Brief regering : Voortgang onderhandelingen in de TRIPS-Raad inzake de aspecten van intellectuele eigendom van de internationale reactie op de Covid-19-pandemie
25 074 Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO)
25 295
Infectieziektenbestrijding
Nr. 198
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 mei 2022
Met deze brief wil ik uw Kamer mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat,
nader informeren over de voortgang in de onderhandelingen in de TRIPS1-raad over de reactie op de uitzonderlijk grote impact van de Covid-19 pandemie, met
als doel te verzekeren dat intellectueel eigendom geen belemmering kan vormen. Het
secretariaat van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) heeft, op basis van onderlinge
gesprekken van Zuid-Afrika, India, de Verenigde Staten en de Europese Commissie, een
tekst verspreid onder de WTO-leden op 3 mei jl.2 In de gesprekken die tot deze tekst hebben geleid heeft de Europese Commissie zich
ten volle en constructief ingezet om partijen nader tot elkaar te brengen, ondanks
grote verschillen in positie tussen de vier partijen. De tekst kan worden gezien als
een eerste concrete onderhandelingstekst. Nederland heeft de Commissie meerdere malen
opgeroepen tot een constructieve opstelling in Genève wat betreft de intellectuele
eigendom aspecten van de internationale reactie op de Covid-19-pandemie, in lijn met
de motie van het lid Piri c.s.3
Inhoud voorstel
De tekst is gebaseerd op de mogelijkheid voor overheden om gebruik van het onderwerp
van een octrooi toe te staan, zonder toestemming van de octrooihouder, zoals uiteengezet
in artikel 31 van het TRIPS-verdrag. Dergelijke machtigingen door regeringen worden
in de nationale stelsels meestal dwanglicenties genoemd. Die term wordt echter niet
gebruikt in artikel 31 van het TRIPS-verdrag en verschillende soorten machtigingen
kunnen onder het toepassingsgebied vallen.
De tekst bevat een aantal verduidelijkingen van de voorwaarden met betrekking tot
een dergelijke autorisatie:
– Meer dan dwanglicenties: wordt verduidelijkt dat machtigingen door overheden voor het gebruik van octrooien
zonder toestemming van de octrooihouder niet alleen kunnen worden verleend in het
kader van een specifieke regeling van dwanglicenties, maar ook door andere middelen,
zoals beschikkingen, nooddecreten, vergunningen en rechterlijke of administratieve
bevelen.
– Productgewijze benadering: overwogen wordt een verduidelijking van artikel 31(a) TRIPS dat een overheid via
één autorisatie toestemming kan verlenen voor het gebruik van meerdere octrooien die
nodig zijn voor de productie of levering van een COVID 19-vaccin in plaats van autorisaties
per octrooi (één vaccin kan door veel verschillende octrooien beschermd worden).
– Geen noodzaak om met de houders van rechten te onderhandelen: verduidelijking van artikel 31(b) TRIPS dat, aangezien de Covid-19-pandemie van bijzonder
dringende aard is, een lid niet hoeft te eisen dat de fabrikant die zich op een autorisatie
wil beroepen, zich eerst moet inspannen om toestemming van de octrooihouder te verkrijgen.
– Een passende vergoeding houdt rekening met humanitaire en niet-winstoogmerk aspecten: verduidelijking van artikel 31(h) TRIPS dat bij de vaststelling van een toereikende
vergoeding voor de octrooihouder rekening kan worden gehouden met de humanitaire en
non-profit dimensie van de levering van vaccins.
– Versimpelen van de mogelijkheden voor export: Artikel 31, onder (f) TRIPS, zal onder het compromis worden opgeheven door de verplichting
om het systeem hoofdzakelijk voor binnenlandse doeleinden te gebruiken te schrappen.
Dit betekent in de praktijk dat wordt afgezien van artikel 31bis en de bijlage bij
de TRIPS Overeenkomst. Dit is een lang bestaande eis van de voorstanders een TRIPS-waiver, die vrij willen zijn om een COVID 19-vaccin uit te voeren naar in aanmerking komende
landen, zonder de uitgebreide procedurele vereisten van de bijlage van het TRIPS-verdrag.
Hiervan kan worden afgezien door de procedure maximaal te vereenvoudigen en te versnellen,
waarbij bestaande bepalingen inzake transparantie en maatregelen tegen de wederuitvoer
van producten onder de autorisatie wel grotendeels in stand zullen blijven.
– Als aanvullend punt verduidelijkt de voorgestelde oplossing dat de bescherming van
de regulatoire gegevens onder artikel 39(3) TRIPS een in aanmerking komend lid niet
belet de nodige maatregelen te nemen om de doeltreffendheid van een uit hoofde van
het voorgestelde besluit verleende toestemming mogelijk te maken.
Om de voorgestelde verruiming en vrijstelling aan te laten sluiten bij 1) de beoogde
doelgroep, 2) specifieke producten en 3) de pandemie zijn een aantal voorwaarden opgenomen.
De begunstigden van de voorgestelde oplossing, zowel als exporteurs als importeurs,
zijn alle ontwikkelingslanden. Daarbij worden enkel ontwikkelingslanden die meer dan
10% van de doses COVID 19-vaccin in 2021 hebben uitgevoerd mogelijk uitgesloten of
aangemoedigd zichzelf uit te sluiten van reikwijdte van deze versoepeling. Dit betreft
enkel China. Deze twee opties staan beide nog open in de tekst, waarbij het uiteraard
kan zijn dat geen van beide opties in een uiteindelijk compromis zal worden opgenomen.
Alle ontwikkelde landen vallen buiten deze oplossing.
De producten zijn beperkt tot vaccins met een toezegging om een besluit te nemen over
de uitbreiding van de oplossing tot behandelingen en diagnostica binnen zes maanden
na de datum waarop het besluit over vaccins is genomen. Voor de looptijd zijn twee
opties voorzien: een looptijd van drie jaar of van vijf jaar, waarover nog beslist
dient te worden.
Appreciatie voorstel
De tekst van het WTO-secretariaat naar aanleiding van besprekingen met India, Zuid-Afrika,
de VS en de EU combineert elementen uit de huidig voorliggende voorstellen van enerzijds
India en Zuid-Afrika, en anderzijds de Europese Unie. Zo wordt een aantal vereisten
voor het verlenen van dwanglicenties vrijgesteld, in lijn met het voorstel van India
en Zuid-Afrika. Hierbij kan onder andere worden gedacht aan het wegnemen van bestaande
beperkingen voor het voornamelijk binnenlands gebruik van onder dwanglicenties geproduceerde
vaccins onder artikel 31(f) en 31bis TRIPS. Anderzijds houdt de tekst het bestaande
stelsel van intellectueel eigendom in stand en biedt het, in lijn met het EU-voorstel,
een oplossing binnen het bestaande kader door het verlenen van dwanglicenties te vergemakkelijken.
Daarbij dient ook aangemerkt te worden dat het positief is dat de VS deelgenomen heeft
aan de besprekingen die ten grondslag liggen aan de tekst.
De voorgestelde verruimingen en vrijstellingen passen in de lijn die het kabinet,
in lijn met de motie-Piri c.s., heeft aangehouden in deze discussie. Daarbij is eerder
uitgebreid met uw Kamer gesproken over de mogelijke vereenvoudiging van het gebruik
van dwanglicenties als reactie op de Covid-19 pandemie met als doel verder te verzekeren
dat intellectueel eigendom geen belemmering kan vormen voor de wereldwijde beschikbaarheid
van vaccins. Daarbij wordt wel aangetekend dat op dit moment de beschikbaarheid van
COVID-19-vaccins niet meer het grootste probleem is voor het verhogen van de vaccinatiegraad.
Ook dient in het vervolg van de discussie binnen de WTO oog te zijn voor het effect
van de tekst voor de praktijk, waaronder de invloed op reeds bestaande of aangekondigde
vrijwillige samenwerkingen om productiecapaciteit in ontwikkelingslanden te verbeteren.
Het kabinet waardeert de constructieve houding die de Europese Commissie in de onderhandelingen
heeft ingenomen. Het is daarbij goed op te merken dat de tekst zoals door het WTO-secretariaat
is opgesteld de lopende discussie verder kan brengen. De hoop is dat voortgang op
dit onderwerp kan bijdragen aan het vinden van oplossingen op andere onderhandelingssporen
binnen de WTO, zoals o.a. geschillenbeslechting. Daarbij hoopt het kabinet dat dit
een voorbode is van nadere samenwerking op andere terreinen met het oog op de andere
lopende onderhandelingen in WTO-verband in aanloop naar de 12e Ministeriële Conferentie.
Vooruitblik en verdere behandeling
Het is hoopgevend dat de TRIPS-raad over de tekst van het WTO-secretariaat spreekt,
op basis van besprekingen tussen Zuid-Afrika, India, de VS en de EU Opgemerkt dient
te worden dat alleen de EU zich eerder publiekelijk positief over een tekst heeft
uitgelaten. Voorts dient benadrukt te worden dat besluitvorming binnen de Wereldhandelsorganisatie
bij consensus plaatsvindt, en de andere WTO-leden ook nog akkoord dienen te gaan.
Uw Kamer wordt nader geïnformeerd over het verdere verloop van de onderhandelingen
in de TRIPS-raad en de samenhang met de onderhandelingen over de verklaring over Handel
& Gezondheid in aanloop naar de 12e Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie die van 12 tot en met 15 juni
2022 zal plaatsvinden in Genève.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking