoor zorgen dat niet enkel individuele
criminelen als doelwit van de strafrechtelijke aanpak worden aangemerkt, maar dat
(vaker dan nu) tijd en capaciteit wordt besteed aan het ontmantelen van netwerken.
Dat vergt een wezenlijk andere insteek, een lange adem en een uitstekende samenwerking
tussen alle betrokkenen.
Er zijn ook zaken waarin de inzet van traditionele en innovatieve opsporingsmethoden
alleen niet genoeg is voor succesvolle opsporing en vervolging van criminele kopstukken.
In dat soort zaken kan een kroongetuige van doorslaggevend belang zijn. Met de inzet
van kroongetuigen zijn de afgelopen jaren belangrijke doorbraken geforceerd in grote
opsporingsonderzoeken naar georganiseerde criminaliteit, met name in liquidatiezaken.
Dit kabinet wil volgende stappen zetten in het effectiever opsporen en vervolgen van
zware criminelen en hun netwerken.22 Eén van die stappen is de verbetering van de kroongetuigenregeling, door deze doeltreffender
te maken.23
Succesvolle opsporing, vervolging en berechting van criminele kopstukken en netwerken
zijn een essentieel onderdeel van een effectieve aanpak. Maar het effect dat wordt
bereikt, wordt (deels) tenietgedaan als een crimineel tijdens de voorlopige hechtenis
of detentie kan doorgaan met zijn of haar criminele activiteiten en het criminele
netwerk kan blijven aansturen. Het gevangeniswezen ziet zich geconfronteerd met gedetineerden
met enorme macht en middelen die geen methode lijken te schuwen om hun criminele praktijken
vanuit detentie voort te zetten of om te ontsnappen. Omdat het huidige wet- en regelgevend
kader tekortschiet en er meer nodig is, neemt de Minister voor Rechtsbescherming maatregelen
op korte, middellange en langere termijn die zorgen voor een solide wetgevend kader
om criminelen een stap voor te blijven en voortgezet crimineel handelen tijdens berechting
en detentie te voorkomen. Hierover is uw Kamer op 26 september jl. per brief geïnformeerd.24
Beschermen
Mensen die in de frontlinie van de aanpak werken kunnen kwetsbaar zijn voor de druk
die vanuit georganiseerde criminaliteit wordt uitgeoefend om zaken naar hun hand te
zetten. Als dat niet goedschiks lukt, wordt dat kwaadschiks gedaan. Het kabinet vindt
het van groot belang om deze mensen te beschermen. Allereerst door hen en de organisaties
waarin zij werken weerbaarder te maken. En als dat nodig is, bieden we fysieke bescherming
in de vorm van bewaken en beveiligen.
Weerbaarheid
Naast het actief aanpakken en verstoren van de ondermijnende criminaliteit in Nederland
zet ik ook in op het weerbaarder maken van de samenleving. Vanuit dit belang is in
de zomer van 2021 het netwerk Weerbaarheid tegen Ondermijning opgericht. Om de maand
komen leden van dit netwerk bij elkaar met als doel om van elkaar te leren, de bestaande
initiatieven en personen op het gebied van weerbaarheid aan elkaar te verbinden en
daarmee beleidsvorming te versnellen. Aan dit netwerk doen niet alleen meerdere ministeries
mee (zoals het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Financiën en Defensie) maar ook
relevante partners als de Reclassering, de Douane en het NFI. Door de brede samenstelling
van het netwerk is het ook een plek geworden waar onze uitvoeringspartners gemakkelijk
signalen en zorgen kunnen delen waardoor er samen snel kan worden nagedacht over oplossingen.
Door samen te komen, elkaar te inspireren en dus actief beleid en oplossingen te delen
kunnen we de Nederlandse samenleving als geheel weerbaarder maken tegen de dreigingen
van de georganiseerde en ondermijnende criminaliteit.
Bewaken & beveiligen
Het stelsel bewaken en beveiligen is een belangrijk onderdeel binnen de brede aanpak
van de georganiseerde criminaliteit. Het vormt het sluitstuk van de combinatie aan
maatregelen om criminaliteit te voorkomen, te doorbreken en te bestraffen. Personen
die in hun werk in dienst staan van de (democratische) rechtsorde (zoals zittende
en staande magistratuur, advocaten, journalisten en lokale bestuurders) moeten hun
functie veilig en zonder vrees uit kunnen oefenen. De afgelopen maanden is een belangrijke
fase doorlopen voor de versterking en versteviging van het stelsel van bewaken en
beveiligen. Verschillende trajecten -onder leiding van de taskforce n.a.v. onder andere
de aanbevelingen van de Commissie Bos – zijn voor een belangrijk deel gerealiseerd
of in een gevorderd stadium. Het gaat hierbij om trajecten zoals het centraal stellen
van de te beveiligen persoon, de inrichting van een landelijke aansturing van het
stelsel, het vormgeven en werken met alternatieve beveiligingsconcepten, het vormgeven
van beveiligingspakketten en het versterken van de informatieorganisatie. In mijn
brief van 1 november jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over deze trajecten.25 De volgende fase breekt nu aan, waar de effecten in de dagelijkse praktijk zichtbaar
moeten worden.
Financiering, resultaten en maatschappelijk effect in beeld
Financiering
In het coalitieakkoord «Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst» is afgesproken
jaarlijks € 100 mln. extra beschikbaar te stellen voor de aanpak van ondermijning.
Dit geld gaat naar opsporing en vervolging, inclusief de verbetering van de kroongetuigenregeling
(€ 25 mln.), naar het internationale offensief, inclusief aanpak mainports (€ 25 mln.),
naar de aanpak van criminele geldstromen door inzet op facilitators en maatschappelijke
herbestemming afpakmiddelen (€ 15 mln.), naar berechting en detentie, door uitbreiding
hoog-beveiligde zittingscapaciteit en maatregelen in het gevangeniswezen (in totaal
€ 30 mln.) en een aantal overige maatregelen (€ 5 mln.). Een verdere uitwerking van
deze bedragen is te vinden in bijlage 2.
Voor de aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit is jaarlijks structureel
€ 694 mln. beschikbaar. Dit bedrag is beschikbaar gesteld vanuit het regeerakkoord
2017 (versterking ondermijning), de voorjaarsnota 2020 (breed offensief tegen ondermijnende
criminaliteit), de ontwerpbegroting 2022 (Prinsjesdagmiddelen 2021) en het coalitieakkoord
2021.
Van het structurele bedrag van € 694 mln. is € 104 mln. voor voorkomen, € 238 mln.
voor het verstoren van netwerken en verdienmodellen, € 55 mln. voor bestraffen en
€ 122 mln. voor beschermen. Tevens is er € 166 mln. beschikbaar voor de versterking
van de keten en € 9 mln. voor het ondermijningsbeleid. Een tabel met de precieze bedragen
is te vinden in bijlage 2.
Naast het geld dat structureel beschikbaar is gesteld, investeren we vanaf 2022 met
incidenteel geld (€ 375 mln. verdeeld over zes jaar). Daarmee wordt onder andere de
informatievoorzienings-problematiek bij individuele partners in de strafrechtketen
aangepakt, een maatregel om de basis van de aanpak van ondermijning te versterken.
Resultaten en maatschappelijk effect in beeld
Bij een brede, structureel versterkte aanpak past ook een duurzame wijze van sturing
en verantwoording, die in samenhang inzichtelijk maakt wat het resultaat en effectiviteit
van de brede aanpak is en laat zien dat het geld doelmatig is besteed.
De aanpak van ondermijnende criminaliteit heeft zich tussen 2017 en 2022 ontwikkeld
van een regionale versterkingsbeweging en wetgevingsagenda naar een breed offensief. In de eerste jaren was de strategie er nadrukkelijk
op gericht om de kracht van de regio’s te activeren en te versterken, gericht op de
lokale- en regionale problematiek. Voor die periode was er vooral incidenteel geld
beschikbaar (het Ondermijningsfonds), dat alleen uitgegeven kon worden aan projecten
en initiatieven met een looptijd van drie jaar. In de monitoring is gekeken naar wat
we konden leren van de (ervaringen binnen deze) projecten, voor verbeteringen tijdens
de looptijd en voor eventuele toekomstige inzet. Zo is er een midterm review uitgevoerd en laat het WODC een actiegericht evaluatieonderzoek uitvoeren naar de
regionale versterkingsbeweging. Een inventarisatie van de projecten gefinancierd uit
de gelden in het Ondermijningsfonds is bijv. te vinden in de midterm review.26 In het najaar komt het eindrapport van de WODC-evaluatie beschikbaar, uitgevoerd
door de Universiteit Maastricht en de Erasmus Universiteit.
Met de komst van structurele financiering (met de Voorjaarsnota 2020 en de Prinsjesdagmiddelen
2021, zie bijlage 2 voor toelichting) en daarmee ook de mogelijkheid om organisaties
structureel te versterken met extra capaciteit, is de aandacht verschoven van de tijdelijke
aard en impact van de (op projecten gerichte) versterkingsbeweging, naar de brede
impact van de over de hele linie, lokaal, regionaal, landelijk en internationaal,
structureel versterkte aanpak. Daarbij wordt enerzijds de basis bij de partners in
de keten versterkt. Anderzijds wordt ingezet op de continuering van (succesvolle)
aanpakken, zoals preventie met gezag en de regionale versterking, waarin bewezen effectieve
interventies worden geborgd en verbreed. Ten slotte zetten we in op nieuwe, innovatieve
maatregelen, waarvan we door het nabij volgen en de inzet van evaluatie in de toekomst
goed moeten kunnen bepalen of deze effectief zijn, en waar nodig moet worden bijgestuurd.
Daarnaast houden we altijd in de gaten of andere fenomenen criminele verdienmodellen,
zoals bijv. milieucriminaliteit, ook onderdeel moeten worden van de aanpak van georganiseerde
criminaliteit.
De ontwikkelingen in de afgelopen jaren hebben gevraagd om grote urgentie en ferme
daadkracht. Vooraf is niet altijd duidelijk wat de beste of meest doelmatige aanpak
is op het moment dat duidelijk is dat moet worden ingegrepen. Het is daarom van groot
belang dat we de ruimte maken en houden om flexibel te zijn, om in te kunnen spelen
op de veranderende werkwijzen van criminelen. We vertrouwen op de kennis en expertise
van onze partners bij het ontwerpen en uitvoeren van alle plannen. En we zorgen dat
we leren van de successen, maar ook van de zaken die niet gaan zoals gehoopt of bedoeld.
Dat doen we door onderzoek te doen naar de fenomenen en structuren die horen bij georganiseerde,
ondermijnende criminaliteit, en onze aanpak en beleid daarop te evalueren.
Op rijksoverheid.nl en www.nederlandtegengeorganiseerdemisdaad.nl staat het Vizier op georganiseerde misdaad. In Vizier komen deskundigen aan het woord: hoe zien zij de aanpak tot zover, welke duiding
geven ze daaraan en welke elementen zijn voor hen belangrijk om op door te pakken,
vooruitblikkend op het komend jaar.
Voor de zomer van 2023 volgt dan een volgende halfjaarlijkse brief met een geactualiseerd
beeld, kwalitatief en kwantitatief, van de aanpak van georganiseerde, ondermijnende
criminaliteit.
Tot slot
De aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit is een grote opgave die vraag
om brede betrokkenheid binnen de overheid en de samenleving. Met het gehele kabinet
en alle betrokken (private) partners zijn we hard aan de slag en zetten we ook de
komende periode weer belangrijke stappen in het versterken en verbreden van de aanpak.
Deze stappen moeten nu gezet worden, want naïviteit en het laten verslappen van de
aandacht is in deze fase geen optie meer. De komende jaren bouwen we daadkrachtig
voort op de basis die is gelegd, met niet aflatende urgentie en een lerende en groeiende
aanpak. Alleen zo kunnen we gezamenlijk het tij keren.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
Indieners
-
Indiener
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.