Brief regering : NZa monitor 'Toegankelijkheid van Zorg' en RIVM rapport 'De gezondheidsgevolgen van uitgestelde operaties tijdens de coronapandemie'
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 650
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juli 2022
Met deze brief bied ik u de monitor Toegankelijkheid van Zorg van 30 juni van de Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa) en het RIVM rapport «De gezondheidsgevolgen van uitgestelde operaties
tijdens de coronapandemie» aan.
In deze brief licht ik u toe hoe daarop ingezet gaat worden en informeer ik u over
– De monitor Toegankelijkheid van Zorg
– Aanvullende afspraken uitgestelde zorg met ZN, NVZ en NFU
– RIVM Rapport «De gezondheidsgevolgen van uitgestelde operaties tijdens de coronapandemie»
Monitor Toegankelijkheid van Zorg 30 juni
In mei 2021 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) samen met betrokken partijen
het kader «passende inhaalzorg MSZ» opgesteld. Dit kader is opgesteld om ervoor te
zorgen dat mensen die zijn geconfronteerd met uitstel van de medisch specialistische
zorg zo snel mogelijk weer geholpen kunnen worden. De NZa houdt continu zicht op de
gemaakte afspraken uit het kader «Kader passende inhaalzorg MSZ» en de toegankelijkheid
van zorg in Nederland als geheel. Daartoe brengt de NZa maandelijks de Monitor Toegankelijkheid
van Zorg uit. Op 30 juni heeft de NZa de recentste monitor gepubliceerd, die u als
bijlage bij deze brief aantreft. De monitor geeft gedetailleerd inzicht in de ontwikkeling
van de werkvoorraad, de productie en de verwijzingen, om daarmee de druk op de medisch
specialistische zorg en de mate waarin uitgestelde zorg wordt geleverd te monitoren.
Uit de monitor van 30 juni jl. blijkt dat de werkvoorraad in juni vergelijkbaar is
met mei. De NZa concludeert dat het ziekenhuizen nog niet echt lukt om de wachtlijsten
te verkorten. De ziekenhuizen hebben in juni wel de planbare zorg kunnen opschalen:
52% levert deze zorg met de volledige capaciteit, in mei was dit 43%. Drie ziekenhuizen
kunnen de kritiek planbare zorg niet volledig binnen de norm van 6 weken leveren.
Dit levert volgens de NZa geen knelpunten in de toegankelijkheid op. Zelfstandige
klinieken hebben in de eerste maanden van 2022 30% meer patiënten gezien dan in 2019.
Het ziekteverzuim gaat richting het niveau van voorgaande jaren.
Naar aanleiding van de aanhoudend hoge werkvoorraad en lange wachttijden heeft de
NZa aangekondigd dat er meer nodig is en heeft extra acties genomen om de wachtlijsten
substantieel te verkorten:
– Inkoop zorgverzekeraars: om te beoordelen of zorgverzekeraars aan hun zorgplicht voldoen,
vindt komende periode een onderzoek plaats dat voor het najaar afgerond is. Als nodig
onderneemt de NZa actie richting verzekeraars of kan zij handhaven op dit punt.
– Informatiepositie: de NZa bekijkt samen met Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN)
om inzicht te krijgen in hoeveel extra zorg zij binnen de bestaande capaciteit kunnen
leveren. Deze informatie moet zorgverzekeraars en ziekenhuizen helpen om gerichter
de capaciteit van zelfstandige behandelcentra te benutten. Daarnaast blijft de NZa
monitoren, via de maandelijkse monitor Toegankelijkheid van Zorg, hoeveel behandelingen
ziekenhuizen nog moeten inhalen en hoe de wachttijden zich ontwikkelen. Daarnaast
formaliseert de NZa het aanleveren van de werkvoorraad door zorgaanbieders en ziet
daarnaast ook toe op aanlevering.
– Beheersing van de wachtlijsten: de NZa vindt het van groot belang dat ziekenhuizen
met wachttijden die langer zijn dan de zogenaamde «Treeknorm», oplossingen zoeken
om de wachtlijsten te verkorten. Dit vraagt er allereerst om dat ziekenhuizen goed
inzicht hebben in wie er wachten. Op basis van dit inzicht kan gericht de samenwerking
worden gezocht met zorgaanbieders in de regio die meer ruimte hebben. De NZa roept
ziekenhuizen op deze stappen te zetten in het maatschappelijk belang.
– Zorgbemiddeling: patiënten die wachten op zorg kunnen de hulp van hun zorgverzekeraar
inroepen om te kijken of er ergens anders sneller plek is. De NZa vindt het van belang
dat de bekendheid van de mogelijkheid tot zorgbemiddeling onder wachtenden toeneemt
en kijkt daarom naar mogelijkheden om zorgbemiddeling nog meer onder de aandacht te
brengen samen met Zorgverzekeraars Nederland en de Patiëntenfederatie Nederland.
Aanvullende afspraken uitgestelde zorg met ZN, NVZ en NFU
Naast bovengenoemde acties zijn aanvullende afspraken nodig die er op gericht zijn
de wachttijden kort te houden zodat mensen de zorg krijgen die ze nodig hebben. Alle
partijen moeten zich maximaal inspannen om uitgestelde zorg zo snel mogelijk te leveren.
Het is daarbij van belang dat ziekenhuizen en zorgverzekeraars over de grenzen van
de eigen organisatie en bestaande afspraken heen kijken en de uitgestelde zorg zo
organiseren dat patiënten zo snel mogelijk adequate zorg krijgen. Daarom vind ik het
belangrijk dat kritisch gekeken wordt naar waar de mogelijkheden liggen om méér te
doen op het gebied van de uitgestelde zorg. In de eerste plaats is het belangrijk
dat alle capaciteit in Nederland zo goed mogelijk wordt benut om wachtende patiënten
zo snel mogelijk te helpen. Daarvoor zie ik een stapsgewijze aanpak:
1. Ziekenhuizen zetten zich maximaal in om de zorg binnen het ziekenhuis in te halen.
2. Ziekenhuizen kunnen onderling patiënten doorverwijzen en moeten samen goed kijken
waar de patiënt het beste elders in de regio geholpen kan worden.
3. Zelfstandige behandelcentra brengen in beeld welke extra capaciteit zij kunnen vrijmaken
om uitgestelde zorg te kunnen leveren.
4. De laatste stap is dat patiënten bemiddeld worden voor zorg naar het buitenland. Dit
zal gegeven de specifieke omstandigheden vooral om gevallen op individuele basis gaan.
In de grensregio’s zijn er al samenwerkingsverbanden met ziekenhuizen over de grens.
Deze moeten zo goed mogelijk benut worden door de ziekenhuizen.
Zorgverzekeraars hebben in alle gevallen een belangrijke rol om patiënten die liever
ergens anders sneller geholpen willen worden te bemiddelen.
In aanvulling op de al bestaande kaders en afspraken heb ik samen met Zorgverzekeraars
Nederland (ZN), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), en de Nederlandse
Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) afgelopen weken diverse gesprekken
gevoerd en aanvullende concrete afspraken gemaakt over op welke wijze patiënten die
te lang moeten wachten op zorg geholpen kunnen worden.
– In de komende drie maanden wordt gezamenlijk gewerkt aan een concreet en volledig
inzicht – per ziekenhuis en per regio – in de lijst van wachtenden die vanwege uitgestelde
zorg te lang op een wachtlijst staan.
– De ziekenhuizen gaan alle patiënten die vanwege uitgestelde zorg te lang op een wachtlijst
staan persoonlijk benaderen om te vragen of zij nog willen wachten of dat zij door
middel van zorgbemiddeling sneller op een andere plek geholpen willen worden.
– Er wordt gekeken naar het instellen van een centraal landelijk meldpunt waar zorgaanbieders,
inclusief zelfstandige behandelcentra, zich kunnen melden als zij te maken hebben
met tekorten of overschotten. Dit kan de zorgverzekeraars helpen om hun zorgbemiddeling
te versnellen en makkelijker te maken.
– Binnen de regio bestaan al goede samenwerkingsverbanden. Het organiseren van een regionale
aanpak is het makkelijkst en voor patiënten de beste en fijnste optie. Zorgbemiddeling
over de grenzen van de regio heen – elders in het land of naar het buitenland – blijft
mogelijk als een patiënt dat wil.
ZN, NVZ en NFU werken gezamenlijk aan een nadere uitwerking van de gemaakte afspraken.
Deze aanvullende afspraken moeten in samenhang bekeken worden met de extra acties
van de NZa en de rol die zelfstandige behandelcentra hebben. Met ZKN heb ik hierover
separaat gesproken.
RIVM Rapport «De gezondheidsgevolgen van uitgestelde operaties tijdens de coronapandemie»
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft aan het RIVM gevraagd om
de indirecte effecten van de COVID-19 epidemie op zorg en gezondheid in kaart te brengen.
Het gaat hierbij om het inventariseren van de omvang van de uitgestelde, afgeschaalde,
vermeden of niet gegeven zorg en het maken van een inschatting van de gezondheidseffecten
hiervan. Een eerste rapport is op 15 december 2020 aan uw Kamer gezonden.1 Dankzij deze rapportage van het RIVM was al bekend dat lang moeten wachten op een
behandeling ook kan betekenen dat er gezonde levensjaren verloren gaan. Het beleid
is er daarom steeds, ook tijdens eerdere golven, op gericht geweest om de reguliere
zorg zoveel als mogelijk doorgang te laten vinden. Ter uitbreiding op het rapport
uit 2020 heeft het RIVM op 5 juli 2022 een rapport gepubliceerd n.a.v. onderzoek naar
de gezondheidsgevolgen van uitgestelde operaties tijdens de coronapandemie in 2020
en 2021. Dit betreft een update en uitbreiding van het in 2020 gepubliceerde rapport.
Dit onderzoek omvat de 12 specialismen waarbinnen operatieve ingrepen worden uitgevoerd:
Cardiologie, Cardio-thoracale chirurgie, Dermatologie, Gynaecologie, Heelkunde, Interne
geneeskunde, Keel-neus-oorheelkunde, Neurochirurgie, Oogheelkunde, Orthopedie, Plastische
chirurgie en Urologie. Over de beide coronajaren 2020 en 2021 zijn circa 320 duizend
gezonde levensjaren niet gerealiseerd. In zelfstandige behandelklinieken zijn in de
coronatijd meer operatieve ingrepen verricht dan in de jaren voor de pandemie.
Zonder deze extra inzet van zelfstandige behandelcentra was het gezondheidsverlies
van uitgestelde operatieve ingrepen hoger geweest. Uit de resultaten komt naar voren
dat de verloren gezonde levensjaren verschillen per specialisme, aandoening en ingreep.
Het grootste deel van het gezondheidsverlies komt door uitgestelde operaties bij oogheelkunde
en orthopedie, zoals staar-, heup- en knieoperaties, en bij heelkunde, zoals maagverkleiningen.
Dit betreft specialismen waarin normaliter grote volumes planbare, operatieve ingrepen
gerealiseerd worden. Urgente operaties hebben in deze periode meestal doorgang gevonden.
Het RIVM wijst erop dat het gezondheidsverlies van uitgestelde operaties deels ongedaan
gemaakt kan worden door de uitgestelde zorg tijdig in te halen. Verder adviseert het
RIVM om protocollen en scenario’s uit te werken om te borgen dat in tijden van crisis
de gewone zorg zo goed mogelijk doorgang te laten vinden. In mijn brief aan uw kamer
over de nadere uitwerking langetermijnaanpak COVID-19 van 13 juni 20222 ben ik ingegaan op maatregelen om de ziekenhuizen goed voorbereid te laten zijn op
een eventuele nieuwe covid-golf in het najaar van 2022.
Tot slot
Uit de NZa monitor Toegankelijkheid van Zorg blijkt dat er nog steeds lange wachtlijsten
zijn in de medisch specialistische zorg door uitgestelde zorg vanwege Covid-19. Dit
betekent dat er patiënten zijn die lang moeten wachten op een behandeling, of die
geconfronteerd zijn met het herhaaldelijk uitstellen van een operaties. Ik vind het
belangrijk dat alle partijen er alles aan doen zodat die patiënten zo snel mogelijk
de juiste zorg kunnen krijgen. Daarom hecht ik eraan om juist nu vol in te zetten
op de aanpak van uitgestelde zorg. De komende tijd blijf ik dan ook in gesprek met
partijen over de voortgang van de afspraken.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Indieners
-
Indiener
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport