Brief regering : Geannoteerde agenda van de informele Europese Raad van 7 oktober 2022
21 501-20 Europese Raad
Nr. 1868
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 september 2022
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, de geannoteerde agenda aan van
de informele Europese Raad van 7 oktober 2022.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE INFORMELE EUROPESE RAAD VAN 7 OKTOBER 2022
Op vrijdag 7 oktober vindt een informele Europese Raad (ER) plaats in Praag. Op de
agenda staan Oekraïne, energie en economie. De Minister-President is voornemens deel
te nemen aan deze bijeenkomst.
Het is goed mogelijk dat er ook zal worden gesproken over de zorgelijke sabotage van
de gaspijpleidingen Nord Stream I en II. De situatie vraagt om een zorgvuldig onderzoek
omdat de beschadigingen het gevolg zijn van opzettelijke acties.
Oekraïne
De informele ER zal spreken over de onacceptabele inval van Rusland in Oekraïne. Met
de illegaal georganiseerde referenda en de daaropvolgende annexatie heeft Rusland
gekozen voor verdere escalatie. Het kabinet zet zich in voor een sterke EU-reactie
op deze recente escalatie. De kern van de inzet van het kabinet ten aanzien van de
Russische oorlog tegen Oekraïne blijft ongewijzigd. Dit betekent dat het kabinet zich
onverminderd blijft inzetten voor zo stevig mogelijke maatregelen tegen Rusland en
zo veel mogelijk steun voor Oekraïne, zowel bilateraal als vanuit de EU en in nauwe
samenwerking met andere internationale partners en organisaties.
De informele ER zal mogelijk ook spreken over aanvullende sanctiemaatregelen tegen
Rusland op basis van een voorstel van de Europese Commissie voor een achtste sanctiepakket.
Het kabinet blijft zich er voor inzetten om de druk op Rusland met aanvullende EU-sancties
verder te vergroten, om zo de kosten voor Rusland te verhogen en diens militaire capaciteiten
verder in te perken. Het kabinet is voorstander van meer individuele maatregelen tegen
personen en bedrijven die een directe betrokkenheid hebben bij schendingen van het
internationaal recht en mensenrechten. Ook draagt het kabinet actief bij aan aanvullende
sectorale maatregelen, bijvoorbeeld het verder aanvullen van goederencodes behorend
bij algemene verbodsbepalingen op uitvoer van technologie.
Militaire steun
De informele ER zal tevens spreken over de militaire steun die de EU en de lidstaten
leveren aan Oekraïne. Dankzij het moedige optreden van de Oekraïense strijdkrachten
boekt Oekraïne gestaag terreinwinst. De «gedeeltelijke mobilisatie» die president
Poetin van de Russische Federatie aankondigde, laat echter zien dat de strijd nog
niet gestreden is. Het kabinet blijft daarom pleiten voor aanhoudende militaire steun
voor Oekraïne in hun strijd tegen de Russische agressie. Ook is het belangrijk deze
steun internationaal te coördineren.
Het kabinet hecht er tevens grote waarde aan dat de EU en de lidstaten wapenleveranties
aan Oekraïne continueren. Het kabinet vindt het specifiek belangrijk dat de steun
voor Oekraïne vanuit de Europese Vredesfaciliteit (EPF) wordt voortgezet (conform
motie van het lid Sjoerdsma c.s.*). Daarnaast is het belangrijk dat ook andere beoogde steunmaatregelen uit het EPF
doorgang blijven vinden, waaronder aan Afrikaanse landen.
Wederopbouw en financiële steun
De informele ER zal waarschijnlijk spreken over de financiële gevolgen van de oorlog
in Oekraïne. Op 9 september jl. presenteerde de Wereldbank samen met de Europese Commissie
en de regering van Oekraïne een analyse van de herstel- en wederopbouwbehoeften van
Oekraïne alsmede de financiële noden om te kunnen overleven op korte termijn. Uit
dit needs assessment komt naar voren dat de totale kosten van herstel en wederopbouw USD 349 miljard zullen
bedragen. Deze kosten zullen verder oplopen naarmate de oorlog voortduurt. Op zeer
korte termijn is USD 3,5 miljard nodig ter voorbereiding op de komende winter. Binnen
nu en 36 maanden is USD 105 miljard nodig om in de dringendste herstelwerkzaamheden
te voorzien en om de economie te stabiliseren. Voorbeelden hiervan zijn het herstel
van de kritieke transportinfrastructuur, ondersteuning van de bancaire sector, steun
voor het aankomende zaaiseizoen, ontmijning en steun voor ontheemden op de korte tot
middellange termijn. Daarnaast blijkt uit de conceptbegroting voor 2023 dat Oekraïne,
naast de kosten voor eerste herstel- en wederopbouwwerkzaamheden, een begrotingsgat
verwacht van ca. USD 38 miljard. In EU-verband zal de komende tijd worden verkend
op welke manier de EU kan bijdragen in de vorm van liquiditeitssteun.
Duidelijk is dat de opgave voor Oekraïne en voor de internationale gemeenschap enorm
is. Het kabinet is zich ervan bewust dat het nu en in de toekomst over aanzienlijke
bedragen zal gaan. Nederland zal aandacht vragen voor het zo spoedig mogelijk uitkeren
van de resterende 3 miljard euro macro-financiële bijstand (MFB) die de EU heeft toegezegd
aan Oekraïne voor 2022. Daarnaast wil het kabinet in EU-verband bespreken hoe de meest
urgente component van de steun- en wederopbouwopgave zou kunnen worden vormgegeven,
in nauwe samenspraak met onder andere de G7, het IMF en de Wereldbank. Bij de concrete
inzet van het kabinet zal gekeken worden naar de verschillende fasen van de wederopbouw,
die elk een andere urgentie meebrengen. Het kabinet beoogt op basis hiervan te handelen
en zal uw Kamer daarover nauw blijven informeren.
Energie
Naar verwachting zal de informele ER komen te spreken over de situatie op de Europese
energiemarkt, waarbij mogelijk wordt gekeken naar verdere maatregelen en financiële
aspecten.
Op de Energieraad van 30 september zal worden gesproken over het noodmaatregelenpakket
dat de Europese Commissie op 14 september jl. publiceerde. Graag verwijs ik u naar
de brief van de Minister van Klimaat en Energie van 26 september jl.* Het kabinet steunt deze maatregelen, die lidstaten helpen opbrengsten te genereren
om burgers en bedrijven te ondersteunen. De Minister voor Klimaat en Energie zal de
Kamer in het verslag van de Energieraad informeren over de uitkomsten.
De Europese Commissie heeft aangegeven daarnaast aanvullende maatregelen uit te werken,
waarvan medio oktober een concreet voorstel wordt verwacht. Gekeken wordt onder meer
naar aanvullende energiebesparingsmaatregelen. Het kabinet kan dergelijke afspraken
steunen gezien het belang van het verder terugdringen van gasgebruik en het beheersbaar
houden van de gasprijs voor consumenten. Een lagere vraag zorgt immers voor minder
schaarste en is daarmee een effectieve manier om een lagere prijs te realiseren. Bovendien
bouwen we daarmee onze afhankelijkheid van Russisch gas versneld af. Ook verkent de
Europese Commissie de mogelijkheid van een prijsplafond op Russisch pijpleidinggas.
Het kabinet is voorstander van deze maatregel. Dit vermindert de mogelijkheden voor
Rusland om gas te gebruiken als wapen. Mogelijk kijkt de Europese Commissie ook naar
maatregelen om het functioneren van de markt te verbeteren, naar de introductie van
nieuwe benchmarks voor de gasprijs en naar verbeterde coördinatie bij de opslag van
gas. Het kabinet kijkt ook hier met een positieve blik naar.
Daarnaast wordt binnen de EU gesproken over aanvullende prijsplafonds op gas. Er is
een groep van vijftien lidstaten die graag een maximumprijs op de gehele groothandelsmarkt
voor gas zou zien. De Commissie heeft aangegeven zorgen te hebben over een dergelijke
maatregel, vanwege de mogelijke gevolgen voor de leveringszekerheid en het wegvallen
van de besparingsprikkel. Het kabinet deelt deze zorgen en benadrukt dat voor eventuele
besluitvorming over prijsplafonds op de groothandelsmarkt voor gas kan plaatsvinden
een grondige analyse noodzakelijk is.
De Kamer zal over de laatste ontwikkelingen ter zake door de Minister van Klimaat
en Energie worden geïnformeerd in het verslag van de extra Energieraad van 30 september
2022.
Economie
De informele ER zal van gedachten wisselen over de wijze waarop de lidstaten omgaan
met de huidige macro-economische situatie met hoge inflatie en energieprijzen. Daarbij
is de onzekerheid over de economische vooruitzichten groot. Onder de huidige omstandigheden
is het generiek ondersteunen van de vraag via expansief begrotingsbeleid niet gewenst.
Veel lidstaten hebben maatregelen genomen en/of aangekondigd om de koopkracht van
huishoudens te ondersteunen en maken kosten als gevolg van de Russische inval in Oekraïne.
Het kabinet vindt het belangrijk dat de maatregelen die lidstaten nemen om de socio-economische
impact van hogere energieprijzen te mitigeren tijdelijk en gericht zijn, het gelijk
speelveld op de interne markt niet verstoren en niet leiden tot een verdere verhoging
van de inflatie. Tijdens de informele ER zullen lidstaten naar verwachting een toelichting
geven op hun nationale maatregelen ter zake.
De combinatie van lagere economische groei en begrotingsmaatregelen leidt mogelijk
tot een verdere verslechtering van de vooruitzichten voor de begrotingssaldi van de
lidstaten. Enige verslechtering van de begrotingssituatie in individuele landen is,
gelet op de huidige omstandigheden en onzekere vooruitzichten, te begrijpen. Dat neemt
niet weg dat aandacht voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën voor het kabinet
van belang blijft. Nederland zal dan ook benadrukken dat het noodzakelijk is om terug
te keren naar begrotingsdiscipline om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te
waarborgen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken