Brief regering : Reactie op verzoek commissie over het bericht uit de NRC ‘Opsporing komt in gevaar door disfunctioneren tapkamer politie’
29 628 Politie
Nr. 1124
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 oktober 2022
Op 29 september jl. heeft de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid van uw Kamer
verzocht om in een brief in te gaan op het tapsysteem van de politie, refererend aan
het artikel in NRC «Opsporing komt in gevaar door disfunctioneren tapkamer politie».
Hierbij kom ik aan dit verzoek tegemoet en bericht ik u over het tapsysteem en het
kentekenvolgsysteem.
Ik merk dat er veel vragen zijn over diverse facetten rondom de tapkamer en interceptie.
Ik ga in deze brief in op de invoering van het nieuwe tapsysteem en andere systemen
op dit terrein, het proces van verwerving van het nieuwe tapsysteem en de impact hiervan
op de operatie. Het lid Van Nispen van de SP-fractie vroeg mij daarnaast om specifiek
in te gaan op de mogelijke veiligheidsrisico’s die worden gelopen bij de huidige stand
van de invoering van het nieuwe systeem. Hierop kan ik aangeven dat de korpsleiding
van de politie mij heeft laten weten dat er bij de politie geen gevallen bekend zijn
waarbij de veiligheid van politiecollega’s of te beschermen personen in het geding
is gekomen door storingen in het tapsysteem of het systeem waarin ANPR-informatie
wordt verrijkt (i-trechter). Ook laat de politie mij weten dat er geen gevallen bekend
zijn waarbij opsporingsonderzoeken schade hebben opgelopen vanwege storingen in deze
systemen.
Implementatie nieuw tapsysteem
In eerdere brieven1 heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer geïnformeerd over de aanschaf van het nieuwe
tapsysteem. Het huidige systeem draait vanaf 2011.
Vanwege contractuele verplichtingen worden geen mededelingen gedaan over de naam van
de leverancier van het huidige tapsysteem. Dit systeem werkt tot op de dag van vandaag,
maar software en hardware zijn verouderd. Daarom is vanaf 2015 gestart met de verwerving
van een nieuw tapsysteem. De aanbesteding is zeer zorgvuldig uitgevoerd en heeft enige
tijd geduurd. Ten tijde van de start met de werving was er veel aandacht in de media
en vanuit de Kamer voor het tapsysteem in verband met zorgen over de werking van het
tapsysteem en beschikbaarheid van taps. Mede daardoor kostte de aanbesteding veel
(doorloop)tijd. In 2016 zijn aanpassingen in het verwervingsproces doorgevoerd nadat
de Tweede Kamer vragen had gesteld over het ingezette gesloten proces.
Daarop is gekozen voor een open en een gesloten fase in het proces van de aanbesteding.
De politie heeft bij de aanbesteding de Europese aanbestedingsregels in acht genomen.
Dit maakte onder andere dat inschrijving ook voor partijen buiten Nederland openstond.
Ik kan geen uitspraken doen over de bij de aanbesteding betrokken partijen en ook
niet aangeven of er Nederlandse alternatieven bij de aanbesteding waren.
Voorafgaand aan de aanbesteding is overwogen of de politie zelf een tapsysteem kon
bouwen, waardoor zij ook zelf de volledige regie zou hebben op de toegang tot het
systeem. Dit idee is snel verworpen omdat zelf bouwen van een tapsysteem zeer complex
is, er goede alternatieven in de markt beschikbaar zijn, regie en toegangsvereisten
meegenomen kunnen worden bij verwerving en de benodigde specifieke IV-expertise en
-capaciteit van de politie begrensd is.
Bij brief van 1 juli 20192 is aan uw Kamer gemeld dat na een zorgvuldig traject conform Europese aanbestedingsregels
de politie de opdracht gegund heeft aan het bedrijf Cyber Intelligence Ltd, dochterbedrijf
van Elbit Systems uit Israël. Daarna bleek dat na de gunning Elbit Systems, het moederbedrijf
van de leverancier, vanwege de overname van de firma IMI (eind 2018) door PAX werd
aangemerkt als clustermunitieproducent. Voor Cyber Intelligence Ltd zelf geldt dat
overigens niet.
In de brief van 1 juli 2019 aan uw Kamer is toen ook aangegeven dat de implementatie,
en vervolgens de uitrol, tijd kost, omdat het complexe en gevoelige technologie betreft
en de opsporing ondertussen door moet blijven gaan. De implementatie van een nieuw
tapsysteem is een grote operatie waarbij het gaat om maatwerk. Systemen van een dergelijke
omvang en complexiteit kennen dit soort doorlooptijden. Niet alleen worden alle technische
omgevingen ingericht conform state of the art informatiebeveiliging, ook de koppelingen
met de providers moeten worden ingericht, het moet voldoen aan de Nederlandse wet-
en regelgeving, die bijvoorbeeld een geheimhoudersfilter nodig maakt.
Het nieuwe tapsysteem beschikt over een uitbreidbare architectuur gericht op de toekomst,
maakt het mogelijk om tapgegevens sneller en efficiënter te delen binnen de politie
en voldoet tevens aan hogere veiligheidseisen.
Na gunning van de aanbesteding in 2019, volgde een periode van een jaar van specificatie
in detail van het nieuwe systeem. Daarbij was in die periode de benodigde inzet van
specialistische politiemedewerkers schaars en niet altijd (tijdig) beschikbaar voor
de implementatie. Na aankoop bleek ook dat een nieuwe versie van het systeem beschikbaar
kwam. Gelet op de meerwaarde die dat bood heeft de politie bewust gekozen voor deze
versie, daarbij accepterend dat dit tot vertraging in het implementatieproces zou
leiden. In 2020 is gestart met de bouw van het nieuwe systeem, tijdens de Corona-pandemie,
wat met grote regelmaat beperkingen met zich meebracht in samenwerkingsmogelijkheden
en eveneens de invoering vertraagde. In 20203 heeft mijn ambtsvoorganger gemeld dat vanwege de complexiteit van het gehele project
de implementatie tot ten minste 2022 zal gaan duren. Als huidige planning kan ik melden
dat de implementatie gefaseerd zal plaatsvinden vanaf eind dit jaar. Dan verwacht
de politie de productieomgeving klaar te hebben. Daarna volgt een zorgvuldige stapsgewijze
implementatie die naar verwachting nog heel 2023 zal vergen.
De stapsgewijze overgang verloopt via een migratiestrategie. Tijdens de migratie worden
lopende taps per onderzoek overgezet naar het nieuwe systeem. Hiervoor wordt een natuurlijk
moment gebruikt, namelijk het zetten van een tap binnen een onderzoek of het verlengen
hiervan. In 2023 worden op deze wijze alle taplijnen naar het nieuwe systeem overgezet
en zal uiteindelijk aan het einde van 2023 het huidige tapsysteem niet meer in gebruik
zijn. Hierna wordt het oude systeem gearchiveerd en zal het worden uitgezet en afgevoerd.
Met deze stapsgewijze aanpak worden gefaseerd gebruikers toegevoegd. Omdat de werkbaarheid
voor rechercheurs en de integriteit van de gegevens voorop staat kiest de politie
niet voor een big bang voor de circa 10.000 gebruikers van verschillende organisaties
die uiteindelijk van dit systeem gebruik zullen maken. Op dit moment vinden diverse
tests plaats. Testen met de eindgebruikers zijn thans in voorbereiding, daarna zijn
testen in de praktijk voorzien. Ik hecht eraan te benadrukken dat het huidige systeem
operationeel blijft totdat het nieuwe systeem volledig is geïmplementeerd. Ook 2023
zal nog in het teken staan van verdere uitrol. Voor 2023 is ook de oude leverancier
gecontracteerd zodat zowel het oude als het nieuwe systeem beschikbaar is tijdens
de overgang.
Hierna zal ik ingaan op de beveiliging en technische en personele aspecten die in
het krantenartikel zijn genoemd.
Beveiliging
In mijn brief van 16 februari jl.4 heb ik de beveiligingsmaatregelen toegelicht op het huidige en het nieuwe tapsysteem.
Met betrekking tot het tapsysteem zijn afspraken gemaakt en beheersmaatregelen genomen
zodat de leverancier geen toegang heeft tot gevoelige locaties en ICT-systemen. Dit
is ook het geval tijdens de implementatie van het tapsysteem. In het contract met
de leverancier zijn diverse eisen opgenomen over de logging. Verder voert de politie
periodiek pentesten uit, onder meer op veiligheid en ongewenst netwerkverkeer en «achterdeurtjes».
Technische aspecten
In het NRC-artikel worden storingsmeldingen genoemd en zorgen geuit over de betrouwbaarheid
van het huidige systeem, verlies van data en de veiligheid die daarmee samenhangt.
Het huidige systeem dateert uit 2011 en functioneert, maar is end-of-life. Dit is
de reden voor vervanging.
Elk ICT-systeem heeft te maken met verstoringen of verminderde beschikbaarheid op
bepaalde functionaliteit. Het huidige tapsysteem heeft geregeld storingen van wisselende
impact. Het systeem wordt continu gemonitord op werking en continuïteit. In de afgelopen
drie maanden is het huidige tapsysteem drie keer niet beschikbaar geweest door een
«prio1-storing». Daarnaast is er drie keer gepland onderhoud aan het systeem gepleegd.
Gepland onderhoud wordt tijdig aan de opsporingsteams gemeld zodat het team dit gegeven
kan betrekken in haar onderzoek. Bij dataverlies wordt proces-verbaal opgemaakt dat
gevoegd kan worden in een strafdossier.
Prio1-storingen zijn storingen waarbij (delen van) systemen onbeschikbaar zijn.
De politie registreert meer soorten storingen, namelijk prio’s 1 t/m 4. Dat zijn er
in aantallen meer. Bij kleinere dan prio1-storingen is er geen verminderde beschikbaarheid
van het systeem, maar is er tijdelijk minder functionaliteit beschikbaar, bijvoorbeeld
sprekerherkenning, problemen met een enkele taplijn of een printknopje doet het even
niet. Deze storingen komen vaker voor en zijn vervelend, maar zorgen dus niet voor
systeemuitval en in de regel ook niet voor dataverlies. Niet-prio1 storingsmeldingen
worden gewogen en geprioriteerd op basis van de ernst daarvan (impact en urgentie).
Dataverlies door prio1-storingen is naar verhouding gering. Behalve dat het verlies
gering is, is het verlies ook bekend. En in een onderzoek is nooit alle mogelijke
data beschikbaar: zo worden bijvoorbeeld niet alle telefoons getapt en wordt niet
alles geobserveerd. Rechercheurs werken met de gegevens die er zijn. Wanneer dataverlies
voorkomt wordt dit ook vastgelegd in een proces-verbaal en bekend gemaakt aan het
opsporingsteam.
Daarbij benadruk ik dat tappen een belangrijk middel in de opsporing is, maar slechts
een van de hulpmiddelen in een onderzoek. Dit geldt ook voor automatische kentekenplaatherkenning.
In het krantenartikel wordt gesteld dat het kentekensysteem niet goed werkte ten tijde
van de gevonden wapens in een auto bij het huis van de Belgische Minister van Justitie
en tijdens Prinsjesdag. Hierover kan ik aangeven dat er geen sprake was van een storing
in de automatische kentekenplaatherkenning (ANPR). Het systeem waarin ANPR-informatie
wordt verrijkt (i-trechter) kende wel een verstoring. Deze storing was bekend en heeft
zoals hiervoor aangegeven niet tot problemen geleid voor de veiligheid. Naast dat
er dan wordt gewerkt aan een oplossing, wordt de operatie in kennis gesteld zodat
daar eventueel passende maatregelen genomen kunnen worden.
Bij een storing op de i-trechter is de data van ANPR gewoon beschikbaar en kan deze
gebruikt worden (eventueel ook achteraf) voor analyse. Als de i-trechter stoort, dan
wordt dit gemeld aan de opsporings- en bewakingsdiensten en het operationele centrum.
Deze diensten zijn in staat met deze kennis andere middelen in te zetten waardoor
de opsporing of de beveiliging gewaarborgd blijft.
Een ander systeem dat genoemd wordt in het artikel in NRC betreft Replay. Replay is
ontwikkeld vanaf 2003 en werd ingezet om IP-data te analyseren op basis van de toenmalige
standaard voor de aanlevering van telecomgegevens door aanbieders. Het toenmalige
tapsysteem kon dat toen nog niet. Replay is enkele jaren geleden al operationeel uitgefaseerd
omdat telecomaanbieders zijn overgegaan op een andere standaard en deze functionaliteit
in het huidige systeem is opgenomen. Voor cold cases blijft Replay beschikbaar omdat
de politie beschikt over een eeuwigdurende licentie. Overigens is Replay weliswaar
in Nederland ontwikkeld, maar inmiddels is de ontwikkeling op deze software gestopt
en bovendien is al enige tijd onderdeel van een Amerikaanse firma die zich vooral
richt op cybersecurity.
Over het Replay systeem is eerder niet gecommuniceerd aan de Tweede Kamer. De politie
volgt de reguliere verwervings- en aanbestedingsprocedures en die worden niet standaard
gecommuniceerd aan de Tweede Kamer. Sinds 2019 is de politie aangesloten op het stelsel
van het Adviescollege ICT-toetsing voor projecten met een ICT-component van meer dan
5 miljoen euro. Via deze toetsing wordt de Kamer geïnformeerd. Alle andere bijzonderheden,
bijvoorbeeld bij hoog risico, meldt de politie via reguliere rapportages. Op basis
van de rapportages van politie kan mijn ministerie besluiten de Kamer te informeren.
Daarbij wordt terughoudend omgegaan met het publiek maken van de gebruikte systemen
met het oog op veiligheidsrisico’s.
Personele aspecten
In het krantenartikel wordt ook gerefereerd aan slechte verhoudingen bij de afdeling
interceptie en sensing. Ik betreur deze situatie.
De korpsleiding laat mij weten dat er veel speelt binnen de afdeling en er ook diverse
signalen zijn ontvangen over de werking van de systemen. In relatie tot de totale
verbeteringen binnen de Landelijk Eenheid wordt ook bij deze afdeling ingezet op goed
leiderschap en medewerkerschap. De interne verhoudingen zijn onderkend, bespreekbaar
gemaakt en er wordt gewerkt aan een afdelingsbrede veranderaanpak, vooruitlopend en
in lijn met de veranderingen zoals voorgesteld door de commissie Schneiders.
Dit past naadloos in de transitie van de Landelijke Eenheid om meer focus te richten
op de uitvoering van specialistische taken. De leiding van de Landelijke Eenheid neemt
de zorgen van medewerkers serieus en bespreekt deze in alle openheid met teams waar
dit aan de orde is. Dit geldt ook voor de afdeling interceptie en sensing.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Indieners
-
Indiener
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid