Brief regering : Uitvoering van de motie van het lid Michon-Derkzen c.s. over knelpunten bij het delen van informatie tussen organisaties in het veiligheidsdomein (Kamerstuk 29911-365)
29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Nr. 381
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2022
Op 13 september jl. heeft uw Kamer de motie van het lid Michon-Derkzen c.s. aangenomen
(Kamerstuk 29 911, nr. 365). In deze motie wordt de regering verzocht bij de aanpak van georganiseerde ondermijnende
criminaliteit in overleg met relevante organisaties en samenwerkingsverbanden, zoals
de Regionale Informatie- en Expertisecentra (RIEC’s) en gemeenten, alle knelpunten
met betrekking tot het delen van relevante informatie te verzamelen, en de Kamer daarover
voor de behandeling van de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid
te informeren.
Gegevensdeling is een cruciaal middel
De bestrijding van georganiseerde criminaliteit is van groot maatschappelijk belang.
Dé sleutel tot (domeinoverstijgende) samenwerking is gegevensdeling. Dit middel kan
overheidsorganisaties beter in staat stellen om te bepalen wat de meest effectieve
aanpak is. Die aanpak kan strafrechtelijk, bestuursrechtelijk of fiscaal zijn, of
bestaan uit een combinatie daarvan, al dan niet in samenwerking met private partijen.
De samenwerking verloopt nog niet overal optimaal. Dat kan het gevolg zijn van juridische
belemmeringen, zoals het ontbreken van een grondslag om gegevens te delen of het bestaan
van een geheimhoudingsbepaling waardoor het delen van gegevens niet is toegestaan.
Ook kan er sprake zijn van onbekendheid met of onzekerheid over wat er al dan niet
is toegestaan, wat leidt tot handelingsverlegenheid. Bij doorvragen blijkt het dan
te gaan om vermoedens dat gegevensdeling niet mogelijk is en abstracte noties dat
er meer mogelijk zou moeten zijn. Ten slotte kan ook terughoudendheid om andere redenen
dan privacy, bijvoorbeeld vanwege het ontbreken van bestuurlijk draagvlak, tot gevolg
hebben dat gegevens niet worden gedeeld.
Het signaleren van knelpunten heeft mijn continue aandacht. Zo hebben eerdere signalen
uit de uitvoeringspraktijk onder andere geleid tot het wetsvoorstel Wet gegevensverwerking
door samenwerkingsverbanden (WGS) en de aanpassing van de Wet Bibob (waarin onder
andere een tipfunctie tussen overheden onderling is opgenomen).1 Betrokken partijen in de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit gaan
steeds meer data-gedreven samenwerken ten behoeve van het verbeteren van hun informatiepositie.
Het op passende wijze minimaliseren van daadwerkelijke of veronderstelde knelpunten
bij het delen van gegevens is één van de speerpunten van dit kabinet.
Uitvoering motie
In mijn contacten met het lokaal bestuur en andere partners, en tijdens werkbezoeken
komen knelpunten op het terrein van gegevensdeling regelmatig aan bod. Mijn inzet
hierbij is dat signalen over (mogelijke) knelpunten tijdig worden opgepakt, nader
worden geconcretiseerd en op het juiste niveau worden belegd om tot oplossingen te
komen. Om tot doorbraken te komen op dit vlak staat het onderwerp van gegevensdeling
ook op de agenda van de kabinetsbrede aanpak van Ondermijning.2 De onderhavige motie onderstreept dan ook het belang dat ik zelf hecht aan gegevensdeling
als belangrijk middel in de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit.
Er zijn bij dit vraagstuk vaak echter geen eenvoudige oplossingen. Daarnaast is dit
onderwerp nooit «af»: nieuwe uitingsvormen van georganiseerde criminaliteit vragen
weer om andere vormen van samenwerking met bijvoorbeeld andere partners, waar weer
andere vraagstukken omtrent gegevensdeling kunnen gaan spelen. Dit vergt een doorlopend
proces waarbij zorgvuldigheid geboden is, zodat we in samenspraak met de relevante
partijen tot concrete oplossingen kunnen komen. In oktober jl. is – conform de motie
– een aanvullende uitvraag gedaan bij een aantal overkoepelende dan wel brancheorganisaties
en samenwerkingsverbanden om het beeld van de huidige knelpunten te actualiseren.
Deze uitvraag leverde een eerste beeld van actuele signalen op. Dit vergt nu een nadere
analyse samen met de betreffende partners om goed te kunnen vaststellen waar men in
de uitvoeringspraktijk op vastloopt, bij deze signalen. Op basis van die nadere analyse,
die de oorzaak en aard van het knelpunt nader zal duiden, kan vervolgens worden gezocht
naar een passende oplossingsrichting en kan worden bepaald wie daarvoor aan de lat
staat. Inschatting is dat die oplossingsrichtingen divers zullen zijn: van het vergroten
van de kennis over wat er wél mogelijk is binnen de huidige privacy kaders door middel
van verschillende vormen van voorlichting tot het ontwerpen of aanpassen van wet-
en regelgeving. Ik zal uw Kamer voorjaar 2023 nader informeren over de voortgang van
deze analyse.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid