Brief regering : Beëindiging steunpakket en doorkijk middellange termijn
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 478 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT, VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
EN VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 februari 2022
Nederland gaat weer open. Dat heeft het kabinet op 15 februari jl. aangekondigd. Dit
kan omdat we beter met het virus kunnen omgaan. Ook hebben veel mensen een vaccinatie
gehad. Dit stemt voorzichtig optimistisch. Dat neemt niet weg dat Nederland twee buitengewoon
zware jaren achter de rug heeft. De coronacrisis heeft een diepe impact gehad op de
samenleving en velen zijn hard geraakt. Denk aan de zware belasting op de zorg, de
noodzakelijke maar ook ingrijpende inperkingen van sociale contacten voor iedereen,
ingrijpende sluitingen van bedrijven en de vele zorgen over kwetsbare groepen. Ook
het economische leven is hierbij zeer ontwricht geraakt. Veel bedrijven, ondernemers
en werkenden zijn de afgelopen twee jaren enorm op de proef gesteld. De Nederlandse
economie heeft in deze periode grote veerkracht en aanpassingsvermogen getoond. Daaraan
heeft iedereen bijgedragen en zonder alle inspanningen van alle Nederlanders samen
hadden we nooit gestaan waar we nu staan. Dat was voor velen een zware opgave. Er
is veel gevraagd van ieders uithoudingsvermogen en creativiteit.
Deze brief gaat in op de afbouw van steun vanaf het tweede kwartaal van dit jaar en
geeft een doorkijk naar de middellange termijn en de transitie daarnaartoe. Gezien
de ver reikende heropening van de samenleving, het gunstige economische perspectief
en de toenemende ondoelmatigheid van steun kiest het kabinet ervoor het generieke
steunpakket met ingang van het tweede kwartaal van 2022 te beëindigen. Dat betekent
concreet dat de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), de Tegemoetkoming
Vaste Lasten (TVL)1 en het generieke uitstel van belastingbetalingen niet beschikbaar zijn met ingang
van het tweede kwartaal. Met ingang van 1 april 2022 komt een einde aan de tijdelijk
vereenvoudigde uitvoering van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) en
zal het reguliere Bbz weer zonder wijzigingen worden uitgevoerd. De huidige steunmaatregelen
blijven wel het gehele eerste kwartaal van dit jaar nog van kracht.
In de toekomst streeft het kabinet naar een andere aanpak omtrent het coronavirus.
Het beleid zal niet meer primair gevoerd worden vanuit de belasting van de zorg, maar
vanuit een breder perspectief: zowel op de maatschappelijke en sociaaleconomische
kant als op de zorg. Het uitgangspunt wordt een open samenleving. Dit is in lijn met
de langetermijnaanpak waar in de brief van 8 februari een doorkijk naar is gegeven.2 In maart komt het kabinet met een verdere uitwerking en met een bijbehorende langetermijnvisie
op de vormgeving van het steunpakket.
Stand economie
Het kabinet heeft met een ruimhartig steunpakket velen in deze moeilijke periode geholpen
om de klap voor een groot deel op te vangen. Dit heeft bijgedragen aan het behoud
van banen en inkomen en heeft voorkomen dat in de kern gezonde bedrijven verloren
zijn gegaan. De negatieve economische gevolgen van het coronavirus zijn daarmee voor
een groot gedeelte beperkt gebleven. Het kabinet vindt de veerkracht die ondernemers
en werkenden de afgelopen twee jaar hebben laten zien bewonderenswaardig. De Nederlandse
economie als geheel staat er op dit moment goed voor. De economie groeit op dit moment
weer snel, in 2021 zelfs met 4,8% van het bbp. Het Centraal Planbureau (CPB) voorspelt
in de MEV 2022 daarnaast een groei van het bbp van 3,5% in 2022. Historisch gezien
is de werkloosheid zeer laag (3,6% in januari). Bedrijven staan te springen om nieuw
personeel: in het derde kwartaal van 2021 stonden ongeveer 370 duizend vacatures open.
Dit gunstige macroperspectief neemt echter niet weg dat er ondernemers en werkenden
zijn die de afgelopen twee jaar zwaar getroffen zijn door de crisis.
Analyse
Het generieke steunpakket is waardevol geweest, maar de voordelen wegen nu niet langer
op tegen de nadelen. Het steunpakket gaat gepaard met hoge kosten voor de belastingbetaler
(€ 42 miljard tot op heden), verstoort de economische dynamiek en schaadt daarmee
het toekomstige verdienvermogen van ons land. Het steunpakket ontmoedigt ondernemers
om hun bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe werkelijkheid. Generieke steun
is hiermee op de lange termijn niet houdbaar.
In een normale economische dynamiek wordt er geïnvesteerd in werknemers en worden
mensen aangemoedigd om op de juiste arbeidsplekken terecht te komen. De steunpakketten
ondermijnen deze economische dynamiek en zodoende wordt de arbeidsmarktkrapte juist
vergroot.
Generieke steun belemmert namelijk dat mensen de overstap maken naar een nieuwe baan
waarin meer kansen liggen en waarin hun inzet harder nodig is. Omdat de tekorten in
veel sectoren groot zijn, is dit een reëel probleem: zowel om maatschappelijke uitdagingen
het hoofd te bieden als voor het versterken van de economie hebben we iedereen hard
nodig. Bedrijven staan te springen om nieuw personeel, terwijl de NOW werknemers vasthoudt.
Zo bereikt de NOW-5 (november en december) ongeveer 700 duizend werkenden, terwijl
er in het derde kwartaal van 2021 ongeveer 370 duizend openstaande vacatures waren.
Daarnaast is steun in toenemende mate ondoelmatig: steeds meer publieke middelen komen
terecht bij bedrijven die door redenen ánders dan coronabeperkingen omzetverlies lijden.
Ondernemers en bedrijven die eigenlijk niet levensvatbaar zouden zijn in normale omstandigheden,
redden het net wel door de huidige steun. Tegelijkertijd bouwen zij wel schulden op
tot een voor hen onhoudbaar niveau. Daarnaast ontstaat er ongelijk speelveld als goedlopende
bedrijven zonder steun de concurrentiestrijd aan moeten gaan met vergelijkbare bedrijven
die minder goed draaien, maar daardoor wel steun ontvangen. Dit alles schaadt de economische
groei in toenemende mate. Tot slot is het wat betreft de steunregelingen die zijn
gebaseerd op de Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van
de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak goed om op te merken dat de huidige
stand van zaken is dat liquiditeitssteun op grond van dit steunkader niet meer mogelijk
is na 30 juni 2022.
Het kabinet deelt de analyse van het Centraal Planbureau (CPB) en De Nederlandsche
Bank (DNB) dat het voortzetten van generieke steun herstel in de weg zit, een verstorende
werking heeft op de economie en het verdienvermogen van ons land schaadt. Het is daarom
wenselijk om terug te keren naar een reguliere economische dynamiek, waarbij succesvolle
bedrijven en toepassingen vernieuwing brengen. Dat leidt tot innovatie, economische
groei en toenemende welvaart.
Tweede kwartaal 2022
In het licht van de afbouw van de contactbeperkende maatregelen, het centraal stellen
van een open samenleving, de nadelige effecten van de steunpakketten en de huidige
stand van de economie en arbeidsmarkt heeft het kabinet besloten om het generieke
steunpakket niet te verlengen na het eerste kwartaal van 2022. Na een periode van
langdurige en intensieve steun komt daarmee per 1 april 2022 een einde aan de generieke
steunmaatregelen. Dit betekent dat de regelingen NOW, TVL3 en het generieke uitstel van belastingbetalingen vanaf die datum ophouden. Met ingang
van 1 april 2022 komt er verder een einde aan de tijdelijk vereenvoudigde uitvoering
van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) en zal het reguliere Bbz weer
zonder wijzigingen worden uitgevoerd.
Doorlopende maatregelen
In de brieven van 14 en 21 december 20214 is reeds aangekondigd dat verschillende specifieke regelingen doorlopen tot na het
eerste kwartaal van 2022. Dit betreft een deel van de (garantie)regelingen. De evenementengarantieregelingen
worden samengevoegd en lopen door tot en met september 2022. De tijdelijke garantie-
en kredietregelingen KKC en GO-C, evenals het borgstellingskrediet voor de landbouw
(BL-C), worden voorbereid om te worden verlengd tot en met juni 2022. De BMKB-C blijft
opengesteld tot en met het tweede kwartaal van 2022. Aangesloten financiers werken
aan de voorbereiding om financieringsaanvragen met BMKB-C in behandeling te kunnen
nemen. De Qredits overbruggingskredieten voor bestaande ondernemers en starters worden
verstrekt tot en met juni 2022. De huidige specifieke steunmaatregelen voor de cultuursector
lopen tot 8 maart 2022. Uitzonderingen hierop zijn de leenfaciliteiten bij Cultuur+Ondernemen
en de opengestelde monumentenlening van het Nationaal Restauratiefonds die beide tot
het einde van het tweede kwartaal van 2022 zijn opengesteld.
Zoals in de brief van 21 december 2021 is meegedeeld, dienen zelfstandig ondernemers
in plaats van 1 januari 2022 per 1 juli 2022 te starten met het aflossen van de lening
voor bedrijfskapitaal Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo).
Gedurende de periode van het uitstel van 1 januari 2022 tot 1 juli 2022 wordt daarbij
geen rente opgebouwd. Ook geldt voor alle Tozo-leningen dat de looptijd met één jaar
is verlengd van 5 jaar tot 6 jaar. Dit is al gecommuniceerd naar gemeenten en zelfstandig
ondernemers en (met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2022) geregeld.
Caribisch Nederland
De eerdere Europees Nederlandse steun- en herstelpakketten zijn, rekening houdend
met de lokale situatie, vertaald naar Caribisch Nederland. Voor Caribisch Nederland
wordt waar nodig en mogelijk een vergelijkbare benadering gekozen als in Europees
Nederland. Dit uitgangspunt geldt nog steeds. Zo wordt op een vergelijkbare manier
omgegaan met belastingverplichtingen van ondernemers in Caribisch Nederland die te
maken hebben met problematische coronaschulden. De overige onderdelen van de steun-
en herstelpakketten in Caribisch Nederland zijn eind 2021 reeds afgebouwd. De epidemiologische
situatie op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba alsook de specifieke sociaaleconomische
context van de eilanden (in het bijzonder de afhankelijkheid van de toeristische sector)
geven geen aanleiding om tot een ander besluit te komen.
Doorkijk middellange termijn
Het nieuwe coronabeleid zal niet meer primair gevoerd worden vanuit de belasting van
de zorg, maar vanuit een breder perspectief, zowel vanuit de maatschappelijke en sociaaleconomische
kant als vanuit de zorg. Hierbij is het uitgangspunt dat de samenleving open is. Bij
de wetenschap dat corona nog langer bij ons blijft en dat de generieke steunmaatregelen
op de lange termijn onhoudbaar zijn, hoort ook dat we terugkeren naar de reguliere
economische dynamiek. Bij de terugkeer naar een open samenleving hoort ook een terugkeer
naar een reguliere verdeling van de risico’s tussen ondernemers en de samenleving.
Dat neemt niet weg dat in uitzonderlijke omstandigheden en een scenario met een ernstige
doorbraakvariant met ingrijpende sluiting van substantiële delen van de economie tot
gevolg steun gewogen zal worden. Gezien de toenemende nadelen van generieke steun
voor het functioneren van de economie zal in dat geval steun aan geraakte sectoren
bij voorkeur met gerichte en sectorale instrumenten vormgegeven worden. Het kabinet
zet zich er sterk voor in om de komende periode deze gerichte steuninstrumenten te
verkennen en uit te werken zodat in het geval dat steun noodzakelijk blijkt een effectief
instrumentarium voorhanden is. Het kabinet zorgt ervoor dat er instrumentarium voorhanden
is indien steun geboden is.
Transitie naar middellange termijn
Het kabinet beseft daarnaast dat de situatie voor sommige burgers en bedrijven de
komende tijd alsnog moeilijk kan zijn en dat het beëindigen van de generieke steunmaatregelen
voor hen een moeilijke boodschap is. Het aantrekken van de economie en de overgang
naar een nieuwe fase van leven met corona betekent niet dat voor elke ondernemer alle
seinen weer op groen staan. Zo zijn er ondernemers die blijven kampen met de gevolgen
van de coronacrisis. Bijvoorbeeld vanwege financiële problemen of problematische schulden
als gevolg van deze crisis.
Het kabinet blijft zich inspannen om die ondernemers te blijven ondersteunen en roept
hen op zich te melden bij hun gemeente voor hulp. Het kabinet ondersteunt in de kern
gezonde bedrijven met een hoge schuld door saneringsakkoorden kansrijker te maken.
De Belastingdienst zal straks tijdelijk genoegen nemen met minder opbrengst bij saneringsakkoorden,
mits andere schuldeisers ook meedelen in de verliezen. Daarnaast wordt door de Ministeries
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en
Financiën op dit moment gewerkt aan de opzet van een casuïstiektafel, onderdeel van
de uitwerking van de motie Aartsen (Kamerstuk 35 420, nr. 285) inzake schuldenproblematiek rondom de coronasteunmaatregelen. Voor een goede overgang
naar de structurele situatie is het belangrijk dat voorkomen wordt dat in de kern
gezonde ondernemingen met schulden als gevolg van corona niet vooruitkomen en ondernemers
die een grote en/of persoonlijke schuldenlast meetorsen de juiste ondersteuning krijgen.
Het kabinet beschikt hiervoor al over een breed instrumentarium, en brengt – mede
op basis van een duiding van de schuldenpositie van ondernemers – knelpunten in kaart.
Hier wordt in meer detail op teruggekomen in de brief over de middellange termijn
rond coronasteun die het kabinet in maart van dit jaar verwacht te verzenden aan uw
Kamer.
Tot slot
Het coronavirus heeft onze samenleving en economie de afgelopen twee jaar ernstig
op de proef gesteld. Alleen samen zijn we erin geslaagd om deze crisis door te komen.
Dat heeft vele offers gevraagd van allen. Persoonlijk, in werk en voor ondernemers
die met grote onzekerheid geconfronteerd zijn. Het kabinet heeft in deze periode uitzonderlijke
maatregelen getroffen om bedrijven, ondernemers en werkenden te ondersteunen. Dat
is succesvol geweest; veel banen en bedrijven zijn behouden gebleven. De uitvoeringsorganisaties
en gemeenten hebben een cruciale rol gespeeld om dit te bereiken. Het kabinet is hen
dan ook zeer erkentelijk voor hun uitzonderlijke inzet.
Momenteel staat de economie er goed voor en kunnen de coronamaatregelen in snelle
en grote stappen worden afgebouwd. De voordelen van het ruime steunpakket wegen op
dit moment niet meer op tegen de nadelen daarvan. Om de normale economische dynamiek
ruimte te geven wordt het generieke steunpakket beëindigd met ingang van het tweede
kwartaal van 2022. Het kabinet blijft zich inzetten om te voorkomen dat problematische
schulden een rem op de economische ontwikkeling zetten. In maart zal het kabinet uw
Kamer een brief sturen waarin de middellange termijn visie op coronasteun verder uiteen
wordt gezet.
Hierin gaat het kabinet ook in op die ondernemers die nog kampen met de gevolgen van
deze crisis.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag
Indieners
-
Indiener
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Medeindiener
S.A.M. Kaag, minister van Financiën -
Medeindiener
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.