Brief regering : Stand van zaken van nog openstaande moties en toezeggingen en een aantal relevante dossiers met betrekking tot maritieme zaken
31 409 Zee- en binnenvaart
Nr. 350
BRIEF VAN DE INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juni 2022
Op 5 juli 2022 vindt het commissiedebat Maritiem plaats. Graag informeer ik u over
de stand van zaken van nog openstaande moties en toezeggingen en een aantal relevante
dossiers met betrekking tot maritieme zaken. Ik zal eerst stilstaan bij een aantal
algemene onderwerpen, daarna ga ik in op onderwerpen binnen het domein van zeehavens,
zeevaart en binnenvaart.
Algemeen
Kamerbrief Modal shift
Tijdens de behandeling van de begroting 2022 in uw Kamer heb ik u een brief met nadere
toelichting op de aanpak van knelpunten voor modal shift toegezegd. Deze toelichting
wil ik plaatsen in een bredere modal shift context waarbij ik ook de doelen op korte
en langere termijn met de modal shift aanpak en de eerste resultaten van de modal
shift stimulering meeneem. Deze brief zal ik u kort na de zomer sturen.
Beleidsdoorlichting
In september 2021 is een Kamerbrief1 gestuurd met de aankondiging van de beleidsdoorlichting van het begrotingsartikel
18 Scheepvaart en havens (periode 2015–2020). Het onderzoek is daarna gestart en inmiddels
in volle gang. Dit najaar zal het resultaat van de beleidsdoorlichting inclusief een
beleidsreactie en bevindingen van de onafhankelijke deskundige naar de Kamer worden
gestuurd.
Zeehavens
Stikstof en mainport
Recent is het beleidsprogramma IenW naar de Kamer gestuurd2. Daarin is aangegeven dat stikstofruimte een belangrijke randvoorwaarde is voor effectief
IenW-beleid mede omtrent de verdere ontwikkeling van havens. De stikstofdepositie
moet omlaag. Met emissiereductie in mobiliteit draagt IenW daar volop aan bij. Tegelijkertijd
valt te constateren dat de stikstofproblematiek leidt tot stagnatie in projecten als
gevolg van vertraging in de natuurvergunningverlening in de Rotterdamse haven. Dit
heeft tot gevolg dat de concurrentiepositie en het vestigingsklimaat onder druk komen
te staan. Internationale board rooms kijken voor hun duurzame en circulaire investeringen
met zorg naar de risico’s die gepaard gaan met de zeer beperkte tot niet aanwezige
stikstofruimte. Met het havenbeleid van de Havennota 2020–2030 zet IenW in op behoud
en zo mogelijk versterking van de krachtige positie van mainport Rotterdam. De uitdagingen
van de grondstoffen- en energietransitie zijn daarin fundamenteel, en de positie van
de Rotterdamse haven is daarin niet meer vanzelfsprekend. Daarom is het belangrijk
dat duurzame investeringen, zoals in biobrandstoffenfabrieken op de Tweede Maasvlakte,
van de grond komen. In het kader van NOVI-gebied Rotterdam en onder leiding van IenW
maken de departementen EZK, BZK en LNV zich samen met de Provincie Zuid-Holland, de
gemeente Rotterdam, Milieudienst Rijnmond, havenbedrijf Rotterdam en het havenbedrijfsleven
sterk om uit de stikstofimpasse te geraken. Een complexe opgave, waarbij korte termijn
oplossingen niet voorhanden zijn. Alle mogelijke instrumenten, zoals uitbreiding van
de walstroom-elektriciteit voor zeeschepen, batterij-elektrische binnenvaart, en het
per 1 januari 2021 ingestelde NOx emissie controlegebied voor nieuw gebouwde zeeschepen op de Noordzee moeten hier
samen met intern- en extern salderen aan bijdragen. Mijn inzet is erop gericht dat
de stikstofcorrectie die voorkomt uit een vergroening van de zee- en binnenvaart zal
leiden tot zowel natuurherstel als mogelijkheden voor duurzame havenontwikkeling.
Walstroom
Walstroom wordt in de zeevaart nog nauwelijks toegepast. Met het programma walstroom
wil ik hier de komende jaren met de sector tot een omslag komen. Als eerste stap is
in maart 2022 de tijdelijke subsidieregeling walstroom zeeschepen geopend3. Met de subsidie worden walstroomprojecten geselecteerd die gaan bijdragen aan de
reductie van stikstofdepositie. De gerealiseerde reductie van stikstofdepositie zal
onder andere worden ingezet ten behoeve van de vergunningverlening voor woningbouw.
Daarnaast werkt Nederland constructief mee aan EU-regelgeving die het aanbieden van
walstroom voor specifieke scheepssegmenten gaat verplichten. Mede om aan deze aankomende
verplichtingen te kunnen voldoen, bereid ik afspraken voor met de vijf grootste Nederlandse
zeehavens, verenigd in de Branche Organisatie Zeehavens (BOZ). Haventerminals kunnen
vervolgens met subsidie tijdig voorbereidingen treffen voor de benodigde investeringen
in walstroomvoorzieningen. Naast het (vrijwillige) subsidietraject zullen ook de mogelijkheden
van een wettelijke verplichting verkend worden voor terminals die onder de EU-verplichting
gaan vallen. Zodra de afspraken met de BOZ zijn gemaakt wordt de Kamer hierover geïnformeerd.
Zeevaart
Maritieme Autoriteit
Eerder bent u geïnformeerd over de ontwikkelingen omtrent de ambitie tot verbetering
van het scheepsregister. Zoals ik nader heb onderzocht zijn met een andere organisatievorm
aanzienlijke organisatorische en financiële consequenties gemoeid. Dit betekent een
aanzienlijke uitbreiding van de personele capaciteit en zou een herstructurering binnen
het departement betekenen. Dit vraagt op dit moment een te grote aanpassing binnen
de organisatie en de benodigde financiële dekking voor een uitbreiding van de personele
capaciteit ontbreekt. Tegelijkertijd is Nederland het als grote maritieme natie aan
zijn stand verplicht om de dienstverlening op een hoger peil te brengen. Ik ben dan
ook van mening dat veranderingen nodig zijn. Voor het eind van het jaar zal ik u informeren
over de te zetten stappen. Ik beoog een concreet actie/bouwplan uit te werken voor
verbeteringen binnen de huidige organisatiestructuur o.a. gericht op het reduceren
van de doorlooptijden in de vergunningverlening. Tevens wil ik uitvoering geven aan
maatregelen waarvoor geen aanvullend budget nodig is. Dit betreft het naar voren halen
van procesoptimalisatie bij de scheepvaartvergunningen (zoals digitaal aanvragen en
inrichten van de portal MijnILT).
Maritiem herstelplan/masterplan
Mede vanwege de motie van het lid Stoffer4 voor het ondersteunen van een maritiem herstelplan, informeer ik u over de status
van het Maritiem Masterplan.
Het Maritiem Masterplan is in oktober 2021 ingediend in de tweede ronde van het Nationaal
Groeifonds. Vanwege een negatief advies van de beoordelingscommissie van het Nationaal
Groeifonds is er besloten om het Maritiem Masterplan geen financiële bijdrage te geven
in deze ronde. De beoordelingscommissie heeft de uitwerking en samenhang van het voorstel
als ontoereikend beoordeeld. Tegelijkertijd is er door de beoordelingscommissie onderkend
dat de maritieme sector een belangrijke rol speelt voor Nederland en dat de transitie
van de maritieme sector – zowel in de scheepvaart en de logistieke keten als in de
scheepsbouw en maritieme toeleveranciers – ondersteuning behoeft. Met de bij het Maritiem
Masterplan betrokken partijen, de vertegenwoordiging van de maritieme sector en de
drie indienende departementen, wordt momenteel besproken wat de mogelijke vervolgstappen
kunnen zijn. Inzet van het maritiem masterplan is om door een extra impuls te geven
aan innovatie en door het stimuleren van pilot projecten bij de Rijksrederij, marine
en de commerciële handelsvaart toe te werken naar 50 emissie-loze schepen in 2030.
Door de extra impuls zou de Nederlandse maritieme sector haar koppositie in het verduurzamen
en digitaliseren van schepen kunnen versterken en bijdragen aan het realiseren van
een klimaat neutrale vloot in 2050.
Binnenvaart
Varend ontgassen
Op het gebied van het toekomstige verbod op varend ontgassen kan ik u het volgende
melden. Onlangs heeft het ministerie vernomen dat het Waalse parlement heeft ingestemd
met het ratificatievoorstel. België kan nu de ratificatieprocedure gaan afronden.
Frankrijk zal volgens de laatste berichtgeving medio dit jaar ratificeren. Daar ligt
het ratificatievoorstel nu in het parlement. Zwitserland zal naar verwachting eind
2023 ratificeren. Vanuit het ministerie wordt er voortdurend druk gelegd op deze verdragsstaten
om vaart te maken met de ratificatie. Mijn voorganger heeft afgelopen december gesproken
met haar Franse ambtgenoot over de noodzaak voor een spoedige ratificatie. Onlangs
heeft de Staatssecretaris dezelfde urgentie persoonlijk benadrukt richting de Zwitserse
bondspresident. Volgens de laatste prognose zal de eerste fase van het verbod dan
ook medio 2024 in werking kunnen treden. De invoering van het verbod duurt helaas
langer dan gehoopt door de verschillende ratificatieprocessen. Ik heb begrip voor
de zorgen die men heeft omtrent het ontgassen. Ik ga dan ook in de zomer samen met
het IPO in gesprek met verladers, om ze te wijzen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid
om het ontgassen nu al in aanloop naar het verbod drastisch te verminderen en om te
bespreken wat zij daarvoor nodig hebben. Samen met het IPO ga ik mij hard maken om
tot goede afspraken hierover te komen met de industrie. Ik zal u hierna schriftelijk
in een aparte brief informeren over de uitkomsten van dit gesprek, over de vorderingen
van de Taskforce Varend Ontgassen en over hoe ik uitvoering ga geven aan de aangenomen
gewijzigde motie van de leden Alkaya (SP) en Bouchallikh (GroenLinks) (Kamerstuk 31 409, nr. 344) inzake het ondersteunen van organisaties in de aanleg van een ontgassingsinfrastructuur.
In die brief zal ik ook ingaan op de kosten van een ontgassingsinstallatie.
Voortgang beter bediend
Het impulsprogramma Beter Bediend (2020–2024) heeft tot doel om de bedientijden van
sluizen en bruggen op vijf geselecteerde trajecten uit te breiden en om de informatievoorziening
aan schippers te verbeteren.
Zoals gemeld in de vorige verzamelbrief5 is de uitbreiding van de bedientijden op de trajecten Brabantse kanalen, Roggebotsluis
– Nijkerkersluis, Den Oever – Enkhuizen, Hoofdvaarweg Lemmer – Delfzijl en het Algeracomplex
gerealiseerd.
Daarnaast is de volgende voortgang te melden op twee onderdelen. Ten eerste bediening
op Afroep.
Er wordt door schippers inmiddels goed gebruik gemaakt van de per 1 november 2021
geïntroduceerde uniforme wijze van aanvragen van een bediening op afroep. Met de provincie
Noord-Holland en provincie Groningen vinden momenteel gesprekken plaats over de implementatie
van het nieuwe systeem voor hun provinciale objecten. Ten tweede over de uitbreiding
van sluisplanning.nl. De uitbreiding heeft tot doel om de informatievoorziening over
schuttingen en beschikbare wachtplaatsen bij sluizen te verbeteren. De uitvoering
van dit project is in volle gang en de eerste versie van dit informatiesysteem zal
naar verwachting in de komende maanden beschikbaar komen.
Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen
Momenteel wordt de tussentijdse evaluatie van de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming
binnenvaartschepen 2021–2025 uitgevoerd. Daarin wordt ook gekeken naar de oorzaak
dat het volledige budget niet is benut door de sector. De resultaten van de evaluatie
zullen direct na het zomerreces met de Kamer worden gedeeld.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Indieners
-
Indiener
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat