Brief regering : Scorekaarten multilaterale organisaties 2022
36 180 Doen waar Nederland goed in is – Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 oktober 2022
Met deze brief stuur ik u in totaal vier scorekaarten die zijn opgesteld om het functioneren
en de beleidsrelevantie van de betreffende organisaties in kaart te brengen. Met alle
genoemde organisaties voert Nederland een dialoog over de inhoudelijke prioriteiten
en de wijze waarop zij kunnen werken aan verbetering van eventuele aandachtspunten.
Het betreft de scorekaarten voor de volgende organisaties:
1. Joint United Nations Programme on HIV/AIDS (UNAIDS);
2. Inter-American Development Bank (IDB) Group;
3. African Development Bank (AfDB) Group;
4. Green Climate Fund (GCF).
De scorekaarten zijn gepubliceerd op Rijksoverheid.nl
Elk jaar worden scorekaarten van een aantal multilaterale organisaties, banken en
fondsen geactualiseerd. Om het informatiegehalte van de scorekaarten te vergroten,
wordt de actualisering van de scorekaarten zo veel mogelijk gekoppeld aan de drie-
of vierjarige strategische beleidscyclus (Verenigde Naties) en/ of financieringscyclus
(Internationale Financiële Instellingen) van de afzonderlijke multilaterale organisaties.
Daarnaast wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid van recente beoordelingen
van het Multilateral Organization Performance Assessment Network (MOPAN). MOPAN bestaat uit een groep gelijkgezinde donoren, waaronder Nederland,
die op basis van een uitgebreide methodologie een beoordeling geeft van het functioneren
van multilaterale organisaties.
In 2022 was, naast de bovengenoemde organisaties, oorspronkelijk tevens de actualisering
van de scorekaarten van de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR), de World Trade Organization (WTO) en de International Trade Centre (ITC) voorzien. Voor OHCHR werd afgezien van het schrijven van een scorekaart omdat
deze organisatie niet door het BHOS budget wordt gefinancierd. De scorekaarten van
de overige twee organisaties zijn niet geactualiseerd omdat de totale vrijwillige
en/of geoormerkte Nederlandse bijdrage minder is dan de drempel van 5 miljoen Euro.
In 2022 is verder voor het eerst een scorekaart voor de GCF opgesteld.
Samenvattend zijn de bevindingen per organisatie als volgt:
Joint United Nations Programme on HIV/AIDS (UNAIDS)
Het Joint United Nations Programme on HIV/AIDS (UNAIDS) is een partnerschap van de Verenigde Naties (VN) op het terrein van hiv/aids
opgericht om een einde te maken aan aids als bedreiging voor de volksgezondheid. UNAIDS
zet zich in om de aidsbestrijding te coördineren, programma’s en beleid te formuleren,
op nationaal en internationaal niveau, politieke wil en financiële middelen te genereren,
en capaciteit op epidemiologische monitoring en uitvoering van programma’s te bevorderen.
UNAIDS heeft een helder mandaat dat in juni 2021 werd herbevestigd tijdens de Algemene
Vergadering van de VN door aanname van de Political Declaration on Ending AIDS. De door UNAIDS ontwikkelde mondiale aidsstrategie is in lijn met het beleid op Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS). In 79 landen adviseert UNAIDS overheden
op hiv/aids, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) en gender. Als
coördinator van de VN inzet op hiv/aids is UNAIDS een goed voorbeeld van VN-samenwerking
zoals opgenomen in de VN-hervormingsagenda.
Het gefinancierd krijgen van de begroting die nodig is om het mandaat uit te voeren
is een uitdaging voor UNAIDS door dalende inkomsten als gevolg van verlegde prioriteiten
van donoren en de huidige sterk fluctuerende wisselkoersen op de valutamarkt. Een
recent opgerichte multi-stakeholder werkgroep deed onlangs aanbevelingen om uit de
acute financiële crisis te komen. Verder heeft UNAIDS sinds 2018 een cultuuromslag
gemaakt nadat verontrustende berichten naar buiten kwamen over grensoverschrijdend
gedrag. De huidige Executive Director (ED) van UNAIDS heeft de afgelopen jaren maatregelen genomen ten behoeve van het
voorkomen en/of aanpakken van verschillende vormen van grensoverschrijdend gedrag
en het creëren van een veilige werkomgeving. Nederland heeft destijds conform het
zero tolerance beleid de jaarlijkse bijdrage tijdelijk deels aangehouden totdat verbeteringen waren
doorgevoerd. UNAIDS heeft een succesvol diversiteitsbeleid, loopt voorop in de implementatie
van het VN-plan met betrekking tot gendergelijkheid en empowerment van vrouwen, en
heeft stappen gezet op het vlak van transparantie en resultaatsturing. Zo heeft UNAIDS
sinds 2019 een onafhankelijk evaluatiebureau, en publiceert jaarlijks in het International Aid Transparency Initiative (IATI) register.
Inter-American Development Bank (IDB) Group
De Inter-American Development Bank (IDB) Group, die bestaat uit de IDB, een private sectorpoot IDB Invest en een innovatieonderdeel
IDB Lab, is de grootste ontwikkelingsbank voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied
(LAC). Het aandeel van Nederland bij de IDB is 0,19% met een betaald kapitaal van
USD 14,632,947 en een garantiekapitaal van USD 325,640,295 (bedragen per 31 december
2021). De stabiliteit en ontwikkeling van de regio is van belang voor de overzeese
Koninkrijksdelen, en de focus van de IDB Group komt overeen met verschillende BHOS-prioriteiten,
zoals klimaatactie en private sector ontwikkeling. Verder draagt de IDB Group met
zijn activiteiten ook bij aan gendergelijkheid, economische integratie en duurzame
energie. In 2021 heeft de IDB Group met 78 partners gewerkt en is er een recordbedrag
van USD 5.49 miljard gemobiliseerd. Naast partnerschappen met de particuliere sector
heeft de IDB Group banden aangehaald met niet-traditionele actoren in filantropische
en academische sectoren om zo creatieve ontwikkelingsoplossingen te stimuleren.
De IDB Group heeft over het algemeen een goede reputatie in de regio en wordt doorgaans
zeer gewaardeerd als ontwikkelingsorganisatie. De strategie van IDB is afgestemd op
de nationale ontwikkelingsdoelstellingen van de ontvangende landen, en de IDB wordt
gekenmerkt door een hoge mate van regionaal zeggenschap: de lenende landen beschikken
over meer dan 50% van het stemaandeel. Met name de laatste jaren heeft de IDB echter
wel steken laten vallen op het gebied van Human Resource Management. Een belangrijk zorgpunt hierbij zijn de niet-transparante personeelsprocessen, en
het bestaan van serieuze verdenkingen dat een aanzienlijk percentage van de niet-uitvoerende
leidinggevende functies werd vervuld via niet-concurrerende selectieprocedures. Op
basis van haar inbreng in de verschillende vergaderingen van de IDB probeert Nederland,
al dan niet in coalities met gelijkgezinden, de koers van de IDB in gewenste richting
te sturen met betrekking tot transparanter beleid, eerlijke selectieprocedures en
ambitieuze klimaatdoelstellingen.
Recent is voormalig IDB President Claver-Carone uit zijn functie gezet naar aanleiding
van een onderzoeksrapport dat is opgesteld vanwege integriteitsaantijgingen aan zijn
adres. Ondanks dat het onderzoeksproces moeizaam verliep, laat het zien dat de mechanismen
van de IDB ten aanzien van integriteitsaantijgingen functioneren.
African Development Bank (AfDB) Group
Tegen de achtergrond van de Covid-19-pandemie, klimaatverandering en snel oplopende
schulden op het continent zag de African Development Bank (AfDB) Group zich de afgelopen jaren geplaatst voor grote uitdagingen. De vraag om financiële
steun aan Afrikaanse lidstaten nam toe, maar de instelling kon zelf minder op de kapitaalmarkten
lenen. Een tijdelijke regeling in de vorm van extra garantiekapitaal door landen met
hoge kredietstatus bracht soelaas. Ook maatregelen als het opschorten van leningen
aan hoog-risicolanden als Angola hielpen de financiële positie van de Bank te verbeteren.
Inmiddels leent de AfDB bijna net zoveel uit als voor de pandemie. De programma’s
en projecten waarin de AfDB investeert sluiten nauw aan bij het nationale armoedebeleid
van Afrikaanse lidstaten. De AfDB is als beleidsadviserende en uitvoerende organisatie
relevant voor een breed scala aan Nederlandse BHOS-prioriteiten, zoals bijvoorbeeld
op het gebied van voedselzekerheid en klimaat. Dankzij het Afrikaanse ownership kan de AfDB vooral op het gebied van regionale integratie en bestrijden van fragiliteit
een belangrijke speler zijn op het continent. Voor de periode 2020–22 draagt Nederland
4,4% van de middelen bij en bezet daarmee de tiende plaats op de lijst van grootste
donoren bij het Afrikaanse Ontwikkelingsfonds. Bij de Afrikaanse Ontwikkelingsbank
bezit Nederland in 2022 0,9% van de aandelen, en neemt daarmee de 31ste positie in
op de ranglijst.
De AfDB scoort hoog op transparantie. Al jaren bezet het een toppositie in de IATI: dit jaar behaalde de AfDB de hoogste score van vijftig ontwikkelingsorganisaties.
Op het gebied van governance bleef de instelling echter niet onbesproken. De AfDB President werd vrijgesproken
van beschuldigingen van machtsmisbruik en voorkeursbehandeling bij benoemingen, maar
duidelijk was dat de regegeving op sommige punten om aanscherping vroeg. Een groep
van gouverneurs stelde hiervoor aanbevelingen op die nu worden uitgevoerd. Ondanks
de roerige context bleef de AfDB naar behoren presteren. De organisatie bracht enkele
belangrijke strategieën uit, op sleutelterreinen als gender, conflict en fragiliteit,
private-sectorontwikkeling en personeelsbeleid. Ook voerde de AfDB verbeteringen door
in de afstemming tussen het hoofdkantoor en de regio- en landenkantoren en in de samenwerking
met partners als het IMF en de Wereldbank over schuldenbeheer. Het zijn positieve
ontwikkelingen waarvan het nog te vroeg is om die op hun merites te beoordelen.
Green Climate Fund (GCF)
De doelen van het Green Climate Fund (GCF) sluiten volledig aan bij de afspraken zoals gemaakt in de Klimaatovereenkomst
van Parijs en bij overeenkomstige BHOS prioriteiten en duurzame ontwikkelingsdoelen.
Het GCF is mede bedoeld om een deel van jaarlijks toegezegde USD 100 miljard voor
klimaatactie in ontwikkelingslanden te kanaliseren. Het GCF is het grootste klimaatfonds,
met een evenredige verdeling van de middelen voor mitigatie en adaptatie. De accreditatie
van zogenaamde Direct Access Entities (via welke GCF-middelen direct in een ontvangend land terechtkomen) wordt breed gewaardeerd,
inclusief door NL, en is een belangrijke pijler van het streven naar ownership. Het GCF heeft nu 10,8 miljard dollar gecommitteerd waarvan 2,7 miljard daadwerkelijk
besteed. Inclusief cofinanciering heeft het fonds een portefeuille van 40,8 miljard dollar.
Daarnaast zijn 113 organisaties goedgekeurd voor accreditatie waaronder de Nederlandse
Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO).
Die brede insteek ten aanzien van het aantal landen en thema’s is tegelijk zowel de
kracht van GCF als de zwakte. GCF kan een belangrijke bijdrage leveren aan de uitvoering
van de nationale klimaatplannen, de uitdaging is erin gelegen prioriteiten duidelijker
te richten op het teweegbrengen van een transformatie en duurzame ontwikkeling. Het
GCF is als jonge organisatie pas een jaar of acht echt operationeel. De vorming van
beleid en werkprocessen zijn nog steeds in beweging, en nog geen enkel door GCF gefinancierd
project is volledig afgerond. Dat maant tot voorzichtigheid bij een beoordeling van
resultaten. De lange en omslachtige procedures (o.a. voor accreditatie, projectcyclus)
gaan ten koste van snelheid en daarmee van de resultaatgerichtheid. Het bestuur (de
Board) stuurt de organisatie niet altijd effectief aan. In de komende jaren zullen
dit punten van aandacht blijven voor het Secretariaat en de Board.
Daarentegen zijn de evaluatiefunctie en de aandacht voor integriteitsschendingen en
afspraken over hoe hiermee om te gaan, inclusief grensoverschrijdend gedrag, goed
verankerd binnen de organisatie.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking