Brief regering : Fiche: Wijziging Normalisatieverordening
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3342
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 maart 2022
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 2 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Mededeling Europese Normalisatiestrategie (Kamerstuk 22 112, nr. 3341)
Fiche: Wijziging Normalisatieverordening
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
Fiche: Wijziging Normalisatieverordening
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging
van Verordening (EU) nr. 1025/2012 wat betreft de besluiten van Europese normalisatieorganisaties
over Europese normen en Europese normalisatieproducten
b) Datum ontvangst Commissiedocument
2 februari 2022
c) Nr. Commissiedocument
COM(2022) 32
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=COM%3A2022%3A32%3AF…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Raad voor Concurrentievermogen
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Economische Zaken en Klimaat
h) Rechtsbasis
Artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)
i) Besluitvormingsprocedure Raad
Gekwalificeerde meerderheid
j) Rol Europees Parlement
Medebeslissing
2. Essentie voorstel
a) Inhoud voorstel
In dit voorstel presenteert de Commissie een wijziging in de Normalisatieverordening1. De aanleiding voor deze wijziging is de zorg van de Commissie over sterk toegenomen
betrokkenheid van internationale spelers bij besluiten van normalisatie-instellingen.
Die betrokkenheid brengt een risico met zich dat niet volledig rekening wordt gehouden
met de belangen, beleidsdoelstellingen en waarden van de Unie. Met de wijziging beoogt
de Commissie te bereiken dat, waar normalisatie plaats vindt op verzoek van de Commissie
ter ondersteuning van Europese wetgeving, de besluitvorming zoveel mogelijk gebaseerd
is op Europese belangen.
Een norm of standaard is een vrijwillige afspraak tussen partijen over de specificatie
van een product, dienst of proces. Normalisatie is een privaat proces waarbij belanghebbenden
onder begeleiding van een normalisatie-instelling, een onafhankelijke private organisatie,
tot een norm komen. Normalisatie kan door de overheid gebruikt worden om met beleid
en regelgeving aan te sluiten bij het zelfregulerend vermogen van de samenleving.
Op deze manier wordt de deskundigheid van de marktdeelnemers en andere belanghebbenden
benut en kan de norm op een praktische manier invulling geven aan de doelvoorschriften
in de regelgeving, bijvoorbeeld door invulling te geven aan technische veiligheids-
of gezondheidseisen, volgens de laatste stand der techniek. Geharmoniseerde normen
ontstaan wanneer de Commissie de Europese normalisatie-instellingen2 verzoekt om een norm te ontwikkelen als juiste invulling van de wettelijke eisen
aan producten.
Met de voorgestelde wijziging van de Normalisatieverordening wordt één lid aan artikel
10 toegevoegd. Deze toevoeging stelt een extra eis aan bepaalde typen besluiten binnen
Europese normalisatie-instellingen, namelijk dat deze besluiten uitsluitend worden
genomen door vertegenwoordigers van de nationale normalisatie-instellingen. De betreffende
typen besluiten zijn: besluiten over de aanvaarding, weigering en uitvoering van normalisatieverzoeken
van de Commissie; besluiten over de aanvaarding van nieuwe onderwerpen op basis van
de normalisatieverzoeken van de Commissie; en besluiten tot vaststelling, herziening
en intrekking van Europese normen of Europese normalisatieproducten die zijn gemaakt
op basis van de normalisatieverzoeken van de Commissie.
Gelijktijdig met dit voorstel verscheen een verslag over de implementatie van deze
verordening, een mededeling met daarin een nieuwe Europese normalisatiestrategie en
het jaarlijkse werkprogramma van de Unie voor Europese normalisatie voor 2022. Over
de mededeling met de normalisatiestrategie wordt uw Kamer gelijktijdig via een apart
BNC-fiche geïnformeerd.
b) Impact assessment Commissie
Niet opgesteld
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het kabinet zet zich, vaak in nauwe samenwerking met andere lidstaten, in voor een
goed functionerend normalisatiesysteem gebaseerd op vertrouwen, transparantie en toegankelijkheid
voor alle relevante belanghebbenden, waaronder mkb en maatschappelijk middenveld.
In de besluitvorming moet steeds een afweging plaatsvinden van de belangen van zoveel
mogelijk belanghebbenden–ook waar deze niet, of minder krachtig, in een normcommissie
of ander besluitvormend orgaan vertegenwoordigd zijn. Dit geldt nog sterker voor alle
besluitvorming rondom het ontwikkelen van Europese normen of Europese normalisatieproducten
naar aanleiding van normalisatieverzoeken van de Commissie, gegeven de directe relatie
met Europese wetgeving en het daarmee verbonden publieke belang.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet vindt het belangrijk dat de besluitvorming binnen normalisatie-instellingen
recht doet aan de belangen van zoveel mogelijk betrokken partijen, en dat er niet
onevenredig veel invloed wordt uitgeoefend door bepaalde belanghebbenden. Het kabinet
is van mening dat ook sociale en democratische waarden, economische en nationale veiligheid
en mensenrechten bescherming verdienen en derhalve voldoende gewicht moeten krijgen
in belangenafwegingen. Tenslotte overweegt het kabinet dat het in de rede ligt om
bij belangenafwegingen rekening te houden met de mate waarin belangen verbonden zijn
met de Europese Unie, waar normalisatie plaats vindt op verzoek van de Commissie ter
ondersteuning van Europese wetgeving. De besluitvormingsprocessen binnen de nationale
normalisatie-instellingen lijken relatief goed ingericht om rekening te houden met
bovengenoemde aspecten. In dat licht is het begrijpelijk dat de Commissie aanstuurt
op besluitvorming rondom haar verzoeken via deze nationale instellingen. Het kabinet
ondersteunt in beginsel de door de Commissie gekozen aanpak in dit voorstel.
Wel is het kabinet benieuwd naar de praktische implicaties van de voorgestelde wijziging.
Hierover bestaat nog geen duidelijkheid, mede doordat de Commissie geen effectbeoordeling
uitgevoerd heeft. Het kabinet roept de Commissie op om, samen met de Europese en nationale
normalisatie-instellingen en met inachtneming van standpunten van overige stakeholders,
de praktische implicaties van de wijziging in kaart te brengen en met de lidstaten
te delen. Implicaties kunnen onder andere omvatten organisatorische wijzigingen binnen
de Europese normalisatie-instellingen als gevolg van de veranderde eisen en eventuele
risico’s voor de operationele continuïteit van de ontwikkelingsprocessen van geharmoniseerde
normen. Een aandachtspunt is ook dat bedrijven lidmaatschappen kunnen hebben in meerdere
landen waardoor ze kunnen deelnemen in meerdere nationale normalisatie-instellingen,
waardoor alsnog een risico ontstaat op onevenredige beïnvloeding. Het kabinet zet
zich er voor in dat de praktische implicaties van de wijziging nader worden onderzocht
alvorens deze haar beslag krijgt, zoals gebruikelijk bij nieuwe Europese voorstellen.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Van het Europees Parlement en van de overige lidstaten zijn nog geen posities bekend.
De Europese normalisatie-instelling waarvoor de gevolgen van de wijziging het grootst
zijn, ETSI, is de impact en praktische implicaties van de wijziging aan het onderzoeken.
Ditzelfde geldt voor NEN, de Nederlandse nationale normalisatie-instelling.
4. Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit
a) Bevoegdheid
Het oordeel van het kabinet is positief. De rechtsgrondslag blijft in de voorgestelde
herziening van de verordening ongewijzigd ten opzichte van de huidige verordening.
De Commissie baseert de bevoegdheid van de Unie ten aanzien van dit voorstel op artikel
114 VWEU. Op grond van dit artikel heeft de EU de bevoegdheid maatregelen vast te
stellen inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen
van de lidstaten die de instelling en de werking van de interne markt betreffen. Dit
is volgens het kabinet de juiste grondslag, omdat besluitvorming over geharmoniseerde
Europese normen raakt aan de werking van de interne markt. Op het terrein van de interne
markt is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en lidstaten (artikel 4,
tweede lid, onder a, VWEU).
b) Subsidiariteit
Het oordeel van het kabinet is positief. Het doel van het voorstel is om, bij de besluitvorming
binnen Europese normalisatie-instellingen ten aanzien van besluiten rondom normalisatieverzoeken
van de Commissie, een gebalanceerde inbreng van belangen, primair van partijen uit
de Europese Unie, te borgen. Procedures voor normalisatieverzoeken van de Commissie
worden (uitsluitend) geregeld in de Normalisatieverordening. Daarmee kan het nastreven
van het doel enkel op Europees niveau plaatsvinden.
c) Proportionaliteit
Het oordeel van het kabinet is positief. Het doel van het voorstel is om, bij de besluitvorming
binnen Europese normalisatie-instellingen ten aanzien van besluiten rondom normalisatieverzoeken
van de Commissie, een gebalanceerde inbreng van belangen, primair van partijen uit
de Europese Unie, te borgen. Het stellen van de eisen in het nieuwe artikel lijkt
daarvoor geschikt, omdat wordt aangesloten bij een bestaande structuur binnen de nationale
normalisatie-instellingen die waarborgen bevat ten aanzien van belangenafwegingen.
De eisen lijken niet te vergaand, aangezien de meerderheid van alle normontwikkelingsprocessen
reeds binnen deze bestaande structuur plaatsvindt. Het kabinet dringt aan op het uitvoeren
van een impact assessment om ervoor te zorgen dat het voorstel een goede en efficiënte
manier is om dat doel te bereiken, die niet verder gaat dan noodzakelijk.
5. Financiële consequenties, gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke
aspecten
a) Consequenties EU-begroting
De Commissie geeft in het voorstel aan geen budgettaire impact voor de EU-instellingen
te voorzien. Dit lijkt plausibel. De wijziging zal gevolgen hebben voor de organisatie
van processen binnen Europese en nationale normalisatie-instellingen. Er zijn voor
zover bekend geen veranderingen vereist in de werkwijze van de Commissie. Voor zover
deze er wel zullen zijn, is Nederland van mening dat de benodigde middelen gevonden
dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting
2021–2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.
b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/of medeoverheden
De wijziging zal gevolgen hebben voor de organisatie van processen binnen, en tussen,
Europese en nationale normalisatie-instellingen. De impact is het grootst voor de
Europese normalisatie-instelling ETSI3; een mogelijk gevolg van de wijziging is het intensiveren van de samenwerking met
de nationale normalisatie-instellingen. Mede door het ontbreken van een impact assessment
is nog onduidelijk hoe de diverse vormen van samenwerking in de praktijk zullen veranderen
naar aanleiding van de wijziging. Het lijkt niet onaannemelijk dat de wijziging zal
leiden tot een intensivering op nationaal niveau binnen met name normalisatiewerkzaamheden
die in samenwerking met de Europese normalisatie-instelling ETSI worden uitgevoerd.
Als de werkzaamheden die NEN voor ETSI-onderwerpen uitvoert in omvang toenemen, kan
aanpassing van het contract hieromtrent tussen NEN en het Ministerie van EZK noodzakelijk
zijn. Op nationaal niveau vindt personele interactie met, en financiële ondersteuning
van, normalisatieprocessen vanuit de rijksoverheid en/of medeoverheden plaats. Grotere
aandacht voor het algemeen belang bij belangenafwegingen kunnen overheidsinstanties
doen besluiten hun personele inzet te versterken. Het kabinet zal alert zijn op deze
aspecten bij de discussies met de Commissie over de voorziene implicaties van de wijziging.
Eventuele budgettaire gevolgen voor de nationale begroting worden ingepast op de begroting
van het/de beleidsverantwoordelijk(e) departement(en), conform de regels van de budgetdiscipline.
c) Financiële consequenties en gevolgen voor regeldruk voor bedrijfsleven en burger
Er worden geen financiële consequenties of gevolgen voor de regeldruk voorzien voor
burgers. De wijziging zal gevolgen hebben voor de organisatie van processen binnen
Europese en nationale normalisatie-instellingen en er is geen directe relatie met
de financiën van en regeldruk voor burgers.
Mede door het ontbreken van een impact assessment is een inschatting van de financiële
consequenties of gevolgen voor de regeldruk voor het bedrijfsleven niet goed te maken.
Het is aannemelijk dat deze beperkt zullen zijn, aangezien het overgrote gedeelte
van het normalisatieproces ongewijzigd blijft. Het is echter mogelijk dat het wijzigen
van de besluitvormingsregels leidt tot herschikkingen in samenwerkingsstructuren tussen
normalisatie-instellingen en belanghebbenden. Het is niet uit te sluiten dat dit financiële
of (ervaren) regeldruk-gerelateerde gevolgen heeft voor bedrijven. Deze gevolgen zouden
overigens ook positief kunnen uitpakken, bijvoorbeeld bij Joint Technical Bodies tussen CEN, CENELEC en ETSI.
d) Gevolgen voor concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
Doel van de wijziging is te bewerkstelligen, dat door middel van de interne governance
van de Europese normalisatieorganisaties rekening wordt gehouden met de standpunten
van alle Europese belanghebbenden (met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen
en maatschappelijke organisaties). Door de wijziging zal mogelijk de relatieve invloed
van Europese bedrijven op ontwikkelde Europese normen, geharmoniseerde normen en Europese
normalisatieproducten toenemen ten opzichte van bedrijven uit derde landen. Het is
goed voor te stellen dat dit indirect leidt tot een positief effect op de Europese
concurrentiekracht.
In de normalisatiestrategie, waaruit deze wijziging een van de maatregelen is, spelen
geopolitieke overwegingen onmiskenbaar een rol. De wijziging in de verordening, hoewel
in effect wellicht passend bij geopolitieke doelstellingen en ambities, is echter
ook goed te begrijpen als het streven naar een zuivere governance, met de juiste belangenafwegingen
en waarborgen, van de ontwikkeling van normalisatieproducten die bedoeld zijn ter
ondersteuning van Europese wetgeving.
6. Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid
(inclusief toepassing van de lex silencio positivo)
Er worden geen gevolgen voorzien voor nationale of decentrale regelgeving. De Commissie
heeft in haar voorstel geen handhavings- en sanctioneringsbepalingen opgenomen. Het
voorstel leidt niet tot een wijziging van de bevoegdheden, verantwoordelijkheden en/of
taken voor de rijksoverheid en medeoverheden. Het voorstel past binnen de lijn: decentraal
wat kan, centraal wat moet: de wijziging heeft betrekking op procedures die uitsluitend
geregeld worden in de Normalisatieverordening. Er zijn geen interbestuurlijke afspraken
tussen de rijksoverheid en medeoverheden betreffende samenwerking nodig. De lex silencio
positivo is niet van toepassing.
b) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan
Niet van toepassing
c) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum
inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid
Er is nog geen geplande datum van toepassing. De wijziging voorziet in een overgangsperiode
van zes maanden tussen toepassing en inwerkingtreding, om de Europese normalisatie-instellingen
in staat te stellen hun reglement van orde waar nodig aan te passen. In afwezigheid
van een impact assessment en/of nadere informatie van de Europese normalisatie-instellingen
is een inschatting van de toereikendheid van deze overgangsperiode nog niet mogelijk.
Conform de appreciatie eerder in dit fiche wordt de Commissie opgeroepen de implicaties
van het voorstel nader te onderzoeken. Het EU-voorzitterschap wordt opgeroepen pas
hierna verder te gaan met de behandeling van het voorstel.
d) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling
Er is geen evaluatiebepaling opgenomen. Conform de appreciatie eerder in dit fiche
wordt de Commissie, gegeven het feit dat er geen effectbeoordeling heeft plaatsgevonden,
opgeroepen alsnog de implicaties van deze wijziging in kaart te brengen. Het kabinet
zal overwegen een evaluatiebepaling te bepleiten.
Er is geen horizonbepaling opgenomen. Dit is begrijpelijk aangezien de wijziging beoogt
een duurzame, gewenste situatie te creëren.
e) Constitutionele toets
Niet van toepassing
7. Implicaties voor uitvoering en/of handhaving
Zoals hierboven bij 5.b) is aangegeven lijkt het niet onaannemelijk dat de wijziging
zal leiden tot een intensivering op nationaal niveau binnen met name normalisatiewerkzaamheden
die in samenwerking met de Europese normalisatie-instelling ETSI worden uitgevoerd.
Nederlandse uitvoeringsinstanties, inspecties of medeoverheden kunnen deelnemen of
anderszins betrokken zijn binnen deze processen, daarmee zou ook bij hen het capaciteitsbeslag
van deze betrokkenheid kunnen toenemen.
Het is belangrijk voor handhaving dat de geharmoniseerde normen tijdig gereed zijn
en dat de nieuwe procedures niet tot vertraging leiden. Hierbij zij vermeld dat de
Commissie in haar Normalisatiestrategie expliciet het doel nastreeft om normalisatieprocessen
te versnellen.
Verder worden er geen implicaties op het gebied van uitvoering of handhaving verwacht.
8. Implicaties voor ontwikkelingslanden
Er worden geen directe implicaties voorzien voor ontwikkelingslanden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken