Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de recente politieke akkoorden over hervormingen EU-kiesrecht en financiering EU politieke partijen
34 361 EU-voorstel: Wijziging van de Akte betreffende de verkiezingen van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen
22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 16
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 mei 2022
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft mij op 31 maart jl. verzocht uw Kamer
op de hoogte te houden van de verdere besluitvorming over de recente politieke akkoorden
die in maart zijn gesloten over de hervormingen van het Europees kiesrecht – de invoering
van transnationale Europese kieslijsten – en over de financiering van Europese politieke
partijen. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de laatste stand van zaken op
deze twee dossiers. Tevens ga ik in op de wijze waarop uw Kamer wordt geïnformeerd
over de verdere besluitvorming.
Herziening Europese Kiesakte, in het bijzonder transnationale kieslijsten
Het Europees Parlement (hierna ook: EP) heeft zelf het initiatief genomen tot herziening
van de Europese Kiesakte. De Commissie constitutionele zaken van het EP (AFCO) is
verantwoordelijk voor het initiatiefvoorstel. Op 28 maart jl. heeft AFCO overeenstemming
bereikt over een voorstel tot herziening van de Europese Kiesakte (19 stemmen voor;
9 tegen).1 De plenaire vergadering van het EP heeft op 3 mei jl. gestemd over het AFCO-voorstel.
Een meerderheid van de leden van het EP heeft ingestemd met het voorstel voor herziening
van de Europese Kiesakte, met daarin ook een voorstel voor transnationale kieslijsten
bij Europees Parlementsverkiezingen.2 In het door het EP aangenomen voorstel staat onder meer het voornemen voor het toebedelen
van 28 aanvullende parlementszetels via transnationale kieslijsten.3
Volgens het door de EP-leden voorgestelde systeem zou iedere kiezer bij EP-verkiezingen
twee stemmen hebben: één om de 705 leden van het Europees Parlement te kiezen in de
verschillende nationale kiesdistricten (net als nu het geval is) en één in een EU-breed
kiesdistrict, bestaande uit 28 bijkomende zetels. Om een evenwichtige geografische
vertegenwoordiging binnen de EU-brede kieslijsten te garanderen, wordt voorgesteld
de lidstaten in drie groepen te verdelen afhankelijk van de omvang van hun bevolking.
De lijsten worden conform het voorstel op evenredige wijze gevuld met kandidaten uit
deze drie landengroepen. EU-brede kandidatenlijsten moeten worden ingediend door Europese
electorale entiteiten zoals coalities van nationale politieke partijen en/of nationale
verenigingen van kiezers of Europese politieke partijen.
Om gendergelijkheid op de transnationale kieslijsten te bevorderen, stelt het EP het
gebruik van lijsten voor met afwisselend mannen en vrouwen (man-vrouwrits) of quota,
zonder inbreuk te maken op de rechten van niet-binaire personen.
Enkele andere voorstellen van het EP voor de herziene Kiesakte zijn:
– 9 mei (Europadag) als vaste gemeenschappelijke verkiezingsdag voor de Europees Parlementsverkiezingen
in alle lidstaten.
– Passief kiesrecht voor alle Europeanen van 18 jaar of ouder.
– Een minimale kiesdrempel van 3,5% voor nationale kiesdistricten met meer dan 60 zetels
in het EP.
– Gelijke toegang tot de EP-verkiezingen voor alle burgers, inclusief mensen met een
handicap, en de mogelijkheid om te stemmen per post.
– Het recht van burgers om te stemmen voor een kandidaat voorzitter van de Europese
Commissie via het zogenaamde spitzenkandidaatsysteem, waarbij lijsttrekkers op de
transnationale kieslijsten tevens kandidaat zijn voor de functie van voorzitter van
de Europese Commissie.
Het EP stelt verder voor om een nieuwe Europese verkiezingsautoriteit op te richten
om toezicht te houden op het proces en ervoor te zorgen dat de voorgestelde nieuwe
regels worden nageleefd.
Vervolgproces
Nu het wetgevingsinitiatief door het EP is aangenomen, wordt het formeel ingediend
bij de Raad. De Raad dient, volgens artikel 223 van het Verdrag betreffende de werking
van de Europese Unie, unaniem in te stemmen met het initiatiefvoorstel. Daarna gaat
het terug naar het Europees Parlement, zodat de EP-leden hun eventuele toestemming
kunnen geven. Vervolgens dient het voorstel ook goedgekeurd te worden door alle lidstaten
in lijn met hun eigen (grond)wettelijke vereisten.
Na de formele ontvangst van het voorstel door de Raad zal uw Kamer geïnformeerd worden
over de Nederlandse inzet op dit dossier.
Financiering van Europese politieke partijen
Tijdens de Raad Algemene Zaken van 22 maart 2022 is een akkoord bereikt over de gedeeltelijke
algemene oriëntatie met betrekking tot de herziening van de verordening van het statuut
en de financiering van Europese politieke partijen en stichtingen. Voorafgaand aan
de Raad Algemene Zaken is uw Kamer geïnformeerd per geannoteerde agenda.4 Na afloop van de Raad Algemene Zaken heeft uw Kamer ook een verslag hiervan ontvangen.5 De Raadspositie is in lijn met de Nederlandse positie, zoals vastgelegd in het BNC-fiche
dat uw Kamer op 21 januari 2022 toekwam.6 Hierdoor heeft Nederland ook ingestemd met de gedeeltelijke algemene oriëntatie.
Twee voorstellen die eerder door de Europese Commissie waren gedaan, zijn uit de Raadspositie
gehaald. Ten eerste het voorstel om financiële contributies aan Europese politieke
partijen en stichtingen toe te staan vanuit niet-EU-landen die wel lid zijn van de
Raad van Europa. Ten tweede het voorstel om financiering van campagnes door Europese
politieke partijen en stichtingen toe te staan bij nationale referenda wanneer het
onderwerp van een referendum raakt aan EU-verdragen.7
Nederland staat positief tegenover de onderdelen van de Raadspositie die aanvullende
transparantieverplichtingen regelen rondom genderverhoudingen van onder andere kandidaten
voor het Europees Parlement. Eveneens is Nederland positief over de verplichting voor
nationale politieke partijen om het logo van de Europese politieke partij waartoe
zij behoren duidelijk zichtbaar te plaatsen op hun website.8
Nederland heeft verduidelijkende vragen gesteld over de reikwijdte van de bevoegdheden
van de Autoriteit die moet toezien op de naleving van de verordening op het punt van
Europese waarden. Naar aanleiding hiervan is in de overwegingen bij de verordening
ook in de Raadspositie bevestigd dat de reikwijdte van controle en/of sancties door
de Autoriteit zich beperkt tot Europese politieke partijen en stichtingen.9
Waar het gaat om de Raadspositie ten opzichte van de artikelen die verband houden
met de verordening over transparantie en gerichte politieke reclame is deze nog niet
bepaald, omdat de onderhandelingen hierover nog gaande zijn. Om die reden gaat het
hier om een (gedeeltelijke) algemene oriëntatie (General Approach) van de Raad.10 De gedeeltelijke algemene oriëntatie is openbaar beschikbaar gemaakt.11 Het Europees Parlement heeft vooralsnog geen positie ingenomen op dit voorstel. Uw
Kamer wordt hierover op de gebruikelijke wijze over de voortgang geïnformeerd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties