Brief regering : Zevende voortgangsrapportage veiligheid Schiphol
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 436 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 september 2022
Hierbij ontvangt u de zevende voortgangsrapportage veiligheid Schiphol. In 2017 heeft
de Onderzoeksraad voor Veiligheid (hierna: OVV) in het rapport Veiligheid Vliegverkeer Schiphol een aantal aanbevelingen gedaan om de veiligheid op Schiphol verder te verbeteren.
Sindsdien heeft uw Kamer ieder half jaar een voortgangsrapportage ontvangen waarin
de voortgang is beschreven die betrokken partijen hebben bereikt. In deze rapportage
wordt uw Kamer geïnformeerd over de voortgang die sinds het verschijnen van de zesde
rapportage op 17 februari 20221 geboekt is. Verder wil ik uw Kamer graag informeren over een viertal ontwikkelingen
die betrekking hebben op de veiligheid op Schiphol.
Actualisatie convenant veiligheidsverbetering Schiphol
Eén van de uitgevoerde acties naar aanleiding van het OVV-rapport «Veiligheid vliegverkeer
Schiphol» (2017) was het sluiten van een convenant tussen de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat en luchtvaarsectorpartijen.2
Middels dit convenant, dat in 2018 afgesloten is, hebben partijen zich gecommitteerd
om in lijn met de eerdere OVV aanbevelingen te komen tot een betere integrale samenwerking
rondom de veiligheid op Schiphol. Het convenant is destijds afgesloten met als doelstelling
het verder ontwikkelen van het Integral Safety Management System (ISMS)3 en het Analysebureau Luchtvaartvoorvallen (ABL).
Partijen hebben in het convenant afgesproken dat de gemaakte afspraken in 2020 geëvalueerd
zouden worden door een onafhankelijke partij en dat dat daar een verslag van wordt
opgemaakt. Deze evaluatie is in 2020 door PriceWaterhouseCoopers uitgevoerd.4
Het algemene beeld dat hieruit naar voren kwam is dat alle geïnterviewde partijen5 het convenant ervaren als een waardevolle aanvulling om een verbeterde samenwerking
omtrent de veiligheid op Schiphol te bewerkstelligen en dat er ook richting de toekomst
behoefte blijft om de samenwerking in stand te houden met het convenant als middel.
Momenteel wordt de bestaande (maar verouderde) convenanttekst samen met de betrokken
partijen opnieuw besproken en op basis van deze gesprekken verder aangescherpt. Daarbij
worden bijvoorbeeld afgeronde acties vervangen door nieuwe acties, wordt de rol van
de ILT beter verankerd en wordt een sterkere link gelegd met het NLVP. De ambitie
is om uiterlijk voor het einde van dit jaar een overeenkomst met de partijen te bereiken
over de herziene tekst van het convenant. Het vernieuwde convenant zal na ondertekening
gepubliceerd worden in de Staatscourant.
Voortgang rondom operationeel concept Schiphol
In de vorige voortgangsrapportage kwam de tweede evaluatie van de opvolging van de
OVV-aanbevelingen aan bod, waaruit bleek dat nog niet alle aanbevelingen uit 2017
opgevolgd zijn.6 Daarop heb ik aangegeven dat extra stappen gezet moeten worden om de volledige opvolging
van deze aanbevelingen te realiseren. Hierbij is ook aangegeven dat in gesprek getreden
wordt met de sectorpartijen om de opvolging van de aanbeveling 1b structureler aan
te pakken. Aanbeveling 1b ziet op het reduceren van de complexiteit van de infrastructuur
op Schiphol.
Vanuit het ministerie wordt momenteel het operationeel concept van de luchthaven beoordeeld,
om te bezien of er aanvullende veiligheidswinst geboekt kan worden als het operationeel
concept wordt aanpast. Daarbij wordt dus geanalyseerd of aanpassingen in verschillende
elementen van het operationeel concept kansrijk zijn ten behoeve van veiligheid, maar
ook afgezet tegen de overige publieke belangen uit de Luchtvaartnota.
Aan de kant van de sector wordt verkend welke aspecten van de operatie door de gebruikers
als complex beschouwd worden, als onderdeel van de actualisatie van de top risico’s.
Vervolgens worden passende maatregelen genomen om deze risico’s te verminderen. In
de volgende voortgangsrapportage zal ik uw Kamer informeren over de status van deze
beide processen.
Opvolging aanbeveling rapport «Verminderde separatie na doorstart»
Hierbij wil ik uw Kamer ook informeren over de stand van zaken betreffende de opvolging
van OVV-aanbeveling over het convergerend baangebruik aan Luchtverkeersleiding Nederland7 [LVNL].8 LVNL heeft de OVV middels de bijgevoegde brief op de hoogte gesteld van de wijze
waarop LVNL per 14 juli 2022 invulling geeft aan de aanbeveling.
Per brief van 10 december 2020 (Kamerstuk 31 936, nr. 822) is uw Kamer geïnformeerd dat LVNL bezig was met veiligheidsbeoordelingen voor de
invoering van getimed starten voor alle convergerende baancombinaties.
LVNL laat weten dat uitvoerig onderzoek is uitgevoerd naar convergerend baangebruik.
Op basis daarvan is besloten om een aangepaste procedure in te voeren en één specifieke
baancombinatie niet meer toe te staan, omdat de aangepaste procedure daar niet toepasbaar
is.
De afgelopen periode is door luchtverkeersleiders in de simulator getraind met de
aangepaste procedure en zijn er wijzigingen doorgevoerd in vliegprocedures en in de
informatievoorziening aan piloten.
Het totale pakket aan wijzigingen is conform geldende regelgeving voorgelegd aan
de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). LNVL heeft aangetoond dat de in de procedure
doorgevoerde aanpassingen leiden tot een verbetering van de veiligheid en op deze
grond heeft de ILT de wijziging van de procedure goedgekeurd.
Afdoening motie over samenwerking VNV en ISMS
De in oktober 2021 aangenomen (Handelingen II 2021/22, nr. 10, item 11) motie9 van de leden Rudmer Heerema en Hagen, verzoekt de regering om met de betrokken partijen
om tafel te gaan in een poging te bemiddelen, met als doel de pilot binnen het ISMS
alsnog tot uitvoering te laten komen.
In het najaar van 2021 en in de eerste maanden van 2022 is met de betrokken partijen
gesproken. De eerste stap in dit proces betrof het inventariseren van de verschillende
standpunten en het ophalen van de stappen die reeds gezet zijn in het proces met betrekking
tot de pilot. Hierbij zijn in eerste instantie individuele gesprekken gevoerd met
de betrokken partijen. Bij deze individuele gesprekken werd gezocht naar mogelijkheden
om ruimte te creëren waarbinnen onderhandeling mogelijk zou kunnen zijn.
Uit die gesprekken is gebleken dat de kwestie tussen de twee partijen al enkele jaren
speelt en er weinig ruimte tot vruchtbare onderhandeling was.
Begin 2022 heeft het ministerie als onderdeel van haar bemiddelende rol de partijen
gezamenlijk aan tafel gebracht. In dit gesprek konden de partijen hun standpunten
aan elkaar toelichten en op die manier gezamenlijk eventuele onderhandelingspunten
verkennen.
Uit dit gesprek bleek dat de vertegenwoordigers van de partijen tot dat moment zeer
beperkt contact hadden gehad en dat over en weer behoefte was aan nadere kennismaking.
Dit kennismakingsgesprek heeft in maart 2022 plaatsgevonden. Binnen het ISMS is voorafgaand
aan het kennismakingsgesprek gesproken over nadere samenwerking met de VNV en daarbij
is intern ISMS de conclusie getrokken dat de pilot niet tot uitvoering gebracht kan
worden.
Als reden hiervoor wordt door het ISMS aangegeven dat het ISMS bestaat uit organisaties
die een wettelijke verantwoordelijkheid hebben om veiligheidsrisico’s te beheersen.
Aangezien VNV als beroepsvereniging deze verantwoordelijkheid niet heeft kan zij hier,
volgens ISMS, geen onderdeel van zijn. Voor de uitvoering van incidentenonderzoek
stelt ISMS dat afspraken gemaakt zijn tussen de individuele luchtvaartmaatschappijen
en de VNV. De luchtvaartmaatschappijen voeren eventueel gezamenlijk ISMS incidentenonderzoek
uit binnen de kaders van deze afspraken.
Tot slot geeft het ISMS aan dat de inzet en deskundigheid van VNV welkom is in de
sectorbrede taskforces, waarin VNV kan adviseren hoe risico’s te verminderen en kan
bijdragen aan oplossingen. Voor overleg over veiligheidszaken is de luchtvaartmaatschappij
het aanspreekpunt voor VNV. Daarnaast staat het ISMS Core Team open om de dialoog te voeren met VNV en andere betrokkenen over de veiligheid op Schiphol.
Aangezien de motie opriep tot het uitvoeren van een poging tot bemiddeling, beschouw
ik de motie, gezien de bovenstaande inspanningen, als afgerond. Het feit dat de pilot
binnen het ISMS na de bemiddelingspoging niet alsnog tot uitvoering is gekomen doet
daar niets aan af.
Verder geven de partijen aan de inspanningen van het ministerie op prijs te stellen
en ervan op de hoogte te zijn dat IenW in dit proces niet meer kon doen dan gedaan
is. Ook zijn VNV en ISMS ervan op de hoogte dat de betreffende motie in deze voortgangsrapportage
zal worden afgedaan.
Door de bemiddelingspoging(en) staan de partijen wel met elkaar in contact en weten
zij elkaar te bereiken wanneer het nodig is. De partijen kunnen dit contact voortzetten
en verkennen welke (andere) mogelijkheden tot samenwerking er zijn of in de toekomst
gecreëerd kunnen worden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers
Voortgangsrapportage OVV-aanbevelingen veiligheid Schiphol
In deze voortgangsrapportage is de stand van zaken weergegeven van de implementatie
van de aanbevelingen van de OVV in het rapport Veiligheid vliegverkeer Schiphol uit 2017. Net als in de voorgaande zes voortgangsrapportages wordt de voortgang beschreven
op de volgende aanbevelingen en onderwerpen.
1. Reductie van veiligheidsrisico’s door de sector (aanbeveling 1 t/m 3);
2. Samenwerking aan veiligheid binnen de sector (aanbeveling 4 t/m 6);
3. Eindverantwoordelijkheid Ministerie Infrastructuur en Waterstaat (aanbeveling 7 en
8).
1. Reductie veiligheidsrisico’s door de sector
Aanbeveling 1 tot en met 3
1. Ontwikkel een nieuw toekomstbestendig operationeel concept voor de afhandeling van
vliegverkeer op Schiphol, waardoor huidige en toekomstige veiligheidsrisico’s worden
verminderd. Denk daarbij aan onderstaande maatregelen:
a. zorg voor vermindering van het aantal wisselingen van baancombinatie;
b. reduceer de complexiteit van de infrastructuur van de luchthaven.
2. Verminder huidige en toekomstige veiligheidsrisico’s door onder andere onderstaande
maatregelen:
a. minimaliseer het aantal kruisingen van actieve start- en landingsbanen;
b. monitor en evalueer de afwijkingen van procedures en standaarden door verkeersleiders;
c. beoordeel de risico’s van een stapeling van veiligheidsrisico’s en bijbehorende mitigerende
maatregelen;
d. verminder structureel het aantal runway incursions.
3. Onderzoek vooraf en integraal wat de effecten van groei van het vliegverkeer zijn
op de veiligheid en neem maatregelen om die effecten structureel te beheersen.
Sinds het verschijnen van de vorige voortgangsrapportage heeft de sector een aantal
maatregelen geïmplementeerd die bijdragen aan het verbeteren van de veiligheid op
Schiphol. Hierover is het volgende te melden:
Er is dit jaar een nieuwe werkinstructie op Schiphol ingevoerd die eraan bijdraagt
dat sleepvoertuigchauffeurs duidelijkere instructies krijgen over de procedure met
betrekking tot het begeleid slepen. Hiermee zijn de maatregelen ter vermindering van
het risico van begeleid slepen ingevoerd.
Verder is de geplande stop bar over de breedte van baan 09, bij de «hotspot» locatie
N2/E6 in gebruik genomen. Dit is van belang om het risico van runway incursions nog
verder te verlagen.
Voorts is de maatregel starts en landingen op convergente banen te timen ingevoerd.
Hiervoor is een gerichte training gegeven die aandacht geeft aan zowel preventie als
oplossing van een eventueel conflict.
Verder voert het runway safety team een awareness campagne uit dat gericht is op het
terugdringen van runway incursions waarbij een vlieger zonder toestemming van de verkeersleiding
de baan oprijdt.
Ook wordt er als opmaat naar de equipment pooling, waarbij grondafhandelaren voertuigen
en materiaal delen, vanaf 1 oktober 2022 gestart met een gefaseerde invoering van
de equipment pool. Dit is een maatregel die naar verwachting een positieve invloed
zal hebben op eventuele risico’s voor de grondafhandeling.
Naast de over de afgelopen periode behaalde resultaten door de sector om veiligheidsrisico’s
te reduceren, is er een dialoogtafel gestart tussen de sector en ILT, waarbij de insteek
is om samen signalen van de inspectie te bespreken en tot structurele aanpak van de
risico’s te komen.
2. Samenwerken aan veiligheid
Aanbeveling 4 tot en met 6
4. Stel een gezamenlijke visie op voor de veiligheid van Schiphol waarin expliciet te
realiseren veiligheidsdoelen met bijbehorende termijnen zijn opgenomen.
5. Zorg voor een Integraal Veiligheidsmanagementsysteem (IVMS) waaraan alle partijen
in het Veiligheidsplatform Schiphol zich committeren, met in ieder geval de volgende
onderdelen:
a. gezamenlijke aanpak van veiligheidsrisico’s met betrekking tot relaties en interacties
tussen de afzonderlijke partijen (interfaces);
b. gezamenlijke incidentonderzoeken en proactieve veiligheidsanalyses.
6. Zorg ervoor dat het Veiligheidsplatform Schiphol een formele status krijgt met doorzettingsmacht
waarbinnen operationele en strategische beslissingen over veiligheid op Schiphol kunnen
worden genomen.
In reactie op het 2017-rapport «Veiligheid Vliegverkeer Luchthaven Schiphol» van de
Onderzoeksraad voor Veiligheid, hebben sectorpartijen het joint sector Integral Safety
Management System (ISMS) opgericht. In het ISMS werken luchtvaartbedrijven op Schiphol
samen aan veiligheid. Dit gebeurt aan de hand van een Roadmap van veiligheidsmaatregelen.
De Roadmap Veiligheidsverbetering Schiphol is een levend document waarin de gezamenlijke
veiligheidsdoelen, bijbehorende resultaten en behaalde resultaten van het ISMS staan
vastgelegd. Op de website www.integralsafetyschiphol.nl is naast de roadmap, ook te zien hoe de sector opvolging geeft aan de aanbevelingen
van de OVV en de integrale veiligheidsanalyses die zijn uitgevoerd door het Nederlands
Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR). De website en status van de maatregelen wordt
twee keer per jaar geactualiseerd (dit jaar in juli en januari 2022).
Verder lijkt ook EASA interesse te tonen in de werkwijze van het ISMS. Zo hebben zij
in het kader van bredere kennisdeling op uitnodiging van EASA het ISMA als best practice
toegelicht gedurende de EASA Safety Week eind juni.
Het ISMS heeft een belangrijke rol op de veiligheid op en rond Schiphol. Daarom rapporteert
de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in opdracht van de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat over het functioneren van het ISMS en over de voortgang van de roadmap-maatregelen.
In de Staat van Schiphol 202110 stelt de ILT vast dat het veiligheidsmanagement Integral Safety Management System
(ISMS) op Schiphol over het algemeen goed werkt: het ISMS levert een waardevolle bijdrage
aan de algehele veiligheid op Schiphol. De samenwerking binnen het ISMS is ook verder
verbeterd.
Tegelijkertijd constateert de ILT dat een aantal roadmap-maatregelen met enkele jaren
is uitgesteld. Het gaat om maatregelen die onder andere positief doorwerken op de
veiligheid van de grondafhandeling. De ILT is van mening dat het ISMS dergelijke maatregelen
met voortvarendheid zou moeten oppakken, zeker nu het vliegverkeer weer toeneemt.
De ILT ziet dat het ISMS wel werkt aan verbeteringen, maar het effect is nog niet
structureel zichtbaar. De ILT besteedt dit jaar bij onderzoeken en inspecties extra
aandacht aan grondafhandeling, ook in relatie tot de huidige drukte op Schiphol.
Tot slot zijn in de laatste update van de roadmap, de conclusies opgenomen van de
tweede evaluatie naar de opvolging van de OVV aanbevelingen (uitgevoerd door de bureaus
«To70» en «Strategem Consulting»). Over de uitkomsten van deze evaluatie is uw Kamer
in de zesde voortgangsrapportage veiligheid Schiphol van februari 2022 reeds geïnformeerd.
3. Eindverantwoordelijkheid
Aanbeveling 7 en 8
7. Vul de rol van eindverantwoordelijke voor de veiligheid van het vliegverkeer op en
rond Schiphol nader in door onder andere:
a. het opstellen van een helder controleerbaar criterium voor de veiligheid van het vliegverkeer
op en rond Schiphol, en het formuleren van een transparante werkwijze van hoe veiligheid
als randvoorwaarde wordt ingevuld;
b. de veiligheid van het vliegverkeer op en rond Schiphol in zijn geheel in kaart te
brengen;
c. bij cruciale besluiten over (de groei van) Schiphol de gevolgen voor veiligheid in
de volle breedte te beoordelen;
d. handhaafbare normen en doelen voor veiligheid op en rond de luchthaven vast te stellen
en deze te gebruiken om de veiligheid permanent te verbeteren;
e. veiligheidsaspecten van het vliegverkeer actief te monitoren en regelmatig trendanalyses
uit te voeren;
f. de effectiviteit van het toezicht op het vliegverkeer op en rond Schiphol te vergroten
door meer menskracht en middelen in te zetten, door te investeren in de inhoudelijke
kennis van toezichthouders, door meer inhoudelijke inspecties te laten plaatsvinden
en door het functioneren van het Analysebureau Luchtvaartvoorvallen te verbeteren;
g. de gezamenlijke strategische veiligheidsvisie van de LVNL, Schiphol Group en de luchtvaartmaatschappijen
te bewaken en zo nodig bij te sturen;
h. de organisatie en het functioneren van het Veiligheidsplatform Schiphol te bewaken
en zo nodig bij te sturen;
i. het externe veiligheidsbeleid ten behoeve van de omwonenden effectiever vorm te geven,
onder meer door een heldere en handhaafbare normering voor risico voor omwonenden
en bedrijven op te nemen.
8. Leg periodiek openbaar verantwoording af over de rol van eindverantwoordelijke voor
veiligheid op Schiphol.
Zoals vermeld in de brief Luchtvaartveiligheid van 8 juli 202211, zal uw Kamer de tweede editie van de Systeemmonitor luchtvaartveiligheid in het
najaar van 2022 ontvangen. Deze monitor brengt vanuit mijn regierol het functioneren
van het veiligheidssysteem in beeld. In de tweede editie met peildatum 1 januari 2022
wordt inzicht gegeven in de trends ten opzichte van de editie van vorig jaar.
Verder heb ik de Kamer in de zesde voortgangsrapportage toegezegd u op de hoogte te
houden van de toekenning van structurele middelen voor de luchtvaartautoriteit. Uit
de systeemmonitor bleek onder meer dat er ruimte is voor een verdere versterking van
het luchtvaartsysteem. Dit betrof in het bijzonder een aantoonbare versterking van
de toezichthoudende rol van de ILT op het terrein van luchtvaart.
In de eerdergenoemde brief Luchtvaartveiligheid van 8 juli jl. is gemeld dat er vanaf
2023 jaarlijks € 12,5 miljoen euro beschikbaar zal worden gesteld voor versterking
van de luchtvaartautoriteit en dat de middelen voornamelijk zullen worden gebruikt
om de capaciteit voor regelgeving, vergunningverlening, toezicht op de luchtvaartsector
en uitbreiding van monitoring en evaluatie. Hiermee wordt onder meer werk gemaakt
van het oppakken van aanbeveling 7 en de bevindingen uit de systeemmonitor 2021.
Tot slot bent u het afgelopen half jaar separaat geïnformeerd over de uitkomsten en
publicatie van Staat van Schiphol 202112 en de Nationale Veiligheidsanalyse (NVA)13. IenW voert de NVA eens per twee jaar uit als onderdeel van het cyclisch veiligheidsmanagementproces,
zoals in het NLVP is beschreven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat