Brief regering : Reactie op verzoek commissie op de brief van de Beroepsvereniging Bewindvoerders Wet Schuldsanering natuurlijke personen inzake boedelrekening WSNP
32 545 Wet- en regelgeving financiële markten
Nr. 173
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2022
Op 17 mei 2021 heb ik via de vaste commissie van Financiën een brief ontvangen van
de Beroepsvereniging Bewindvoerders Wet Schuldsanering natuurlijke personen (hierna:
BBW). De vaste commissie vraagt om een reactie op deze brief. Met deze brief voldoe
ik, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, aan dit verzoek. Vanwege de afstemming
en vormgeving van de oplossing heeft deze brief helaas langer op zich laten wachten.
Problematiek en betrokken belangen
De BBW schrijft, kort gezegd, dat steeds minder banken boedelrekeningen willen aanbieden
aan bewindvoerders en curatoren. De BBW noemt als oorzaak de voorschriften op het
gebied van het voorkomen van witwassen en het feit dat een grootaanbieder is gestopt
met het aanbieden van boedelrekeningen. De BBW verzoekt daarom om een verplichting
voor banken om boedelrekeningen af te geven, zodat faillissementen en schuldsaneringen
kunnen worden afgewikkeld.
Boedelrekeningen zijn voor faillissementscuratoren en Wsnp-bewindvoerders noodzakelijk in faillissement en schuldhulpverlening. Het is een rekening
waar de curator of bewindvoerder de betalingen op uitvoert in het belang van de gefailleerde,
of in het geval van de Wsnp: de saniet. De rekening is noodzakelijk voor het uitvoeren
van de wettelijke taken van de curator of bewindvoerder, zie hiervoor onder andere
de Recofa-richtlijnen van de rechtbank.1 Zonder deze rekening kunnen deze wettelijke taken niet plaatsvinden. Ik vind het
belangrijk dat curatoren en bewindvoerders hun maatschappelijke rol en wettelijke
functie kunnen vervullen. Ik herken dat burgers, bedrijven en dus ook curatoren en
bewindvoerders steeds meer geconfronteerd worden met de voorschriften voor banken
rondom het openen en aanhouden van rekeningen. Banken stellen vaker vragen aan hun
klanten en zetten zich meer in om risico’s in beeld te krijgen. Naast de verplichtingen
voor banken op het terrein van het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering,
geldt voor banken ook hun zorgplicht ten opzichte van hun klanten. Ook de rol van
banken in het maatschappelijk verkeer is mijns inziens van belang bij het bieden van
toegang tot boedelrekeningen.
Geboden oplossing
In de brief van de BBW lees ik dat dat de BBW de voorkeur heeft voor een oplossing
waarbij een curator of bewindvoerder alle boedelrekeningen bij de bank kan openen
waar de curator of bewindvoerder ook diens zakelijke rekening heeft. Het openen van
rekeningen bij meerdere banken zou administratie met zich meebrengen. Ik begrijp dat
deze voorkeur ook voor INSOLAD, de vereniging voor insolventie-advocaten, geldt. Ik
kan banken echter niet verplichten bepaalde klanten aan te nemen. Ik ben wel met de
Nederlandse Vereniging van Banken (hierna: NVB) in overleg getreden om oplossingen
voor de problematiek rond boedelrekeningen voor curatoren en bewindvoerders Wsnp te
verkennen. Daarbij is gesproken over hoe enerzijds curatoren en bewindvoerders hun
maatschappelijke functie kunnen vervullen en hoe anderzijds de banken hun rol en verplichtingen
kunnen invullen. De NVB heeft in deze gesprekken aangegeven dat banken om verschillende
redenen boedelrekeningen niet altijd aanbieden.
De NVB heeft met een aantal banken de mogelijkheid besproken om een convenant te sluiten
waarin deze banken toezeggen dat faillissementscuratoren en bewindvoerders Wsnp in
ieder geval een boedelrekening kunnen openen bij de bank van de klant die failliet
is gegaan of in schuldsanering verkeert. Voor de personen die niet bankieren bij een
van de banken die dit convenant ondertekenen wordt ook een oplossing geboden: bewindvoerders
en curatoren kunnen daarnaast een boedelrekening openen bij een van de banken die
partij is bij het convenant met inachtneming van enkele voorwaarden. Het convenant
is gestart per 1 juli, waarbij de eerste drie maanden worden beschouwd als implementatiefase.
Uit gesprekken met branchevertegenwoordigers begrijp ik dat de hierboven genoemde
oplossing extra uitvoeringslasten voor bewindvoerders met zich meebrengt. In plaats
van zelf bij één bank te kunnen bankieren, dienen zij misschien bij meerdere banken
een rekening aan te houden. Ik snap dat het voor bewindvoerders niet ideaal is dat
zij niet op dezelfde manier als voorheen hun bankdiensten kunnen afnemen, maar ik
vind de oplossing die geboden wordt door de banken redelijk. Bovendien biedt de herziene
betaaldienstenrichtlijn (PSD2)2 veel mogelijkheden tot innovatie, onder andere door verschillende betaalrekeningen
bij verschillende banken te verzamelen in een overzicht.3 De lopende ontwikkelingen op dit vlak leiden er toe dat bankieren bij verschillende
banken steeds gemakkelijker kan.
Vervolg
Ik verwacht daarom dat de bewindvoerders op termijn geen verhoogde uitvoeringslasten
hebben door het beheren van meerdere bankrekeningen. Ik zal daarnaast samen met de
Minister voor Rechtsbescherming nagaan of de geboden oplossing door de banken de beschikbaarheid
van boedelrekeningen ten goede komt. Daarbij merk ik ook op dat ik signalen heb ontvangen
dat zogenaamde Boek 1 bewindvoerders tegen een vergelijkbaar probleem aanlopen. Daar
kijk ik, samen met de Minister voor Rechtsbescherming, ook naar mogelijke oplossingen.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën