Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Edgar Mulder, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 10 mei 2022, over het bericht ‘Verstrekkend stikstofvonnis zet bouwvergunningen voor meer dan 30 duizend woningen op losse schroeven’
35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS
Nr. 184
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 juni 2022
In de regeling van werkzaamheden van 10 mei 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 10.
Regeling van Werkzaamheden) heeft het lid Mulder (PVV) verzocht om een reactie op
het verzoek van het lid Mulder (PVV). Bij deze stuur ik de Tweede Kamer deze reactie,
mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.
Het lid Mulder (PVV) refereert aan krantenartikelen op en rond 26 april 2022 over
de beperkingen die rechterlijke uitspraken opleggen aan het bouwen van nieuwe woningen
in verband met de uitstoot van stikstof. In het bijzonder gaat het om een uitspraak
van de rechtbank over een woningbouwproject in Egmond aan den Hoef. De rechtbank Noord-Holland
is van oordeel dat de stikstofreductie van de landelijke snelheidsverlaging uit het
stikstofregistratiesysteem (SSRS) niet gebruikt mag worden voor de verlening van deze
vergunning voor de bouw van nieuwe woningen. Verder heeft het lid Mulder (PVV) twijfels
over de wetenschappelijke achtergronden van de stikstofproblematiek en daarmee verbonden
de nuttige besteding van de door het kabinet beschikbaar gesteld 25 miljard euro.
In mijn hoofdlijnenbrief aan de Tweede Kamer van 1 april 2022 (Kamerstukken 33 576 en 35 334, nr. 265) heb ik aangegeven de landelijke snelheidsverlaging niet meer te gebruiken voor nieuwe
vergunningverlening. Het is van belang dat de stikstofruimte in het SSRS voldoet aan
de (juridische) voorwaarden om een vergunning op te baseren. De uitspraak van de rechter
past in deze beleidslijn.
Ten aanzien van de wetenschappelijkheid van het stikstofbeleid worden de data en modellen
die worden gebruikt voor het berekenen van stikstofdepositie, zowel voor vergunningverlening
als ten behoeve van het bredere stikstof- en natuurbeleid, continu doorontwikkeld
door verschillende kennisinstituten en onder leiding van het RIVM. Zo worden bijvoorbeeld
jaarlijks nieuwe wetenschappelijke inzichten verwerkt in de AERIUS-Calculator, het
programma dat de stikstofdepositie van individuele plannen of projecten berekent voor
toestemmingverlening. Onzekerheden zijn inherent aan modelberekeningen, maar AERIUS
Calculator was en is de beste en wetenschappelijk onderbouwde methode voor het berekenen
van de depositiebijdrage van individuele projecten.
De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof