Brief regering : Opschorting gebruik e-screener (Wet wapens en munitie)
33 033 Wapen- en munitiebezit
Nr. 33 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 juli 2022
Hierbij informeer ik uw Kamer dat ik besloten heb om de toepassing van de e-screener
als onderdeel van het wapenverlofverleningsproces per direct op te schorten. De redenen
die tot dit besluit hebben geleid zet ik hieronder uiteen. Ik ben voornemens vooralsnog
een ander instrument in de plaats van de e-screener te stellen. Hiertoe zal ik de
Regeling wapens en munitie (Rwm) op korte termijn herzien.
De e-screener
De e-screener is een computergestuurde psychologische test die een nieuwe aanvrager
voor een wapenvergunning (verlof, jachtakte, ontheffing of erkenning) moet afleggen.
De uitslag zegt iets over de gemoedstoestand van de aanvrager en het risico op misbruik
van een wapen. De uitslag weegt mee in de afweging die de politie maakt bij de verlening
van een wapenvergunning.
De e-screener is ontwikkeld na het schietincident in Alphen aan den Rijn in 2011.
Het instrument maakte deel uit van een bredere wijziging van de Wet wapens en munitie
(Wwm)1 die uiteindelijk op 1 oktober 2019 in werking is getreden. Daarnaast bestaat er sinds
de wijziging van de EU Vuurwapenrichtlijn in 2017 een plicht om desbetreffende psychologische
(en medische) informatie bij de wapenvergunningsaanvraag te betrekken (art. 6, tweede
lid van Richtlijn (EU) 2021/555). In de Nederlandse wetgeving heeft die bepaling onder
andere zijn vertaling gekregen in de toepassing van de e-screener in het aanvraagproces.2
De e-screener heeft een wettelijke basis gekregen in artikel 6a lid 1 onder b Wwm,
waarin wordt bepaald dat een vergunning slechts wordt verleend indien de aanvrager
heeft meegewerkt aan een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen onderzoek.
Artikel 48a Rwm wijst hiertoe de e-screener aan.
Rechtelijke procedure tegen de e-screener
In december 2019 hebben (o.a.) de Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie (KNSA),
de Koninklijke Nederlandse Jacht Vereniging (KNJV) en enkele privépersonen (hierna
gezamenlijk KNJV c.s.) een kort geding aanhangig gemaakt bij de civiele rechter in
verband met de e-screener. Het instrument zou volgens hen onrechtmatig en onzorgvuldig
zijn. Kort samengevat werd de rechter verzocht een verbod in te stellen op het gebruik
van (de resultaten van) de e-screener en de resultaten te vernietigen. Bij vonnis
van 11 februari 2020 heeft de voorzieningenrechter, mede door de toezegging van de
Staat om desgewenst medewerking te zullen verlenen aan het opstellen van een deskundigenrapport,
de vorderingen van de KNJV c.s. afgewezen.
De Staat kon tijdens het kort geding namelijk slechts zeer beperkt inzicht geven in
de werking van de e-screener. Daarmee zou immers de werking van de e-screener als
het ware op straat komen te liggen, waardoor deze door individuele voorbereiding van
aanvragers of door het ontwikkelen van specifieke trainingen onbetrouwbaar of geheel
onbruikbaar kon worden gemaakt. In dat licht heeft de Staat in het kader van het kort
geding aan de KNJV c.s. in overweging gegeven om een voorlopig deskundigenbericht
(= deskundigenrapport) op te laten stellen waarbij de werking van de e-screener wordt
onderzocht, en waaraan vertrouwelijkheidsvoorschriften verbonden konden worden. Op
5 februari 2020 heeft de KNJV c.s. een verzoekschrift tot een voorlopig deskundigenbericht
ingediend. Bij beschikkingen van respectievelijk 18 februari en 18 maart 2021 heeft
de rechtbank de onderzoeksvragen vastgesteld en de deskundigen benoemd. Op 18 november
2021 is een concept deskundigenrapport opgeleverd, met daarin enkele fundamentele
kritiekpunten op de e-screener. De Staat heeft op dit conceptrapport gereageerd met
(o.a.) het verzoek aan de deskundigen om zich uit te laten over een relatief recente
bijstelling in het proces t.a.v. de e-screener die zij opdat moment nog niet in hun
bevindingen hadden betrokken. Het definitieve rapport is op 2 mei 2022 opgeleverd
en op 6 mei 2022 aan de vertegenwoordiger van de Staat (Landsadvocaat) ter beschikking
gesteld. Dit heeft geleid tot een beperkte bijstelling van het rapport, de fundamentele
kritiekpunten blijven echter overeind.
Kritiek deskundigen
Naar het oordeel van de deskundigen is de ontwikkeling en validatie van de e-screener
door het Trimbos Instituut, en daarna TNO, zeer grondig gebeurd. De deskundigen hebben
drie kritiekpunten die als volgt samen te vatten zijn:
1) Er moet een oplossing gevonden worden voor enkele (technische) tekortkomingen.
2) Er dienen psychologische of psychiatrische experts betrokken te worden bij het beoordelingsproces
bij de politie.
3) Fundamenteel is de kritiek dat statistisch niet aan te tonen is dat de e-screener
incidenten voorkomt.
De deskundigen concluderen dat «het hanteren van dit meetinstrument, dat gebreken
vertoont, naar onze mening beter [is] dan het niet gebruiken van dit instrument» mits
aan voorwaarde twee wordt voldaan.
Uitvoeringsproblematiek politie en Justis
De uitvoeringspraktijk bij de politie is sinds de invoering van de e-screener per
1 oktober 2019 problematisch gebleken. In de allereerste beginperiode zijn de kaders
van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) door de politie niet gevolgd. Deze procedurele
fouten hebben mede geleid tot het kort geding van de KNJV en de KNSA en talloze toegewezen
verzoeken van aanvragers van een wapenvergunning aan wie de vergunning geweigerd is
als gevolg van een negatieve e-screener uitslag, tot het treffen van een voorlopige
voorziening door de bestuursrechter. De kritiek vanuit de bestuursrechters zag overigens
niet alleen op het niet volgen van de Awb maar ook op de werking van het instrument
zelf en de wijze waarop het werd ingezet. Gebleken is dat de technische werking van
de e-screener in juridische procedures niet of moeilijk uit te leggen is. De uitvaardiging
van een instructie over de omgang met de e-screener aan de politie in oktober 2019
en weer in april 2020, heeft een deel van de uitvoeringsproblemen bij de politie weliswaar
opgelost, maar heeft ook geresulteerd in nieuwe juridische procedures waaruit blijkt
dat de bestuursrechter nog steeds zeer kritisch staat tegenover (het beleid rond)
de toepassing van de e-screener en de bestuursrechter niet overtuigd is van de werking
van de e-screener. Mede in het licht van de conclusies van het deskundigenrapport
is zeer onwaarschijnlijk dat procedures bij de bestuursrechter op dit moment tot een
goed einde gebracht kunnen worden.
De jurisprudentie die uit deze procedures is gevolgd, nopen onder andere tot een verdere
verfijning van de instructie aan de politie, waarmee mogelijk zelfs enkele bezwaren
uit het deskundigenrapport ondervangen kunnen worden. Dit proces is reeds in gang
gezet.
Besluit tot opschorting
In het licht van verschillende adviezen, de kritiekpunten van het deskundigenrapport
en verdere uitvoeringsproblematiek rond de e-screener zie ik geen andere mogelijkheid
dan de toepassing van de e-screener per direct op te schorten tot het moment dat de
knelpunten rondom (het gebruik van) de e-screener naar mijn oordeel afdoende opgelost
zijn.
Tijdelijk alternatief voor de e-screener
Sinds de hierboven reeds aangehaald wetswijzigingen (naar aanleiding van Alphen aan
de Rijn, maar ook volgend op de wijziging van de EU Vuurwapenrichtlijn in 2017) is
het zicht op houders van een wapenvergunning aanzienlijk versterkt. Als een houder
van een wapenverlof verplicht in een psychiatrische instelling wordt opgenomen, dan
wordt dit automatisch aan de politie gemeld die vervolgens de vergunning meteen intrekt
en wapens in beslag neemt. Verder ziet het vergunningverlenende deel de politie meteen
in het systeem als een vergunninghouder elders met de politie in aanraking is gekomen
(bijvoorbeeld voor alcoholcontrole of vanwege een melding). Zo nodig volgt actie,
zoals – bij vrees voor misbruik – intrekking van de wapenvergunning en inbeslagname
van de wapens.
Maar omdat artikel 6a lid 1 onder b Wwm voorschrijft dat een vergunningaanvrager meewerkt
aan een onderzoek, ben ik voornemens om artikel 48a Rwm op korte termijn aan te passen
en het zogenaamde Wm32-formulier van de politie (voorbeeld bijgaand) in plaats van
de e-screener te stellen3. Dit formulier wordt nu gebruikt voor bezitters van een wapenvergunning die hun vergunning
wensen te hernieuwen. Het betreft een formulier waarin de aanvrager aan de hand van
een aantal vragen, onder andere naar de eigen psychische gesteldheid, zelf naar waarheid
verklaart geen risico te vormen.
Om te voorkomen dat er tussen de opschorting van de toepassing van de e-screener en
de invoering van het Wm32-formulier aanvragers zullen zijn die niet aan het door de
wet vereiste onderzoek onderworpen worden, heb ik de politie geïnstrueerd om geen
nieuwe aanvragen in behandeling te nemen tot de eerstvolgende wijziging van de Rwm.
Afsluiting
De komende periode zal gebruikt worden om met de geconstateerde knelpunten aan de
slag te gaan en op zoek te gaan naar een permanente oplossing. Ik verwacht uw Kamer
in het eerste kwartaal van 2023 over de voortgang daarvan te kunnen berichten.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.