Brief regering : Verslag bijeenkomst NAVO-ministers van Defensie op 15 en 16 juni 2022 in Brussel
28 676 NAVO
Nr. 412
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 juni 2022
De bijeenkomst van de NAVO-ministers van Defensie (DMM) op 15 en 16 juni 2022 vond
plaats tegen de achtergrond van de aanhoudende Russische agressie in Oekraïne en de
gevolgen daarvan voor het bondgenootschap. De bijeenkomst vormde een belangrijk moment
richting de NAVO-Top op 28-30 juni in Madrid. Staatshoofden en regeringsleiders nemen
tijdens de Top het nieuwe Strategische Concept van de NAVO aan en besluiten onder
andere over de versterking van de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging
op de langere termijn.
De bijeenkomst in Brussel bestond uit een werkdiner en een tweetal werksessies. Op
15 juni wisselden de Ministers van Defensie, in aanwezigheid van de plaatsvervangend
SG van de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) en de Ministers van Defensie
van Finland, Zweden, Georgië en Oekraïne, van gedachten over de Russische invasie
van Oekraïne en de steun aan partnerlanden van de NAVO in de regio. Op 16 juni spraken
ministers in de eerste werksessie over de versterking van de bondgenootschappelijke
afschrikking en verdediging. In de tweede werksessie stonden lastenverdeling en de
financiering van de NAVO2030-voorstellen betreffende afschrikking en verdediging op
de agenda.
Voorafgaand aan de DMM vond een bijeenkomst plaats van de Ukraine Defence Contact Group (UDCG). Deze groep van meer dan 45 gelijkgestemde landen kwam voor de derde keer samen
om te spreken over coördinatie rondom de militaire steun aan Oekraïne voor de korte
en de langere termijn, met als doel Oekraïne zo goed mogelijk te steunen in de voortdurende
strijd tegen Russische agressie.
Werkdiner
De ministers en de plaatsvervangend SG EDEO benadrukten eensgezind dat Oekraïne dient
te worden gesteund met alle mogelijke politieke, economische en militaire middelen.
De kosten voor het Kremlin van de illegale aanvalsoorlog dienen zo hoog mogelijk te
zijn. Nederland benadrukte in dit kader het belang van het behoud van de bondgenootschappelijke
daadkracht en eenheid en van coördinatie tussen de landen die steun leveren aan Oekraïne.
Daarnaast riep Nederland op tot verdere bevordering van de EU-NAVO samenwerking. Beide
organisaties hebben laten zien een unieke en complementaire rol te vervullen en ook
in tijden van crisis goed samen te kunnen werken.
Tijdens deze sessie werd tevens steun uitgesproken voor de territoriale integriteit
van Georgië en de andere kwetsbare NAVO-partners in de bredere regio: Bosnië-Herzegovina
en Moldavië. Bondgenoten waren eensgezind dat de weerbaarheid van deze landen tegen
Russische inmenging dient te worden versterkt. Ten slotte spraken de ministers over
de toetredingsaanvragen van Finland en Zweden. Nederland sprak nogmaals steun uit
voor de historische beslissing van beide EU-lidstaten om tot de NAVO toe willen te
treden. De grote meerderheid van bondgenoten gaf aan dat toetreding van de beide partnerlanden
een sterke herbevestiging vormt van het open deur-beleid, zoals verwoord in het Verdrag
van Washington en het bondgenootschap politiek en militair sterker maakt.
Afschrikking en verdediging
In de eerste werksessie bespraken de ministers de veiligheidssituatie aan de oostflank
van het NAVO-verdragsgebied en de versterking van de afschrikkings- en verdedigingsfunctie
van de NAVO op de lange termijn. Bondgenoten hebben tijdens de DMM van 16 maart 2022,
die ingelast was naar aanleiding van de Russische invasie in Oekraïne, de militaire
autoriteiten van de NAVO opdracht gegeven te onderzoeken hoe verdere versterking van
de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging vorm kan krijgen.
SACEUR (Supreme Allied Commander Europe) gaf tijdens de bijeenkomst een toelichting welke militaire NAVO-activiteiten hij
nodig acht om aanhoudend invulling te kunnen geven aan de afschrikking en verdediging
van het gehele NAVO-verdragsgebied. Hierbij wordt ingezet op een gefaseerde benadering
voor bepaling van de NAVO posture. SG NAVO onderstreepte tijdens de DMM dat alle NAVO-bondgenoten dienen bij te dragen
aan de versterking van de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging, zowel
politiek als militair.
De ministers waren het eens over het belang van de versterking van de afschrikking
en verdediging van de NAVO. Nederland benadrukte dat de posture zich dient te richten op dreigingen uit alle richtingen (360-graden benadering) en
binnen alle militaire domeinen, waarbij de huidige stand van zaken aangaande de oorlog
in Oekraïne informerend, maar niet bepalend is voor de NAVO posture op lange termijn. Daarnaast dient het geheel aan NAVO-activiteiten uiteindelijk een
vorm te krijgen die voldoende flexibel is om in te spelen op toekomstige veranderingen
in het dreigingsbeeld, en die de bondgenoten qua activiteiten en verplichtingen langjarig
kunnen volhouden. Tot slot benadrukte Nederland in deze werksessie, in het kader van
de motie Boswijk (d.d. 11 november 2021), het belang van de bescherming van onderzeese
infrastructuur en riep het op tot meer coördinatie met internationale partners op
dit thema.
Lastenverdeling
In de tweede werksessie spraken de ministers over de invulling van de Wales Defence Investment Pledge en de financiering van gezamenlijke NAVO-activiteiten. De SG NAVO gaf aan dat voor
het zevende jaar op rij er een toename van de defensie-uitgaven wordt gerealiseerd
door de NAVO-bondgenoten. Naar verwachting voldoet twee-derde van de NAVO-bondgenoten
in 2024 aan de op de Top in Wales (2014) gemaakte afspraken, waaronder Nederland.
SG NAVO onderstreepte dat een verdere en blijvende verhoging noodzakelijk is om als
bondgenootschap het hoofd te kunnen blijven bieden aan de verslechterde veiligheidssituatie.
Het is ook nodig om goed invulling te geven aan de in de NAVO2030-agenda verwoorde
ambities om de NAVO militair sterk te houden. De ministers gaven aan dat het van groot
belang is over een geloofwaardige afschrikking en verdediging te beschikken. Nederland
sloot zich hierbij aan en benadrukte in 2024 2% van het bbp aan Defensie uit te geven.
Tijdens de NAVO-Top wordt verder gesproken over lastenverdeling aan de hand van het
rapport van SG NAVO over de laatste actualisering van de defensie-uitgaven van alle
bondgenoten.
In het licht van de huidige veiligheidsdreiging blijft het van onverminderd belang
te investeren in een sterke NAVO. Ministers spraken tijdens deze werksessie daarom
ook over de verhoging van de gemeenschappelijke financiering van de NAVO. Dit onderwerp
komt ook tijdens de NAVO-Top aan bod. Nederland staat positief tegenover de plannen
tot verhoging van de gemeenschappelijke financiering. Een gedegen onderbouwing van
de verhoging en een effectieve besteding van het budget blijft voor Nederland van
belang.
Contactgroep voor de verdediging van Oekraïne
Voorafgaand aan de DMM vond een bijeenkomst plaats van de Ukraine Defense Contact Group (UDCG) onder voorzitterschap van de Amerikaanse Minister van Defensie. Deelnemers
uit deze groep van meer dan 45 landen onderstreepten tijdens de bijeenkomst eensgezind
het belang van voortdurende militaire steun aan Oekraïne. Deelnemende landen bespraken
daarnaast op welke wijze de coördinatie en samenwerking, zowel onderling als met Oekraïne
zelf, kan worden versterkt. Hierbij werd ook gesproken over de mogelijkheden voor
training van Oekraïense militairen buiten Oekraïne.
Nederland circuleerde voorafgaand aan de bijeenkomst een aantal ideeën onder partners
die betrokken zijn bij de UDCG. Dit betreft onder meer voorstellen om reeds bestaande
initiatieven en structuren voor militaire steun aan Oekraïne te versterken, landen
aan elkaar te koppelen om gezamenlijk militaire goederen ter beschikking te stellen,
te voorzien in mogelijkheden voor het aanvullen (backfill) van door landen aan Oekraïne
geleverde militaire goederen, en de wapenindustrie beter te betrekken.
Nederland zal de komende periode, in samenwerking met partnerlanden, verder werken
aan de uitwerking van deze voorstellen. Tot slot benadrukten diverse landen, waaronder
Nederland, dat het nodig zal zijn om de Oekraïense krijgsmacht vergaand te moderniseren
om samenwerking met NAVO en andere Westerse krijgsmachten in de toekomst beter te
kunnen faciliteren.
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie