Brief regering : Geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 18 oktober 2022
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2525
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 oktober 2022
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Algemene Zaken van 18 oktober
2022.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 18 OKTOBER 2022
Op dinsdag 18 oktober a.s. vindt in Luxemburg een Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats.
Op de agenda van de Raad staan de volgende onderwerpen: de voorbereiding van de Europese
Raad van 20 en 21 oktober 2022, beleidsdebat Europese Kiesakte, de Conferentie over
de Toekomst van Europa en de stand van zaken van de Artikel 7 procedure Polen.1 De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens aan deze RAZ deel te nemen.
Voorbereiding van de Europese Raad van 20 en 21 oktober
Naar verwachting staan op de agenda van de Europese Raad (ER) 20-21 oktober a.s. de
volgende onderwerpen: de Russische agressie tegen Oekraïne, energie, de economische
situatie en onder externe betrekkingen; de relatie met China en de voorbereiding van
de EU-ASEAN-top, COP27 klimaatverandering en COP15 Biodiversiteit.2
Russische agressie tegen Oekraïne
De RAZ zal naar verwachting stilstaan bij de laatste ontwikkelingen in de Russische
oorlog tegen Oekraïne. De inzet van het kabinet blijft ongewijzigd. Enerzijds betekent
dit dat het kabinet zich onverminderd blijft inzetten om de druk op Rusland verder
te vergroten en om de agressie te beëindigen, inclusief door de verdere aanscherping
van de sancties tegen Rusland. Anderzijds blijft het kabinet zich inzetten voor zoveel
mogelijk steun aan Oekraïne, zowel bilateraal als vanuit de EU en in nauwe samenwerking
met internationale partners en organisaties.
Energie
De RAZ zal naar verwachting spreken over de situatie op de Europese energiemarkt in
vervolg op de discussie tijdens de informele ER van 7 oktober jl. Tijdens de informele
ER werd aan de hand van een brief van Commissievoorzitter Von der Leyen van 5 oktober
jl. gesproken over een aantal potentiële aanvullende maatregelen om de hoge energieprijzen
op EU-niveau te adresseren. Met deze brief komt zij tegemoet aan de wens van het kabinet
voor een energie-roadmap.
In haar brief noemt Von der Leyen de volgende opties: in gesprek gaan over lagere
prijzen met betrouwbare derde landen die gas naar de EU exporteren, het instellen
van een vorm van een prijsplafond of prijscorridor (minimum en maximumprijs) voor
gas, uitwerken van een alternatieve benchmark voor de gasprijs en een subsidie op
gas voor elektriciteitsopwekking (het «Iberische model»). Het kabinet staat open voor
een verdere uitwerking van deze ideeën. Naast de inzet op gesprekken met landen als
Noorwegen, wil het kabinet verkennen of het eventueel gezamenlijk inkopen van gas
kan helpen voorkomen dat verschillende Europese bedrijven tegen elkaar opbieden. Het
zogeheten Iberische model, waarbij een maximumprijs wordt ingesteld voor gas ten behoeve
van elektriciteitsopwekking, biedt mogelijk voordelen. De prijs van elektriciteit
uit gas is vaak prijs zettend voor de gehele markt. Deze maatregel kan helpen de prijs
voor de gehele elektriciteitsmarkt naar beneden te brengen en om overwinsten bij elektriciteitsproducenten
tegen te gaan. Er kleven echter ook risico’s aan dit voorstel: het prijsverschil moet
met publieke fondsen gecompenseerd worden en er is kans op weglek van deze subsidie
naar andere landen. Het kabinet blijft kritisch over een eventueel voorstel voor een
prijsplafond op de groothandelsmarkt voor gas. Dit heeft mogelijk negatieve gevolgen
voor de leveringszekerheid en kan leiden tot minder gasbesparing.
De Commissie heeft aangekondigd op korte termijn met een nieuw wetgevend pakket te
komen op basis van de brief van Von der Leyen.
Economische situatie
De RAZ zal van gedachten wisselen over de wijze waarop de lidstaten omgaan met de
huidige macro-economische situatie met hoge inflatie en energieprijzen. De onzekerheid
over de economische vooruitzichten is groot. Veel lidstaten hebben maatregelen genomen
en/of aangekondigd om de koopkracht van huishoudens te ondersteunen en maken kosten
als gevolg van de Russische inval in Oekraïne. Het kabinet vindt het belangrijk dat
de maatregelen die lidstaten nemen om de socio-economische impact van hogere energieprijzen
te mitigeren tijdelijk en gericht zijn. Hiermee wordt namelijk het gelijk speelveld
op de interne markt niet verstoord en leidt dit niet tot een verdere verhoging van
de inflatie. Toch is het generiek ondersteunen via expansief begrotingsbeleid niet
gewenst.
Tijdens de Europese Raad zullen lidstaten naar verwachting een toelichting geven op
hun nationale maatregelen ter zake. Mogelijk zullen (een groep) lidstaten (naar aanleiding
van het recent gezamenlijk gepubliceerde artikel van de Eurocommissarissen Gentiloni
en Breton) pleiten voor het inrichten van mogelijke nieuwe crisisinstrumenten en gemeenschappelijke
fondsen. Het kabinet zal hierbij de lijn uitdragen zoals geschreven in de Kamerbrief3 over Eurobonds en gemeenschappelijke schuld van 30 maart jl. Het kabinet vindt het
belangrijk dat middelen uit het Coronaherstelfonds eerst volledig gebruikt worden
voordat er over nieuwe instrumenten nagedacht wordt.
Zoals beschreven in de geannoteerde agenda4 van de Eurogroep en Ecofinraad van 3 en 4 oktober jl. zal de combinatie van lagere
economische groei en begrotingsmaatregelen mogelijk tot een verdere verslechtering
van de vooruitzichten voor de begrotingssaldi van de lidstaten leiden. Enige verslechtering
van de begrotingssituatie in individuele landen is, gelet op de huidige omstandigheden
en onzekere vooruitzichten, te begrijpen. Dat neemt niet weg dat aandacht voor de
houdbaarheid van de overheidsfinanciën voor het kabinet van belang blijft. Het kabinet
zal dan ook benadrukken dat het noodzakelijk is om terug te keren naar begrotingsdiscipline
om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te waarborgen.
China en voorbereiding EU-ASEAN Top
De RAZ zal de discussie over China in de ER voorbereiden. De Europese Dienst voor
Extern Optreden (EDEO) zal daartoe een overzicht geven van de betrekkingen in brede
zin. De relatie met China is het afgelopen jaar complexer geworden, waarbij de drieslag
van China als partner, concurrent en systeemrivaal nog steeds een bruikbaar kader
biedt. Voor zowel de EU als het kabinet geldt dat er binnen de drieslag meer nadruk
is komen te liggen op het beschermen van onze waarden en belangen. Ondanks verschillen
van inzicht, zullen de EU en China de dialoog moeten aangaan en op basis van goed
begrepen gedeelde belangen blijven samenwerken. Het kabinet zal erop aandringen dat
de EU een concrete agenda formuleert om de betrekkingen met China verder vorm te geven.
Daarbij hoort ook het evalueren van het instrumentarium dat de afgelopen jaren is
ontwikkeld om de weerbaarheid van de interne markt te vergroten en kwetsbaarheden
te mitigeren.
Daarnaast zal in de RAZ mogelijk van gedachten worden gewisseld over de Chinese positie
ten aanzien van de Russische invasie van Oekraïne. Tenslotte verwelkomt het kabinet
een gesprek over de spanningen rond Taiwan en de mensenrechtensituatie in China, mede
naar aanleiding van het recente rapport van het Bureau van de Hoge Commissaris voor
de Mensenrechten over de situatie in de autonome regio Xinjiang.
Tevens zal de RAZ stilstaan bij de voorbereiding van de eerste gezamenlijk EU-ASEAN
Top, die plaatsvindt op 14 december 2022. Het kabinet staat positief tegenover deze
gezamenlijke Top, die past bij de Europese ambitie om de samenwerking met strategische
partners, waaronder ASEAN, te versterken en verdiepen.
Naar verwachting zal de RAZ ook de Raadsbesluiten ter ondertekening van de partnerschapsovereenkomsten
met Maleisië en Thailand vaststellen. Zoals verzocht door uw Kamer ontvangt u over
deze overeenkomsten een kabinetsappreciatie in het verslag van deze RAZ.
COP27 Klimaatverandering in Sharm El-Sheikh
De RAZ zal spreken over klimaatverandering en de aankomende VN-klimaatconferentie
(COP27), die van 6 tot 18 november 2022 zal plaatsvinden in Sharm el-Sheikh (Egypte).
De COP27 komt op een moment dat de internationale samenwerking onder druk staat vanwege
groeiende geopolitieke spanningen. De urgentie om afspraken te maken over verhoogde
mondiale klimaatactie blijft echter zeer groot. Als voorzitter zal Egypte de nadruk
leggen op implementatie van klimaatafspraken en specifiek aandacht vragen voor voortgang
op de adaptatiedoelstelling, schade en verlies en financiële steun aan ontwikkelingslanden.
Het kabinet steunt de klimaatinzet van de EU en zal tijdens de RAZ het belang van
het naleven van ambitieuze klimaatactie onderstrepen, onder meer op het gebied van
adaptatie, mitigatie en klimaatfinanciering, om de meest kwetsbare mensen en gemeenschappen
te beschermen.
COP15 Biodiversiteit (deel 2) in Montreal
De RAZ zal eveneens spreken over de VN-biodiversiteitsconferentie die van 7 tot 19 december
2022 plaatsvindt in Montréal onder het Biodiversiteitsverdrag (CBD COP15.2). Tijdens
deze conferentie dient een nieuw strategisch raamwerk voor de periode tot 2030 (het
«Global Biodiversity Framework») te worden overeengekomen. Na de laatste onderhandelingsronde in Nairobi staan nog
veel punten open waarover mondiaal overeenstemming moet worden bereikt.5 Het kabinet staat onverminderd een ambitieuze EU-inzet en uitkomst voor, waarbij
volgens het kabinet onder andere een versterkt systeem van monitoring, rapportage
en verantwoording hoort.
Beleidsdebat Europese Kiesakte
Het Tsjechische voorzitterschap heeft een discussie over het initiatiefvoorstel van
het Europees Parlement (EP) inzake de Europese Kiesakte geagendeerd. Deze discussie
zal verkennend en op hoofdlijnen zijn en er is geen besluitvorming voorzien.
Tijdens de eerste gesprekken in Raadsverband bleken verschillende lidstaten bezwaren
te hebben tegen verschillende elementen uit het initiatiefvoorstel, waaronder de transnationale
kieslijsten (EU-breed kiesdistrict), briefstemmen, regels ten aanzien van verkiezingscampagnes
en de vaste verkiezingsdag. Het is de verwachting dat deze verscheidenheid in het
krachtenveld ook terug zal komen in de RAZ, net zoals dat bij de informele RAZ van
15 juli jl. het geval was.6 Het kabinet zal conform het kabinetsstandpunt7, de aangenomen motie van het lid Strolenberg c.s.,8 en de overgenomen motie van het lid Bisschop9 aan de discussie deelnemen.
Conferentie over de Toekomst van Europa (CFE)
Het Tsjechisch voorzitterschap heeft de timing voor doorsturen naar de ER van de resolutie
geagendeerd die het EP aannam naar aanleiding van de Conferentie. Hierin werd opgeroepen
tot wijziging van het EU-verdrag door middel van een Conventie.10 Uw Kamer werd eerder over deze resolutie geïnformeerd.11 Voor het proces omtrent verdragswijziging, wijst het kabinet op artikel 48 van het
EU-Verdrag en de analyse hiervan die met uw Kamer is gedeeld.12
Het coalitieakkoord stelt «open te staan voor verdragswijzing naar aanleiding van
de Conferentie over de Toekomst van Europa als dit in het Nederlands en Europees belang
is.» Een eventuele Conventie en een proces tot verdragswijziging is langdurig en verdient
substantiële aandacht van de lidstaten en instellingen. Aandacht die volgens de meerderheid
van de lidstaten nu moet uitgaan naar de oorlog in Oekraïne, inflatie en energie,
zoals bleek tijdens eerdere besprekingen. Uitstel van doorgeleiding betekent echter
geen afstel. De RAZ zal vroeg of laat de resolutie moeten doorgeleiden naar de ER,
die vervolgens een eigenstandige afweging zal maken over een start van een Conventie.
Overigens volgt de EP-resolutie op de CFE. Ongeveer 95% van de CFE-aanbevelingen kan
worden opgevolgd binnen de huidige Verdragen. Voor een eerste effectieve opvolging
van de CFE is een verdragswijziging op korte termijn dus niet nodig.
In afwachting van het Commissiewerkprogramma, waar de uitkomsten van de CFE een plek
zullen krijgen, heeft het kabinet uw Kamer voorgesteld om tijdens het CD RAZ van 15 november
a.s. de uitkomsten van de CFE met uw Kamer te spreken.13
Artikel 7 procedure Polen
De RAZ zal stilstaan bij de stand van zaken ten aanzien van de artikel 7-procedure
jegens Polen. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in Polen staat nog altijd
onder druk. De procedure voor de benoeming van rechters op voordracht van de Nationale
Raad voor de Rechtspraak en de samenstelling van deze Raad zijn een aanhoudend punt
van zorg. De benoeming van onafhankelijke rechters kan niet volledig worden gewaarborgd
zolang deze procedure van kracht is. Het kabinet blijft bij de Commissie aandringen
op het starten van een inbreukprocedure om deze problematiek aan te pakken. Hoewel
Polen onlangs de gewraakte Tuchtkamer heeft ontmanteld en vervangen met een nieuwe
Kamer voor Beroepsverantwoordelijkheid, blijven er zorgen bestaan over de benoeming
van de rechters die zitting nemen in de nieuwe Kamer en de verenigbaarheid van het
tuchtregime met de uitspraken van het EU Hof. Het kabinet acht het van belang dat
Polen de uitspraken van het EU Hof volledig respecteert. Het kabinet steunt het besluit
van de Commissie van 15 juli jl. om een volgende stap te zetten in de lopende inbreukprocedure
over de uitspraak van het Poolse Constitutioneel Tribunaal van 7 oktober 2021, waarbij
cruciale onderdelen van het EU-recht opzij werden gezet met een beroep op de Poolse
Grondwet.
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.