Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de brief van de initiatiefgroep Tweede Kustlijn inzake de samenhang tussen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en het Kennisprogramma Zeespiegelstijging (KP ZSS)
2022D23205
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juni 2022
Op 2 juni 2022 heeft de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat verzocht
een reactie te mogen ontvangen op een binnengekomen brief van de initiatiefgroep Tweede
Kustlijn over de samenhang tussen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en het
Kennisprogramma Zeespiegelstijging (KP ZSS).
In de brief geven de briefschrijvers aan zorgen te hebben over het mogelijk uiteengroeien
van de verdere uitvoering van het HWPB en ingrijpende wijzigingen in de hoofdinfrastructuur
water vanwege de klimaatverandering, daarnaast wordt verzocht de gefaseerde aanleg
van de tweede kustlijn te beproeven door € 10 miljoen te alloceren voor 3 specifieke
pilots.
Allereerst is de urgentie die de briefschrijvers hier benoemen herkenbaar. Het is
belangrijk om als Nederland, vanwege de ligging van onze delta, goed en tijdig voorbereid
te zijn op de klimaatverandering en rekening te houden met de onzekerheid van klimaatverandering
en met name de zeespiegelstijging op de lange termijn.
De scenario’s van o.a. het IPCC voor zeespiegelstijging hebben een grote bandbreedte,
mede omdat de ontwikkeling van de wereldwijde CO2 uitstoot voor de toekomst onzeker is.
In 2019 is door het Ministerie van IenW het initiatief genomen om samen met de Deltacommissaris
een breed samenhangend onderzoek te starten naar de onzekerheden en gevolgen van mogelijk
versnelde zeespiegelstijging voor Nederland. Dit kent u als het Kennisprogramma Zeespiegelstijging.
De wetenschappers van het Expertise Netwerk Waterveiligheid (ENW)1 hebben in 2019 aangegeven dat zij verwachten dat de huidige strategie voor waterveiligheid
houdbaar is tot 1 en mogelijk 2 meter zeespiegelstijging. Het ENW beveelt aan hier
nader onderzoek naar te doen. Gecombineerd met het meest ongunstige scenario uit het
recente IPCC-rapport voldoet de huidige aanpak naar verwachting tot ca 2100.
Dit onderzoek naar de houdbaarheid en oprekbaarheid van de huidige waterveiligheidsstrategie
is een belangrijk onderdeel van het KP ZSS. Daarnaast wordt er ook onderzoek gedaan
naar de onzekerheden rondom het afsmelten van landijs op Antarctica (een relevante
factor voor zeespiegelstijging voor de Nederlandse kust) en de mogelijke lange termijnopties
voor de inrichting van Nederland. Omdat er tijd is om tot keuzes te komen wordt daarom
uitgewerkt wat we nu moeten doen en laten om de opties voor de lange termijn open
te houden.
Om zicht te krijgen op (gevolgen van) de lange termijnopties, is, onder leiding van
de Deltacommissaris, een inventarisatie van bestaande plannen uitgevoerd, waarbij
een database van zo’n 180 plannen is aangelegd. De voorstellen van de briefschrijvers
maken hiervan onderdeel uit. Op basis van de opgedane inzichten wordt samen met partijen
in de regio en een aantal plannenmakers, waaronder de leden van de initiatiefgroep
Tweede Kustlijn, een nadere uitwerking gemaakt van, onderling verschillende, mogelijke
oplossingsrichtingen voor de toekomst. Daarin wordt ook de mogelijkheid voor het aanleggen
van een tweede kustlijn meegenomen.
Het KP ZSS publiceert eind 2023 de eerste resultaten in een zogenaamde tussenbalans.
Belangrijk onderdeel daarvan zijn de effecten van 0,5, 1, 2, 3 en 5 meter zeespiegelstijging
op het watersysteem. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de benodigde ruimte die gereserveerd
moet worden voor toekomstige versterking van waterkeringen en indicatieve kosten.
Deze tussenbalans wordt de Kamer tezijnertijd toegezonden.
In het huidige Nederlandse beleid worden de primaire waterkeringen periodiek door
de beheerders beoordeeld op sterkte volgens de normen in de Waterwet. Als een kering
niet voldoet wordt deze opgenomen in het meerjarig voortrollende Hoogwaterbeschermingsprogramma
(HWBP) en vervolgens op sterkte gebracht. Op deze wijze neemt de veiligheid de komende
decennia significant toe en is gepland dat in 2050 alle dijken aan de norm voldoen.
De levensduur van de primaire kering na versterking is 50–100 jaar; bij het ontwerpen
van de dijk worden de laatste inzichten over het klimaat meegenomen. In het kader
van de huidige en toekomstige waterveiligheid wordt ook veel innovatief onderzoek
gedaan om telkens de slimste oplossing voor de verschillende uitdagingen te vinden,
zoals Kustgenese 2.0 met de buitendeltasuppletie bij het Amelander Zeegat, de Zandmotor,
de Kleirijperij en het Living Lab Hedwige- en Prosperpolder. De huidige systematiek
leidt er dus toe dat bij het verbeteren van de waterveiligheid wordt «meebewogen»
met het veranderende klimaat.
Het belang van het beproeven van nieuwe ideeën in de praktijk, dat de briefschrijvers
uiten, wordt gedeeld. Dit levert belangrijke kennis op voor de keuzes die we moeten
maken in het kader van zeespiegelstijging. Op basis van de tussenbalans zal beoordeeld
worden welk onderzoek en bijbehorende praktijkproeven worden opgezet, ook met het
oog op tijdige besluitvorming voor de inrichting van toekomstig Nederland.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat