Brief regering : Beleid uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid
Nr. 187
                   BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 april 2022
In de transitie naar een circulaire economie speelt de producent een voorname rol
                  in het verduurzamen en circulair maken van de producten die hij op de markt brengt.
                  Een belangrijk beleidsinstrument daarbij is het instrument van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.
                  In het tweeminutendebat met uw Kamer van 3 februari jl. heb ik in reactie op een aangehouden
                  motie van het lid Hagen (D66)1 toegezegd in een brief nader op het instrument uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
                  in te gaan. Met deze brief geef ik invulling aan die toezegging. In deze brief wordt
                  ingegaan op de verantwoordelijkheden die de producent krijgt, de bijbehorende beleidsdoelen
                  en de praktische werking van het instrument.2 Daarbij wordt ook, zoals in de aangehouden motie gevraagd, ingegaan op de mate waarin
                  het uitbreiden van de verantwoordelijkheid van de producent een stimulans geeft voor
                  het verbeteren van de kwaliteit van producenten en het ontwerpen van producten conform
                  de R-ladder. Ook gaat deze brief in op de rol van andere partijen in de keten naast
                  producenten.
               
Nederland kent op dit moment regels voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
                  voor verpakkingen, elektrische en elektronische apparatuur, batterijen en accu’s,
                  autowrakken en autobanden, evenals voor zwerfafval van wegwerpplastics. Tevens zal
                  per 2023 de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor zwerfafval van wegwerpplastics
                  van kracht worden en wordt er voor textiel op dit moment een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
                  voorbereid die eveneens per 2023 in werking treedt.
               
Producten in een circulaire economie
In een circulaire economie doorloopt een product verschillende levensfasen. Het wordt
                  geproduceerd, op de markt gebracht en door één of meerdere consumenten (her)gebruikt.
                  Vroeg of laat wil een consument zich van het product ontdoen. Op dat moment moet het
                  product weer worden ingenomen zodat het – al dan niet na reparatie – kan worden hergebruikt,
                  of ontmanteld zodat de gebruikte materialen via recycling weer voor een volgende omloop
                  terug de economie in kunnen komen.
               
Een circulaire economie vraagt van een producent dat hij producten ontwerpt, produceert
                  en op de markt brengt die duurzaam, herbruikbaar, repareerbaar en recyclebaar zijn.
                  Ook vraagt een circulaire economie dat een producent een circulair bedrijfsmodel heeft,
                  of met een (financiële) prikkel zoals statiegeld, de circulariteit van zijn product
                  organiseert. Aan circulair ontworpen producten en circulaire modellen moet aan het
                  begin van de cyclus door de producent vorm worden gegeven.
               
Het uitbreiden van de verantwoordelijkheid van een producent
Een producent3 is verantwoordelijk voor de producten die hij in de handel brengt. In een lineaire
                  economie houdt de verantwoordelijkheid van een producent op nadat het product verkocht
                  is. De producent ziet zijn product niet meer terug en wordt daarmee dus ook niet geconfronteerd
                  met het afval van zijn producten. De verantwoordelijkheid voor dit afval ligt dan
                  bij diegene die het weggooit – de afvalstoffenhouder – en degene die het daarna moet
                  inzamelen en verwerken: veelal publieke spelers zoals gemeenten. Inzet van een uitgebreide
                  producentenverantwoordelijkheid is om deze situatie te veranderen door de producent
                  ook verantwoordelijk te maken voor inname, recycling en hergebruik of enige andere
                  vorm van afvalverwerking; de verantwoordelijkheid van de producent wordt letterlijk
                  uitgebreid.
               
Andere partijen in de keten, bijvoorbeeld de retailer, consument, inzamelaar, of recycler,
                  kunnen zo goed mogelijk hun rol spelen in de circulaire economie, maar ze kunnen niet
                  sturen in het ontwerp en het bedrijfsmodel van producten die op de markt zijn gebracht.
                  Een inzamelaar of recycler die bijvoorbeeld wordt geconfronteerd met een slecht recyclebare
                  verpakking heeft geen mogelijkheid het ontwerp ervan aan te passen. De producent kan
                  dat nadrukkelijk wel. De beleidsfilosofie achter de producent verantwoordelijk stellen
                  voor inname en recycling via uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, is dan ook
                  om de eindverantwoordelijkheid voor de gehele circulaire keten bij één actor te leggen;
                  namelijk de ketenspeler die kan sturen aan het begin van de keten. Een uitgebreide
                  producentenverantwoordelijkheid maakt de producent dus integraal verantwoordelijk
                  voor de hele keten.
               
Wat wordt verstaan onder verantwoordelijkheid?
Het begrip verantwoordelijkheid heeft in het kader van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
                  een brede betekenis. Het doelt niet alleen op een aansprakelijkheid en het geven van
                  rekenschap, maar het betekent ook de verplichting om te organiseren, te zorgen dat
                  iets goed loopt en het probleem op te lossen. Het instrument uitgebreide producentenverantwoordelijkheid,
                  en daarmee de invulling van de term «verantwoordelijkheid», gaat nadrukkelijk verder
                  dan het principe dat de vervuiler betaalt. Het idee bij uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
                  is om de «vervuiler» te laten betalen én te laten organiseren, met als nadrukkelijk
                  doel dat de «vervuiling» afneemt of zelfs helemaal stopt. Doel is om te komen tot
                  een circulaire economie en de producent te bewegen circulaire producten op de markt
                  te brengen door hem die integrale verantwoordelijkheid voor de keten te geven. Dit
                  betekent ook dat de producent de handelingsruimte moet krijgen zijn verantwoordelijkheden
                  uit te voeren en de gestelde doelen naar eigen inzicht in te richten. Een producent
                  die er bijvoorbeeld voor kiest om met een circulair bedrijfsmodel of statiegeld al
                  zijn producten in te nemen, moet de vrijheid hebben om dat te doen.
               
Hoe stimuleert een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid het ontwerpen van producten
                     conform de R-ladder en het verbeteren van de kwaliteit van producten?
Doordat een producent met een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid organisatorisch
                  en financieel verplicht is zijn producten terug te nemen en hergebruik en recycling
                  te organiseren, kan verwacht worden dat de producent een zekere stimulans voelt tot
                  reductie van de hoeveelheid producten die hij op de markt brengt en tot het verbeteren
                  van de kwaliteit ervan opdat deze langer meegaan en minder afval veroorzaken. Daarmee
                  draagt een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid bij aan afvalpreventie: voor
                  al het afval dat de producent aan het begin van de keten voorkomt, hoeft hij immers
                  aan het einde geen oplossing te bedenken.
               
Tevens kan verwacht worden dat de producent zal kiezen voor aanpassing van het ontwerp
                  van zijn producten wanneer dat kosten aan het eind van de keten voorkomt. Daarmee
                  gaat er van een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid ook een prikkel uit tot
                  hergebruik en/of hoogwaardige recycling. Ook dwingt een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
                  producenten na te denken over het retour komen van afgedankte producten, zodat hoogwaardige
                  recycling, hergebruik en/of reparatie mogelijk is; hiermee geeft het instrument een
                  stimulans voor circulaire bedrijfsmodellen.
               
Door het Ministerie van IenW is in samenwerking met de Rebelgroup een model ontwikkeld
                  dat producenten kunnen gebruiken om de toekomstige kosten van hun uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
                  bij de verschillende R-strategieën te berekenen. Dit model is op 28 oktober 2021 naar
                  uw Kamer gestuurd en vormt een belangrijke bouwsteen voor producenten bij het invullen
                  van hun uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.4
De reikwijdte van een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en de noodzaak van
                     aanvullend beleid
Met het verantwoordelijk stellen van producenten voor de afvalfase via een uitgebreide
                  producentenverantwoordelijkheid worden de kosten voor afvalwerking, inname en recycling
                  geïnternaliseerd. Hiermee wordt voorkomen dat de producent deze externe kosten afwentelt
                  op het milieu of de maatschappij. Het internaliseren van andere externe effecten,
                  denk aan bijvoorbeeld CO2-uitstoot, of andere verantwoordelijkheden van de producent, zoals arbeidsrecht of
                  milieuregels bij productie, moet via andere beleidsinstrumenten gebeuren.
               
Ook is het goed te nadrukken dat een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid op
                  zichzelf nog geen garantie geeft voor een volwaardige circulaire keten voor die producten.
                  De mate waarin een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid bijdraagt aan het circulair
                  maken van een keten, hangt mede af van het soort product. Het is aannemelijk dat kort-cyclische,
                  relatief goedkope producten met een homogene samenstelling vatbaarder zijn voor de
                  prikkels van een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid dan lang-cyclische, complexe
                  producten. Andere bepalende factoren zijn de doelen die de producent moet halen in
                  het kader van zijn uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en de mate waarin een
                  producent sturingsmogelijkheden en handelingsruimte heeft.
               
Andere beleidsinstrumenten kunnen nodig zijn om bijvoorbeeld de producent te dwingen
                  tot preventie, een circulair ontwerp of een circulair bedrijfsmodel. Hierbij kan het
                  bijvoorbeeld gaan om reductiemaatregelen door concrete verboden, of ontwerpeisen in
                  productvoorschriften. Een voorbeeld hiervan is de recent verschenen Ministeriële Regeling
                  plastics voor eenmalig gebruik 5, waarin een aantal reductiemaatregelen voor specifieke wegwerpplastics zijn uitgewerkt.
               
Wat moet de producent op basis van de regelgeving doen?
De verantwoordelijkheden die een producent krijgt bij een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
                  zijn vastgelegd in het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
                  en komen voort uit de Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen. Het Besluit verplicht
                  een producent allereerst om een «passende inname» van zijn producten te organiseren.
                  Het uitgangspunt is dat de producent – doordat deze verantwoordelijk wordt voor de
                  inname van zijn eigen producten – geconfronteerd wordt met zijn afval en de verantwoordelijkheid
                  het op te ruimen. Dat innamesysteem moet de consument in staat stellen om gedurende
                  het hele jaar zijn producten kosteloos in te leveren.
               
Voorts worden bij een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor een bepaalde
                  productgroep specifieke doelen vastgelegd die de betreffende producenten moeten halen.
                  Deze doelen moeten afrekenbaar en handhaafbaar zijn en kunnen gericht zijn op het
                  halen van een minimum hoeveelheid die producenten moeten innemen, recyclen of hergebruiken.
                  Binnen deze R-strategieën kunnen, waar wenselijk en passend, tussenvormen worden bedacht
                  bijvoorbeeld gericht op hoogwaardige recycling. De doelen die gesteld worden bieden
                  de voornaamste sturingsmogelijkheid in een systeem van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.
               
Het is goed te benadrukken dat de verplichting van de producent om een innamesysteem
                  te organiseren, niet stopt wanneer de gestelde doelen zijn gehaald; de verplichting
                  om als producent inname van zijn producten te organiseren, geldt het hele jaar. Tevens
                  is een producent met een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid verplicht om
                  de consument te informeren, zich te melden bij de overheid en jaarlijks verslag te
                  doen over het nakomen van zijn verantwoordelijkheden. De ILT ziet toe op naleving
                  van de verplichtingen.
               
Individuele versus collectieve verantwoordelijkheid
De uitgebreide producentenverantwoordelijkheid is een individuele verantwoordelijkheid
                  voor iedere producent afzonderlijk. Een producent is uitsluitend verantwoordelijk
                  voor de producten die hij zelf op de markt brengt, niet voor de producten van een
                  concurrent. Een frisdrankproducent kan verantwoordelijk worden gehouden voor de flesjes
                  die hij verkoopt, maar heeft geen enkele betrokkenheid bij de flesjes van zijn concurrent.
                  Dit betekent ook dat iedere producent gehouden is aan de betreffende verantwoordelijkheden
                  en de doelen dus ook zelf moet behalen. In de huidige praktijk geven producenten veelal
                  collectief uitvoering aan hun individuele UPV-verantwoordelijkheid via een producentenorganisatie;
                  de regelgeving geeft producenten de mogelijkheid daartoe. Een producentenorganisatie
                  is een private organisatie die namens de producenten de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
                  uitvoert. Het is aan producenten om te kiezen voor een dergelijke gezamenlijke uitvoering
                  via een producentenorganisatie.
               
De collectieve uitvoering is een afgeleide van de individuele verantwoordelijkheid
                  en kent een aantal voor- en nadelen. Een voordeel van een collectieve uitvoering is
                  dat er een landelijk dekkend systeem kan ontstaan dat de consument ook in staat stelt
                  om overal vergelijkbare producten in te leveren. De consument hoeft dan niet voor
                  ieder product terug naar de specifieke producent. Een tweede voordeel is dat één collectieve
                  uitvoerder het eenvoudiger maakt te monitoren of landelijke doelen worden gehaald
                  en één partij aan te spreken op de verantwoordelijkheid hiervoor. Dit verbetert ook
                  de handhaafbaarheid.
               
Collectieve uitvoering kent echter ook een aantal nadelen. Voornaamste nadeel is dat
                  een producent met een collectief uitgevoerde UPV zijn producten niet fysiek terugkrijgt
                  en dus niet direct geconfronteerd wordt met zijn afval. Hij voorziet in zijn verantwoordelijkheid
                  door het betalen van een afvalbeheerbijdrage aan de collectieve producentenorganisatie
                  die uitvoert. Aangezien zijn concurrenten dit ook moeten, geldt hierbij geen of een
                  beperkt concurrentienadeel. Hierdoor rijst de vraag in welke mate producenten in de
                  praktijk verantwoordelijkheid ervaren en of een producent met een (radicaal) circulair
                  ontwerp of bedrijfsmodel daarvoor beloond wordt binnen een collectief systeem.
               
Het feit dat het aan producenten is om te kiezen voor een dergelijke gezamenlijke
                  uitvoering, betekent ook dat een producent het recht en de mogelijkheid heeft zijn
                  producentenverantwoordelijkheid individueel uit te voeren. De producent is dan zelf
                  gehouden de wettelijke verantwoordelijkheden na te komen. In de verdere transitie
                  naar een circulaire economie kan het zeker interessant zijn als koplopende circulaire
                  producenten hiervoor zouden kiezen.
               
De rol van tariefdifferentiatie
Om de nadelen van collectieve uitvoering te ondervangen is in het Besluit uitgebreide
                  producentenverantwoordelijkheid bij collectieve uitvoering tariefdifferentiatie verplicht
                  gesteld. Tariefdifferentiatie betekent dat er een directe koppeling moet zijn tussen
                  de afdracht die producenten betalen aan een producentenorganisatie en de kosten die
                  er zijn voor het uitvoeren van de UPV-verantwoordelijkheid. Tarieven moeten dus gedifferentieerd
                  worden naar bijvoorbeeld de levensduur, repareerbaarheid, herbruikbaarheid en recyclebaarheid
                  van verschillende producten. De tariefdifferentiatie heeft daarbij betrekking op die
                  facetten die ook onderdeel zijn van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.
                  Bijvoorbeeld: in de collectieve uitvoering van de UPV voor verpakkingen is de afdracht
                  voor een goed recyclebare verpakking lager en die voor een moeilijk recyclebare verpakking
                  hoger. Het differentiëren van tarieven op circulair ontwerp is alleen mogelijk als
                  deze ook in de praktijk leiden tot lagere kosten van de uitvoering van de UPV die
                  de producentenorganisatie heeft. Een producent met een herbruikbaar of goed recyclebaar
                  product dat na inname waarde heeft, betaalt dan per product minder dan een producent
                  van een slecht ontworpen product dat leidt tot hoge kosten. Het berekenen en vaststellen
                  van de tarieven is een verantwoordelijkheid van de producentenorganisatie.
               
De rol van het algemeen-verbindend-verklaren
Producenten die collectief uitvoering wensen te geven aan hun UPV, kunnen de Minister
                  van IenW verzoeken een onderling gesloten overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage,
                  als bedoeld in artikel 15.36 van de Wet milieubeheer, algemeen verbindend te verklaren.
                  In dat geval zijn alle producenten daaraan gebonden. Daarmee ontstaat er één collectief
                  systeem ter uitvoering van een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, waar iedere
                  producent aan gehouden is. Een verzoek tot het algemeen verbindend verklaren moet
                  worden ondersteund door een belangrijke meerderheid van de op de markt actieve producenten
                  en moet bijdragen aan een doelmatig afvalbeheer. Alle genoemde UPV-systemen in Nederland
                  kennen op dit moment een overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage die algemeen verbindend
                  is verklaard. De voor- en nadelen van een dergelijke collectieve uitvoering zijn hierboven
                  uiteenzet.
               
Het staat producenten vrij om ook zonder dat zij daartoe wettelijk worden verplicht,
                  verantwoordelijkheid te nemen voor het afvalbeheer van de door hen op de markt gebrachte
                  producten. Zij kunnen onderling een overeenkomst afsluiten over een afvalbeheerbijdrage
                  en verzoeken deze voor een periode van 5 jaar algemeen verbindend te verklaren. Ook
                  een dergelijk verzoek wordt getoetst aan de vraag of het algemeen verbindend verklaren
                  bijdraagt aan doelmatig afvalbeheer. Voor vlakglas bestaat op deze manier al jaren
                  een goedwerkend afvalbeheersysteem. Voor matrassen is een dergelijk systeem begin
                  2022 van start gegaan. Uit het feit dat producenten zelf het initiatief nemen, volgt
                  dat er geen wettelijke verantwoordelijkheden zijn.
               
De rol van andere partijen in de keten en de verhouding met de gemeentelijke zorgplicht
In een situatie zonder uitgebreide producentenverantwoordelijkheid is de «afvalstoffenhouder»
                     verantwoordelijk voor zijn afval. Voor bedrijfsafvalstromen ligt de verantwoordelijkheid
                     voor het afval bij het bedrijf dat zich ontdoet van het afval. Voor huishoudelijk
                     afval hebben gemeenten in Nederland een zorgplicht. Met een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
                     wordt deze rolverdeling aangepast en wordt de producent verantwoordelijk voor zijn
                     producten in het afval. Producenten moeten voorzien in een innamesysteem waarmee afvalstoffenhouders
                     het hele jaar kosteloos hun producten kunnen inleveren. Het is dan ook aan de producent
                     om deze keten te organiseren en afspraken te maken met andere partijen in de keten
                     over inname, recycling of hergebruik.6
In het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid zijn producenten
                     aangewezen als normadressaat; de verantwoordelijkheid voor het nakomen van de verplichtingen
                     is expliciet bij producenten belegd. Daarmee zijn de rollen en verantwoordelijkheden,
                     conform de EU-Kaderrichtlijn Afvalstoffen, duidelijk belegd. Het besluit expliciteert
                     daarbij dat er voor producenten geen sprake is van een afhankelijkheid van derde partijen.
                     Met het opleggen van een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid neemt de wetgever
                     het standpunt in dat producenten eigenstandig in staat zijn de verantwoordelijkheden
                     na te komen.
                  
Het uitvoeren van een private, bij producenten belegde verantwoordelijkheid is dus
                  nadrukkelijk geen publieke verantwoordelijkheid van gemeenten. Het staat gemeenten
                  of gemeentelijke afvalinzamelaars en producenten vrij om afspraken te maken over het
                  gebruik van gemeentelijke innamesystemen voor het uitvoeren van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.
                  Bij bijvoorbeeld de UPV voor verpakkingen is dat op dit moment de praktijk.
               
De Universiteit Utrecht heeft onlangs een zeer complete en waardevolle analyse gemaakt
                  van de wet- en regelgeving rond UPV waarin in het bijzonder is gekeken naar de rol
                  van gemeenten bij een UPV.7 In aanvulling op de in deze brief uiteengezette onderwerpen is een belangrijke constatering
                  van de Universiteit Utrecht dat gemeenten niet mogen uitsluiten dat producenten zelf
                  hun producten inzamelen; inzameling is niet voorbehouden aan gemeentelijke afvaldiensten.
                  Ook geldt dat er geen verplichting bestaat voor gemeenten om in de openbare ruimte
                  inzamelvoorzieningen van producenten te plaatsen of te dulden. De gemeente is niet
                  verplicht taken uit te voeren voor producentenorganisaties. Zij kunnen dit weigeren,
                  bijvoorbeeld als hun kosten niet gedekt worden of niet aan hun voorwaarden tegemoet
                  wordt gekomen.
               
Naast de verantwoordelijkheden voor producenten houdt de gemeente onverkort de zorgplicht
                  voor de inzameling van het huishoudelijk afval. De kosten van die stromen liggen bij
                  de gemeente. De producent is er aan gehouden het hele jaar een passend inzamelsysteem
                  voor al zijn producten te hebben en de doelstellingen voor inzameling, recycling en
                  hergebruik te halen. Het speelveld voor onderhandeling tussen gemeenten en producenten
                  bevindt zich tussen de hier beschreven juridische uitgangspunten.
               
In haar analyse doet de Universiteit Utrecht voorts de suggestie om het overleg tussen
                  alle betrokkenen bij een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
                  institutioneel uitgebreider vorm te geven. Het kabinet onderschrijft dit in zoverre
                  dat het voorstander is van een ketenbrede dialoog omdat dit kan bijdragen aan een
                  goede en voortvarende uitvoering van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.
               
Op één belangrijk punt wijkt de analyse van de Universiteit Utrecht af van de benadering
                  van het kabinet. In de UPV-regelgeving wordt gesproken over «kostenefficiëntie» waar
                  het gaat over de financiële bijdragen die producenten aan de producentenorganisatie
                  betalen. De Universiteit stelt dat daarmee kostenefficiëntie in de onderhandelingen
                  tussen producenten en gemeenten ook het uitgangspunt moet zijn. De bepaling in de
                  UPV-regelgeving over kostenefficiëntie heeft in de kabinetsbenadering betrekking op
                  de relatie tussen producenten en hun producentenorganisatie en niet op de (financiële)
                  afspraken tussen producenten(organisatie) en uitvoerende partijen waaronder gemeenten.
               
Ik hoop u met het voorgaande voldoende inzicht te hebben geboden in de invulling en
                  de werking van het instrument uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.
               
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
                  V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
