Brief regering : Stand van zaken over de acties n.a.v. het amendement van de leden Koerhuis en Terpstra over digitaal aanvragen van het nieuwe energielabel en planning m.b.t. tot de betere beschikbaarheid van het afschrift van het energielabel voor huurders
30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid
Nr. 792
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 juni 2022
Middels deze brief informeer ik uw Kamer over de planning met betrekking tot de betere
beschikbaarheid van het afschrift van het energielabel voor huurders en de stand van
zaken van de acties naar aanleiding van het amendement van de leden Koerhuis en Terpstra
(Kamerstuk 35 570 VII, nr. 74). Daarmee geef ik uitwerking aan de toezeggingen in de brief van 12 november jongstleden.1
Beschikbaarheid van het energielabel voor huurders
In de Kamerbrief van 12 november is toegezegd uw Kamer te informeren over het vergroten
van het inzicht van de huurder in het afschrift van het energielabel. Ik heb verschillende
oplossingsvarianten verder uitgewerkt, inclusief AVG-vraagstukken en juridische consequenties.
Na zorgvuldige afweging heb ik besloten dat het de beste oplossing is om het afschrift
van het energielabel ook voor huurders beschikbaar te stellen op Mijn.overheid.nl,
zoals dit mogelijk is voor woningeigenaren.
Op dit moment wordt het (afschrift van het) energielabel zekerheidshalve beschouwd
als een persoonsgegeven van de gebouweigenaar. Het energielabel bevat in beginsel
alleen informatie over een gebouw, maar zou van invloed kunnen zijn op de waarde van
het onroerend goed en daarmee het vermogen van een natuurlijk persoon. Daarnaast staan
op het afschrift van het energielabel persoonsgegevens van de energieadviseur. Dat
betekent dat de verwerking van de energielabels dient te voldoen aan de privacyregelgeving,
in het bijzonder de AVG.
Het beschikbaar stellen van het afschrift van het energielabel aan de huurder (ingeschrevene)
draagt bij aan het bereiken van de hoofddoelstelling van de EPBD: het verbeteren van
de energieprestatie van gebouwen. Op grond van de EPBD, zoals geïmplementeerd in het
Besluit energieprestatie gebouwen, moeten huurders het energielabel bij aanvang van
de huurovereenkomst ontvangen. Er is echter gebleken dat dat niet in alle gevallen
gebeurt en dat huurders weinig handelingsperspectief hebben om alsnog aan het energielabel
te komen. Het beschikbaar stellen van het label aan ingeschrevenen2 is noodzakelijk om te verzekeren dat huurders het label kunnen raadplegen wat betreft
de verbetermogelijkheden en daarmee aan de volle werking van de EPBD. Daarom ben ik
tot de conclusie gekomen dat het beschikbaar stellen van het energielabel aan ingeschrevenen
noodzakelijk is voor de vervulling van een taak van algemeen belang, namelijk de bevordering
van de energieprestatie van gebouwen en dat er dus geen aanvullende wettelijke grondslag
nodig is voor het beschikbaar stellen van het afschrift van het energielabel op MijnOverheid.
Dit betekent dat Logius aan de slag kan met het inbouwen van deze mogelijkheid in
MijnOverheid. Huurders hebben het onderdeel «kadastrale gegevens» niet in MijnOverheid,
waardoor MijnOverheid op dit punt moet worden aangepast. Deze aanpassingen zullen
nog dit jaar worden opgepakt en naar verwachting medio 2023 gereed zijn. In de uitwerking
wordt meegenomen of middels herprioritering de realisatiedatum naar voren gehaald
kan worden.
Dit betekent dat na ontsluiting van het afschrift van het energielabel via MijnOverheid
door alle ingeschrevenen op een adres te allen tijde het energielabel geraadpleegd
kan worden, ook wanneer deze tijdens het huurcontract wijzigt. Ik ga ervanuit dat
ik hiermee aan de toezegging aan Kamerlid Beckerman (SP) en de wensen van de Woonbond
heb voldaan.
Acties n.a.v. amendement Koerhuis (VVD)/Terpstra (CDA)
In dezelfde brief van 12 november heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken van
de vijf acties naar aanleiding van het amendement3 en de marktconsultatie over digitaal aanvragen van het energielabel. Ik ben grotendeels
positief over de eerste resultaten die zich aftekenen en de verbeteringen die hieruit
voortkomen.
De eerste actie had betrekking op het in beeld brengen van opname- en inspectieapps.
Van de zes partijen waarmee gesproken is, hebben er twee een specifieke app en één
een softwarepakket welke tevens als opnametool kan worden ingezet. Van de twee apps
maken tientallen adviesbedrijven gebruik. Duidelijk is dat een aanzienlijk deel van
de adviseurs (nog) niet gebruik maakt van opnameapps. Genoemde redenen hiervoor zijn
een drempel om de overstap te maken en de op dit moment beperkte meerwaarde nu de
apps nog weinig aanvullende mogelijkheden hebben ten opzichte van de software. Partijen
in de markt, waaronder de brancheverenigingen, zijn daardoor kritisch maar zien wel
potentie voor digitalisering. De partijen die reeds gebruik maken van de app, en nog
een aantal andere partijen, investeren momenteel in doorontwikkeling van opnameapps
en/of in bredere zin in digitalisering voor het stelsel.
Tijdens een evenement op 12 mei heeft RVO de beschikbare apps onder de aandacht gebracht
bij energieadviseurs. Verdere kansen voor digitalisering en datagebruik worden daarnaast
uitgewerkt binnen het kader van Bouwwijzer4.
In het kader van een efficiëntere gebouwopname is ook gekeken naar de informatie die
een woningeigenaar kan verzamelen voorafgaand aan het woningbezoek door de energieadviseur.
Hiertoe is als tweede actie het intakeformulier aangepast en getoetst in de praktijk.
Uit deze praktijktoets is gebleken dat het intakeformulier relatief weinig door woningeigenaren
wordt ingevuld. Drie energieadviseurs hebben het formulier bij in totaal circa 100
woningeigenaren uitgezet, waarvan uiteindelijk 18 volledig ingevulde formulieren zijn
ontvangen. De woningeigenaren hadden moeite om de gevraagde bewijsstukken (waarmee
aangegeven woningkenmerken bewezen moeten worden, zoals bouwtekeningen of facturen
met gebruikte materialen) aan te leveren, in veel gevallen omdat ze niet beschikbaar
waren. Ik blijf mij inzetten op het zoveel mogelijk verkrijgen van informatie voorafgaand
aan het woningbezoek om tijdswinst te realiseren. Wanneer het aangepaste intakeformulier
van een nieuwe vormgeving is voorzien zal deze worden meegenomen in de opnameprotocollen
behorende bij de NTA8800:20235, de bepalingsmethode voor de energieprestatie van gebouwen.
Als derde heeft BZK samen met RVO, InstallQ en de certificerende instellingen gekeken
naar het op afstand herlabelen van gebouwen waarvoor reeds een energielabel is geregistreerd
met een opname ter plaatse, op basis van de NTA 8800. Hiermee zijn mogelijkheden in
beeld gekomen om het herlabelen verder uit te breiden. Dit is van grote toegevoegde
waarde, omdat op deze manier een gebouweigenaar na renovatie op eenvoudige wijze het
energielabel kan updaten. Dit wordt verder uitgewerkt in de opnameprotocollen en beoordelingsrichtlijnen
(BRL’en) zodat duidelijk is voor welke situaties hier gebruik van gemaakt kan worden
en de kwaliteit goed geborgd blijft. Beoogd is de wijzigingen zoveel mogelijk mee
te nemen bij inwerkingtreding van de NTA8800:2023 per 1 juli 2023.
Als vierde is de inventarisatie onder leiding van NEN naar de minder significante
parameters inmiddels afgerond. De inventarisatie heeft circa 160 reacties opgeleverd
die teruggebracht konden worden naar 30 concrete en onderscheidende parameters. Het
is positief te kunnen constateren dat met de NTA8800:2022 voor reeds 25% van deze
parameters aanpassingen zijn aangebracht waarmee een betere aansluiting op de praktijk
is beoogd. De andere punten betreffen mogelijke vereenvoudigingen in onder andere
de NTA8800, de opnameprotocollen en de software. Momenteel bekijken de NTA-rapporteurs,
ISSO, softwareleveranciers, BZK en RVO in afstemming met NEN in hoeverre deze punten
al zijn doorgevoerd, en zo niet of deze doorgevoerd kunnen worden. Dit wordt enerzijds
gedaan met het oog op de NTA8800:2023 en anderzijds worden punten meegenomen in een
breder kader van herziening van de opnameprotocollen waarbij onder meer de leesbaarheid
en aansluiting op de praktijk wordt vergroot.
Tot slot is onderzocht6 wat de mogelijkheden zijn om het energielabel bij de oplevering van nieuwbouwwoningen
geheel of gedeeltelijk te baseren op de informatie die in het kader van de Wet Kwaliteitsborging
voor het bouwen wordt verzameld en zo dubbelwerk te voorkomen. Het resultaat uit de
deskresearch zal deze zomer worden opgevolgd met een praktijktoets om in beeld te
brengen wat er nodig is om met de beschikbare informatie vanuit de kwaliteitsborger
een energielabel bij oplevering op te stellen. Voor het einde van het jaar verwacht
ik daarmee ook op deze actie concrete resultaten te kunnen delen met de Kamer.
Daarnaast loopt momenteel de pilot met betrekking tot het toepassen van representativiteit
bij het labelen van een grote groep vergelijkbare woningen. De pilot zal rond de zomer
worden afgerond en resultaten op het vlak van representativiteit zijn beoogd om te
verwerken in de BRL en het opnameprotocol bij inwerkingtreding van de NTA8800:2023.
Met al deze stappen en acties blijf ik me inzetten voor continue verbeteringen van
het energielabel en het systeem daar omheen, gericht op een kwalitatief label tegen
zo laag mogelijk kosten.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening