Brief regering : Fiche: Mededeling Europese Verklaring Digitale Rechten en Beginselen voor het Digitale Decennium
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3347
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 maart 2022
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 3 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Mededeling Defensiepakket (Kamerstuk 22 112, nr. 3345)
Fiche: Mededeling Routekaart kritieke technologieën (Kamerstuk 22 112, nr. 3346)
Fiche: Mededeling Europese Verklaring Digitale Rechten en Beginselen voor het Digitale
Decennium
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
Fiche: Mededeling Europese Verklaring Digitale Rechten en Beginselen voor het Digitale
Decennium
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch
en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: Opstelling van een Europese verklaring
over digitale rechten en beginselen voor het digitale decennium
b) Datum ontvangst Commissiedocument
26 januari 2022
c) Nr. Commissiedocument
COM (2022) 27
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=COM%3A2022%3A27%3AF…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX%3A52022SC0014…
f) Behandelingstraject Raad
Telecomraad
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in nauwe samenwerking met
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
2. Essentie voorstel
Op 26 januari jl. heeft de Commissie een mededeling voor het opstellen van een Europese
Verklaring over de Digitale Rechten en Beginselen voor het Digitale Decennium gepresenteerd.
Deze mededeling wordt vergezeld door een door de Commissie voorgesteld ontwerp voor
een Europese Verklaring over Digitale Rechten en Beginselen voor het Digitale Decennium
(hierna: «verklaring»). De verklaring wordt als integraal onderdeel van de mededeling
besproken. De in de verklaring opgenomen digitale beginselen zijn bedoeld als fundamentele
concepten, gebaseerd op gemeenschappelijke Europese waarden, en dienen als leidraad
voor een mensgerichte, veilige, inclusieve en open digitale omgeving. Tevens dient
de verklaring als maatstaf bij het optreden van de EU, haar toekomstige werkzaamheden
en samenwerking met partners wereldwijd. Verder voorziet de Commissie dat de verklaring
een referentiepunt voor iedereen in de EU zal zijn, in het bijzonder voor burgers,
beleidsmakers en voor bedrijven die digitale technologieën ontwikkelen.
De Commissie zet in op ondertekening van deze verklaring door de Raad en het Europees
Parlement voor de zomer van 2022. Het voorstel is nauw verbonden met en bouwt voort
op de Mededeling Digitaal Kompas 2030 die de Commissie op 9 maart 2021 heeft gepubliceerd.1
In de verklaring staan zes beginselen centraal: het centraal stellen van de mens in
de digitale transformatie; solidariteit en inclusie, zoals het recht digitale vaardigheden
te ontwikkelen en toegang tot connectiviteit; keuzevrijheid, zoals het profiteren
van de voordelen van artificiële intelligentie (AI); deelname aan de digitale openbare
ruimte, zoals de aanpak van desinformatie; veiligheid, beveiliging en empowerment,
zoals het streven naar veilige digitale technologieën en het beschermen van privacy
van burgers; tot slot duurzaamheid, zoals notie dat de digitale transitie een belangrijke
factor van duurzame economische groei is.
De verklaring heeft een politiek karakter en is niet een juridisch bindend document.
Het bouwt voort op bestaand Europees recht, zoals opgenomen in het Handvest van de
grondrechten van de EU en ander Unierecht. Bij het toepassen van deze beginselen in
beleidsinitiatieven en wetgeving zal dit in samenhang zijn met deze bestaande rechten
en beginselen. De beginselen doen geen afbreuk aan de wettelijke rechten die mensen
in de EU al online beschermen, en waarvoor in de EU doeltreffende rechtsmiddelen bestaan.
Evenmin aan rechtmatige beperkingen van wettelijke rechten, of aan noodzakelijke en
evenredige beperkingen in het algemeen belang. In het jaarlijks door de Commissie
te publiceren Staat van het Digitaal Decennium zal worden gerapporteerd over de voortgang
zoals al aangekondigd in het Voorstel voor het besluit: «Weg naar een Digitaal Decennium»2.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het kabinet zet in de Nederlandse Digitaliseringsstrategie3 in op een evenwichtige en integrale visie op digitalisering. Net als de Commissie
onderschrijft het kabinet een langetermijnvisie op digitalisering door in te zetten
op een waardengedreven, mensgerichte en op duurzaamheid gerichte digitale transitie.
Ook in het digitale domein dienen publieke waarden en grondrechten te allen tijde
gewaarborgd te worden. Het kabinet heeft dan ook concreet beleid ontwikkeld om publieke
waarden en grondrechten in digitale ontwikkelingen te verankeren.4
5
6
7
8 Het kabinet zet erop in dat burgers en ondernemers, overheden, kennisinstellingen
en andere belanghebbenden volop gebruik kunnen blijven maken van de mogelijkheden
van digitalisering. Hierbij is van belang dat de EU een helder en toekomstbestendig
kader heeft ontwikkeld dat innovatie en het verdienvermogen van Nederland als lid
van de EU en internationaal versterkt.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet verwelkomt de mededeling als onderdeel van de integrale digitaliseringsagenda
van de Commissie. Het kabinet ziet het belang van het politiek vastleggen van digitale
beginselen om sturing te geven aan de digitale transitie en zodoende de digitale samenleving
vorm te geven. Het kabinet acht het positief dat de Commissie de mens centraal stelt
in de digitale transitie en ook prioriteit hecht aan het versterken van de rechten
en vrijheden in het digitale domein. Dit vanwege het grote belang dat het kabinet
zelf ook hecht aan het benadrukken van rechtsstatelijke principes en fundamentele
rechten als basis voor de digitale samenleving. Het kabinet acht het positief dat
de in deze verklaring opgenomen beginselen kunnen dienen als wereldwijde inspiratiebron
voor internationale partners bij het vormgeven van de digitale transitie, waarbij
mensen en hun grondrechten centraal staan. Eerder in het traject heeft het kabinet
benadrukt dat deze verklaring moet aansluiten bij al geldende mensenrechtenverklaringen
en -verdragen die mondiaal gelden en de grondrechten die in het Handvest van de grondrechten
van de Europese Unie zijn verankerd. Hier heeft de Commissie onder meer op verzoek
van het kabinet uitdrukkelijk rekening mee gehouden, door in de Verklaring naar bestaande
mensenrechtenverdragen en het primaire EU-recht te verwijzen.
Het kabinet steunt het beginsel dat toegang tot digitale technologie voor iedereen
in de EU centraal stelt en onderstreept het belang van een digitale samenleving waarin
iedereen de kans heeft om mee te doen. Hierin hebben ook marktpartijen een maatschappelijke
verantwoordelijkheid. Daarbij is extra aandacht nodig voor gelijke digitale kansen
voor mensen in achterstandssituaties, ouderen, mensen met een beperking en kinderen.
Het kabinet vindt dat het kunnen beschikken over digitale apparaten daarbij hoort,
zodat niemand hoeft achter te blijven in de digitale transitie. Middels de Alliantie
Digitaal Samenleven zet het kabinet hierop in, op basis van een gedeelde verantwoordelijkheid
tussen de markt en overheid met als doel om kwetsbare groepen te voorzien van apparaten
en waar nodig connectiviteit. Daarnaast steunt het kabinet het beginsel dat toegang
tot internet voor iedereen in de EU centraal stelt.
Het kabinet onderschrijft daarnaast het belang van betaalbare en snelle digitale connectiviteit
voor de economie en samenleving. Het kabinet vindt dat de uitrol van vaste en mobiele
netwerken zoveel mogelijk marktgedreven moet zijn. De overheid moet hiervoor goede
randvoorwaarden creëren. Dat is in de eerste plaats een goed concurrerende telecommarkt
die investeert en innoveert. Daarnaast moet veiligheid steeds als randvoorwaarde gelden.
Daar waar de markt onvoldoende in beweging is, kunnen nationale overheden middels
en binnen de Europese staatssteunkaders digitale connectiviteit bevorderen.9 Het kabinet steunt tevens het waarborgen van een neutraal en open internet.
Het kabinet deelt ook het beginsel dat iedereen de kans moet krijgen om zowel basis-
als meer gevorderde digitale vaardigheden te verwerven en onderwijsinstellingen toegang
moeten hebben tot connectiviteit, infrastructuur en digitale leermiddelen. Positief
aan het voorstel is ook dat andere beginselen in de verklaring bijdragen aan de inzet
van het op publieke waarden in het onderwijs10, en recente ontwikkelingen in de EU.11 Zoals ook in de verklaring gesteld wordt, vindt het kabinet dat ook digitale vaardigheden
en een goed begrip van de digitale wereld in het privéleven van groot belang zijn
voor veiligheid, gelijke sociale kansen, participatie en zelfredzaamheid.
Verder steunt het kabinet het beginsel dat toegang tot (belangrijke) overheidsdiensten
voor iedereen in de EU centraal stelt. Daarin regelt de Single Digital Gateway (SDG-)
verordening12 momenteel informatieverstrekking over diensten die relevant zijn bij een aantal grensoverschrijdende
levensgebeurtenissen en de bijbehorende elektronische procedures. Het voorgestelde
beginsel dat nadruk legt op de belangrijkste overheidsdiensten zou tot handvat gesteld
kunnen worden voor afspraken over nadere fasering in de invoering.13
Het kabinet ondersteunt dat iedereen in staat moet worden gesteld te profiteren van
de voordelen van artificiële intelligentie (AI) via eigen, geïnformeerde keuzes in
de digitale omgeving, en tegelijkertijd tegen risico’s moet worden beschermd. Desalniettemin
behoeft de tekst van de mededeling op punten aanscherping omdat passages te absoluut
zijn geformuleerd. Daarnaast onderschrijft het kabinet dat algoritmische systemen
gebaseerd moeten zijn op geschikte gegevensreeksen om discriminatie te voorkomen en
menselijk toezicht mogelijk te maken op de resultaten die mensen treffen.
Het kabinet onderschrijft het in de verklaring nadrukkelijk benoemde belang van burgerparticipatie
in een betrouwbare en veilige digitale publieke ruimte als waarborg voor de vrijheid
van meningsuiting en de aanpak van desinformatie. De rechtsstaat en de democratie
zijn het fundament voor onze samenleving. Digitalisering heeft de potentie om de democratie
te versterken met een levendig en open debat. Daarom zet het kabinet zich sterk in
voor Europese regelgeving die online platformen ertoe aanzet in dit kader hun verantwoordelijkheden
te nemen.
Het hoofdstuk Veiligheid, beveiliging en empowerment beoordeelt het kabinet in beginsel
positief, maar kan op punten worden aangescherpt. Als voorbeeld hierbij steunt het
kabinet het streven naar veilige digitale technologieën, producten14 en diensten volledig, maar ziet daarbij graag benadrukt dat dit meer omvat dan de
genoemde bescherming tegen cybercrime maar ook het creëren van de juiste randvoorwaarden,
bijvoorbeeld door aan producenten en dienstverleners veiligheidseisen te stellen voor
markttoegang.
Het kabinet steunt de ambitie om de privacy van burgers te verbeteren, maar de door
de Commissie geformuleerde teksten behoeven enige nuance om in overeenstemming te
worden gebracht met de complexe belangenafwegingen omtrent datagebruik die zijn vervat
in het vigerende (EU) gegevensbeschermingsrecht. De concreet geformuleerde ambitie
op het gebied van privacy omtrent het makkelijk overdragen van persoonsgegevens is
in lijn met bestaand kabinetsbeleid. Wat het kabinet betreft zou op dit onderdeel
nog iets meer ambitie getoond kunnen worden. Daarnaast onderschrijft het kabinet de
ambitie dat kinderen en jongeren online moeten worden beschermd en moeten leren zich
veilig te bewegen in de online wereld en ook leren op te komen voor zichzelf.
Het kabinet onderschrijft het beginsel dat de digitale transitie bijdraagt aan een
groene transitie: natuurherstel, bescherming van biodiversiteit en een klimaatneutrale
en duurzame toekomst. Het behalen van doelstellingen in de Europese Green Deal, de
Overeenkomst van Parijs en de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN is daar onderdeel
van. In dat licht steunt het kabinet ook de notie dat de digitale transitie een belangrijke
factor van duurzame economische groei is, en dat hier verschillende randvoorwaarden
voor op orde moeten zijn.
Ten slotte, wat betreft monitoring verwijst het kabinet naar haar reactie op het voorstel
voor een besluit Beleidsprogramma: «Weg naar een Digitaal Decennium»15.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Tijdens de Telecomraad van 3 december 2021 (Kamerstuk 21 501–33, nr. 900) hebben een groot aantal lidstaten zich positief ten opzichte van het voorstel voor
een verklaring getoond. Enkele lidstaten, waaronder Nederland, hebben daarbij vragen
gesteld over hoe een verklaring aansluit bij bestaande EU-wetgeving en internationale
verklaringen en verdragen op het gebied van fundamentele rechten. De positie van het
Europees Parlement is nog onbekend.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
a) Bevoegdheid
Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de bevoegdheid van deze
mededeling. De EU heeft op basis van artikel 4, lid 2, onder a, f en j VWEU respectievelijk
een gedeelde bevoegdheid op de gebieden van de interne markt, de consumentenbescherming
en de ruimte vrijheid, veiligheid en recht. De mededeling heeft betrekking op deze
drie gebieden. De Commissie is zodoende bevoegd deze mededeling uit te vaardigen.
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteit is positief. De
mededeling heeft als doel als leidraad te dienen voor de EU zelf om in het digitale
domein de Europese waarden en de rechten en vrijheden van burgers en rechtspersonen
te respecteren en te versterken. Het vormgeven en uitwerken van de waardengedreven
digitale transitie, gebaseerd op de Europese grondrechten, kan in bepaalde gevallen
het meest effectief worden verwezenlijkt door gezamenlijk optreden op EU-niveau, wegens
de grensoverschrijdende aard van het digitale domein. Om die redenen is optreden op
EU-niveau ter ondersteuning van het optreden van de lidstaten gerechtvaardigd.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit is positief.
De mededeling heeft als doel om als leidraad te dienen voor de EU zelf om in het digitale
domein de Europese waarden en de rechten en vrijheden van burgers en rechtspersonen
te respecteren en te versterken. Het kabinet acht de mededeling geschikt om een dergelijke
leidraad te bieden, wegens (onder meer) de nadruk op rechtsstatelijke principes en
fundamentele rechten in het digitale domein en het centraal stellen van de mens in
de digitale transitie. Het voorgestelde optreden bevat geen wetgeving en gaat daarom
niet verder dan noodzakelijk.
d) Financiële gevolgen
Gezien dat niet bindende juridische aard van de beginselen, zijn er geen directe financiële
consequenties. Mocht er wetgeving volgen om deze beginselen te effectueren dan kunnen
er wel financiële gevolgen zijn. Indien er sprake is van budgettaire gevolgen voor
Nederland, dan zullen deze worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke
departementen, conform de regels van de budgetdiscipline. Er zal hierbij ook gekeken
moeten worden naar de financiële gevolgen voor medeoverheden. Het kabinet is van mening
dat de middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële
kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling
van de jaarbegroting.
e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
De gevolgen op het gebied van regeldruk zijn op dit moment niet vast te stellen, omdat
het hier niet gaat om concrete voorstellen tot regelgeving. De voorgestelde verklaring
komt in grote lijnen overeen met het bestaand Nederlands beleid op het gebied van
digitalisering, daarom wordt geen grote impact op het gebied van regeldruk verwacht.
Mocht er wetgeving volgen om deze beginselen te effectueren, dan kan de regeldruk
toenemen. Tevens kwam uit de door de Commissie uitgevoerde consultatie van de voorstellen
naar voren dat door respondenten aandacht is gevraagd voor met name kleine en middelgrote
ondernemingen, startups en ondernemers. Het kabinet onderschrijft dit en is van mening
dat eventuele regelgeving op dit gebied innovatie niet in de weg mag staan door onnodige
toetredingsdrempels voor deze groep op te werpen. Op het gebied van concurrentiekracht
kan worden opgemerkt dat het voor de Nederlandse ondernemer gunstig is dat binnen
de hele EU eenzelfde beginselen binnen het digitale domein zullen gelden, die de interne
markt en innovatie versterken. Bovendien verstevigt de EU, en daarmee ook Nederland,
hiermee haar rol als voorloper op het gebied van een duurzaam, mensgericht en op waarden
gebaseerd model in het digitale tijdperk.
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken