Brief regering : Verslag videoteleconferentie (VTC) van EU-transportministers d.d. 8 april 2022
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 924
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 april 2022
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele videoconferentie (VTC) van EU-transportministers
d.d. 8 april 2022. Daarnaast wordt u middels dit verslag geïnformeerd over Commissieaanbevelingen
voor twee Raadsbesluiten waarmee de Commissie wordt gemachtigd om namens de unie te
onderhandelen over 1) een overeenkomst inzake het goederenvervoer per weg tussen de
Europese Unie en Oekraïne1 en 2) een overeenkomst inzake het goederenvervoer per weg tussen de Europese Unie
en Moldavië.2 Gezien het hoge tempo van besluitvorming zullen over deze Commissieaanbevelingen
geen BNC fiches worden opgesteld.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Verslag VTC Transportministers 8 april 2022
De videoconferentie die het Franse Voorzitterschap ad hoc bijeen heeft geroepen stond in het teken van de oorlog in Oekraïne, specifiek in het
kader van transport.
Voorafgaand aan het besloten gedeelte met EU-transportministers, sloot ook de Oekraïense
Minister van Transport, Oleksandr Kubrakov, aan. In zijn toespraak vestigde hij de
aandacht op het belang van transport voor het bereikbaar houden van Oekraïne om de
economie goeddeels draaiende te houden, het mogelijk maken voor Oekraïners om het
land te verlaten en het leveren van humanitaire steun. De Oekraïense Minister van
Transport stond ook stil bij de afschuwelijke aanslag op het treinstation in Kramatorsk.
Verder deed Minister Kubrakov het verzoek aan de EU-lidstaten de sanctiedruk op Rusland
hoog te houden en toe te zien op strikte naleving van de sancties. Ook verzocht hij
de lidstaten om aanvullende steun, bijvoorbeeld in de vorm van pontonbruggen om steden
als Bucha weer te kunnen ontsluiten voor o.a. humanitair transport, alsook door te
helpen bij de wederopbouw door kennis, middelen en materiaal beschikbaar te stellen,
o.a. in de vorm van architecten, planologen en stedenbouwkundigen.
De Europese Commissie en de lidstaten waren het er unaniem over eens dat het overeind
houden van transportverbindingen en een gecoördineerde aanpak daarvoor cruciaal zijn.
Zowel voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne, als voor het vervoer van (humanitaire)
goederen van en naar Oekraïne, zijn goede transportcorridors- en hubs van belang.
Momenteel verlopen de meeste stromen via specifieke transporthubs in omringende landen,
met name Polen. Aanwezige Ministers achtten het van belang deze transportverbindingen
via de hubs te blijven gebruiken en waar nodig beter te ontsluiten voor betere verbindingen
met de rest van Europa. Nederland wees hierbij specifiek naar het tienpuntenplan dat
is gepresenteerd tijdens de JBZ-Raad van 28 maart jl.3
De Commissie vroeg ook specifiek steun voor de twee aanbevelingen voor twee Raadsbesluiten
houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een overeenkomst betreffende
het opstellen van een goederentransportovereenkomst.4 Met deze overeenkomst wordt ingezet op EU-brede tijdelijke afspraken over bijvoorbeeld
de geldigheid van Oekraïense rijbewijzen en certificaten voor de Europese transportmarkt,
alsook de hoeveelheid quota die Oekraïense transporteurs krijgen om de Europese markt
te betreden. Dergelijke afspraken zijn nu veelal bilateraal tussen EU-lidstaten en
Oekraïne geregeld. Dezer aanbevelingen liggen momenteel voor aan de lidstaten en de
Commissie hoopt snel op een besluit, ook om het vervoer van bijvoorbeeld graan en
voedsel vanuit Oekraïne te vergemakkelijken. De aanbevelingen voor de Raadsbesluiten
zullen op korte termijn op in een Raadswerkgroep worden besproken door de lidstaten,
waarna deze vervolgens via Coreper zal worden afgestemd met het oog op mogelijke besluitvorming.
Nederland staat hier positief tegenover. Het voorstel heeft geen financiële gevolgen
voor de Nederlandse overheid of EU-begroting.
De lidstaten waren unaniem in hun steun voor de ingestelde sancties. Hierbij pleitte
een aantal landen voor scherpe naleving om ontduiking van de sancties te voorkomen.
Een aantal Ministers pleitte daarbij concreet om al het vervoer tussen de Europese
Unie (EU) en Rusland stop te zetten, ongeacht de modaliteit. Wel noemde een aantal
lidstaten dat de transportsector hard geraakt wordt door de maatregelen, gekoppeld
aan al hoge energieprijzen, waarvoor blijvend aandacht nodig is.
Verschillende Oost-Europese lidstaten pleitten eveneens voor het tijdelijk opschorten
van verschillende bepalingen uit het EU-Mobiliteitspakket, zoals de regels betreffende
cabotage, rij- en rusttijden en de return to home bepaling. Nederland, en ook gelijkgezinde lidstaten, gaven hierover aan dat deze
regels al voldoende nationale flexibiliteit bevatten om ervan af te wijken. Bovendien
zien deze lidstaten momenteel geen duidelijke knelpunten als gevolg van de regels.
Ook de Commissie wees op deze nationale flexibiliteit en de afwezigheid van concrete
knelpunten. Verder kondigde de Commissie aan te komen met EU-brede maatregelen om
tijdelijk de geldigheid van Oekraïense rijbewijzen en certificaten in het wegvervoer
te verlengen.
Vrijwel alle lidstaten gingen eveneens in op nationale maatregelen, zoals het gratis
beschikbaar stellen van openbaar vervoer voor Oekraïense ontheemden, het niet heffen
van tol aan Oekraïense transporteurs, of het tijdelijk uitzonderen van Oekraïense
transporteurs van bepaalde vergunningen voor wegvervoer. Ook wezen enkele lidstaten,
waaronder Nederland, op het belang van goede afstemming met mondiale organisaties,
zoals de IMO, ILO en ICAO5. Zo zitten er momenteel nog zeevaarders vast op schepen in (havens in) Oekraïne,
waar de EU samen met de IMO zou moeten inzetten dat deze zo snel mogelijk gerepatrieerd
moeten worden.
In het kader van de weerbaarheid van de sector riepen verschillende landen, net als
Nederland, op om de onderhandelingen over het Fit for 55 pakket met extra urgentie door te zetten en de ambitie hoog te houden. De stap naar
verduurzaming van transport en meer gebruik van alternatieve brandstoffen verkleint
de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen uit Rusland. Vervolgens riep een aantal
aanwezige Ministers de Commissie ook op om met een beheersplan te komen, gebaseerd
op lessen uit recente crises en om voorbereid te zijn op toekomstige crises. In reactie
hierop gaf de Commissie aan hier spoedig mee te komen, aangezien dit ook al in de
planning stond als gevolg van de COVID-19 pandemie.
Zowel de Commissie als het Franse voorzitterschap concludeerde dat veel acties op
nationaal en EU-niveau al in gang zijn gezet, zoals ook de recente tijdelijke aanpassing
van het Staatssteunkader6 en de hierboven genoemde voorstellen van de Commissie, maar dat aandacht van belang
blijft om het vervoer van goederen en personen mogelijk te blijven houden, alsook
om de veiligheid van het personeel te blijven waarborgen. Ten slotte concludeerden
beide het belang van het blijven werken aan de weerbaarheid van de sector, o.a. door
het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat