Brief regering : Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 23 en 24 mei 2022
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1852
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 mei 2022
Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de Eurogroep en Ecofinraad van 23 en
24 mei april a.s. Ik ben voornemens deel te nemen aan deze vergaderingen.
Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen
worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.
Verder stel ik u graag op de hoogte dat wordt gewerkt aan de verlenging van de allocatieperiode
van het Linked Risk Sharing Product onder het Europees Garantie Fonds (EGF) van 30 juni 2022 naar 31 december 2022. Op
28 april jl. heeft Nederland in het EGF Contributor’s Committee ingestemd met de verlenging van de allocatieperiode. Vanwege de oorlog in Oekraïne
is er vertraging opgelopen bij de allocatie van garantieproducten. Onder meer door
onzekerheid op de markt en invoering van sancties zijn bedrijfsprocessen onderbroken
en moeten financiële intermediairs meer stappen doorlopen bij de allocatie van garantieproducten.
Om te zorgen dat het doel van het EGF (bestrijden van economische gevolgen van COVID-crisis)
tot uitvoering kan worden gebracht is ingestemd met verlenging. De verlenging heeft
geen invloed op de totale doelomvang van het EGF en de verwachte verliezen voor Nederland.
Voor verlenging is nog wel goedkeuring van de Europese Commissie vereist. Daartoe
wordt komende week een notificatie ingediend bij de Europese Commissie.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 23 en 24 mei
Eurogroep
Macro-economische en budgettaire ontwikkelingen in de eurozone
Document: op dit moment nog niet beschikbaar. De Lenteraming van de Europese Commissie wordt
naar verwachting gepubliceerd op 16 mei a.s.
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal van gedachten wisselen over de economische situatie en vooruitzichten,
op basis van de lenteraming van de Europese Commissie. Bij het schrijven van deze
geannoteerde agenda is deze lenteraming nog niet beschikbaar.
Door de Russische inval zijn de toch al hoge energieprijzen verder gestegen waardoor
ook de inflatie verder is opgelopen. Daarnaast hebben de Europese lidstaten sancties
afgekondigd. Deze factoren zullen naar verwachting een negatief effect hebben op de
economische groeiverwachting van de Europese Commissie voor de eurozone. Veel lidstaten
hebben maatregelen aangekondigd die de koopkracht van huishoudens ondersteunen en
maken kosten gerelateerd aan de Russische inval. De combinatie van lagere economische
groei en begrotingsmaatregelen leidt waarschijnlijk tot een verslechtering van de
vooruitzichten voor het begrotingssaldo van de lidstaten. Op basis van de lenteraming
zal de Europese Commissie bezien of de richtsnoeren voor het begrotingsbeleid in 2023,
die zij in maart 2022 gaf, bijstelling behoeft en of het beëindigen van de algemene
ontsnappingsclausule voor 2023 gepast is. Daarover worden naar verwachting bij het
zogenoemde lentepakket, dat op 23 of 25 mei verschijnt, nadere mededelingen gedaan.
Enige verslechtering van de begrotingssituatie is gelet op de huidige omstandigheden
en onzekere vooruitzichten te begrijpen. Dat neemt niet weg dat aandacht voor de houdbaarheid
van de overheidsfinanciën van belang blijft. Om de houdbaarheid van overheidsfinanciën
te waarborgen zal een terugkeer naar begrotingsdiscipline noodzakelijk zijn, zodra
de situatie het toelaat. Daarnaast blijft het volgens Nederland van belang dat lidstaten
aandacht besteden aan het versterken van hun economie om duurzame economische groei
en weerbaarheid te vergroten. Bovenal is het cruciaal dat lidstaten structurele hervormingen
implementeren die bijdragen aan economische groei en de veerkracht van de economie.
De Recovery and Resilience Facility (RRF), die vereist dat lidstaten plannen opstellen voor zowel structurele hervormingen
als investeringen, kan hiervoor een stimulans bieden.
Benoeming nieuwe directeur van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM)
Document: n.v.t.
Aard bespreking: gedachtewisseling ten behoeve van besluitvorming in de Raad van gouverneurs van het
ESM
Besluitvormingsprocedure: niet bekend – uiteindelijke stemming in Raad van gouverneurs van het ESM met gekwalificeerde
meerderheid (80% van de stemmen)
Toelichting:
De voorzitter van de Eurogroep heeft tijdens de Eurogroep van maart lidstaten verzocht
kandidaten voor te dragen voor de opvolging van Klaus Regling als directeur van het
Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM). De termijn van de huidige directeur loopt per
oktober 2022 af.
Het doel is om bij de aankomende Eurogroep een gezamenlijke kandidaat overeen te komen.
Daarna zal op 16 juni tijdens de jaarvergadering van de Raad van gouverneurs van het
ESM de opvolger officieel benoemd worden. De formele besluitvormingsprocedure in de
Raad van gouverneurs is met gekwalificeerde meerderheid (80%) van de stemmen. ESM-leden
hebben stemrecht naar rato van het door hen ingelegde maatschappelijk kapitaal. Hoe
de voorzitter van de Eurogroep voornemens is te identificeren voor welke kandidaat
de meeste steun bestaat is bij het schrijven van deze geannoteerde agenda nog niet
bekend.
Nederland heeft Menno Snel als kandidaat-directeur voorgedragen. Naar inzicht van
het kabinet beschikt Menno Snel over de juiste kennis en ervaring voor de functie
van directeur van het ESM. Zo heeft de heer Snel een achtergrond in de financiële
sector, de overheid en de politiek. Hij heeft zeer relevante internationale ervaring
opgedaan als bewindvoerder van het Internationaal Monetair Fonds.
De andere kandidaten zijn Pierre Gramegna (Luxemburg), João Leão (Portugal) en Marco
Buti (Italië). Nederland zal zich in aanloop naar en tijden Eurogroep inzetten voor
de kandidatuur van Menno Snel.
Eurogroep inclusieve samenstelling
Bankenunie
Document: n.v.t.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: consensus
Toelichting:
De verwachting is dat komende Eurogroep wederom over het werkplan voor de bankenunie
gesproken zal worden. Deze bespreking dient gezien te worden in de context van de
Eurotop van december 2021, waarin de Eurogroep gevraagd is om tot overeenstemming
te komen over een werkplan voor verdere stappen op de bankenunie. De Eurogroepvoorzitter
heeft aangegeven te streven naar een akkoord op dit werkplan in de zomer. Deze bespreking
zal een tussenstap vormen in het proces naar een mogelijk akkoord.
Bij de bijeenkomst van 3 mei jl. spraken lidstaten wederom de intentie uit om tot
een akkoord te komen1. Het krachtenveld, zoals geschetst in het schriftelijk overleg van 28 april jl.2, bleek echter nog onveranderd te zijn. Er was in de afgelopen Eurogroep nog weinig
toenadering in de uiteenlopende standpunten zichtbaar. In de bespreking tekende zich
dus ook nog geen duidelijke, breed gedragen voorkeur af over de gewenste aanpassingen
in het werkplan. De verwachting is daarom dat het voorstel van de Eurogroepvoorzitter
zowel qua opzet als inhoud niet wezenlijk zal verschillen van het voorstel dat in
de vorige bijeenkomst is gepresenteerd. In de geannoteerde agenda van 3 mei jl.3 en het verslag van deze Eurogroep4 staan de contouren van dit werkplan uiteengezet.
Gezien de beperkte tijd die verstreken is sinds de vorige bespreking en die nog resteert
tot de zomer, is de verwachting dat de Eurogroepvoorzitter deze bijeenkomst zal aangrijpen
om druk te houden op het proces. De verwachting is dat hij het aantal geschilpunten
zal proberen in te perken, door op onderwerpen waar minder meningsverschillen zijn
instemming proberen te bereiken. De verwachting is dat voor Nederland belangrijke
onderwerpen, zoals het verminderen van de risico’s op staatsobligaties, een Europees
depositoverzekeringsfonds en het harmoniseren van het raamwerk voor falende banken
daar niet onder vallen, omdat meningsverschillen hier naar verwachting nog groot zijn.
Nederland is voorstander van voortgang op de bankenunie. Voortgang op de bankenunie
kan bijdragen aan het vergroten van de financiële stabiliteit, het doorbreken van
de negatieve wisselwerking tussen de financiële situatie van banken en overheden (bank-sovereign nexus) en belastingbetalers en spaarders nog beter beschermen. Aan voortgang op de bankenunie
zijn voor Nederland wel voorwaarden verbonden. Zo moeten risico’s op bankbalansen
verkleind worden om verdere stappen te kunnen nemen op risicodeling. Specifiek moeten
de risico’s van staatsobligaties op bankbalansen worden verminderd en banken op gezondheid
getoetst worden (Asset Quality Review, AQR). Ook is de inzet van Nederland erop gericht om inconsistenties in de toepassing
van de verschillende raamwerken voor falende banken weg te halen, onder andere zodat
de lastendelingsregels consistent worden toegepast. Om voortgang te bewerkstelligen,
ziet Nederland voordeel in de «twee-fase benadering» die de Eurogroepvoorzitter voor
ogen heeft. Hierbij zal Nederland toezien dat de stappen die genomen worden in lijn
met de Nederlandse inzet zijn. Stappen die worden gezet dienen proportioneel te zijn,
met een goede balans tussen risicodeling en risicoreductie. Daarnaast is het belangrijk
dat er aantoonbaar voortgang is geboekt richting de beoogde doelen in de eerste fase,
bijvoorbeeld in de beperking van de risico’s van de blootstelling aan staatsobligaties,
alvorens er op basis van politieke consensus kan worden besloten om naar de tweede
fase te gaan.
Om akkoord te bereiken dient er voor alle lidstaten acceptabele balans tussen «zoet
en zuur» te zijn. In de komende weken zal blijken of een akkoord haalbaar is. Dat
zal niet makkelijk zijn, maar de Eurogroepvoorzitter geniet steun van Nederland in
zijn pogingen om dit akkoord te bereiken. Het parlement wordt via het verslag van
de komende Eurogroep en de geannoteerde agenda voor de Eurogroep van juni opnieuw
geïnformeerd over de voortgang.
Ecofinraad
Economische en financiële aspecten van de Oekraïense crisis
Document: n.v.t.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
De Ministers zullen opnieuw een gedachtewisseling hebben over economische en financiële
aspecten van de Russische inval in de Oekraïne. De Europese instellingen zullen de
Ministers naar verwachting voorzien in een update van de situatie in de Oekraïne,
de door Europa ingestelde sancties en de (financieel-economische) ontwikkelingen in
de EU.
Sinds de laatste Ecofinraad is bij het schrijven van deze geannoteerde agenda nog
geen nieuw sanctiepakket geïntroduceerd. Nederland blijft benadrukken dat het belangrijk
is om een maatregelen die dienstverlening door trustkantoren raken op te nemen in
een nieuw sanctiepakket. Nederland zal tijdens de Ecofinraad benadrukken dat het belangrijk
is de gevolgen van sancties nauwlettend te volgen en het belang van consistentie implementatie
tussen de lidstaten, bijvoorbeeld via extra uitleg over de interpretatie vanuit de
Commissie, benadrukken.
Er is inmiddels via verschillende EU-programma’s steun verleend aan Oekraïne en de
EU-lidstaten, onder andere door middel van macro-financiële bijstand (MFB), het instrument
voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI), het
Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (BMVI) en het Uniemechanisme
voor civiele bescherming (RescEU). Binnen de Europese Vredesfaciliteit (EPF) zijn
middelen gereserveerd voor het leveren van lethale en niet-lethale goederen aan Oekraïne.
Daarnaast heeft de Commissie voorstellen gedaan voor inzet van ongebruikte middelen
uit het Asiel, Migratie en Integratiefonds (AMIF) en het CARE-voorstel (Cohesion's Action for Refugees in Europe). De Commissie heeft tevens een voorstel gedaan op REACT-EU (Recovery Assistance for Cohesion and the Territories of Europe) te verhogen voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne.
Binnen de EU wordt tevens nagedacht over verdere steun aan Oekraïne t.b.v. liquiditeit
en wederopbouw, en de rol van de EU en de lidstaten, andere landen en internationale
financiële instellingen hierbij. Mogelijk presenteert de Commissie op 18 mei een voorstel
voor liquiditeitssteun aan Oekraïne door de Europese Unie. Oekraïne heeft urgent behoefte
aan liquiditeit aangezien reguliere overheidsuitgaven zoals sociale zekerheid en ambtenarensalarissen
blijven bestaan terwijl belastinginkomsten dalen. Per maand heeft Oekraïne een financieringstekort
van ca. USD 5 mld.
Daarnaast werkt de Commissie, in lijn met de conclusies van de Europese Raad van 24
en 25 maart, aan een voorstel voor de oprichting van een solidariteitstrustfonds voor
de wederopbouw van Oekraïne. Mogelijk wordt hierover op 18 mei een communicatie gepubliceerd.
Het is nog onbekend op welke manier deze initiatieven gefinancierd worden. Hierbij
valt te denken aan gecoördineerde bilaterale giften, leningen en/of garanties, mogelijk
via multilaterale financiële instellingen, of gezamenlijke giften of leningen vanuit
de Europese Unie. In dat laatste geval zal de Europese Commissie mogelijk voorstellen
om middelen te mobiliseren via gemeenschappelijke schulduitgifte. Het is goed mogelijk
dat deze onderwerpen voor een eerste bespreking worden geagendeerd in de Ecofinraad
van 24 mei. Uw Kamer wordt indien nodig hier tijdens het Commissiedebat op 19 mei
nader over geïnformeerd. Na de mogelijke eerste bespreking in de Ecofinraad zullen
deze onderwerpen mogelijk ook besproken worden tijdens de buitengewone Europese Raad
van 30 en 31 mei. Zodra de Commissievoorstellen worden gepubliceerd, wordt uw Kamer
hier op reguliere wijze over geïnformeerd.
Richtlijnvoorstel betreffende algemeen minimumbelastingniveau voor multinationals
in de EU
Document: Compromisvoorstel van 28 maart (ST 7495/22)
Aard bespreking: besluitvorming t.b.v. het vaststellen van de algemene benadering van de Raad
Besluitvormingsprocedure: unanimiteit
Toelichting:
Het Franse voorzitterschap streeft ernaar om een akkoord te bereiken over het richtlijnvoorstel
betreffende een algemeen minimumbelastingniveau voor multinationals in de Europese
Unie (EU) (richtlijnvoorstel Pijler 2). Dit richtlijnvoorstel is op 22 december 2021
gepubliceerd. De rechtsbasis van dit richtlijnvoorstel is art. 115 van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie. De besluitvorming ten aanzien van het
voorstel is unanimiteit (met raadpleging van het Europees Parlement).
Het voorstel was reeds voor algemene benadering5 geagendeerd voor de Ecofinraden van 15 maart en 4 april 2022. Bijna alle lidstaten,
waaronder Nederland, spraken hun steun uit voor het compromisvoorstel. Polen kon 4 april
jl. (nog) niet instemmen en gaf aan de inwerkingtreding van Pijler 2 afhankelijk te
willen maken van de inwerkingtreding van Pijler 1.6 Andere lidstaten, waaronder Nederland, committeren zich nog steeds aan een snelle
voortgang op Pijler 1 maar steunen de voorwaardelijke link tussen Pijler 1 en Pijler
2 niet. Naar verwachting zal dit punt opnieuw tijdens de Ecofinraad aan de orde komen,
met het oog op besluitvorming.
In lijn met diverse moties7 en zoals uiteengezet in het BNC-fiche bij dit richtlijnvoorstel, steunt het kabinet
de inzet om zo tot een snelle aanname van het richtlijnvoorstel te komen. Het kabinet
kan zich – in het kader van het bereiken van een compromis – (nog steeds) inhoudelijk
vinden in het laatste voorstel van het Franse voorzitterschap. Het kabinet vindt het
belangrijk om op de korte termijn een akkoord te bereiken in de Europese Unie zodat
verdere voortgang kan worden geboekt met de nationale implementatie van het voorstel.
Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (ELTIF)
Document: op dit moment nog niet beschikbaar. Het document wordt voorafgaand aan de vergadering
op het delegates portal geplaatst.
Aard bespreking: besluitvorming t.b.v. het vaststellen van de algemene benadering van de Raad
Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
De Ministers zullen tijdens de Ecofinraad spreken over het voorstel van de Europese
Commissie (de Commissie) voor de herziening van de Verordening Europese langetermijnbeleggingsinstellingen
(ELTIF). Het finale compromisvoorstel van het voorzitterschap voor een Raadspositie
wordt in Coreper op 13 mei besproken als discussiepunt. De verwachting is dat Coreper
hierover een akkoord bereikt. In dat geval streeft het voorzitterschap ernaar om tijdens
de Ecofin van 23 mei overeenstemming te bereiken over een algemene oriëntatie van
de Raad. De rechtsbasis is artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie. Besluitvorming zal plaatsvinden met gekwalificeerde meerderheid
in de Raad en medebeslissing van het Europees Parlement.
Dit onderwerp staat op de agenda van de Ecofinraad omdat de Europese Commissie een
voorstel heeft gedaan voor herziening van de ELTIF-verordening. Hiermee wil de Commissie
langetermijninvesteringen stimuleren. Het voorstel maakt deel uit van een pakket wetgevingsvoorstellen
dat voortvloeit uit het actieplan voor verdieping van de kapitaalmarktunie. Sinds
de introductie van de ELTIF-verordening in 2015 zijn er zeer weinig ELTIF’s opgezet.
De voorgestelde aanpassingen van de Commissie richten zich daarom op het aantrekkelijker
maken van ELTIF’s voor zowel fondsbeheerders als beleggers. Er is in de lidstaten
brede overeenstemming over het verruimen van de fondsregels om de markt voor ELTIFs
te bevorderen. Ook is er brede steun voor het aansluiten bij de geschiktheidstoets
onder de Richtlijn Markten voor financiële instrumenten (Mifid II) als manier om niet-professionele
beleggers te beschermen. De lidstaten hebben daarbij ingezet op aanscherping van productontwikkelingsregels,
ook door aan te sluiten bij Mifid II.
Nederland steunt verdieping van de kapitaalmarktunie en de herziening van het ELTIF-regime
met als doel het stimuleren van langetermijninvesteringen in ondernemingen. De energietransitie
en ook andere verduurzamingstrajecten vragen om langetermijninvesteringen waaraan
ELTIF’s een bijdrage kunnen leveren. Het huidige compromisvoorstel is in overeenstemming
met de beoogde doelstellingen en de Nederlandse inzet, zoals ook uiteengezet in het
BNC-fiche.8 Nederland heeft ingezet op het loslaten van gedetailleerde minimum- en maximum-inlegeisen
voor beleggers en op de versoepeling van fondsregels. Nederlands steunt het voorstel
om de geschiktheidstoets van toepassing te laten zijn. Ook heeft Nederland ingezet
op de versterking van de productontwikkelingsregels in lijn met MiFID II.
Mocht tijdens de Ecofinraad van 23 mei een discussie plaatsvinden dan kan Nederland
het belang van beleggersbescherming onderstrepen en waar dat passend is langs de hierboven
beschreven lijnen deelnemen aan de gedachtewisseling en aangeven zich te kunnen vinden
in het voorliggende voorstel. De meeste lidstaten staan overwegend positief tegenover
het compromisvoorstel. Enkele lidstaten zullen naar verwachting laten weten dat zij
het raamwerk voor beleggersbescherming onvoldoende vinden. Desalniettemin is de verwachting
dat het voorstel kan rekenen op een gekwalificeerde meerderheid ten behoeve van het
aannemen van de Raadspositie.
Het Europees Parlement is verdeeld: de meerderheid (EPP, Renew, ID group) steunt aanpassingen
aan de verordening om de aantrekkelijkheid van ELTIFs te vergroten, terwijl een minderheid
(S&D en Groenen) net als de Raad voorstellen doet voor betere bescherming van niet-professionele
beleggers. Ook wil deze tweede groep een link maken met de Europese duurzaamheidsregimes
(Taxonomie en Verordening betreft informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector
(SFDR)). Het is de vraag of de voorstellen van de tweede groep het halen, aangezien
ze in de minderheid zijn. Dit betekent dat de inzet van de Raad en van Nederland op
adequate beleggersbescherming middels aanscherping van de productontwikkelingsregels
in de gesprekken tussen Raad, Europees Parlement en Commissie (triloog) van belang
is. In juni 2022 wordt een stemming in de ECON Commissie verwacht en in juli 2022
een plenaire stemming door het EP waarna de triloog kan starten.
Stand van de uitvoering van wetgeving inzake financiële diensten
Document: n.v.t.
Aard bespreking: informatie van het voorzitterschap
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
De Raad zal door het Franse voorzitterschap geïnformeerd worden over de voortgang
van lopende wetgevende initiatieven op het terrein van financiële diensten. Naar verwachting
zal er geen discussie tussen lidstaten plaatsvinden.
Momenteel wordt over meerdere herzieningen van bestaande richtlijnen en verordeningen,
alsmede nieuwe wetgeving onderhandeld. Meerdere van deze voorstellen op het gebied
van financiële markten zijn in de tweede helft van 2021 gepubliceerd. Een actueel
overzicht van de wetgevingsonderhandelingen is medio april aan de Tweede Kamer verzonden.9 Over de Nederlandse inzet bij de verschillende onderhandelingen is de Kamer via de
betreffende BNC-fiches geïnformeerd.
Nederland zet zich conform de in de BNC-fiches geformuleerde inzet in voor het boeken
van voortgang op deze dossiers. Tegelijkertijd hecht Nederland waarde aan een zorgvuldige
bespreking van de voorstellen in de Raad. Nederland kan de informatie van het voorzitterschap
aanhoren.
Economisch herstel in Europa: implementatie van de herstel- en veerkrachtfaciliteit
Document: n.v.t.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
Tijdens de Ecofinraad zal worden stilgestaan bij de stand van zaken ten aanzien van
de herstel- en veerkrachtfaciliteit (Recovery and Resilience Facility; RRF). De Ecofinraad
stemde reeds in met 24 uitvoeringsbesluiten, waarover de Tweede Kamer is geïnformeerd
in diverse brieven.10 Met een uitvoeringsbesluit wordt de beoordeling van een herstelplan in het kader
van de RRF goedgekeurd. Daarnaast worden in een uitvoeringsbesluit de hervormingen
en investeringen die een lidstaat zal ondernemen vastgelegd, inclusief de bijbehorende
mijlpalen en doelen, alsook de financiële bijdrage waarop de lidstaat aanspraak kan
maken. Er zullen deze Ecofinraad geen nieuwe uitvoeringsbesluiten worden besproken.
De Raad is nog in afwachting van Commissievoorstellen voor uitvoeringsbesluiten voor
Polen en Hongarije. Nederland heeft nog geen herstelplan ingediend. Nederland zal
indien opportuun bij de bespreking van de stand van zaken het belang van fraudebestrijding
en transparantie informatievoorziening van de Commissie onderstrepen.
Terugkoppeling G20-vergadering van de Ministers van Financiën en centralebankpresidenten
Document: n.v.t.
Aard bespreking: terugkoppeling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
De Ecofinraad zal een terugkoppeling ontvangen van de G20-vergadering van Ministers
van Financiën en centralebankpresidenten op 20 april te Washington. Nederland kan
de terugkoppeling aanhoren.
De G20-vergadering stond in het teken van 1) de mondiale economie en huidige risico’s,
waarbij ook veel aandacht was voor de oorlog in Oekraïne en de economische gevolgen
daarvan, 2) internationale initiatieven op het gebied van gezondheid, 3) de mogelijkheden
om kwetsbare landen economisch te steunen en 4) duurzame financiering. De Tweede Kamer
wordt separaat uitgebreider teruggekoppeld over het verloop van de G20-vergadering.
In de bredere agenda van Indonesië dit jaar staat een inclusief herstel van de COVID-19-crisis
centraal. Het motto van Indonesië voor de G20 is dan ook Recover Together, Recover Stronger. In het financiële traject geeft Indonesië prioriteit aan het bespreken en coördineren
van het beleid waarmee landen de laatste fase van de COVID-19-crisis ingaan, het tegengaan
en herstellen van structurele schade aan de economie van landen, het betalingssysteem
in het digitale tijdperk, duurzame financiering, digitale inclusieve financiering
en MKB-financiering en tot slot internationale belastingen.
Werkzaamheden Wise Perons Group inzake douane-unie
Document: het document «Report by the Wise Persons Group on the Reform of the EU Customs Union» is openbaar en raadpleegbaar op https://ec.europa.eu/taxation_customs/news/report-wise-persons-group-re…
df
Aard bespreking: presentatie
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
Op 31 maart is het rapport verschenen van de Wise Persons Group over de uitdagingen van de EU douane-unie. Deze externe onafhankelijke groep heeft
op verzoek van de Europese Commissie (de Commissie) een rapport geschreven en in het
advies tien aanbevelingen gedaan waarin het vergaande, fundamentele hervormingen voor
de Douane-Unie voorstelt die tussen 2023 en 2030 geïmplementeerd zouden moeten worden.
In het rapport wordt geconcludeerd dat er een urgente noodzaak is om een structurele
verandering aan de EU douane-unie te bewerkstelligen om deze klaar te maken voor de
nieuwe uitdagingen zoals nieuwe handelsvormen en sterk groeiende handelsvolumes, technologische
ontwikkelingen, de groene transitie en de nieuwe geopolitieke context en veiligheidsrisico’s.
Het rapport wordt tijdens de Ecofinraad door de Commissie gepresenteerd. Het goed
functioneren en mogelijke aanpassingen van de douane-unie zijn voor Nederland van
groot belang omdat Nederland als lidstaat één de grootste handelsvolumes van buiten
de EU heeft.
Het beeld van de uitdagingen zoals in het rapport geschetst is voor Nederland herkenbaar.
De aanbevelingen geven een aantal interessante denkrichtingen die door de Commissie
in nauwe samenwerking met de lidstaten verder uitgewerkt zouden moeten worden. Nederland
kan aangeven dat er een herkenbare situatie is geschetst over de stand van de douane-unie
en dat Nederland de aanbevelingen goed zal bestuderen en uitziet naar verdere bespreking.
Er volgt nog een brief aan de Tweede Kamer waarin nader wordt ingegaan op de aanbevelingen
van het rapport.
Indieners
-
Indiener
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.