Brief regering : Commerciële Radio: nadere appreciatie uitspraak rechtbank Rotterdam van 20 juli 2022
24 095 Frequentiebeleid
Nr. 566
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 augustus 2022
Bij brief van 1 augustus 20221 heb ik de Tweede Kamer in kennis gesteld van de uitspraak van de rechtbank Rotterdam
van 20 juli jl. in de beroepsprocedure die Kink FM, een potentiële nieuwe toetreder
op de FM-radiomarkt, heeft ingesteld tegen het landelijke verlengbaarheidsbesluit.
Met deze brief informeer ik de Tweede Kamer over de gevolgen van de uitspraak van
de rechtbank Rotterdam en over de stappen die ik naar aanleiding van deze uitspraak
heb gezet en voornemens ben te zetten.
De uitspraak van de rechtbank Rotterdam
De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van Kink gegrond verklaard, en het landelijke
verlengbaarheidsbesluit en het daarmee samenhangende NFP- wijzigingsbesluit vernietigd.
De rechtbank heeft mij tevens opgedragen om uiterlijk binnen een jaar na het verstrijken
van de huidige vergunningen (1 september 2022) de landelijke analoge en digitale commerciële
radiovergunningen opnieuw uit te geven, zodat deze per 1 september 2023 in gebruik
genomen kunnen worden.
De rechtbank is tot de conclusie gekomen dat het onderzoek naar en de motivering van
de voorgenomen verlenging tekortschieten. In haar oordeel laat de rechtbank zwaar
meewegen dat de commerciële radiovergunningen al meerdere keren zijn verlengd (in
2011 en 2017). Daardoor komt, zo oordeelt de rechtbank, extra gewicht toe aan de op
mij rustende plicht om een nieuwe afwijking van de wettelijke hoofdregel (niet verlengen,
tenzij) zorgvuldig te onderzoeken en te motiveren. Deze hoofdregel strekt er mede
toe om ook nieuwe potentiële marktpartijen na afloop van de vergunningstermijn in
de gelegenheid te stellen om schaarse frequentieruimte te kunnen verwerven.
In het kader van dat onderzoek en die motivering wijst de rechtbank met name op de
onafhankelijke, zogenoemde Quick-scan van SEO Economisch Onderzoek uit augustus 2020.
Deze Quick-scan heeft de voormalig Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
(hierna: de Staatssecretaris) op verzoek van de Tweede Kamer2 laten uitvoeren naar de impact van de coronacrisis op de financiële positie van de
commerciële radiostations. Uit deze Quick-scan bleek – kort gezegd – dat er voor de
sector als geheel een bescheiden financieringsbehoefte was en dat «een marktbrede
verlenging van de FM-vergunningen met drie jaar niet doeltreffend [is] ten aanzien
van de specifieke problemen waar een deel van de sector mee kampt.»
De Staatssecretaris heeft dit advies aanvankelijk overgenomen en uw Kamer geïnformeerd
dat zij onvoldoende aanknopingspunten zag om – in afwijking van de hiervoor genoemde
wettelijke hoofdregel – te besluiten tot verlengbaarheid.3 Uiteindelijk is toch, naar aanleiding van een met een grote meerderheid aangenomen
motie4, de procedure gestart om te komen tot een verlengbaarheidsbesluit.5 Er waren echter geen feiten, omstandigheden of onderzoeken waaruit bleek dat de conclusies
van de Quick-scan van SEO onjuist of niet meer actueel waren. De rechtbank oordeelt
dat er op het moment van nemen van het verlengbaarheidsbesluit juist tekenen van herstel
van de financiële situatie van de radiostations waren, die hadden moeten worden onderzocht.
De rechtbank heeft daarnaast als extra overweging meegegeven, dat indien ik op dit
moment een nieuw besluit zou willen nemen met dezelfde strekking (verlenging van 3
jaar), ik uit zou moeten gaan van de huidige relevante feiten en gegevens, waaronder
de huidige reclame-inkomsten. In maart 2022 zijn de radioreclamebestedingen over 2021
gepubliceerd door de marketingorganisatie Audify. Uit die cijfers komt naar voren
dat de netto-investeringen in radioreclame zich hebben hersteld van de teruggang in
2020.6 Ook in 2022 lijkt deze ontwikkeling zich door te zetten.7 Dit alles betekent dat er op dit moment geen feiten of omstandigheden zijn die nopen
tot het nemen van een nieuw verlengbaarheidsbesluit voor 3 jaar. Het Audify jaarrapport
over 2021 doe ik u hierbij toekomen.
Alles overwegende zie ik geen reden om tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger
beroep te gaan. Een hoger beroep heeft naar mijn inschatting een geringe kans van
slagen. De uitspraak is naar mijn mening duidelijk, begrijpelijk en goed gemotiveerd.
Vervolgstappen
Het voorgaande betekent dat ik – in lijn met de uitspraak van de rechtbank – een nieuwe
verdeling van de vergunningen zal gaan organiseren die moet leiden tot ingebruikname
met ingang van 1 september 2023. Ik ben voornemens om in het najaar een ontwerpveilingregeling
te consulteren, en beide Kamers der Staten-Generaal in kennis te stellen van een ontwerp
van een besluit als bedoeld in artikel 3.10, vierde lid, van de Telecommunicatiewet
(een zogenoemd Bekendmakingsbesluit, waarmee de wijze van verdelen en de conceptvergunningen
worden bekendgemaakt).
Om de tijd tussen 1 september 2022 (het aflopen van de huidige vergunningen) en 1 september
2023 (de geplande ingebruikname van de nieuwe vergunningen) te overbruggen, zal ik
wel overgaan tot een verlenging van de huidige vergunningen met 1 jaar. Hiermee voorkom
ik dat er in deze periode radiostilte ontstaat doordat partijen niet over een vergunning
beschikken om uit te zenden. Voor deze verlenging met 1 jaar zal ik tevens een ministeriële
regeling vaststellen als bedoeld in artikel 3.15, eerste lid, van de Telecommunicatiewet,
waarin de bedragen zijn opgenomen die deze vergunninghouders verschuldigd zijn voor
de verlenging met één jaar.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat